van de zijde van Pruissen om vredesonderhandelingen aan te
knoopen. Volgens de ministeriele Morning-post zou het gou
vernement besloten hebben zijne toestemming niet te geven tot
eeue aanhechting van Toskane aan Piemont.
The morning star betoont zich zeer misnoegd dat den
heer JBright geune plaats in het nieuwe kabinet is aangebo
den en ziet daarin een ongeoorloofden invloed der aristocratie,
niet name van lord Palmerston, op de koningin, wie men zou
hebben willen diets maken dat de gevoelens van dieu volksman
vau te revolutionairen aard zijn, dan dat het raadzaam wezen
zou hem ecnc plaats in het bewind te geven.
Bij een gedeelte der europesobe krijgsmagt iu Britscb
Indie heersclite sedert eenigen tijd eene misnoegde en weer
barstige stemming, veroorzaakt door dat zekere geldelijke voor
deden, waarop de soldaten aanspraak meenden te hebben, hun
door de regering onthouden waren sedert de overgang van het
Indische bestuur van de voormalige Oostindische compagnie
op de kroon. Berigten uit Calcutta van den 17 mei zeggen dat
die misnoegdheid gestold is. Overigens behelzen die berigten
niets vau bijzonder belang, zoo veel blijkt uit eeu telegram uit
Aden van den 10 dezer, hetwelk de aankomst aldaar van de
overlandpost meldt.
iD»itscitBaud.
Het ontbreekt niet aan verklaringen, welke aan de mobilisatie
der pruissische legerkorpsen bij voortduring gegeven worden.
Die verklaringen zijn geheel uiteenloopeud en verschillen al
naar male van de landen waar zij hunnen oorsprong vinden en
de partijen waarvan zij afkomstig zijn. Schier overal is men ech
ter overtuigd van de noodzakelijkheid dat Pruissen tusschen
beide trede. De hoofdorganen der pruissische drukpers staan
de meening voor, datderegeriug weldra voorstellen tot regeling
der ilaliaansche aangelegenheden zal doen, maar drukken de
hoop uit, dat zij zich daaromtrent met Engeland zal kunnen ver-
i enigen. Slechts enkele Oostenrijks gezinde dagbladen, waar
onder deOstdeutsche Post en Neue Preuss Zeitung, bespreken
nog altijd als eene wenschelijke zaak dat Pruissen cenen inval
in ïVankrijk onderneme, om op die wijze eene afleiding te geven
en de Oostenrijkers te hulp te komen.
De hamburgsche Börsenlialle meent reeds te weten dat Pruis
sen en Oostenrijk vooraf volkomen over de door eerstgenoemde
mogendheid te doeue voorstellen zijn overeengekomen. Deze
voorstellen zijn welligl ook nu reeds aan deFranschen voorge
legd. Zij bestaan in het volgendeEen congres zal de ilaliaan
sche kwestie beslechten op de meest loyale grondslagen voor
zoo veel Oostenrijk betreft, met gelijktijdige herziening van de
tractalen, door dal rijk gesloten met andere staten van het
schiereiland. De grensscheidingen, zoo als die zijn vastgesteld
bij de tractateu van 1815, zullen beschouwd worden als de
onwankelbare grondvesten van eene schikking. De nu reeds
geschiede aanhechtingen aan Sardinië met Franknjks toestem
ming, zullen niet bekrachtigd worden.
Men kan met voldoende zekerheid aannemen dat deze voor
stellen door het weener kabinet aangenomen en door het parij-
sche verworpen zouden worden. Als men de voorloopige ont
wapening, waarvan natuurlijk thans geen sprake meer kan zijn,
uitzondert, dan komt het voorgestelde vrij wel overeen met het
door Jord Cowlcy opgemaakte; en moge zu ks voor den aanvang
vau den oorlog op goede gronden zijn geschied, na de geleverde
veldslagen, do verwinning van Lombardye, de onlusten in Tos-
kaue, Parma en Modena, do woelingen in de Kerkelijke staten,
en de ongerustheid welke zich zelfs te Venetie openbaart, kan
het niet aannemelijk zijn voor Frankrijk. Dat rijk kan daarvoor
zeer geldige redenen bijbrengen. In de eerste plaats komen
Pruissens voorstellen te laat en had men die aan Oostenrijk
moeten voorleggen vóór datzijne legers het piemontesche grond
gebied betraden. Destijds ware de vrede op die voorwaarden
mogelijk geweest; au is het oostenrijksche bewind reeds gedwon
gen slechts defensief te werk te gaaude feilen zijn reeds ten
nadoele vau dat rijk uitgevallen, zoo dat de grondslagen tot
onderhandeling moeten gewijzigd worden, in het belang zelfs
van het nationaal regl van Italië.
Blijft Pruissen echter, onaangezien zoodanige weigering, er
op aandringen om ook van zijnen kant mede le werken tot rege
ling der ilaliaansche aangelegenheden, ter bescherming van het
europesciic evenwigt, dan kan men met het oog op de antece
denten ook wel aannemen dat het kabinet der Tuilerien zich
daar niet tegen verklaren zal, maar zelfs toestemmen in cle bijeen,
komst van een congres, hetwelk de belangen van Europa zou
regelen bij de toekomstige indeeling der ilaliaansche staten i
maar alleen nadat Oostenrijk geheel uit Italië is verdreven,
hetgeen blijkens de proclamatie van Napoleon III bij de uit
barsting vau den oorlog blijkbaar liet, doel geweest is dat hij
zich voor togen stelde.
Volgens anderen zouden Pruissens voorwaarden h jpp ne-
(ieiko.men: Loml ardijezou aan Piemont gehecht, eu Parma,
JVJodena c;i Toskane aan lutnue vorsten teruggegeven, bene
vens de magt van den paus in de legatieu van de kerkelijke
staten hersteld worden. Venetie zal onafhankelijk verklaard en
eindelijk de meer gemelde vierhoek van vestingen aan de
Mincio bij den duitschen bond getrokken worden, welke alzoo
gelijktijdig door zijne neutraliteit en zijn garnizoen Lombardije
zou beschutten tegen een aanval van Oostenrijk, en Venetie
tegen de veroveringszucht van Sardinië.
Wanneer de voorstellen van Pruissen aldus luiden, zijn ze
ongetwijfeld veel meer in overeenstemming met de reeds voor
gevallene feitenen alzoo aannemelijker voor Frankrijk en Sar
dinië, maar dan komt. het weder zeer waarschijnlijk voor dat
Oostenrijk er niet mede zal instemmen.
De Preussische Zeitung verdedigt weder in een artikel de
handelwijze der regering, gepaard met eeu beroep op de een
heid van Duitschland. Daardoor is eigenlijk niets nieuws aan
den dag gekomen. Pruissen volgt zoo als dat blad zegt een
krachtige politiek, en ieder die onze regering tegenwerkt, be
hoort ts overdenken dat hij een dienst bewijst aan de vijanden
des vaderlands. Wie die vijanden zijn, wordt echter niet opge
geven.
Ten bewijze van den guusligeu indruk welke die mobilisa
tie in Weeuen heeft gemaakt, strekke het volgende artikel uit
de Ost Deutsche Post.
Wij hebben reden om te denken dat in de laatste drie dagen
hel overleg tusschen Pruissen en Oostenrijk eene wending heeft
genomen van uiterst bemoedigenden aard, voor een ieder wien
Duilschlands eer en magt ter harte gaan. Wij gelooven dat
binnen kort al de troepen van het duitsciie bondsleger in volle
beweging zullen zijn, en dat eene vereeniging van 500,000 duit
sciie soldaten, door ééne gedachte bezield en door ééne drijf
veer bewogen, aan de wereld zal toornen dat Duitschland zijne
eer en zijne toekomst, zijne regtstreeksche en zijdelingsche
belangen krachtig wil verdedigen.
De linie van den Mincio is een gewigtig bolwerk voor Zuid-
Duitschland, eu Pruissen is tot de overtuiging gekomen dat het
zoodra die linie door de Franschen bedreigd wordt, als duitsciie
mogendheid en uit wijze zucht tot zelfbehoud, verpligt is
krachtdadig tusschen beide te treden. Zoo Oostenrijk thans
aan den Mincio moest onderdoen, zoo Verona en Mantua in de
magt van Sardinië, dat is in de daad in de magt van Frankrijk
kwamen, zou een veldtogt aan den Rijn voor de Franschen in
het volgende jaar oneindig veel gemakkelijker z iju."
De duitsciie bladen geven een berigt uit Wilna, volgens
hetwelk thans stellig het bevel totzarfientrekken van drie rus-
sische legercorpsen gegeven en de daarbij beliooreude reser
vemanschap opgeroepen is. Ook bij liet russische gardecorps
zouden volgens dat berigt alle maatregelen genomen zijn, om
het elk oogenblik marschvaardig te houden.
Aan hel Premdenblatt werd den 8sten dezer uit Mantua
in eeue oosteurijkschecorrespondentie het volgende gemeld:
/'Nergens hebben wij bij de bevolking zulk een revolutionnai-
ren geest en ten onzen aanzien zulk eene vijandige gezindheid
aangetroffen, als te Cremona. Ofschoon wij er des morgens ten
vier ure aankwamen, stond er buiten de poort reeds eeue nieuws
gierige volksmenigte, die ons met eene verregaande minachting
en beleedigende onbeschaamdheid aanzag. Op het oogenblik
dat wij de poort waren binnengekomen, zagen wij ons omringd
door een volkshoop, die blijkbaar voornemens was om ons be-
leedigingen aan te doen, en zonder de tegenwoordigheid onzer
troepen zou dit ook waarschijnlijk gebeurd zijn. Wij waren
blijde toen wij de stad eindelijk achter ons hadden."
Uit Lodi schrijft men aan liet zelfde blad "Twee fransche
gevangenen, die wij bijous hadden, hebben wij als Oostenrij
kers verkleed wij deden dit, om dergelijke tooneelen te ver
mijden als te Milaan zijn voorgevallen, alwaar men pogingen
heeft aangewend om de fransche gevangenen, die door onze
troepen werden medegevoerd, le bevrijden."
Naar men te VVeenen heeft vernomen,hebben de nederlagen,
welke het oostenrijksche leger heeft geleden, aanleiding gege
ven tot zwaar beklag onder de lot den grooten staf behoorende
hoofdofficieren. De generaals Ciam-Gallasen von Lichtenstein
moeten verlangen om zich voor een krijgsraad te verantwoor
den, ten aanzien van de beschuldiging van den generaal Üiulay,
dat zij zonder last zijn teruggetrokken, waardoor de slag van
Magenta is verloren. Verder verneemt men dat de kolonel
Kuhn, de chef van den staf van den generaal üiulay, eene
memorie aan den keizer heeft gezonden, waarin hij aantoont in
welke omstandigheden do genoemde veldheer is afgeweken van
het plan hetwelk bij had behooren te volgen. Uil die memorie
zou blijken dat de verliezen van het oostenrijksche leger alleen
hel gevolg zijn geweest van de stijfhoofdigheid of de onbe
kwaamheid vau den generaal üiulay. De kolonel Kuhn en de
generaal Benedcck moeten zich het verlies van den slag van
Magenta zoo sterk hebben aangetrokken, dat hun hoofdhaar
binnen weinige dagen geheel wil is geworden.
Bc;'jn 20 jnnij. De verorderingen voor hel mobiliseren van
de zes pruissische legerkorpsen zijn uitgevaardigd. Voor alle
zijn de bedoelde verordeningen niet eensluidende, vermits
b. v. voor het 5ae of posensche korps, de geheele landweer
is opgeroepen, en bij de overige de oproeping bij den eersten
ban is bepaald gebleven. Den eersten julij zal de alzoo mobiel
verklaarde krijgsmagt marschvaardig zijn, en mogten de om
standigheden nog van een meer ernstigen aard wordendan zal
ook het mobiliseren van de drie andere korpsen gewis volgen.
Men zegt dat de zes korpsen in de nabijheid van Creutznach,
Koblentz en Erfurt zullen worden bijeengetrokken zoodra de
landweer hare kleeding zal hebben erlangd.
Van de bondstroepen zal het 7de korps, het beijersche tus-
schen Vorchheim en Neurenberg bijeenkomen; het 8ste bij
Ulm het, 9de bij Manheim.
De pruissische gezanten bij de hoven van Parijs en van Lon
den en bij de duitsche bondsvergadering bevinden zich nog in
deze residentie, doch zullen zich, naar men verzekert binnen
kort naar de plaatsen hunner bestemming begeven.
SBeSgie.
De koning, vergezeld van den graaf van Vlaanderen en ge
volg is den 22 dezer van Ostende naar Dover vertrokken met
het koninklijk belgiscbstoomschip Emeraude.
■frankrijk.
Parijs 2.1 junij. De Moniteur deelt mede, dat een centraal
comité gevormd is tot inzameling van bijdragen ter ondersteu
ning van de gewonde manschappen van het italiaansche leger.
De keizerin, prinses Clotilde, prinses Mathilde, de hertoginnen
van Malakoff en Magenta en de aartsbisschop van Parijs maken
deel uit van dit comité.
Ouder de fransche hoofdofficieren in Italië schijnt groote
oneenigheid tèlieerschen. De maarschalk Baraguay d'Hillier9
is ijverzuchtig op deu maarschalk Mac Mahou, die veel jonger
en veel gelukkiger is dun hij. Te Marignauo stond Mac-Mahon
ouder de bevelen vau Baraguay d'Hilliers, die bij de uitvaardi
ging zijner bevelen een zeer kwaden luim aan deu dag iegde.
Men zegt dat hij naar Frankrijk terugkeeren en aldaar een
bevelhebberschap of een titel ontvangen zal, om de ongenade
waarin hij gevallen is te bemantelen.
Men verwacht dat de Moniteur morgen de voel besproken
nota behelzen zal, die tot de verklaring der pruissische mobili-
sering strekken moet, alsmede opgaven wegens de zamenstel-
ling van het oostelijk leger, onder de bevelen van den maarschalk
Pélissier, de openbaarmaking van welke organisatie liet ant
woord op die mobilisering zijn moet.
De fransche bladen maken gewag van een groote bedrij
vigheid te Cherbourg.
De orleanislische pari ij, die sedert het begin des oorlogs
hoegenaamd niets van zich had laten hooren, begint weer tee-
kenen van leven te geven. In alle salons van die kleur is de
naam vau den hertog van Chartres op aller lippen. Men maakt
hem daar tot een held, met wien vergeleken Garibaldi een jon
gen is. Eu te midden van al die overdreven loftuitingen hoort
men steeds herhalen die afstammelingen van Orleans, zij zijn
toch Franschen in hun hartAls men dat zoo hoort, zou men
wanen, dat die menschen, welke zoo sprekeu, den troon van
Frankrijk al ledig zagen en er den zoo zeer gevierden prins op
wilden plaatsen.
De le Toulon vereenigde flotille fransche kanouneerboo-
teu is deu 20 dezer in zee gestoken. Andere in die haven lig
gende oorlogschepen zouden over een paar dagen volgeu. Men
vermoedt dat Ancona het punt is, alwaar die schepen zich
zullen vereenigen. Bovendien zal het eiland Lissa bij Dalmalie
worden bezet en zullen de operatien in de Adriatisclie zee van
daar bestuurd worden.
Ten opzigte der reeds door den telegraaf medegedeelde
staking van de werkzaamheden aan het kanaal van Suez, deelt
L'univers eenige bijzonderheden mede,volgens welke Saidpacha
eigenlijk geeu ander doel heeft dan onder het masker van fraaije
woorden, de pogingen van deu heer Lesseps geheel te verijdelen
en alzoo de overeenkomst te volvoeren welke men wil dat hij
ouderhands met Engeland gesloten heeft, om de zaak op de
lange baan te schuiven.
Sedert lang gaat de onderkoning namelijk rond met een
ijverzuchtig plan. Hij wenscht verandering le brengen in den
firman van 1841, waarbij de erfelijkheid der regering in de
familie van Mehcmet-Aii-pacha, aan welker hoofd hij staat, ver
zekerd is bij regt van eerstgeboorte, niet in regten lijn, maar in
de zijdiiuie, volgens tradilionneie gewoonte iu bet rijk. Uit
kracht van dien firman heeft Abbas-pacha zijnen oom Ibrahim-
pacha, en Said-pacha zelf zijnen neef Abbas opgevolgd.
Nu zou de onderkoning gaarne de regering willen zien over
gaan op zijnen zoon Fossoun eu diens afstammelingen in reg-
ten lijn, met uitsluiting der zijdlinie in zijne familie. Engeland
moet dit verlangen een gunstig oor geleend en beloofd hebben
hem behulpzaam te zijn in cle verwezenlijking van zijne hoop,
door zijne belangen voor te staan bij de porte, doch op voor-