gisteren, nadat de heer de Naeyer verklaard had zich van de
stemming te hebben onthouden, wijl hij zich niet wilde bloot
stellen aan het gevaar van de constitutie te schenden, door de
aanneming van voorstellen, welke gebaseerd waren op door
hem niet genoegzaam geregtvaardigd geachte cijfers, het woord
gevraagd door den heer Rogier, minister van binnenl. zaken.
De voorzitter weigerde hem het woord te geven, op grond
van het beweren, dat de stemming eerst moest zijn afgeloopeu
en dit niet het geval kon geacht worden te zijn, zoo lang leden
der kamer hunne onthouding aan de stemming wilden regt-
vaardigen, Hieruit ontstond eene zeer levendige discussie,
waarbij van de eene zijde werd volgehouden dat de stemming
weldegelijk was afgeloopen, en dat het tot de prerogatieven der
regering behoort, ten allen tijde het woord te mogen voeren in
de kamers, terwijl van de andere zijde beide beweringen wer
den weersproken.
In den aanvang der zitting van heden heeft de minister van
binnenlandsche zaken uiteengezet dat, zijns inziens, artikel 88
der grondwet iederen minister het regt geeft om te spreken wan
neer hij zulks verlangt-.
De voorzitter, de heer Yerhaegen, heeft op zijne beurt dat
regt volstrekt niet betwist maar herinnerd dat hij alleen ver
meende dat de uiteenzetting van redenen door de leden die zich
van de stemming onthielden, behoorde vooraf te gaan.
Daarop heeft de minister een statistieke tabel overgelegd,
aanwijzende de toenemende bevolking van het koningrijk van
18311850 en van 1850—1858. ^Hierin, mijne heeren,"
voegde hij er bij *zult gij het bewijs vinden dat de gisteren
door u aangenomen wet zuiver constitutionneel is. Dat wensch-
te ik u dan ook toen alleen te zeggen."
Een voorstel vau den heer Leliévre, strekkende om aan de
oude ambtenaren van het nederlandsch gouvernement de
wachtgelden en toelagen toe te kennen, die hen sedert 1830
niet meer zijn uitbetaald, zal eerstdaags door de kamer in be
handeling genomen en, men verwacht, goedgekeurd worden.
Frankrijk.
Parijs 8 april. De gebeurtenis van den dag is de depeche uit
Turyn, [Zie onder Italië] het berigt behelzeude der procla
matie aan de oostenrijksche soldaten, in de kasernen te Mi
laan aangeslagen. Het spreekt van zelf, dat men het berigt
slechts voorwaardelijk geloof schenken kan. Intusschen heeft
de proclamatie, waarvan de echtheid volstrekt niet tot de on
mogelijkheden behoort, de voorstanders van den vrede grooten
schrik aangejaagd; men is op het punt geweest er eene oorlogs
verklaring in te zien. Al nadenkende is men echter kalmer ge
worden. Heeft men de fransche regering niet somt ijds procla-
matien hooren afkondigen waarbij de soldaten herinnerd
werden aan vroegeren roeman welke men als eene ernstige
bedreiging van een of anderen vreemden staat kon beschou
wen? Na den aanslag van den l4januarij verlangden de adres
sen van het leger aan den keizer niets minder dan een inval in
Engeland, en dat wel in de heftigste bewoordingen. Intusschen
is er geen oorlog door ontstaan. Even zoo ligt er nog een groote
afstand tusschen de proclamatie aan de soldaten van Lombar-
dye en eene opening der vijandelijkheden. Desniettemin is de
beurs er toch zeer door ontsteld geworden en is zi] gesloten
met eene vrij belangrijke daling.
Wat de rondgaande geruchten betreft, deze worden steeds
oorlogzucbtiger. Men verzekerde hedcu aan de beurs dat de
keizer morgen naar Lyon zou vertrekken, waar de maarschalk
Canrobert en de generaal Mac Mahon, aan wien bevel is gezon
den om Algerie te verlaten, zich bij hem zouden voegen. Het
leger dat bij de Alpen is vereenigd, telt meer dan 250,000 man.
De maarschalk Canrobert zou met 120,000 man als reserve bij
Culoz gelegerd blijven, terwijl de generaal Mac Mahon met
130,000 man den veldtogt zou opeuen. Al deze geruchten
moeten echter met veel voorzigtigheid worden opgenomen.
Hierbij voegt men nog hel berigt dat de oostenrijksche ge
zant, baron von Hubner zich zou hebben uitgelaten dat de toe
stand zóó gevaarvol is, dat het op de eene of andere wijze tot
eene uitbarsting moet komen.
Men verzekert ten allen overvloede dat hier eene depeche
ontvangen is, welke het berigt inhoudt dat het oostenrijksche
leger de sardinische grenzen overgetrokken en Piemout binnen
gerukt is.
Het dagblad Le pays, hetwelk tot hiertoe zoo ijverig ten
gunste van den vrede was blijven spreken, toont zich thans ook
blijkbaar ontmoedigd.
Ofschoon men er geenerlei officiële berigten van onder de
oogen krijgt en de regering het zelfs tegenspreekt, gaan de oor-
JogstoebereidseJen op groote schaal bier voort.
Drie regementen afrikaansche jagers zijn naar hier terug ont
boden om naar Italië te trekken. Misschien zullen zij wel van
Algerie direct naar Rome of Genua afreizen.
Heden is er eene brochure verschenen,Turkije en Italië ge
titeld, van een russischen schrijver Tcihatcheff, die beweert dat
er eene groote overeenkomst beslaat tusschen de landen, welke
aan Turkije zijn onderworpen, en Italië, dat gebukt gaat onder
het juk vau Oostenrijk. Hij verlangt de verdrijving der Oos
tenrijkers uit Italië, evenzeer als de verdry ving der Turken uit
Europa; de erkenning der italiaansche nationaliteit, op de
zelfde wijze als de nationaliteit der Slavische bevolkingen en
der Grieken is erkend. Frankrijk alleen, zegt hij, vereenigt de
noodzakelijke vereischten tot het volbrengen van deze groote
verandering. De heer Tcihatcheff is een Rus, en gaat waar
schijnlijk uit van de onderstelling dat Frankrijk zou worden
bijgestaan door Rusland, en dat beide landen hunne rekening
zouden vinden bij het door hem voorgestelde.
De conferentie, welke een besluit moet nemen omtrent
de dubbele verkiezing van den kolonel Couza, is heden verga
derd geweest. Hel wordt steeds als zeker aangenomen, dat
deze zaak spoedig zal zijn geregeld. Waarschijnlijk zal de ver
kiezing worden bekrachtigd, doch onder het uitdrukkelijk
voorbehoud, dat men zich bij volgeude verkiezingen niet zal
kunnen beroepen op hetgeen thans geschiedt. Het vraagstuk
betreffende de afscheiding der vorstendommen, zou op deze
wijze, wat het beginsel aangaat, in zijn geheel blijven.
Het is nog niet bekend, wanneer de gevolmagtigden zich
zullen bezighouden met de acte van navigatie op den Donau.
Naar men verneemt is Meyerbeer, die op den avond der
eersle voorstelling zijner nieuwe opera //Le Pardon de Plocr-
mel" bij den keizer en de keizerin in hunne loge werd ontboden
en zich eenigen tijd met hen onderhield, tot kommandeur der
orde van het Legioen van Eer bevorderd.
"Volgens den Messager de Paris heeft de keizer, na den maes
tro met zijn nieuw voortreffelijk werk le hebben geluk gewenscht
tot hem gezegd//Ik voor mij, mijnheer, ben zeer daukbaar dat
gij Fi'ankrijk kiest om er het eerst uwe meesterstukken te laten
opvoeren." Meyerbeers antwoord luidde: //Sire, ik verdien
dezen dank niet; in tegendeel ik moet erkentelijk zijn voor het
onthaal dat mij in Frankyk, het land der beste kunstenaars en
der beste kunstregters, ten deel valt. Overigens brengt de rege-
rin uwer majesteit mij geluk aan, want dit is het derde werk
dat ik laat opvoeren sedert U. M. in Frankrijk regeert."
De stad Parijs heeft aan Lamartiue een groot stuk in het
Bois de Bologne met een daarop staand prachtig woonhuis ten
geschenke gegeveu.
Parijs 10 april. De Moniteur bevat heden eene nota waarin
op cleri voorgrond wordt gesteld dat in Duitschiand de gisting
aanmerkelijk afneemt. Het is dan ook, zegt dat officiecle blad,
ongerijmd om aan Frankrijk bedoelingen toe le schrijven, waar
mede de rust van Duitschiand zou gemoeid zijn. De politiek
welke door Frankrijk wordt gevolgd ten opzigte van Italië
kan, wel verre van wantrouwen te verwekkenin tegendeel bij
uitnemendheid strekken om gerustheid in te boezemen. Keizer
Nopoleon zal toch in Duitschiand wel niet aanvallen wat hij in
Italië verdedigtnamelijk handhaving van de nationaliteit.
De staatkunde welke zich alzoo verklaart tegen de verove
ringszucht, streeft eeniglijk naar handhaving van het regt en
bevordering vau het geluk der volken; zij wil dc nationaliteit
versterken, en wat zij wenscht. dat in Italië tot stand konie, zal
zij ook in Duitschiand weten te eerbiedigen. Fraukrijk is het
allerminst hetgeen Duitschiand bedreigt.
Alles luidt heden weder bijzonder onrustbarend; te
naauwernood leeft de hoop nog hier en daar in de gemoederen.
Italië.
Turyn 7 april. In dc kazernen van Milaan is eene dagorder
aangeslagen, welke het volgende inhoudt: Oostenrijksche
soldaten de keizer riep u onder de wapenen om den trots van
Piemout te fnuiken en de dweepzieke vredestoorders uit hunne
sluipholen te verdrijven. Trekt tegen denvijandop, dien gij
steeds hebt overwouuenzijt gedachtig aan uwe overwinningen
van 1848 en 1849, en aan Novara, alwaar de magt van dien
vijand vernietigd werd. Uwe leuze zijleve de keizer, ons regt
boven
(Van zulk eene dagorder of van iets wat daarnaar gelijkt,'is
in vertrouwen verdienende berigten uit Milaan nog gecnerlei
gewag gemaakt).
Het sardinische gouvernement heeft, ter beantwoording
eener vraag van het londensche kabinet, zijne denkbeelden om
trent de italiaansche aangelegenheden in een deal maart jl.
gedagteekcud memorandum uiteen gezet. Dit stuk besluit aldus:
//Het italiaansche vraagstuk zal tijdelijk afgedaan, en het ge
vaar van oorlog of revolutie afgewend zijn, indien men van
Oostenrijk, niet krachtens de verdragen maar in den naam der
beginselen van menschelijkhcid en eeuwige reglvaardigheid,
eene afzonderlijke en nationale regering voor Lombardye en
Venetie verwerft; indien men verder, krachtens geest en letter
der weener verdragen, eischt dat Oosteurijks heerschappij over
de staten van Midden-Italie ophoude, en dus de afzonderlijke
forten, die het buiten den omtrek van Piacenza gebouwd heeft,
gesloopt en de overeenkomst van 24 december 1847 vernietigd
worde, de inlegering van vreemde troepen in de Remagna op
houd e, en het beginsel van niet tusschenkomst aangenomen en
geëerbiedigd worde; indien men vervolgens de hen ogen van
Parma en Modena uitnoodigt, om aan hun land instellingen te
schenken, gelijk aan die van Piemont, en den groothertog van
Toscana om de door hem in 1848 vrijwillig verleende, constitu
tie weder iu te voeren; indien men eindelijk den paus beweegt
om de provinciën aan gene zijde der Apennijnen in het admini
stratieve van zijn overig gebied af te scheiden."
Brieven uit Milaan van heden vermelden de aankomst
van twee bataillons Croaten in die stad, met bijvoeging da! het
bestuur der spoorwegen aanzegging tot*het bevorderen van
nieuwe transporten voor 25,000 manontvangenbeefter.dat
de wegen met. oorlogsmaterieel en ammunitie overdekt zijn.
Het getal der in Piemont aangekomen vrijwilligers bedraagt
bijna 10,000.
De kardinaal-aartsbisschop van Napels heeft bij een na
der mandement, gedagteekend den 28 maart jl-, bevolen de
openlijke gebeden om herstelling van 's konings gezondheid cl -
ken dag op te zenden.
Een schrijven uit Napels van den 2 dezer zegtfEr is Ma
in de politieke kringen veel beweging. De ziekte des konings, die
men tot nog toe had trachten geheim te houden, is officieel ter
kennis van het corps diplomatique gebragt. Een ieder is met
vrienden en aanhang in de weer, met het oog op spoedig aan
staande veranderingen. Er vormt zich eene partij van den
kroonprins, en hare denkwijze begint uit te komen zij zoekt
de aanzienlijke mannen van liberale denkwijze voor zich le win
nen; zelfs hoort men van hare beloften van eene constitutie en
van eene amnestie, doch dit zijn enkel geruchten, uitgaande van
de hoofdpartij, maar waarvoor niemand de zegsman zijn wil.
De waarheid schijnt te zijn dat de kroonprins weifelt endoor
tweederlei invloed, dien van zijne jeugdige echtgenoot welke
tot vrijgevigheid overhelt, en dien van zijne stiefmoeder welke
de tegengestelde n'gting volgtgeslingerd wordt."
Een berigt uit Napels van den 5 dezer zegt dat de genees-
heeren de ziekte des konings ongeneeslijk verklaard hadden,
dat er in de hoofdstad eenige spanning der gemoederen merk
baar werd, en dat er in de hooge kringen van de wederinvoe
ring der constitutie, als vau eene wenschelijke zaak,sprake was.
Turyn 9 april. De heer Hudson, gevolmagtigd minister van
Engeland bij dit bof, is gisteren avond naar Londen vertrokken,
werwaarts hij is geroepen door zijne regeriug.
De houding van Oostenrijk op de grenzen is zeer dreigend.
Nadere tijdingen uit Milaan bevestigen de echtheid van de
aan het leger gerigte dagorder.
icctijitingm.
Den 9 dezer ter reede van Vlissingen aangekomen voor Bel-
gie bestemd: Arzonnais, gez. Stephanie, Spanje, Larkgcz.
Raddings, Londen, Anna Amoldina, gez. van Wijk. Trieste
CatJiarina G eer din a, gez. De Groot, Middellandsche zee, Alert,
gez. Kirk, Londenden lüden Eglantine, gcz. Bryon, Eippolilc
Marie, gez. Ledantre, Margueritegez. Norman, deze 3 van
Camillas, Jaenne Alexandre, gez. Vermout, Bordeaux, Elisabeth
Robson, gez. Robinson, Sultanagez. Walton, beide van Sun
derland, Ann Jeicitt, gez. Clark, Hull, Cornenairegez. Vine.
Charlestown,Pmjje?-%,gez. Slogden, Londen, Ileris, gez. Du-
rand van Camillas met verlies van voorsteng.
lltiööelm au verroer.
TT Té SS «9 1' Jl 91K Si 'E? IE X
Tasschen Middelburg englotteirdara
Uren van vertrek in april,
Van Eïiddelburg
Dingsdag 12 's morg. 8 ure.
Donderdag 14 9,30
Vrijdag 15 10,30
Zaturdag 1G u 11
Zondag 17 11,30
Maandag 18 's midd. 12
Dingsdag 19 12
Donderdag 21 's morg. G
Vrijdag 22 a G
Zaturdag 23 G
Zondag 24 n 6
Maandag 25 6
Van Hotter dam
Dingsdag 12 's midd. 12 ure.
Woensdag 13 's morg. G
Vrijdag Ié
Zaturdag 1G
Zondag 17
Maandag IS
Dingsdag 19
Woensdag 20
Vrijdag 22
Zaturdag 23
Zondag 24
Maandag 25
G
7
S
9,30
10,15
10,15
H 10,15
10,15
10.15
's midd. 12
Van VliHsin^en op liottepitara
Vastgestelde uren van vertrek.
Van Vlissingen
des Maandags, Woensdags
en Vrijdags,
des morgens om 8 ure.
Van Rotterdam
des Dingsdags, Donderdag
en Zaturdags
morgens om 10 ure.
In verbinding met de diligences van Zijpe naar Zierikzee. vau
WolFaartsdijk naar Goes en met het Veer van Sloe naa-
Miridelburgen zoo veel mogelijk met de beide spoorwegen.