geschiedenis, door zich aan het hoofd te plaatsen waar het er op
aankomt de veiligheid van Duitschland en de handhaving van
den europeschen regtstoestand te verdedigen tegen den wille
keur van een enkelen man, wie hij ook zij. In dien geest heeft
de vertegenwoordiging des lands de gelden voor de mobielma-
king van het leger bewilligd, en in dien zin heeft de regering
tot eene gedeeltelijke mobielmaking besloten. Maar het kan
niet in de bedoeling van Pruissen liggen eenen staat van zaken
in Italië te willen handhaven, welke in zich zeiven de noodige
kracht voor een duurzaam bestaan schijnt verloren te hebben.
Het is geenzins Pruissens voornemen in Italië den arbeid van
eenen Sisyphus te verrigten. Zijn streven naar het herstel des
vredes en naar eene voor beide strijdende partijen aannemelijke
bemiddeling zou daarmede in strijd zijn en alle kans op welsla
gen missen."
Bij eene koninklijke proclamatie van 22 dezer is de han-
noversche Stendenvergadering /ruit hoofde van de tijdsomstan
digheden" tegen den 19 julij buitengewoon bijeengeroepen.
Uit Stuttgart wordt van den 21 dezer gemeld, dat het
wurtembergsche contingent voor het 8ste duitsche legerkorps,
ter sterkte van 16,000 man, den vorigen dag van daar is uitge
rukt om aan den Neckar en de Jaxt kantonnementen te betrek
ken. Het staat onder bevel van den minister van oorlog, gene
raal Miller, die zijn hoofdkwartier te Heilbron heeft gevestigd.
In de ji. dingsdag te Wiesbaden gehoudene zitting der
eerste kamer, welke met gesloten deuren plaats had, is naar men
verzekert, het ontwerp tot het aangaan eenerleening van twee
millioen gulden tot militaire doeleinden goedgekeurd.
Frankrijk.
De keizerin zal in persoon de aanstaande buitengewone
zitting van het wetgevend ligchaam openen.
De Moniteur behelst rapporten van den maarschalken Reg-
nault de St. Jeand'Angely.Mac Mahon, Canrobert en Niel over
de bataille van Magenta. Nieuwe bijzonderheden komen in deze
stukken niet voor; zij bevestigen alleen het meermalen gemelde
feit, dat op sommige punten van weerszijden met groote ver
woedheid gestreden is, dat een gedeelte der keizerlijke garde
zelfs door de Oostenrijkers in eene zeer gevaarlijke positie was
gebragt, maar dat de overwinning ten slotte aan de zijde der
geallieerden is gebleven. De vier bovengenoemde opperbevel
hebbers verklaren, dat zij het verlies der Oostenrijkers op het
driedubbele schatten van het trouwens aanzienlijke verlies, dat
door do Franschen is geleden. Zij verklaren tevens dat zij ge
streden hebben tegen de oostenrijksche divisieu Clam-Gallas,
Lichtenstein, Benedek en Zobel en dat de divisien, op het pa
pier ieder 30,000 man sterk, ieder slechts ongeveer 25,000 man
in het vuur konden brengen, weshalve 100,000 man oosten
rijksche troepen aan de battalle van Magenta deel namen. Al
de rapporten komen overigens daarin overeen, dat de Oosten
rijkers met moed en volharding gestreden hebben.
Het italiaansche comité te Parijs heeft voor 3000 fr. een
prachtig paar pistolen gekocht, om ze Victor Emanuel als
geschenk aan te bieden. Het wilde een dergelijk geschenk aan
den keizer geven, doch had daartoe geen fondsen meer. Door
het comité zijn 360 vrijwilligers naar het tooneel des oorlogs
gezonden, die gemiddeld 70 fr. per hoofd kostten.
Er zijn in de laatste dagen eenige meer onrustbarende ge
ruchten verspreid, welke aan een verder en krachtdadig voort
zetten van den oorlog doen denken.
Zoo zegt men dat na dc ontvangst van eene depeche des kei
zers door admiraal Hameliu dadelijk een admiraliteitsraad is
belegd onder voorzitting van den minister van marine, en waarin
de bewegingen der fransche eskaders het voornaamste onder
werp uitgemaakt hebben. Die minister moet daarbij verklaard
hebben dat de fransche vloot geroepen zal zijn in deze dagen een
belangrijke rol te spelen. //Wij moeten aan Europa toonen,"
zoo moet admiraal Hamelin zich hebben uitgelaten, //dat wij aan
wien ook, zoo wel ter zee als te land, het hoofd kunnen bieden."
Welke tegenstander met de drie woorden//aan wien ook" be
doeld wordt, is ligt te begrijpen.
Overigens zegt rneu dat woensdag uit het hoofdkwartier
bevel is ontvangen om onmiddelijk 300,000 man mobiel te
maken en hen te voorzien van al het noodige materieel; voorts
dat aan het ministerie van binnenlandsche zaken, afdeeling
drukpers, is gelast al de dagbladen uit te noodigen tot het. aan
slaan van een meer oorlogzucht igen toon. Dit alles wordt ver
zekerd door personen, die zeggen hunne informatien aan de
ministerieledepartementen ingewonnen te hebben.
De eenige verklaring welke men aan deze maatregelen kan
geven, is de bedoeling welke Pruissen zou voeden om een ver
bond met Oostenrijk ie sluiten. De keizer moet ronduit gewei
gerd hebben den heer de Pourtalès in zijn hoofdkwartier te
ontvangen, werwaarts deze zich begeven moest hebben om de
voorstellen van de pruissische regering over te brengen. Zelfs
zou er nu reeds niet meer alleen sprake zijn van een gewoon ver
bond tusscben Pruissen en Oostenrijk, maar van een werkelijk
optreden der pruissische troepen in Lombardye.
La patrie deelt het berigt mede dat een legerkorps van
40,000 man, voor een gedeelte zamengesteld uit soldaten van
afrikaansche regementen, in de Adriatische zee wordt verwacht.
Te Cherbourg gaat men voort alle beschikbare oorlogs
schepen te wapenen. Een linieschip is dezer dagen van daar in
zee gegaaneen ander linieschip en een fregat zullen weldra
volgen. Eene drijvende batterij wordt er uitgerust om de reede
te verdedigen en zal daarvoor weldra gereed zijn. Een jagt is in
dienst gesteld tot het leggeu van eenen electrischengeleiddraad
langs de kust als hulpmiddel voor 's lands verdediging.
Vameene zijde, welke goed onderrigt kan zijn, wordt ver
zekerd, dat dien veel zal kunnen verkrijgen van keizer Napoleon,
wat betreft het onderdrukken van de revolutionaire rigting in
Midden-Italie, maar dat Z. M. in geen geval de Mincio als de
grensscheiding van het gereorganiseerde Italië zal willen vast
stellen.
Men verhaalde donderdag, dat de keizer bevel had gege
ven tot de oprigting van een geretrancheerd kamp achter de
tegenwoordige linie zijner operatien, ten einde het reeds ver
overde te beschermen in het geval dat de oorlogskans mogt
keeren.
Het gerucht houdt stand, dat Pruissen zijne voorstellen tot
herstel des vredes doen zal op den grondslag van handhaving
der territoriale verdeeiing van 1815 en eenvoudige herziening
der bijzondere overeenkomsten tusschen Oostenrijk en dc klei
nere italiaansche staten. Het is moeijelijk te geloovcn dat zulk
een voorstel van Pruissen zou uitgaan, hetgeen gelijk zou staan
met eene oorlogsverklaring aan Frankrijk.
Overigens zal desluijer, die de plannen van Pruissen alsnog
bedekt, welhaast worden opgeheven. Sommige engelsche dag
bladen verzekerden dezer dagen, dat Pruissen met zijne tus-
schenkomst wachtte, tot dat een beslissende veldslag op de
linie van de Mincio had plaats gehad. Die veldslag is nu geleverd
en er bestaan dus voor die mogendheid, zoo de bedoelde dag
bladen goed onderrigt waren, geene redenen om langer met
hare tusschenkomst te dralen.
De correctionele regtbank van de Seine heeft den 24
dezer uitspraak gedaan in de zaak der dusgenaamde Coulissiers,
beschuldigd van ongeoorloofde inmenging in de zaken der
ofGcieel erkende wisselagenten op de beurs. Al de beklaagden,
ten getale van zes en twintig, zijn veroordeeld tot het betalen
van eene boete van 10,500 frs. ieder.
Te Marseille zijn berigten uit Konstantinopel ontvangen
van 15 dezer, van den volgenden inhoud:
De grootvorst Constanliju van Rusland heeft maandagjl.,
zonder getuigen een onderhoud met den sultan gehad, hetwelk
verscheidene uren geduurd heeft. Hij is gisteren van hier naar
de russische haven Nikolajcf vertrokken. De russische oorlog
schepen, waarmede hij gekomen was, begeven zich weder naar
de Middellandsche zee en wel denkt men naarNizza.
De heer Conduriotte, Griekenlands gevolmagtigde bij de
porte, is naar Athene scheep gegaan, zijnde hij geroepen om
deel uit te maken van een nieuw ministerie, hetwelk in Grieken
land is tot stand gekomen onder Frankrijks invloed, welke ook
te Athene bovendrijft.
De porte zendt al hare beschikbare troepen naar Rumelie en
naar den kant van Griekenland.
Omer-pacha wordt nog door de vijandelijke houding der
arabische volksstammen belet. Bagdad te verlaten en zich her
waarts te begeven.
Bij de moeyelijkheden waarin de porte thans gewikkeld
is, ten gevolge van de misnoegdheid, welke zich allerwegein
hare Slavonische provinciën openbaart, komi thans nog eene
audere moeijelijkheid van erustigen aard. De onderkoning van
Egypte moet. blijkens eene depeche, bepaaldelijk geweigerd
hebben, het hem door de porte gevraagde contingent van troe
pen to leveren; terwijl hij onder voorgeven dat Egijpte zelf be
dreigd kan worden, door de verkeerde staatkunde van Turkije,
het leger op den voet van oorlog brengt.
Ook van Rome zijn weder over Marseille berigten ont
vangen, loopende tot 21 dezer.
De delegaat te Ancona heeft met de pauselijke troepen in het
fort de wijk genomen.
Zondag heeft de volksmenigte te Rome in tegenwoordigheid
van het garnizoen, de driekleurige vaan willen ontrollen en de
dictatuur van Victor Emmanuel proclameren. Generaal Goyon
heeft haar echter daarin verhinderd. Sterke patrouilles door
kruisten maandag, den 20sten, de stad.
De paus heeft kennis gegeven dat. hij een protest tegen de
verbrokkeling zijner staten aan de groote mogendheden zal
doen toekomen.
Den 20steu heeft de paus in een consistorie eene allocutie
gehouden, betreffende den afval van verscheidene plaatsen in
de Romagna, en bij die gelegenheid een brief medegedeeld van
keizer Napoleon, waarin hij zegt de onafhankelijkheid van den
Kerkelijken staat Ie zullen waarborgen.
In een vroeger consistorie, op den verjaardag zijner verkiezing
gehouden, heefl de paus op heftige wijze uitgevaren tegen het
gedrag van e den man die oorzaak is van het schandaal," en
wel in bewoordingen aan de heilige schrift ontleend. Hij be
dankte voorts voor de hem op dien dag geuite gelukwenschin-
gen en de heilbede welke thans meer dan ooit noodig was, bij
de gevaren welke de pauselijke stoel bedreigen." Wie de be
doelde man is door den paus als de oorzaak van alle onlusten
beschouwd, is volstrekt niet aangeduid, maar de geruchten pas
sen de uitdrukking toe op Victor Emmanuel.
Italië.
Bij de bekende positien der vijandelijke legers aan de oevers
van de Mincio, kon het wel niet anders of men mogt dagelijks
het berigt van een vernieuwden veldslag te gemoet zien. Die
veldslag heeft dan ook weldra plaats gegrepen.
De Piemontezen zetteden hunne verkenningen voort in de
rigting van Pescheira en dreven jl. woensdag bij die gelegenheid,
doch niet zonder heftigen tegenstand, de vijandelijke voorpos
ten terug; daarbij schijnen verscheidene dooden gevallen te
zijn. Dien zelfden dag deed ook het fransche leger verkennin
gen tot bij Goïto en leverde een voorpostengevecht, waarbij
de oostenrijksche wacht werd overrompeld.
Vrijdag den 24 dezer is daarop een belangrijke veldslag ge
volgd, waarvan wij het eerste telegrafisch berigt zaturdag
voormiddag reeds per bulletin mededeelden.
Deze tijding was uit Cavriana door den keizer der Franschen
aan de keizerin afgezonden en behelsde niet veel meer dan
het berigt dat een groote veldslag geleverd, en tevens eene
belangrijke overwinning behaald was.
Het oostenrijksche leger was bij het terugtrekken nog niet
de Mincio overgetrokken, zoo als sommige berigten hebben
vermeld, maar het had zich op den regter oever dier rivier verza
meld, na den-23 en 24 zijne stellingen ingenomen te hebben
Zijn linkervleugel onder bevel van generaal Wimpfen bezette
Pozzolengo en Solferino. De regtervleugel strekte zich uit tot
Guidizzoloen Castel goffredo, en keizer Frans Jozef bevond
zich te Cavriana. De geallieerden die van deze beweging onder
rigt schijnen geweest te zijn, doch waarschijnlijk al hunne troe
pen niet zoo geconcentreerd hadden, of in den nacht werdeu
overvallen, trokken eerst een weinig terug naar deChiesa, doch
ten tien ure des morgens begon de eigenlijke strijd eerst goed,
en des avonds ten 8 ure was zij zoo als zelfs in de oostenrijk
sche bulletins erkend wordt door de geallieerden gewonnen.
De strijdlinie van het oostenrijksche leger besloeg eene uit
gestrektheid van vijf mijlen.
Bij het dorp Solferino moet de strijd het allerhevigst zijn
geweest, en de inneming van deze plaats schijnt als het ware
over het geluk van den dag beslist te hebben.
De fransche kavallerie, die tot hiertoe nog weinig was in het
gevecht geweest, moet zich zeer heldhaftig gedragen hebben.
In het berigt te Weenen per telegraaf ontvangen, komt
o.a. voor dat, hoewel de oostenrijksche troepen dapper gevoch
ten hebben, een hevig onweder, de magtsontwikkeling tegeu
den linkervleugel en eene wanorde in de gelederen, veroorzaakt
door de groote verliezen eu welke niet meer te herstellen was,
zoo vele oorzaken geweest zijn van den terugtogt ;doch dat des
niettegenstaande de regtervleugel de Piemoutezen heeft op de
vlugt gejaagd.
De Oostenrijkers hebben hun terugtogt in goede orde naar
den Mincio gedaan in de rigting van Volta, des nachts van
vrijdag op zaturdag. Ilet is dus niet waarschijnlijk, zoo als het
fransche blad La patrie reeds dadelijk voorgaf, dat de Franschcn
na de eerste opgewondenheid der overwinning den vijand over
de Mincio hebben gevolgd of de vesting Pescheira reeds heb
ben aangevallen, waarvan het gerucht te Parijs liep.
Het oostenrijksche hoofdkwartier is thans te Villafranea, en
dit bewijst datal is ontegenzeggelijk de overwinning aan de
zijde der Franschen geweest, het oostenrijksche leger toch niet
is op de vlugt gejaagd en dat het, ditmaal den aanval begonnen
hebbende, nog aan zijne vijanden den grond voet voor voet
denkt te betwisten.
Ten aanzien der van beide zijden geledene verliezen zijn nog
geenerlei bepaalde berigten ontvangen. Wel spreekt La presse
van 35000 Oostenrijkers die zijn buiten gevecht gesteld, van
15000 gevangen genomenen, van 17 vaandels en 75 kanonnen
welke door de geallieerden zouden zijn vermecslerd, maar al die
uitvoerige opgaven verdienen we) nadere bevestiging daar zij
van officiële zijde nog niet kunnen zijn ingekomen. Zoo veel
weet men echter dat geen fransch generaal van al degenen die
den keizer dien dag hebben omringd of waarvan Z. M. berigten
heeft kunnen inwinnen, is gedood. Bij eene t weede depeche
van den keizer aan de keizerin, in den nacht van zaturdag op
zondag uit Cavriana afgezonden, meldt Napoleon dat hij den
nacht doorbrengt in de zelfde kamer, welke door den keizer van
Oostenrijk des morgens voor den veldslag nog werd bewoond.
Gelijktijdig heeft de keizer berigt dat hij generaal Niel tot
maarschalk verheven heeft.
Te Parijs is deze overwinning met bijzondere vreugdeblijken
en opgewondenheid gevierd. Zoodra het geschut van bet hotel
der Invaliden het verkondigd had en een buitengewoon bijvoeg.