ömtcnlanDsclit' tiiïrinam.
sclie zee. De minis! er heeft zich overigens beroepen op de woor
den van lord Derby, hoofd van het britsche bewind, dat er vrees
voor algemeenen oorlog beslaat. En wat nu ook de toekomst
moge opleveren, zeker is het dat men op alle onvoorziene ge
beurtenissen moet bereid zijn; dat men een eenigzius geoefend
leger hebben moet, zoo dat de oproeping van twee ligtingen
niet te veel is, en hier geldt de toepassing der spreuk«Helpt u
zeiven en God zal u helpen." Men mag het verwijt niet beloo-
pen, dat men later welhgt te laat met voorzieniugenzou komen,
en dan met der daad ydele opofferingen van goed en bloed zou
willen brengen.
De minister van oorlog zegt dat de regering niet kati toege
ven dat, hetgeen zij vraagt, te beschouwen zóu zijn als eene
schrede tot wapening of oorlogstoestand. Hiertoe zou veel
meer moeten gedaan worden. Hij moet ook tegenspreken het
verwijt, in het eindverslag voorkomende, alsof er geene vaste
gedachte of stelsel bij de regering bestaat. De minister beant
woordt verder de punten in het eindverslag vermeld, en wel in
de eerste plaats dat betreffende //de schutterij." Hoe gaarne de
regering zoude wenschen dat de schutterij ecnige maanden
geoefend wierd, zoo is het niet uitgemaakt of dat wel ooit in
vredestijd, althans wat de rustende schutterijen betreft, zal
kunnen geiukken. De minister beantwoordt vervolgens de aan -
jnerkingen van het eindverslag op de ouderdeelen, en zegt ten
slotte dal, hoezee!' de regeriug erkentelijk is voor de wenk, aan
liet slot van bedoeld versiag gegeven, zij door het opvolgen
daarvan zou bewijzen dat zij door //geen" vast beginsel geleid
wierd. De tegenwoordige voorstellen zijn niet voorgedragen
dan 11a rijp beraad en met het oog op de belangen des vaderlands,
die anders in de waagschaal zouden kunnen worden gesteld en
opdat, als eenmaal het //te laat" zou weerklinken, dit niet tegen
de regering zal kunnen worden gekeerd.
Van de leden die daarna het woord gevoerd hebben heeft de
heer Kien zich voor de voovdragt verklaard, met de erkentenis
dat hij de toekomst zeer duister inziet en bij de heersohende
ongerustheid niet verlangt dat ons land geheel lijdelijk toe
schouwer blij ve.
Een viertal andere leden verklaarde zich mede voor het ont
werp en drie verdere sprekers daar tegen.
Engeland.
Londen 6 juni}. Het. is nu zeker dat eronder de verschillende
deelen der liberale partij alhier eene, althans voorloopige, aan
eensluiting lot stand gekomen is, welke voor het bestaan van
het ministerie Derhy zeer dreigend wordt, en het bij de mor
gen aanvangende discussie over liet antwoordadres welligt
ten val zou kunnen brengen. The globe, het hoofdorgaan van
de whigpartij, zegt //Op aanstaanden maandag zal alhier, in
een voor particuliere bijeenkomsten bestemd locaal, eene ver
gadering van de liberale partij worden gehouden, ten gevolge
ecner oproeping welke door de voornaamste vertegenwoordi
gers van alle ouderdeelen der oppositiepartij onderteekend is.
Aan alle kanten wordt liet zeer wenschelijk geacht, dat ons j
land dadelijk wete, door wien en naar welke beginselen het
bestuur zal worden gevoerd, en dat de door het gouvernement
gestelde vraag, door eene verklaring van het huis der gemeenten
eene praktische beslissing erlange. Bezitten de ministers wer
kelijk het vertrouwen der vertegenwoordiging in zulk eene
mate, als hunne voorstanders beweren, clan zal de onverwijlde
en onmiskenbare slaving van dit feit hun kracht bijzetten en de
leiding der openbare aangelegenheden gemakkelijker maken.
Indien zij, aan den anderen kant, in hel huis zoo wel als bij de
groote massa van het publiek in de minderheid zijn, dan is het,
naar men meent, niet anders dan behoorlijk en billijk, dat zij
worden ontheven van eene verantwoordelijkheid, welke voor
zeker voor een bewind, hetwelk niet door het parlement onder
steund wordt, te zwaar is.
«Deze vraag zal iu de bijeenkomst van aanstaanden maan
dag behandeld moeten worden. Wij geiooven dat er niet liet
minste verschil van gevoelen onder de leiders der liberale partij
bestaat omtrentden weg, dien zij met het oog op 's lands belang
en op den staat der partij, welke van hen leiding verwacht, be-
hooren te volgen. Wij hoopen en vertrouwen dat wij even veel
eenstemmigheid onder de groole massa van de liberalen zullen
zien. Hoogst waarschijnlijk zal het vraagstuk dadelijk worden
te berde gebragt. in den vorm van een besluit, hetwelk door den
markies van Hartington zal worden voorgesteld, en door eenen
vertegenwoordiger van den handelstand, die zoo groot belang
bij de kracht cn duurzaamheid des bewinds heeft, bij voorbeeld
door den heer Morton Peto, zal worden ondersteund."
Van regeriugswege is de volgende telegram bekend ge
maakt, ontleend aan de le Suez aaugebragte tijdingen uit Bom
bay van 11 meiOnze troepen op de grenzen van Oude bevech-
len en verslrooijen bij voortduring kleine benden der opstande
lingen. Vele van deze laatsten hebben zich overgegeven. De
laatste brigade van hei leger, hetwelk in Midden-Indie te velde
was en Tantia Topee zoo lang vervolgd heeft dat men hem ien-
delijk meester is geworden, is nu ook onthouden en heeft kan
tonnementen betrokken. De steden Neeraow en Nuggur, als
mede het dorp Kaswa, allen gelegen in het district Nuggur-
Parkur, zijn tusschen 1 en 4 mei door britsche troepen bezet,
pe Rana van Nuggur is met zijne volgelingen naar het nabu
rige Kalinwurgebergte gevlugt, hetwelk door eene britsche
krijgsmagt is ingesloten."
Londen 7 junij. In de troonrede, heden door H. M. bij de ope.
ning van het parlement uitgesproken, komt het volgende voor
De bemoeijingen door mij aangewend om den vrede van
Europa te bewaren mislukten, helaasen de oorlog brak onge
lukkigerwijs uit tusschen Frankrijk en Sardinië aan de eene, en
Oostenrijk aan de andere zijde.
//Nadat ik de vriendschappelijksie verzekeringen van de beide
strijdende par t ijen ontvangen had, besloot ik er naar te streven
om tegenover de oorlogvoerenden eene strenge en onpartijdige
onzijdigheid in acht te nemen; onder Gods bijstand hoop ik
daardoor aan mijn volk den zegen van eenen onafgebroken
vrede te verzekeren.
«Met het oog evenwel op den tegenwoordigeu stand van za
ken in Europa, heb ik het tot beveiliging van mijn rijk en in
verband tot de eer mijner kroon noodig geacht, de maritime
strijdkrachten van Engeland tot eene hoogte op te voeren, die
niet door het parlement is goedgekeurd. Vol vertrouwen zie ik
echter uwe hartelijke medewerking te gemoet, overal waar het
geldenzaldezen maatregel van voorzorg, die door eene defen
sive politiek werd voorgeschreven, te bekrachtigen."
Overigens meldt de troonrede dat de betrekkingen met alle
andere buitenlandsche hoven op voldoenden voet staan, zonder
dat inzonderheid gewag gemaakt wordt van het bondgenoot
schap melErankrijk.
Verscheidene wetsontwerpen zijn toegezegd.
Ouitscltland.
Volgens berigt uit Beriijnzijn aldaar eene groote menigte
fabriekarbeiders en wevers, doordien vele fabrieken ten gevolge
der politieke omstandigheden stilstaan, van hunne kostwinning
beroofd, en begint zich onder deze lieden zekere onrust te open
baren. Den 1 dezer hebben verscheiden honderden van hen zich
buiten de stad vereenigd en zijn vervolgens in optogt de poort
binnengetrokken naar het raadhuis, het paleis van den prins
regent en eindelijk naar het gebouw van het staatsministerie,
met luider stem om werk roepende. Ten laatste werd de hoop
door policie-mauschappen verstrooid,en een twaalftal der aan
voerders wegens het maken van straatgerucht in hechtenis
genomen. Bijzondere buitensporigheden zijn niet gepleegd
geworden intusschen zijn maatregeleu genomen om de herha
ling van zulke voorvallen te voorkomen.
Aan eene beschouwing der.hjkende redenering van The
times over de hevige artikelen van sommige zuid-duitsche dag
bladen, hecht dc Köllnischc Zeitung de verblijdende opmerking
dat men in vele oorden van Duitschland reeds tot meer kalme
bezinuiug komt.en hoe de zienswijze schijnt te zullen zegepralen
der zulken die de gevaren welke Duitschland bedreigen cveu min
overdrijven als miskennen. De Engelschen, voegt het blad er
bij, mogen er zich echter niet te veel op verheffen dat zij de zaken
van den beginne af beter hebben ingezien. Zij zijn toch weidoor
geene oorlogskoorts, maar nogtans door die der vrees voor
eene landing aangetast geweest, welke dit goede geyoig gehad
heeft dat zij beter dan vroeger voor de verdediging des lands
gezorgd hebben.
VranUrijli.
Iu Le courrier du dimanche komt eene correspondentie uit
Berlijn voor, waarin melding gemaakt wordt van geheimzinnige
onderhandelingen tusschen de hoven van Engeland en Pruissen,
die het namelijk eens zouden geworden zijn omtrent de navol
gende punien, welke ten grondslag zonden kunnen gelegd wor
den aan een congres, bijeeu le roepeu zoodra eene groote over
winning behaald of de Eranschen in Milaan binnengetrokken
zouden zijn, welk feit allereerst door Europa zou moeten wor
den aangenomen als basis van den vrede2. moet zoodanig
feit, gevoegd bij de reeds voorgevallene of nog tc volgen demon
stration der Italianen, aangenomen worden als een overtuigend
bewijs van de blijkbare afkeuring, niet alleen der in de laatste
jaren door het Weener kabinet in Italië gevolgde staatkunde
maar ook van het grondbezit in het lombardisch-venetiaansche
rijk door het huis van Habsburg-Lotharingen; 3. zou op grond
van bet bovenstaande een wapenstilstand voorgesteld worden,
opdat een congres kou bijeen komen; 4, wordt de uitbreiding
van het sardinische grondgebied, zoo uit een strategisch als
politiek oogpunt noodig geacht, en daarom wensebt men de
hertogdommen Parma en Modena met Piaceuza bij Sardinië iu
te lijven; 5. zou men trachten hertog Robert, zoon der hertogin
van Parma, op den troon van Toskane te plaatsen; 6. zou het
iombardisch-venetiaansch koningrijk voortaan een afzonder
lijken staat uitmaken, onder regering vau den aartshertog Fer
dinand Masimiliaau en zijne nakomelingschap, of wel (men is
het hieromtrent nog niet eens) van den prins van Leuchlcnbcrg.
Ten slotte behouden de paus en de koning van Napels hunne
tegenwoordige staten, doch hunne staatsinstellingen zuilen de
noodige politieke cn administratieve hervormingen endergaan.
liet heeft zich thans bevestigd dat de keizerlyke regering
in overeenstemming met Engeland heeft besloten de diploma
tieke betrekkingen met Napels weder aan te knoopen. De
baron Brenier is lot haren gezant, benoemd.
De heer Emile de Girardiu is op dit oogenblik ijverig be
zig met de correctie der drukproeven eenor nieuwe brochure,
getiteld La paix. Naar men wil, heeft hij in dit. geschrift de
grondslagen uiteengezet, op welke hij vermeent dat de vrede
rusten moet.
Men verzekert, dat de zending van sir Mozes Monte-
liorc te Rome is mislukt. Hij is by den paus niet toegelaten.
Hij is getuige geweest van het verdriet vau den jongen Mor-
tara,dien hij met zijue moeder had bezocht, en van de pogingen
door het kind aangewend, om haar te volgen, aan wie men hem
heeft ontrukt. De britsche gezant te Home had de pogingen
van sir Mozes ondersteund, maar kon die even min doen slagen.
Van den eenen kardinaal tot den anderen gezonden, had hij
niet anders verkregen, dan de belofte van mgr. Anlonelli, dat
hij voortaan soortgelijke voorvallen zou trachten te voorkomen,
maar ten aanzien van Mortara handhaafde hij het fait accompli.
Hij zou echter daarbij hebben gevoegd, dat door dc wending
welke de zaken van Italic nemen, de zaak van Mortara welligt
nog eenige wijziging zou kunnen ondergaan.
Onlangs van Gibraltar gekomen personen zeggen, dat
buitengewone maatregelen genomen worden om de vesting
werken der plaats te versterken.
Te Parijs is men ijverig bezigde miliciens,die onlangs on
der de wapenen geroepen zijn, te oefenen, zoo dat men er
weldra de plaats der naar Italië vertrokken troepen door een
nieuw leger, vol kracht en krijgstucht zal zien ingenomen.
Men verzekert dat te Brest vier nieuwe linieschepen
worden gewapeud, en dat in bet algemeen al de nieuwe oorlogs
vaartuigen, zoodra zij op 's lands werven afgebouwd zijn,
dadelijk worden uitgerust om werkelijke dienst te kunnen doen.
De heer Horace Vernet is naar Italië vertrokken. Hem is
de taak opgedragen, om voor het museum van Versailles den
veldslag bij Montebello te schilderen. Om het bekoorlijke land
schap le schetsen, te midden waarvan dit gevecht geleverd
werd, zal hij dit eerst in oogenschouw gaan nemen.
Italië.
De storing, welke van tijd tot tijd in de laatste dagen op de
lijn van den rijks telegraaf werd ondervonden, heeft ten gevolge
gehad dat wij iu ons vorig no. het belangrijk berigt van den
opstand van Milaan en liet in bezit nemen dier stad door de
geallieerden niet meer konden opnemen en eerst dingsdag mor
gen aan degeabonneerden op ons bulletin hebben kunnen medc-
decien. Dit berigt is maandag in Parijs bekend geworden door
eene depeche des keizers aau Tl. M. de keizerin regentes, dien
morgen ten 8 ure afgezonden uit het hoofdkwartier en 's namid
dags ter beurze aangeplakt.
De Oostenrijkers moeten zondag av oud de stad en het kasteel
verlaten hebben, terwijl zij in hunne overhaaste vlugt de kanon
nen en de legerkas hebben achtergelaten, ten gevolge waarvan
den Eranschen een aautal gevangenen en 12000 geweren zijn
in handen gevallen.
Een wapenfeit, waardoor die opstand vermoedelijk voorbe
reid of althans verhaast is, was des zaturdags voorgevallen op
den regteroever der Tessino [zoo als wij nog in de tweede editie
van ons vorig no. hebben medegedeeld.] Het fransch-savdini-
sche leger is dien dag bij Buffalora,meer dan 100,000 man sterk,
over die rivier getrokken, en te Magenta, 7 uren ten noordwes
ten van Pavia hebben de Oostenrijkers getracht om de verbon
dene legers te stuiten. Dit dorp is echter door generaal Mac
Mahon genomen en zulks schijnt de overwinning aan de zijde
der geallieerden verzekerd te hebben, doch niet voor dat er te
Magenta een strijd geleverd is, die, wat den omvang en het
moorddadige betreft, alle tot hiertoe plaats gehad hebbende
gevechten verre achter zich laat.
De uitmuntende manoeuvre van generaal Mac Mahon moet
het oostenrijksche leger letterlijk in tweeen gescheiden hebben.
De vijand, die zich toen tusschen het legerkorps van dien gene
raal en de overige fransch- sardinische troepen bevond, is in de
pau gehakt of gevangen genomen, en dit verklaart het groote
verlies door de Oostenrijkers geleden, hetwelk men op niet min
der dan 20,000 dooden en gekwetsten en 7000 gevangenen
schat. Degeallieerdeu verloren 3000 man aan dooden en gekwet
sten en een kanon, terwijl zij 36 kanonnen en 2 vlaggen buit
maakten. Onder de doodeu telt men de generaals Espinassc
(voormalig minister van biauenlandsche zaken) en Clerc. De
nationale garde heeft gedurende twee uren alleen het terrein
verdedigd tegen de Oostenrijkers.
Zij moet vooral veel geleden hebben, en men zegt zelfs dat
haar aanvoerder, de generaal Reguault Saint Jean d'Angcly
gewond is.
De Moniteur behelst reeds de besluiten waarbij de gene
raals Mac Mahon eu Iiegnault Saint Jean d'Angely zijn be-