Uuitcnlanftsctir tijbinijm- Den 12 fe'oruarij werd de landing bewerktstelligd, welke in debeste'orde plaatshad, en de eersle aanval tegen Badjoa gerigt.. Daartoe werden bestemd het 10de bataillon infanterie, de marine landings divisie,een halve 3 ponds batterij meteen deta chement sappeurs. Door het onverwachte van den aanval en op het zien van het stout voortrukken van onze Iroepen, namen de verdedigers van Badjoa, Beroe, Boia Tel oei Lalang-Lonracij en Bené na eenig geschut- en geweervuur de vlugt, zoodat men daardoor in de gelegenheid was, de aan land gekomene troepen tot het gevecht heler slagvaardig Ie maken; dadelijk ging het verder voorwaarts en werden ten spoedigste de opgenoemde .kampongs bezet, het terrein buiten de kampongs van vijanden gezuiverd,<üe, gedekt door ingravingen en in de nabijheid st aande maïsvelden, on ophoudelijk onze troepen verontrustten en bestookten, zoodat men zich eerst tegen 12 uren des namiddags in het rust ig bezit van het beroemde Badjoa en aangrenzende kampongs kon reke nen, na alvorens nog een kavaleric aanval afgeslagen te hebben, waarbij twee hooge hoofden sneuvelden, als zijnde volgens op gave, Daing Ranka Subander van Badjoa en Daing Ladoda, volie neef van de koningin van Boni. In den loop van den dag werd bijna alle infanterie en artille rie gedebarkeerd en eene positie naar de zijde van Boni ingeno men, die ons verzekerde tegen den groolstcn overval van de zijde der Bonieren. In drie dagen was, door de bijzondere voortvarendheid van den kommaudanl der zeemagt, ondersteund door alle belang hebbenden. de geheele expeditie aan den wal, in weiken tijd de depots enz. gereed gemaakt werden en kleine verkenningen werden gemaakt in de rigting der noordwest gelegene kam pongs, welke, wat het terrein betreft, niet gunstig waren, ver mits men daarbij maïsvelden, soms van 8 voet hoog opgegroeid, had door te worstelen. De generaal besloot eene poging aan te wenden dl, in weer wil van die terreiuverhinderiugen, niet eene verkenning tot Boni konde worden gedaan en bepaalde die op den 18den. Na slechts weinig afstand afgelegd te hebben, was men verpligt den marsch te slaken zelfs te paard gezeten was er niets van de Iroepen te zien, zoodat er met eenheid gecne bevelen konden worden gegeven. De generaal besloot dan ook den volgenden morgen een proef te nemen, om door de sappeurs, geassisteerd door 400 koelies, onderdekking van het 14de bataillon infante rie, de sectie houwitsers, 3 batterij en eeue compagnie kaval- lerie, de maïsstruiken en de rigting van Boni over eene breedte van ruim 500 passen te doen opruimen deze proef is volkomen geslaagd, hoewel met een getal van 14 gekwetsten, en bestond naar men zegt, bij den generaal het voornemen den volgenden dag naar Boni op 1e rukken, met de daarvoor bestemde troepen, voorafgaande door het zelfde getal opruimers, gedekt door eene zeer sterke tarailleurlinie. Aan dit voornemen is geen gevolg gegeven, door de wonde, welke de generaal op den 19den heeft bekomen. Omtrent die wonde vernemen wij het volgende: 'e generaal, opgemerkt hebbende dat sinds een paar dagen de Bonieren zelve de kampongs in brand staken, die bij ons bivouac gelegen waren, vermoedde dat zij dit deden in de hoop. dal door den feilen wind, die dikwerf waaide, de brand naar het bivouac of naar de kampong Lonraeij. waarin onze magazijnen waren opgesteld, zouden worden overgebragt. Den avond van den IS eene bezoek afgelegd hebbende bij tien commissaris ter recde Badjoa. zag hij dat de zeer groote en zuidelijk gelegen kampong, het eigenlijke Badjoa, in brand ge raakte en wel van de zuidzijde, zooclat het niet anders kou of zij was door de Bonieren zelve aangestoken. De wind was niet sterk genoeg om dien brand 1e doen overslaan, doch het was om zich te overtuigen dat zij ons etablissement niet in gevaar kon- Jen brengen, dat hij zich in den morgen van den 19 in die rig ting, zonder geleide buiten de voorposten begaf, en van daar willende tevogkeeren, door een in de struiken verborgen en door hem niet opgemerkt Bonier een schot, schier a bout por- tant, bekwam, hetwelk hem den linker bovenarm verbrijzelde. Volgens particuliere lijdingen zouden, onder bevel van den kapit.-luit. ter zee P. A. Malthijssen.op deu 19 dezer, demon- dingen der rivier Tjinrana verkend en genomen zijn. De vijand had ter wederzijde van eene der uitwateringen der rivier, ge naamd Tiape-c,dcn toegang door versterkingen aan weerszijden :ii versperringen belet; niettegenstaande het hevig geschut- en geweervuur van achter zijne batterij is het evenwel onze zee- magt mogen gelukken hun vuur tol zwijgen te brengen en de versterkingen met het daarin geplaatste geschut te nemen. Bij deze gelegenheid hadden de gewapende sloepen een verlies van 11 gekwetsten, waaronder zich bevmdi de luit. ter zee der 2de ki. J. P. C. Gravenhorst. Bij cliegelegenheid had een groot onge luk op Z M.stoomschip Amsterdam plaats; bij het tweedeschot sprong de lange zest igponder, waarbij een officier, de luitenant ter zee 2de klasse J. P. van RoBSum en twaalf man zwaar en ligt. gewond werden. Afloop verkoopicsgen esi aanliestedingen. Middelburg 28 april. Ken huis en erve op de Rouaansche kade, wijk G no. 132. Verkocht voor f 19G2. 'B'herjnomieterstaiiil. 27 april. 's avonds 11 ure. 48 gr' 28 's morgens 7 4S u 's middags 1 n 62 ff i, 's avoutls 11 52 29 H 's morgens 7 u 53 's middags 1 58 étaten-generaal. In do woensdag door de eerste kamer gehoudene zitting is door den voorzitter mededeeling cn opgave gedaan van een groot aantal stukken, bescheiden en ontwerpen, sedert de laatste zitting ingekomen en die bereids evenzeer aan de tweede kamer achtervolgens zijn ingezonden. Al deze ingeko men stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Ook is ingekomen eene missive van de rijkscommissie voor de statis tiek, daarbij verzoekende, dat zij de gedrukte stukken van de kamer geregeld moge ontvangen. Op voorstel van den voor zitter wordt hiertoe besloten Eeu groot aantal verzoekschriften is sedert bij de kamer in gezonden, voornamelijk hetrekking hebbende: 1. tot het voor stel van den heer Sloet tol Oldhuis omtrent de afkoopbaarheid der tienden 2. drie adressen bel rekkelijk den aanleg van spoor wegen 3. een aantal petitiën over en meest tegen het door de tweede kamer aangenomen tarief van regt.en; 4 sommige adres sen tot wijziging der wet op het armbestuur en 5 een adres, waarbij de nadoelen worden uiteengezet voor den waterstand op de limburgsche Maas, ten gevolge van de afsluiting van het kanaal van St. Audries. Verzonden naar de commissie voor de petitien. Eindelijk zijn van de tweede kamer ingekomen 13 door haar aangenomen wetsontwerpen (bereids vroeger opge geven.) Verzonden naar de afdeelingeuwelke daarna zijn zamengesteld, en die daarna hare voorzitters en ondervoorzit ters zullen benoemen. Nadat de centrale afdeeling door den voorzitter was uitgenoodigd, om ua den ofloop der vergadering den loop der werkzaamheden met hem te regelen, is de verga dering gescheiden. Engeland, Londen 27 april. lu het heden avond verschenen nommer van The limes komt eeue correspondentie uit Parijs voor, waar in gezegd wordt dat de meest invloedrijke personen van Enge land aan keizer Napoleon hebben te kennen gegeven dat Enge land, als een gevolg der handelwijze van Oostenrijk, diens zijde nu geheel verliet en tot Frankrijk is toegetreden. Londen 28 april. Gisteren liep hier ter beurze reeds een ge rucht, hetwelk een paniek veroorzaakte. Het geldt namelijk niets minder dan een tractaat, offensief en defensief, gesloten tusschen de fransche en russische regeringen. In zijn nommer van heden deelt The times eenige nadere bij zonderheden hieromtrent mede. [Wij deelden zulks gisteren, naar aanleiding van een telegram, reeds aan de geahonneerden op onze bulletins mede.] Dat blad bevestigt niet alleen hel be slaan van zoodanige overeenkomst (welke ook uit Berlijn wordt medegedeeld), maar het zegt dat er tusschen die beide keizer rijken twee verdragen zijn gesloten'. Bij het eerste van deze moet de keizer van llusland zich verbonden hebben om violen uit te zenden naar de Middellandsche zee en naar de Oostzee, en daarenboven om 50,000 manschappen bijeen te trekken aan de oostenrijksche grenzen, Bij de tweede overeenkomst zou den beide rijken overeengekomen zijn om gemeenschappelijk den oorlog aan Oostenrijk te verklaren, binnen veertien dagen na dat die mogendheid er toe mogt zijn overgegaan om het grondgebied van Sardinië te schenden. Negen faillissementen van bankiers en makelaars zijn hier reeds bekend geworden. Voor het overige loopen de geruchten heden zeer uiteen, en het behoeft wel geen betoog dat zij,even zeer als het boven mede gedeelde, nog alleszins bevestiging verdienen. Zoo zegt onder anderen The morning herald dat eergisteren bij onze regering het officiële berigt zou zijn ontvangen dat het oostenrijksche kabinet het laatste bemiddelingsvoorstel, van Engeland uitgegaan, aanneemt. Het blad drukt er de hoop bij uit, dat Oostenrijk nuconcessieninhetbelaiigvandenvre.de zal doen. Gisteren avond kwam iu dat blad een berigt voor, dat bereids eene fransche divisie bij Culoz den bodem van Savoye heeft betreden. The morning chronicle stemt toe dat Frankrijk zeergemaligd is en geloofde gisleren mede nog aan de moge lijkheid van vrede. The morning post deelde eene depeche uit Parijs mede, volgens welke de oostenrijksche troepen eergiste ren reeds in Piemont zouden trekken, terwijl de Sardiniers de fransche hulptroepen reeds wachtende waren bij Sesia. Einde lijk spreekt een ander gerucht van eeu uitstel van veertien dagen, hetwelk door Oostenrijk aan Sardinië zou verleend zijn om op het ultimatum te antwoorden. Eene depeche uit Turyn verzekert intusschen dat dit antwoord reeds is afgezonden. De heer Blight heeft aan zijne kiezers to Birmingham verklaard, dat de minister, die een enkel soldaat of een enkel engelsch schip aan een oorlog op hel vasteland liet dcelnemeu, zich schuldig zou maken aan verraad jegens hel vaderland. Uuitschland. Weenen 25 april. Het gerucht houdt hier nog aan, dat Sardi nië het ultimatum heeft verworpen, doch is nog niet officieel bevestigd. De Oesterreichischc Zeitung deelt een artikel mede, in gevolge de onlangs door de Preussischc Zeitur.g gedane mededeeling. Daarin komt hoofdzakelijk het volgende voor. De wensch om als bij voorraad onzen bondgenoot Pruissen te onderrigten van alle belangrijke stappen door Oostenrijk ge daan, en om met die regering op ronde wijze over hunne moge lijke gevolgen te beraadslagen, heelt geleid tot het zenden van een doorluchtig persoon in buitengewone zending naar Berlijn, op het zelfde oogenblik da'l onze souverein het basSuit genomen had om.Sardinië regtstreeks -tesofflnveran tot. ontwapening. Men kon te Berlijn niet de minste twijfel koesteren omtrent het onherroepelijke van dit besluit, toen men zich aldaar nog verdiepte in beschouwingen over de houding van geheel Duilsch- land bij de gebeurteuisf en welke konden op handen zijn. De mededeeling van het genomen besluit ten aanzien van dezen stap, vormt het punt van uitgang der te Berlijn begon nen zamensprekingen, met het oog op het bondsbesluit van 23 dezer. Zij regtvaardigt de hoop der we'.deukenden, dat Oosten rijk en Pruissen in dezen eersten maatregel van den bond, even als in de volgende besluiten waartoe de omstandigheden dien raad zullen noodzaken, door hunne gemeenschappelijke belan gen en pligten, altijd in overeenstemming zouden handelen. Men kan niets billijkers vanOostenrijk verlangen. Dit rijk neemt zijne toevlugt niet tot het geweld der wapenen, vdór dat alle middelen tot behoud van eenen eervollen vrede zijn uitgeput. Maar al die middelen zijn immers inderdaad uitgeput, wanneer de ontwapening van Sardinië niet kan worden verworven dan op de voorwaarde, even onaannemelijk voor de eer als voorde waardigheid van Oostenrijk, dat Piemout zit ting zou hebben in een congres der groote mogendheden. De verantwoorde lijkheid van het gevaar waarin de slaatkunde op dit oogenblik verkeert, drukt alzoo niet op den door Oostenrijk te Turyn ge- danen stap, maar eeniglijk op de handelingen, welke dien maat regel onvermijdelijk hebben gemaakt. Men verzekert dat de gemeenteraad dezer hoofdstad be sloten heeft zich bij adres tot Z. M. den keizer te wenden, ten einde de verzekering af te leggen van de trouw der stad en met bereidverklaring tot zoodanige opofferingen als de omstandig heden noodzakelijk mogten maken. Ook hier zijn allerlei tegenstrijdige geruchten in omloop, waarbij van de eene zijde verzekerd wordt dat onze troepen de sardmische grenzen reeds zijn overgetrokken, en van den ande ren kant dat juist tegenbevel daarvoor moet gezonden zijn. Voorts verzekert men niets minder dan dat de diamanten der oostenrijksche kroon aan het huis van den baron Sina zijn ver pand voor eene onbekende som. Uit Bucharest wordt medegedeeld, dat 4 Polen, 2 Hon garen en 1 Duitscher in verzekerde bewaring zijn genomen, op vermoeden dat zij de hand hebben gehad in de poging om vorst Alexander Jan I (Couza) te vermoorden. Berlijn 27 april. De National Zeitung van heden avond deelt als gerucht mede dat tusschen Rusland en Frankrijk op jl. vrij dag een of- en defensief traktaat gesloten is, ten gevolge waar van Rusland aanstonds vier legerkorpsen zou mobiel maken. Twee van deze zouden naar de oostenrijksche en twee naar de pruissische grenzen worden gerigt. Volgens een telegram uit Bern, is de bondsvergadering tegen 2 mei bijeengeroepen. Drie bataillons uit hel kanton Tes- sino zijn onder de wapens geroepen. De heer Harries is, op ont vangen bevel, niet naar Milaan vertrokken. Berlijn 28 april. De Kreuz Zeitung van gisteren avond zegt dat ook door Denemarken in de laatste dagen een verbond met Frankrijk is gesloten. Een telegram uit Bern van gisteren avond meldt dat het oostenrijksche leger, sterk 120,000 man, onder bevel van gene raal Giulay in den nacht van dingsdag op woensdag de Tessino is overgetrokken in drie afdeelingen, welke volgenderwijs ge splitst zijn: 60,000 man onder generaal Benedek, 30,000 aan gevoerd door generaal Giulay, en 30,000 aangevoerd door ge neraal Zöbel. De brug van Buffalora moet men hebben laten springen. Men verzekert dat dit leger zich rigt te naar Novarra over Abbiate-Grasso en vervolgens naar Vigevano en Mortara. Frankfort 24 april. In onze diplomatieke kriugen wordt ver zekerd, dat Oostenrijk voornemens is bij den bondsdag de ver klaring uit te lokkeu, dat de duitsche bond er belang bij heeft Oostenrijk in het bezit van Lombardije gewaarborgd te zien. Men voegt er bij, dat het kabinet van Weenen de regeringen reeds heeft laten polsen, of zij zulk een aanzoek zouden onder steunen. Bij de ontevredenheid, die de sommatie aan Sardinië teweeg gebragt heeft, is het niet waarschijnlijk dat hierop een gunstig antwoord volgen zal. Zeker is het, dat van wege som mige regeringen aan het kabinet van Weenen de raad gegeven is, om dit voorstel in alle gevallen uit te stellen. Frankrijk. Parijs 27 april. Heden wordt door den Moniteur mededeeling gedaan van een overzigt der onderhandelingen, door graaf Wa- lcwsky uitgesproken iu de wetgevende vergadering. Daarbij heeft de minister van buitenlandschezaken de onderscheidene standpunten opgesomd en stond vervolgens stil bij de laatste handeling van Oostenrijk. Al die onderhandelingen leverden

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1859 | | pagina 2