MIDDELRURGSCHE
r 74.
Dingsdag
1859.
COURANT.
21 Junij.
fötnnciUanbsd]f tijöimjfit.
Deze courant verschijnt des dingsdagsdonderdags en zaturdags. Binnen deze gemeente en Vlissin-
gen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure.
De abonnementsprijs per drie maanden is f 3, franco per post f 3,40.
De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens, op den dag der uitgave.
De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regelvan huwelijks, geboorte of doodbekendraa*
kingen enz., van één tot zes regels 1,50, voor eiken regel daarboven 22 cent.
Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen.
Voor elke plaatsing moet 35 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant.
Editie van maandas avond 8 ure.
middelburg 30 junij.
Vervolg en slot van het overzigt van het Verslag over den
toestand dezer gemeente in 1858.
Aangaande de fabrieken is het volgeude berigt
De stoom- en windoliemolens, sedert het vorig jaar met een
vermeerderd, werkten geregeld door en leveren een goed fa-
briekaat.
De vijf in de nabijheid dezer gemeente gelegen en aan eene
alhier gevestigde sociëteit toebehooreude houtzaagmolens, had
den druk werk. Behalve de personen, hieraan de bergplaatsen
en voor de aflevering werkzaam, zijn er aan de molens 30 werk -
lieden in dienst.
Aan de in 1857 opgerigte stoom-rijst pellerij en meelfabriek
zijn in den loop van liet jaar aanzienlijke verbeteringen gebragt,
waardoor het vooruitzigt bestaat, dat deze in het vervolg meer
geregeld zal kunnen doorwerken. Zij ontving uit zee eene la
ding rijst om voor buitenlandsche rekening te pellen, hetgeen
met audere orders 11000 balen bedroeg, terwijl zij bovendien
voor eigen rekening 24000 dito pelde, welke zoo binnen 's lands
als naar Duitschland voldoenden aftrek vonden, daar de goede
bewerking zeer de aandacht schijnt te trekkeu.
Bet meel werd van den aanvang af tot goeden prijs voor
beestenvoeder verkocht.
Door de invoering eener gemeentebelasting op het gemaal
zal zich deze onderneming waarschijnlijk uitsluitend bepalen
tot het pellen van rijst.
De bierbrouwerijen, waarvan in het vorig verslag eene gun
stige vermelding werd gemaakt, houder, haren verkregen roem
staande, leveren steeds verbeterd fabriekaat en krijgen meer
aftrek.
In de alhier bestaande azijnfabriek wordt zoowel rozijnazijn
als snelazijn vervaardigd. Het debiet beperkt zich hoofdzake
lijk tot de provincie.
De zoutziederij de Hoop raffineert gemiddeldjaarlijks 200,000
ned. ponden en levert, bij haren beperkten omvang geene on
gunstige resultaten op.
Ook dechocolaadfabrieken werkten geregeld door.
Het verbruik van gas neemt allengskens loe, hetgeen na
tuurlijk ook die fabriek op een beter standpunt brengt. Dit
schijnt echter geeneu merkbaren invloed uit te oefenen op den
handel in camphine.
De garancinefabriek heeft van grootendeels in Zeeland ge
teelde meekrap 300,000 ned. ponden garancine vervaardigd en
afgeleverd.
De meestoof werkte in het saizoen geregeld door, zoo met
het bereiden van eene kleine partij groene meede, als hoofdza
kelijk met het stampen van de racine.
Bij de ijzergieterij neemt bet werk toe; de fabriek zal niet al
leen in omvang, maar ook in betrekking tot hare verrigtingen
zich belangrijk uitbreiden. Reeds heeft de aanbesteding plaats
gehad voor een op grootere schaal in terigten gebouw, hetwelk
zal voorzien worden van eene stoommachine tot liet in werking
brengen der draaibanken en andere werktuigen, terwijl het
voornemen bestaat, er eene metaalgietery aan te verbinden.
De op het einde van 1857 waargenomen meerdere bedrijvig
heid in de calicot-weverij bleef gelukkig in het afgeloopen jaar
voortduren. Het getal personen, aldaar werkzaam, bedroeg 80.
De eenige hier nog aanwezige leerlooijerij heeft 30 looikuipen
in gebruik. Hoewel het fabriekaat eenengeregelden aftrek beeft
genoten, was 1858, ten gevolge der handelscrisis van het vorig
jaar, en de daardoor veroorzaakte daling der grondstoffen, voor
die fabriek ongunstig.
Het fabriekaat der patent-touwslagerij blijft door de ver
bruikers zeer geroemd. Een vijf en twintigtal personen vonden
er geregeld werk, zelfs ondanks de achteruitgang der scheep
vaart, betgeen op dezen tak van nijverheid noodzakelijk in
vloed moest uitoefenen.
De alhier bestaande sigarenfabriek wordt op eene meer uitge
breide schaal voortgezet. De aanbouw van eene grootere werk-
inrigting en een bijna verdubbeld aldaar werkzaam personeel,
getuigen van haren vooruitgang, hetgeen zeer waarschijnlijk
aan het goed fabriekaat moet worden toegeschreven.
De toestand van het fabriekwezen en andere industriële in-
rigtingen is in verband met de tijdsomstandigheden, minder
ongunstig dan vorige jaren, dauk zij der volharding van eenige
gegoede ingezetenen, om dien zooveel mogelijk te bevorderen,
en in stand te houden wat van dien aard alhier nog bestaat.
De toestand van den handel in het algemeen was niet gunstig.
De eenige koffijveiling, welke alhier nog jaarlijks plaats vond,
is, bij wijze van proefneming, naar Amsterdam en Rotterdam
verlegd, tot groote schade van den handel in deze gemeente.
De door de kamer van koophandel en fabrieken aangeweude
pogingen, dat de veilingen der nederlandsche handelmaatschap
pij voortaan, even als vroeger, ook te Middelburg zullen gehou
den worden en dat de voor 1858 vastgestelde maatregel niet
worde bestendigd, maar integendeel ile eenige veiling van velen
die deze stad nog mogt behouden, haar ook voor het vervolg
worde gelaten, werden door den gemeenteraad krachtdadig on
dersteund bij een adres aan zijne exc. den minister van koloniën
dato 25 augustus.
Bij het einde van het jaar was daarop alsuog geen antwoord
ingekomen.
Door 11 schepen werden hier koloniale waren (o. a. 3,45G,57S
ponden kolfij en 4,316,536 ponden ruwe suiker) aangevoerd en
door 28 schepen steenkolen uit Eugeland.
De Nederlandsche handelmaatschappij bevrachtte 8 schepen
voor eene retourlading van Java op Middelburg.
De graanhandel met Belgie was minder belangrijk en bepaalde
zich grootendeels tot het buitenland.
Voornamelijk op den scheepsbouw deden zich ook de gevol
gen van den handelcrisis gevoelen. Bij de Commercie compag
nie werd het getal werklieden op 40 verminderd.
Op de werf de Volharding werkte bij afwisseling een perso
neel van 30 a 40 werklieden, zoo aan de aftimmering van het
barkschip, Regina Maris, als aan het nieuw op stapel gezet
zeeschip: de Burgemeester van Middelburg, metende 400
lasten, en aan een voor de marine gebouwd vaartuig bestemd
voor hydrographische opnemingen.
Destoomsleepdienst op de Ooster- en Wester Schelde bleef
aan hare bestemming beantwoorden. Behalve de vroeger onder
den naam van Prinses Marianne bekende stoomboot bezit zij
thans twee nieuwe in Engeland vervaardigde ijzeren sleep-
booten.
Het getal der binnnengekomen rivierschepen bedroeg in het
afgeloopen jaar 1323, waarvan 25 onder belgische, de overigen
onder nederlandsche vlag.
Door de commissie tot het examineren van varenslieden ter
koopvaardij werden 3 personen met gunstig gevolg geëxami
neerd.
Van den rijkstelegraaf wordt een toenemend gebruik gemaakt.
De verordeningen op de maten en gewigten worden behoor
lijk nageleefd.
In de middelen van vervoer is geene belangrijke verandering
gekomen.
De gemiddelde prijzen van bakgraan over het geheele jaar
beliepen voor tarwe f 8,59 en voor rogge f 6,15.
Met te nietdoening van het beroep, is het vonnis van den
eersten regter volkomen bevestigd.
Het is te verwachten dat men zich namens de veroordeelde
confrérie, van dit arrest in cassatie zal voorzien.
Door het provinciaal geregtshof in Zeeland is heden uitspraak
gedaan in het hooger beroep, ingesteld door mr. G. N. de Stop
pelaar, beleder-thesaurier der confrérie van St. Sebastiaan,
togen een vonnis der reglbank alhier van 4 maart jl., waarbij hij
is schuldig verklaard aan het door onnaauwkeurige of onvolle
dige opgaaf niet voldoen aan de verpligtingen ten aanzien van
het regt van patent. ("Zie het no. dezer courant van 5 maart jl.)
De eerste kamer der staten generaal heeft in hare zitting van
heden aangenomen: 1. het wetsontwerp voor de zamenblijving
der miliciens van de ligtingeu 1856 en 1857 met 31 tegen 3
stemmen 2. het wetsontwerp betrekkelijk het limburgsche
bondscoutingent met 30 tegen 4 stemmen.
f Zaturdag namiddag is te Vlissingen door de gemeente
ambtenaren aangehaald een gesiagt kalf, hetwelk op een wa
gen onder eenige bossen slroo werd ingevoerd door zekeren
Borstelaardie verklaard had geene goederen aan belasting
onderworpen bij zich te hebben. Bij nader onderzoek van de
ambtenaren kwam het corpus delicti echter voor den dag. Het
vleesch is heden middag om 1 ure in het openbaar verkocht ge
worden.
Tot veldwachter van Ovezand en Driewegen is benoemd A.
Erasmus, thans rijksveldwachter ie Heinkenszand.
In den namiddag van jl. woensdag is nabij Zonnemaire een 8
jarige jongen bij liet baden plotseling in de diepte verdwenen.
Een uur later, toen door zijne makkers op het dorp itigeroepene
hulp verscheen, mogt men slechts zijn lijk opvisschen.
Aan den Moniteur de la flotte wordt uit Lissabon geschreven:
In deze haven heeft een betreurenswaardig voorval plaats
gehad aan boord van het nederlandsch schip Alcor. Dit schip
kwam van Rotterdam met ruim 100 soldaten voor het indiscbe
leger aan boord. Deze soldaten waren Eranschen, Belgen,
Duitschers en Hollanders. Het schip was lek en kwam te Lis
sabon om te repareren.
Op het oogenblik dat verscheidene der soldaten aten, beval
de kapitein hun op te staan om te gaan pompen of eenige andere
dienst te verrigten de soldaten antwoordden echter dat zij,
zich thans in de haven bevindende, niet verpligt waren de van
hen verlangde dienst te verrigten. Het geschil werd heviger,
de kapitein riep deHollanders te hulp, en alsloen ontstond een
betreurenswaardig conflict. Een Eranschman werd door een
schot gedood, terwijl vier of vijf anderen min of meer zwaar ge
kwetst werden. Eenige der strijdenden sprongen in het water
om zoo doende te ontvlugten.
Het schip lag voor La Jonquière ten anker; de twist werd
gehoord en de dienstdoende officier aan boord van de brik Sen-
lioradel Pilar liet als maatregel van voorzorg een sloep met
gewapenden in gereedheid brengen. Kort daarna hoorde men
geweerschoten, aan boord van de Alcor lossen, welk schip de
noodvlag heesch.
De portugesche officier vroeg alsnu of hij hulp kon verlee-
nen, waarop de kapitein van de Alcor hem verzocht dertien
manschappen te laleu halen, die tegen hem in opstand waren
gekomen en die hij reeds gebonden had. Men zegt dat twee of
drie van hen, die in het water zijn gesprongen, verdronken zijn
Men leest in de Arnhemsche courant
Men spreekt in deze dagen veel over de mislukte expeditie
naar Boni. Wel waren de dagbladen eerst gevuld met verslagen
van de roemrijke overwinningen door onze wapenen behaald,
doch allengs is die roem verminderd, door de verzekering dat
alles in Boni het zelfde was gebleven, en dat noch onze troepen
noch onzer vlag eere werd bewezen, terwijl onze Iroepen door
vele kwaadaardige ziekten aangetast, ontzagchelijk leden en
verminderden. Deze laatste berigteu brengen zoo wel onze
regering als vele particulieren in angst. Het is daarom noodig
dat men met de ware4oedragt der zaken bekend worde.
De Utrecjilsche courant laat daarop volgen:
Van eenp wel onderrigte zijde zijn wij in slaat gesteld te vcr-
I melden, dat het aanvankelijke gerucht, alsof er 12 (volgens