MIDDELBURGSCHE COURANT. N°' 82. Zaturdag 1859. 9 Julij. 2lnnlion0igirtgcn öinncnlcmüsc 1) e tijöingen Deze courant verschijnt des dingsdagsdonderdags en zaturdags. Binnen deze gemeente en Vlissin- gen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure. De abc inemeutsprijs per drie maanden is 3franco per post f 3,40. De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens, op den dag der uitgave. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regel; van huwelijks, geboorte of doodbekendma- kingen enz., van één tot zes regels 1,50, voor eiken regel daarboven 22 cent. Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. Voor elke plaatsing moet 35 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant. Bij deze courant behoort een bijvoegsel. Editie van vrijdag avond 8 uro. Dc commissaris des konings in de provincie Zeeland, Brengt ter kennis der ingezetenen, dat door de staten dier provincie op dingsdag den 12 dezer, des voormiddags ten tien uur, eene openbare vergadering zai worden gehouden. Middelburg, den 8 julij 1859. De commissaris des konings voornoemd, S. VAN HEEMSTRA. itlldilelbiirg 9 julij. Aan de geabonneerden op ons bulletin deelden wij beden morgen de belangrijke tijding mede, dat door de keizerin van Frankrijk gisteren van den keizer eene officiëele depeche was ontvangen, waarbij werd berigt dat de keizers van Oostenrijk en Frankrijk voorloopig omtrent het sluiten vaneen wapenstil stand zijn overeengekomen, en dat er van weerszijden commis sarissen zullen benoemd worden om de nadere voorwaarden te regelen. Deze depeche werd gisleren avond door den Moniteur bekend gemaakt, en dat blad Iaat daarop onmiddelijk eene waarschuwing volgen, dat men zich niet vergisse aangaande den aard der overeenkomst. Men moet haar slechts beschou wen, zegt de Moniteur, als eene schorsing der vijandelijkheden tusschen de beide legers, waaruit men nog geenszins kan beslui ten dat het einde van den oorlog reeds nu te voorzien is, hoe wel er zeker een ruim veld tot onderhandelingen is geopend. Volgens een bij het afdrukken dezer courant nog ontvangen telegram van Londen, meldt The daily news lieden dat Pruis- sen gemeenschappelijk met Rusland aan Engeland voorslagen heeft gedaan, om in den oorlog gezamenlijk tusschen beide te treden. Van de voorwaarden wordt echter nog volstrekt geen melding gemaakt. Dit berigt schijnt veel vertrouwen op een spoedigen vrede te hebben te weeg gebragt. De consols zijn geopend met 94 j. Wij vernemen dat de heer dr. H. J. van Eek te Axel, benoemd tot lid van gedeputeerde staten dezer provincie, verklaard heeft die benoeming aan te nemen. De regering heeft geantwoord op het voorloopig verslag der tweede kamer betrekkelijk het wetsontwerp tot goedkeuring eener overeenkomst tusschen haar en de Maatschappij tot indij - king der op- en aanwassen in de Ooster Schelde. Op de gemaakte bedenking dat niet voldoende zon blijken welk staatsbelang de regering op het oog had bij het sluiten dezer overeenkomst, antwoordt zij dat, zonder weder opvatting en voltrekking der kanaalwerken, met het oog op het tractaat van 1839 nooit sprake kan zijn van eene spoorwegverbinding of onderlinge aanhechting der zeeuwsche eilanden. Wij deelen een uitvoerig overzigt van dat stuk onder de ru briek Stalen generaal mede, waarop wij bepaald de aandacht vestigen. Jl. woensdag is te Goes feestelijk gevierd het tienjarig bestaan van de handboogschutterij Jacoba van Beijeren. Daartoe waren onderscheidene handboogschutterijen en muziekgezelschappen van elders opgekomen. -f- Dearrondissements regtbank teZierikzee heeft jl. maan dag uitspraak gedaan in het lvooger beroep, ingesteld door het openhaar ministerie tegen het vonni9 van den kantonregter aldaar van 16 februari} 11., waarbij D. B. P. Zuurdeeg, heel- en vroedmeester te Zierikzee, was vrijgesproken van de tegen hem ingebragte klagt, dat hij in november 1858 zekeren v. d. L. aan inwendige ziekte zoude behandeld hebben. Op verzoek van het openbaar ministerie was bij de behandeling dezer zaak, vrijdag voor acht dagen, voorgelezen afschrift van eenen brief van den beklaagde aan de plaatselijke commissie van geneeskundig toevoorzigt aldaar, waarin hij erkent eene instructie ontvangen Ie hebben, en eene missive van de provin ciale commissie van'geneeskundig toevoorzigt in Zuidholland, waarbij aan den officier van justitie wordt berigt dat denbeer Z., bij het afleggen van zijn examen de inslructie is uitgereikt en hij die heeft beëedigd. Door den lieer mr.Fokker, als bij procuratie voor den beklaag de verschijnende, werd ontkend dat v. d. L. aan galziekte had geleden, terwijl de eerste brief, als zijnde afschrift van eene missive, door hem niet kon worden erkend. Door het openbaar ministerie is daarop, na uiteenzetting van den verschillenden werkkring van genees- en heelkundigen,betoogd,dat beklaagde v. d. L. aan galziekte (zijnde inwendige ziekte) behandeld had, en dat hij inwendige middelen had voorgeschreven, en zulks in strijd met art. S dec wet vau 12 maart 1818 (Staatsblad uo, 16), en art. 2 van de instructie van 31 mei 1818. De officier van justitie herinnerde hoe de hooge raad herhaalde arresten had gewezen, waarbij zij het verbiudbare der instructie niet had aangenomen, maar hoe het openbaar ministerie bij dien raad steeds van meening was geweest dat die instructie een deel der wet uitmaakte, en hoe de hooge raad bij een arrest van julij 1857 had aangenomen dat de instructie verbindbaar washij herinnerde dat, hoewel beweerd werd dat het advies van den franschen staatsraad van Fiorial an XIII was afgeschaft, door het besluit van den souvereinen vorst van 18 december 1813 (staatsblad 1814 no. l)de hooge raad bij arrest had aan genomen dat dit besluit het advies niet afschafte dat bij dat advies de verbindbaarheid van verordeniugen is aangenomen wanneer het blijkt dat zij zijn toegezondendat dit in casu no - pens de instructie èn door den brief van den beklaagde aan de plaatselijke commissie èn door den brief van de prov, comm. in Zuidholland blijkt, waarom hij krachtens art. 19 der wet van 12 maart 1818 (staatsblad no. 16) requireerde veroordeeling in f25 boete ende kosten Door den heer mr. Fokker werd betoogd dat de behandeling aan inwendige ziekte niet was bewezen eu dit ook door beklaagde wordt ontkend, daar de getuigen alleen verklaard hadden wat zij van de vrouw gehoord hadden doch ook al had de vrouw dit zelf verklaarddit niets zoude afdoen, daar het geen oordeel van een bevoegde zoude zijn2. dat be klaagde als heelmeester inwendige middelen mag voorschrijven; dat de wetenschap dit leert en de wet het niet verbiedtdat be klaagde wel bij zijn examen eu later van de plaatselijke com missie een gedrukt stuk getiteld inslructie heeft gekregen, doch niet weet of dat stuk, de zelfde instructie is die gezegd wordt den 31 mei T81S te zijn vastgesteld voor de heelmeesters; dat wel in het bijvoegsel van het staatsblad en in andere particuliere uilgaven dergelijke instructien gevonden worden, doch zij alle bewijs van authenticiteit missen; dat de instructie, niet opge nomen in het staatsblad, niet verbindend is; dat het besluit van 18 december 1813uitdrukkelijk het advies van Floreal an XIII afschaft, maar al ware dit niet afgeschaft, dan nog de in structie voor de regtbank niet verbindend zoude zijn, omdat het advies, tot verbindbaarheid der verordeningen wil de toezen ding aan wien het aangaat. Spreker zegt dat de regter die eene verordening moet toepassen, iemand is wien het aangaaten dat van geene toezending of inededeeling aan de regtbank ge bleken is, waarom zij de regters niet tot toepassing van straf kan binden dat het openbaar ministerie zelf de onverbindbaar- heid ter instructie voelt, daar het de toepassing eischt, niet van de straf in de instructie gesteld, maar van art. 19 der wet van 12 maart 1818 hoewel dit artikel alleen straf bedreigt tegen over tredingen dier wet, niet var. andere verordeningen of instruc tien eindelijk, de jurisprudentie van den hoogen raad, diesleeds het onverbindbare der instructie heeft aangenomen, terwijl het arrest van julij 1857 gewezen is in een andere zaak, daar de toen malige beklaagde was plattelands heelmeester, zoodat hier ook art. 7 der wet konde worden toegepast, terwijl spreker releveert dat noch in de wet van 1818, noch in de verordeningen of instructien van 31 mei 1818, eenige bepaling of omschrijving van den werkkring van stedelijke heelmeesters gevonden wordt, zoodat zij op beklaagde niet toepasselijk zijn. Bij hare uitspraak heeft de regl bank, het vonnis van den kan tonregter vernietigende, verklaard dat het niet wettig is bewe zen dat beklaagde den bedoelden persoon heeft behandeld aan galziekte, doch dat uit de verklaring van getuigen zoo in eerste instantie als bij de behandeling voor deze regtbank en de erken tenis van den beklaagde is gebleken, dat beklaagde, zijnde heel meester, op den 26 en 28 november voor v. d. L. heeft voor geschreven inwendige middelen, zoo hij voorgeeft ter geneziug van een beenzweer; dat liet voorschrijven van inwendige mid delen, ter wegneming van inwendige oorzaken, al is het ook van uitwendige gebreken, is uitoefening van inwendige genees kunde, waartoe bij art. 8 der wet van 12 maartl818 (Staatsblad no. 16), alleen bevoegd zijn verklaard, zij die den graad van med. dccior hebben verkregen, behourieus de uitzondering in art. 7 dier wet voor het platteland; dat beklaagde dien graad niet bezit en Zierikzee niet behoort tot het platteland, waarom de regtbauk hem, wegens uitoefening van een anderen tak der geneeskunde dan waarvoor hij bevoegd was, krachlens art. 19 dier wet heeft veroordeeld in f 25 boete en de kosten. Den 27 dezer zal worden aanbesteed bet bouwen van tien houten seliroefsloomflotiije vaartuigen, zonder de stoomwerk tuigen, ten dienste der nederlandsche marine. Z. K. H. de prins van Oranje is maandag morgen uit de resi dentie naar het Loo vertrokken. Waarschijnlijk zalZ. K. H. den 7 augustus naar het kamp te Zeist vertrekken. Voor het verblijf aldaar is reeds een prachtig ingerigte tent met veld- benoodigheden aangekomen. Volgens het Algemeen handelsblad is hij de op 1 mei plaats gehad hebbende trekking der Weener loten van fl. 500,de hoog ste prijs van fl. 300,000 aan een inwoner van Amsterdam ten deel gevallen. Met den 10 dezer zal het eiland Schokland niet alleen geheel ontruimd zijn maar ook de burgerlijke gemeente als zoodanig ophouden te bestaan, zoo als uit een berigt in de Nederlandsche staatscourant blijkt, waarbij medegedeeld wordt dat de burge meester G. J. Gillot met dien datum eervol ontslag bekomt. Een klein gedeelte der inwoners heeft, zich met der woon be geven naar aan zee gelegeue dorpen in Noordholland, een 25tal naar Voileuhoven, en de overigen naar Kampen, waar zij ge noegzaam allen reeds zijn gehuisvest. Te Rotterdam zijn twee stuurlieden in het ziekenhuis gebragt bij wie men verschijnselen van vergiftiging opmerkte; dit was te wijten aan 't niet behoorlijk vertind zijn der koperen ketels. Een vader die te Velp met zijne drie kinderen op eene sinds jaren daarvoor bestemde zandplaat in denIJssel wilde baden, zag zijne twee zoons plotseling in de diepte verdwijnen, die zich onverwachts daar ter plaats had gevormd. Ofschoon zelf goed zwemmer, mogt het hem niet gelukken zijnekinderen te redden, en keerde hij slechts met één zoon naar huis. Benoemingen en besluiten. Benoemd, bij besluit van 3 dezer, tot directeur der konink lijke akademie te Delft, de heer J. A. Keurenacr, gepensioneerd majoor der genie in Nederlandsch Indie en onder-directeur der genie in de 2de militaire afdeeling op Java, Benoemd, bij besluit van 2 dezer, tot ontvangers der directe, belastingen en accijnsen te Beest, de heer J. C/L. van de Graafi'. thans ontvanger der zelfde middelen te Ange,rio, en te Anger!

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1859 | | pagina 1