1 S judant voor het maierieel der artillerie bij de stapel en konstruc» tiemagazijr.en te Delft, en is hij overgeplaatst bij het regement vestingartillerie. BSurgerlijli e stand. Middelburg. Eerste huwelijks afkondiging den 24 dezer: J. van Hercules, jm. 23 j. met D. van Yzere, jd. 24j. P. H. T. van der Horstjm. 28 j. niet T. van Meereudonk,jd. 30 j. Vlissingen, van 16 tot 23 julij. Gehuwd: G. van der Meulen, jm. 25 jaren, met E. van den Berg.jd. 21 jaren. Bevallen: M. ten Hoepen geb. Beijerling,d. P. van Boven geb. Schreiber. d Overleden: L. Grootjans, d. 5 m. C. P. Luitwieler. man van E. J. Lignian, 49 j. L. Sterk, z. 4 m. M. M. van der Kuyl,d. 20 maanden. Goes, van 16 tot 23 julij. Bevallen: L. Willeboer geb. van Maris, z. C. Boutens. geb. Nieuwdorp, d. Overleden: M. Nonnekens, d. 6 m. B. deMunck, man van J. Wageuaar, 65 jaren. A. Leenpoel, z. 4 m. Zierikzee, van 16 tot 23 julij. Gehuwd: W. Gildon, jm. 24 j.. met M. Verseput.jd.21 jaren. J. H. Enters, jm. 31 j. met J. Courtens, jd. 26 j. A. Struyk, jm. 32 jaren met L.J. van den Bout, jd. 24 jaren. Bevallen: M. W. A. Morijn geb. Trijzelaar, d. J. C Brood man geb. Bal, d. N. Bakker geb. Arends, z. C. Broeksmit geb. Voorbeytel Cannenburg, d. P. Verheke geb. Reynenberg. z. Overleden: J. Baibier, z. 14 j. G. C. van de Velde, jm. 39 j. Afloop verlioopiiijjem en oaiibestediusea. Groede 19 julij. I. Eene hofstede met 9 bund. 01 roed verkocht voor f 9450. II. 2 bund. 44 roed. 70 ellen, verkocht voor f3350. III. 2 bund. 54 roed. 90 ellen, verkocht, voor f 2600. IV. 2 bund. 42 roed. 60 ellen, verkocht voor f 2325. V. 4 hur.d. 07 roed. 44 ellen, verkocht voor f3750. VI. 2 bund. 58 roed. 90el!en, verkocht voor f 1900. VII, 2 bund. 66 roed. 10 ellen, verkocht voor f1750. VIII. 2 bund. 96 roed. 50 ellen, verkocht voor f2425. IX. 3 bund. 06roed. 60e)len, verkocht voor f3325. X. 2 bund. 70 roed. 53 ellen, verkocht voor f2691. XI. 3 bund. 33 roed. 64 elien, verkocht voor f 1650. XII. 3 bund. 81 roed. 49 ellen, verkocht voor f 2250. De kooper van het 1ste perceel betaald boven zijne koopsom voor de plantagie nog f 1000. ;?Seteoro2os:5scS»e waarnemingen gedaan op 's rijks werf te Vlissingen, des middags 12 ure. Julij 1859. Wind. O o j 3 Laagste tem pe rat enverschil met de hoogste. j? Kracht. IS s |o I e u E 5.-3 J |(D to Aanmer kingen. Z. t. W. Nw.t.W Zo. t. O. Z. Z. O. Oost. West Nvv.t.N. 6 765,6 23.8 G 759.6 24.0 7(761,2,2^.8 S 763,9 5:762,1 *0.6 1 25.4 0 52 11.00 0.69:15 10 0.88 14.89 0.74 17.67. 0.72 17.38' 3[761,5 22.0 0.75,14.50 3j758,2{l9.0 j 0.84113.57, 0.0118.0!'/ 9,0J helder. 0.0119.5 j» 8.0 0.0 18.0 "10.0 heijig. 0.0,17.5 10.01bewolkt. 12.0,15.5|'/ 9.0|dikke. Vlierinometerstaud. 22 julij. 's avonds 11 ure. 66 gr. 23 's moreens 7 66 0 w 's middags 1 0 66 r u 's avonds 11 0 64 0 24 's morgens 7 0 60 's middags 1 0 67 n 's avonds 14 0 61 25 's morgens 7 0 62 's middags 1 69 Uuticnliwbsrljc tijöingcn. SDngeland. Londen 22 julij. De zitting van het lagerhuis leverde gisteren belangrijke debatten op ten opzigtc van de gedragslijn door Engeland tegenover Frankrijk te volgen. Bij gelegenheid van de behandeling der ingediende financiële voorstellen, sprak de lieer Disraeli over den-druk der belastingen, welke volgens zijne meening Ie groot was en waarom hij vooral op cene vermin dering van de begrootingen voor marine en leger aandrong. Die vermindering achtte hij zonder gevaar, indien de regering eene staatkunde van vrede en neutraliteit volgde. Hij waarschuwde de regering zich niet te laten verleiden lot deelneming aan het congres, dat te gemoet gezien wordt, zoodra zij daaraan deel neemt,zeide hij, houdt hare neutrale positie op. .Wat den vrede van Villafranca betreft, dezen vond dehee| Dis raeli bevredigend; het evenwigt in Europa was daardoor verze kerd. Om dien vrede duurzaam te maken, moest de regering trachten in de beste verstandhouding met keizer Napoleon te blijven. Zij kon niets beters doen dan door de vermindering van hare kolossale krijgstoerustingen den keizer een bewijs van vertrouwen geven eu een dergelijk bewijs vau vertrouwen van hem vragen. De kanselier der schatkist gaf het den vorigen spreker toe, dat men geene moeite moest sparen om de vriendschap tusschen Engeland en Frankrijk in stand te houden. Hij was geneigd, zoodra de toestand van Europa dit.zonde gedongen, deti raad van den heer Disraeli te volgen eu eene wederkeerige verminde ring van de vloten en legers voor testellen. De waarschuwing van den heer Disraeli tegen de deelname van Engeland aan een congres, kwam hein echter zonderling voordaar de vorige regering hemel en aarde in beweging gebragt. had, om een con gres betreffende de italiaansche aangelegenheden lot stand te brengen De heer Bright liet zich in zeer hevige bewoordingen uit over de aanhoudende aanvallen der engelsche bladen op keizer Na poleon en de fransche natie; niet alleen de bladen, maar ook hel hoogerhuis veroorlöoven zich eene kort ziglige en onvergeef lijke polemiek, en wanneer die blijit vooriduren, zal geen minis ter in staat zijn den vrede met Frankrijk in stand te houden. Spreker weidde uil over de gruwelen van den oorlog. Ook hij was ten gunste eener wederkeerige vermindering der vloten en legers, en hij achtte niemand beter dan lord Palmerston geschikt om de beste verstandhouding met Frankrijk in stand tehouden. Ook lord John Russell keurde de taal der bladen jegens kei zer Napoleon af, niet alleen omdat dit gevaarlijk, maar ook om dat het'onregtvaardig is. Welke motiven men ook aan de bin nen- en builenlandsehe politiek van dien vorst ten grondslag wil leggen, tegenover Engeland heeft hij zich als trouw bond genoot gedragen. Dit, nam echter niet weg dat. spreker de nood zakelijkheid inzag dat Engeiands verdedigingsmiddelen in een voldoenden staat moesten zijn. Wat de kwestie van het.con- gres betrof, hierover kon spreker zich nog niet bepaald uitlaten- het deelnemen aan een congres, inet het doel dat Engeland slechts zijn zegel zoude hechten aan bepalingen, die het niet kan goedkeuren, zoude Engeland onwaardig zijn. Zoo daaren tegen in liet een of ander land van Europa eene dreigende onte vredenheid heerschl, welke door oorlog, welligL burgeroorlog, nog meer wordt- aangewakkerd, en zoo Engeland door zijn in vloed er toe kan bijdragen, die ontevredenheid te doen vermin deren, den vrede duurzamer en meer voldoende te maken, dan zoude hei Engeland wel waardig zijn eene conferentie mei de overige mogendheden te houden. Lord Palmerston trad iu eenige beschouwingen betreffende de politiek van lord Malmesbury, en zeide dat deze het uilbar sten van deu oorlog had kunnen verhoeden, zoo hij Oostenrijk niet tot den oorlog aangemoedigd eu Frankrijk gedreigd had. De vorige regering had duidelijk te verstaan gegeven, dat zij voorzag datzjj ten slotte iu den oorlog gewikkeld zoude worden, en dat zij dan onvermijdelijk Oostenrijks zijde zoude moeten kiezen. Zulk een taal moest Oostenrijk op eeu dwaalspoor bren gen eu lol deu aanval aanmoedigen. De antipathie van den heer Disraeli tegen de deelname van Eugeland aan een congres, behandelde lord Palmerstou op de zeilde wijze als de kanselier der schatkist. Overgaande tüt het geen door deu heer Bright gezeg 1 was met betrekking lot de gruwelen, die de oorlog teu gevolge heeft, zeide de edele lord dat men dikwijls vergeet dal ook de vrede even goed als de oorlog naatniojze ellenden kan medebrengen. Hij hoopte dat de thans gesloten vrede geen herhaliiigofvoorldunngvan (teellende, waaronder Italië zoo vele jaren gesmacht lieefi, zal ten gevolge lieiiben. Geen eugelsciie regering zoude aan ecu congres deel nemen, wanneer men van haar zoude vergen, van eeuvoudig te onderschrijven hetgeen clour andere mogend lieden reeds is be sloten. Anders is hel gesleid wanneer eene conferentie zou worden gehouden om aan uog niet geslolene schikkingen de verbeterende hand te leggen. Üok lord Palmerston getuigde verder, dat keizer Napoleon zich steeds een getrouw en opregt bondgenoot van Engeland in oorlog en vrede getooud had, en dat uien hot er voor kon houden, dal hij begeerde de alliantie te vestigen. Dit was echter geen reden waarom Engeland zicli met tul zijne verdediging zoude toerusten. Men moest niet altijd op Frankrijk, maar ook op Rusland wijzen, dat zijne vloot, inde Uostzee versterkt. iu de zit ting van heden avond kondigde lord Eicho aan. dat hij maandag aanstaande een voorstel doen zal, strekkende om t.e verklaren dal het deelnemen van Engeland aan eeu congres of aan eene conferentie, nadat de heide keizers de vredes-preli- mmaireu bereids hebben vastgesteld, strijden zou melde waar digheid eu het belang van Engeland. Op eene interpellatie vau den beer Horsman deed lord Jlion Russell de toezegging, op het einde der volgende week uitvoe- rige mededeelingen nopens den gesloten vrede aan heihuis Ie zullen doen. Nog zeide lord John Russell, in antwoord op eene interpellatie van den heer Griffith, niet van meening te zijn, dat de herstelling der souvereinen van Modena, Toskatie en Parma zoo stellig is bepaald, dat Frankrijk die door kracht van wapenen zou doordrijven. De regeling van de zaak] der Donauvorstendommen zal de volgende week geheel ten einde loopen. In het. hoogerhuis vroeg lord Normanby heden, wat de be doeling was van keizer Napoleon met. de bereidwilligheid der italiaansche souvereinen om hervormingen tot stand te brengen» en verder of de hert ogin van Parma in haar gebied hersteld zal worden. Lord Granville verklaarde het antwoord op deze vragen schuldig te moeten blijven. Uuitsclilaud. Weenen 20 julij. De Wiener Zeilung deelt thans het keizer lijk besluit, mede, waarbij de baron Hess is benoemd lot veld maarschalk en opperbevelhebber over het 1ste, 2de eu 6de armeekorps, benevens over alle troepen en militaire inrigtingeu iu Italië, het kustland Karinthie, Carniole en Tyrol. Berlijn 22 julij. De Preussische Zeitung zegt heden, dat. de veelvuldige onjuiste berigten, welke inden laatsten tijdver- breid zijn ten aanzien der bedoelingen, van de door Pruissen in het werk gestelde pogingen tot bemiddeling, het kabinet heb ben doen besluiten, de volgende toelichtende circulaire-depê che aan de pruissisclie gezantschappen in Duitschland terigten: Terstond na zijne terugkomst uit Verona te Weenen zeide graaf Recliberg, de oostenrijksche minister van builenlandsehe zaken, tot den koninklijk pruissischen gezant, bij het oostenrijk sche hof, dat Oostenrijk voornamelijk daarom de vredes-preli- miuaireu had aangenomen, omdat de van de onzijdige groote mogendheden uitgaande voorwaarden tot schikking voor Oos- tenrijk veel ongunstiger waren dan die op welke de keizer der franschen deu vrede wilde sluiten. In zijn manifest van den 15 julij liet de keizer van Oostenrijk zich iu gelijken geest uit. Aan eene onlangs ons vertrouwelijk voorgelezene circulaire van graaf Recliberg was een bemiddelingsontwerp toegevoegd, dat door Engeland aan Frankrijk zou zijn medegedeeld en in welks bepalingen ook Pruissen zou hebben toegestemd. Heden deelt het Mainzer Journal dit. ontwerp mede. Gij zijt int usschen gemagtigd ten stelligste te verklaren: 1, dat. van de zijde van Pruisschen geenerlei voorwaarden tot bemiddeling geformuleerd of de zoodanige, welke door eenean- dere mogendheid geformuleerd waren, goedgekeurd zijn. 2, dat hel aan de Oostenrijksche circulaire toegevoegde en se dert door de dagbladen openbaar gemaakt ontwerp ons geheel onbekend was." Frankfort 21 julij. Er is een gerucht in omloop dat veel sen satie verwekt. Men wil namelijk weien, dat het tusschenae beide keizers geslotene vredesverdrag een geheim artikel bevat, waarbij aan Oostenrijk het bezit der Donau-vorstendommen, aan Rusland de ten zuidoosten van de Zwarte zee gelegen land streken eu aan Frankrijk liet bezit van Egypte zou toegezegd zijn. Wat hiervan zij, zat later moeten blijken. Men verneemt van goederhand, dat de door de beide keizers te Villafranca geteekeude vredes-preliminairen aldus luiden h Tussclien Z. M. den keizer van Oostenrijk en Z. M. den keizer der Franschen is het navolgende overeengekomen. De beide souvereinen zullen httdaarstellen van eene italiaan sche confederatie begunstigen. Deze confederatie zal zijn onder het voorzitterschap, eers- halve van den heiligen vader. De keizer van Oostenrijk staat af aan den keizer der Fran schen zijne regten op Lombardije, mei. uitzondering van de ves tingen Mantua en Peschiera, derwijze, dat de lijn van afschei ding van de oostenrijksche bezittingen uitgaat, van het uiterste punt der werken van Peschiera, zich regtst reeks uitstrekt langs de Mincio tot. Legracie, van daar door Starzarolaen Lusano lot de Po van waar de tegenwoordige frontieren de grensschei ding van Oostenrijk zullen uitmaken. De keizer der Franschen zal het afgestane grondgebied aan den koning van Sardinië overgeven. Venetie zal deel uitmaken van de italiaansche confederatie, maar onder de kroon verblijven van den keizer van Oostenrijk. De grooihertog van Toscane en de hertog van Modena kec- ren naar hunne stalen terug, met de uitvaardiging vau eene algemeeue amnestie. De beide keizers zullen den heiligen vader uitnooaigen om de onvermijdelijk vereischte hervormingen in zijne staten in te voeren. Van weerskanten wordt eene volledige cn algeheele amnestie toegekend aan de personen, welke bij de jongste gebeurtenissen op het grondgebied der oorlogvoerende rnaglcn aan vervolging zijn blootgesteld geweest. Aldus opgemaakt te Viilafranca 11 julij 1859."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1859 | | pagina 2