DuitcnlanDscljc tijbingcu. tjanüflsbcmjtcn. Kingma, Idzerda, Blaupot ten Cale, van Eck, Zylker, Tohr- becke en Bots. Daarop is de motie van orde van den heer van iioëvell aauge- nomen met 33 tegen 23 stemmen. Tegen hebben gestemd de heeren: de Brauw, van Foreest, Elout van Soeterwoude, van Hall, van lleede van Oudtshoorn, Mackay, Godefroi. Stolte, vanFranck, Lycklama a Nyeholt, Sander, Luyben, Slicher van Domburg, van der Poel, de Kempenaer, Dirks, Hoekwater, van Lijuden, Begram, van Akerlaken, Schimmelpeuninck, Wint- gensen de voorzitter. Bij de beraadslaging over 22 (het stelsel der koffijveilingen van de Handelmaatschappij) ving de heer Sander aan met de verklaring dat hij zich bij de behandeling van hoofdstuk XI der staatsbegrooting reeds had voorbehouden zijne hezwaren tegen dit stelsel te doen kennen. Deze zijn ontleend aan 1. het ge schreven regt2. het belang des handels en 3. het belang der schatkist. Spreker wijst op art. 70 der statuten vau de Handelmaat schappij, aan welks inhoud door de tegenwoordige veilingen niet wordt voldaan, en ontvouwt eene menigte bedenkingen, ten betooge dat bet thans gevolgde stelsel in stijd is met die drie door hem aangegeveue punten. De heer Slicher van Domburg spreekt over de opheffing der veiling te Middelburg en over het stelsel van koffij veilingen in het algemeen. Door een vorig minister is de veiling te Middel burg opgehevende tegenwoordige minister heeft dien maatre gel bestendigd. De minister beroept zich op de statuten der Handelmaatschappij, maar die statuten spreken met geen woord van bepaalde steden. Spreker zegt dat de Middelburg- sche veiling een doorn was in het oog van het monopolie der amsterdamsche en roUerdamsche makelaars, omdat die veiling nadeelig is voor de opdrijving der prijzen in beide steden. Hij refereert zich voor het overige aan hetgeen de heer Sander ge zegd heeft die de zaak zoo breedvoerig heeft toegelicht, en hij verzoekt den minister het onregt Middelburg aangedaan, te herstellen en voortsom meerdere veilingen te houden dan thans het geval is. De heer van Deinse vereenigt zich met hetgeen door de heide vorige sprekers is in het midden gebragt. Hij wijst ten deze bepaald op Middelburg, aan welke stad de veilingen van koffij en suiker zijn ontnomen. Gold het hier een guust, dan nog zou de kiagt vau Middelburg gegrond zijn. Immers zou die stad de zelfde aanspraak daarop hebben als andere steden. Maar het betreft hier een regtmatig regt. Dit regt is niet twijfelachtig. Bij deoprigtingder Handelmaatschappij heeft Middelburgdaar- aan voor een groot gedeelte deel genomen. Van af de oprigting tot in 1834, dus gedurende 10 jaren, zijn er aanzienlijke ladin gen te Middelburg in veiling gebragt. Waarom eens dit voordeel toegekend en het daarna ontnomen Spr. treedt in eene ont wikkeling waarom in gemelde stad de veilingen werden ge houden. Later werden zij echter var, lieverlede verminderd. Alle daartegen gerigte vertoogen baatten niets, en het gou vernement zoo wel als de Handelmaatschappij wierpen elkander ten deze de schuld toe. De vorige minister van koloniën, onder den schijn der invoering eener nieuwe wijze van veilingen, stelde eindelijk Middelburg geheel ter zijde. Spreker hoopt dat de tegenwoordige minister, die zoovel prijs stelt op eerlijkheid en goede trouw, ook de regten en belangen van Middelburg zal behartigen, en dat hier niet bewaarheid worde het spreekwoord: que les grands mangent les pet its. Spreker wijst vervolgens, even als de vorige redenaars, op de misbruiken der veilingen, waarbij volstrekt geene concurrentie plaats heeft en alles van eenige hoofdleiders te Amsterdam en Rotterdam afhangt. Hij noemt het geen verkoop, maar eene comédie die gespeeld wordt. Niet ieder, die geld of crediet heeft, kan mededingen. Hij kan niet eens zien wat te koop is of krijgen wat hij denkt gekocht te hebben. In het dordtsche adres wordt dat alles in zijne volle naaktheid uiteengezet. Hij koestert, ten slotte mede de hoop, dat dit onderwerp door de regering in ernstige overweging zal worden genomen, dat zij diep doordrongen zal zijn vau het groot belang dezer zaak, en dat Middelburg moge terug bekomen, wat het nog als het laatste overblijfsel vau vroegere grootheid had overgehouden. Daarna worden om het vergevorderde uur de verdere be raadslagingen over deze verdaagd tot maandag ochtend 11 ure, wanneer de heer Stolte het eerst aan het woord zou zijn. Engeland. Londen 26 februarij. Gisteren avond heeft lord Palmerston in het lagerhuis de aangekondigde interpellatie betrekkelijk den staat der politieke aangelegenheden van het vasteland tot het gouvernement gerigt. Hij noodigde hetzelve uit, onbewimpeld te verklaren of het nog de hoop op het behoud van den alge- meenen vrede koesterde dan wel eene vredebreuk in Europa verwachtte. Hij voor zich was van oordeel, dat het niet onmo gelijk wa9 de tusschen Frankrijk en Oostenrijk opgerezen on- eenigheaen op den weg der diplomat ie tot minnelijke vereffening te brengen. Immers hij kon niet gelooven dat het zij bij Oosten rijk. bij Erankrijk of Sardinië het voornemen bestond om de bestaande verdragen te verscheurenen derhalve zou Engeland pogingen kunnen en behooren te doen om door bemiddeling een vergelijk tot stand te brengen; het moest trachten Frank rijk en Oostenrijk te bewegen om gelijktijdig hunne troepen uit Midden-Italie te verwijderen en om gezamenlijk deitaliaansche regeringen tot het invoeren van hervormingen, zoo als door den tijdgeest geeischt werden, over te halen. Hij geloofde niet dat er voor Oostenrijk in dat geval grond zou bestaan om te vree zen dat er eene revolutionaire beweging in Italië zou uitbreken. Hierop heeft de kanselier der schatkist een antwoord gege ven, hetwelk vooruitzigt op de wegneming van de hoofdoor zaak der dreigende vredebreuk geeft. Hij zeide zoo even mede- deelingen te hebben ontvangen, die hem grond gaven om te denken dat Oostenrijk en Frankrijk, met toestemming van den paus, bereid zijn om beide hunne troepen uit Midden-Italie te verwijderen. Deze mededeeling werd door de vergadering met levendig gejuch beantwoord. Aan de beurs is, van wege haar bestuur, bekend gemaakt dat de nieuwe oosten rijksche geldleening, overeenkomstig de aangenomen regelen, op de officiële koersenlijst niet vermeld zal worden, dewijl zij niet volteekend is. Het bankiershuis van Rothschild, hetwelk zich met de plaatsing dier leening had be last, beeft, nitar het schijnt, geweigerd op le geven, welk bedrag de inschrijving heeft bereikt. Het gouvernement heeft, gelijk men weet, door den heer Gladstone aan de Ioniers eene vrijgevige herziening der consti tutie van hun gemeeuebest aangeboden, in de hoop van hen daardoor met het beschermheerschap te verzoenen en het stre ven naar vereeniging met het koningrijk Griekenland te doen verflaauwen. Doch volgens berigt uit Corfu vau den I9den de zer zijn de door den heer Gladstone "voorgestelde hervormingen door het Ionische parlement verworpen, en is hij zelf onverrig- ter zake vertrokken om naar hier terug te keeren. The advertiser zegt dat het ministerie Derby op het punt staat eene crisis le oudergaan. Lord Derby heeft de conserva tive leden van het huis der gemeenten tegen aanstaanden dings- dag bijeengeroepeu, ten einde hun den stand van zaken mede te deeleu, gelijk hij dien inziet, en ook om hun onverbloemd te kennen te geven dat hij, wanneer zijne partij hem niet ten volle en onvoorwaardelijk wil ondersteunen, de teugels van het be wind zal nederleggen. Wanneer deze partij de reforinwet niet, gelijk zij is, wil verdedigen, is hij voornemens af tetredeu; mog- ten de liberalen de zege behalen, dan wil hij zelf zijn ontslag niet indienen, doch het parlement ontbinden en de uitspraak der uatie afwachten. Overigens moet over de hervormiugskwes- tie groot verschil van meeuing onder de leden van het kabinet bestaan. Muitsclilaud. Weenen 26 februarij. De Oesterreicliische Corrcspondenz meldt dat alle verlofgangers van het italiaansch oostenrijk- sehe leger opgeroepen zijn, om zich bij hunne respectieve corpsen le vervoegen. Het blad voegt er echter bij, dat deze maatregel van geheel defensieven aard is, tegenover de sardi- nische krijgstoerustingen, terwij! het er met nadruk op wijst, dat mende hoop niet heeft opgegeven, om, door de veelvuldige ernstige pogingen, die er tot bemiddeling worden aangewend, den vrede te behouden, en de hangende kwestien langs diplo - malieken weg opgelost te zien. In de zitting der boijersohe kamer van afgevaardigden vau woensdag is de heer vou Lerchenfeld op zijné vroegere interpellatie betrekkelijk de uitvaardiging van een verbod van den uitvoer van paarden teruggekomen. Volgeus hem was de oorlog zoo goed als zeker en de vrede alleen dan mogelijk, wanueer Duitschland bepaald verklaarde aan welke zijde het zich scharen zou, en wanneer men de pogingen des vijauds ver ijdelde om tusschcu deze staten verdeeldheid te verwekken. De vergadering gaf eenstemmig door op te staan een blijk van hare goedkeuring van het gesprokene. Het blijkt niet dat door den minister von der Pfordlen, die tegenwoordig was, iets daarop is geantwoord. Volgens een telegram uit Frankfort heeft ook de wetge vende vergadering van die vrije stad in de tegenwoordige om standigheden gemeend eene demonstratie le moeten doen, en eergisteren eenstemmig besloten aan den senaat le verklaren dat zij tot elk offer bereid is wanneer het er op aankomt een bewijs te geven van Duitschlands eenheid. Van den Rijn wordt gemeld, dat het uit Baden verwijder de uederlandsche werf-bureau, binnenkort, vermoedelijk met toestemming der nassausche regering, naar Bieberich zal ver plaatst worden. Men verhaalt dat pogingen gedaan zijn, om de redactie van den Kladderadatsch te bewegen, hare hevige houding tegen over de politiek van keizer Napoleon te laten varen, en dat aan het blad daartoe zeer aannemelijke aanbiedingen gedaan zijn. Het schijnt dat de frausche gezant, na eene ironieke maar zeer verstaanbare toespeling in het nommer van 11. zondag, zich met deze zaak bemoeid heeft, doch zonder eenig gevolg. Sommige berlijnsche bladen spreken van eene geprojec teerde huwelijksverbindtenis tusschen den prins van Wallis en de prinses Alexandrine, dochter van prins Albert vau Pruissen en prinses Marianne der Nederlanden. Oelgie. Brussel 26 februarij. Er is sprake, dal een belgisch garnizoen den kerkelijkeu staat zal bezetten, in geval deze door de fransch- oostenrijksche troepen mogt worden ontruimd. De koning zou hierover door den pauselijken nuntius geraadpleegd zijn. De katholieke partij is zeer ingenomen met dit plan, waarin zij een band te meer tusschen Belgie en den heiligen stoel ziet. Koning Leopold zal zich weldra naar Berlijn begeven, om. gelijk men zegt, de doopplegtigheid van den jeugdigen prins van Pruissen bij te wonen. Beter ingelichten echter brengen deze reis in verband met de staatkundige belangen, die eene geheel andere beteekenis hebben dan de gewone blijken van sympathie, welke gekroonde hoofden elkander betoonen. Over het geheel, verwacht men te Berlijn veel van de tegenwoordig heid des bezadigden en ervaren souvereins van Belgie. Erankrijk. Parijs 25 februarij. De zending van lord Cowley, zou volgens latere geruchten, alleen op de Donau-vorstendommen betrek king hebben. Mogt echter, in de gesprekken welke hij met graaf Buol zal hebben, ook de toestand ter sprake komen waar in Oostenrijk zich ten gevolge van de politiek van Napoleon III ten aanzien van Italië bevindt, dan zou, zoo wordt gezegd, lord Cowley officieus hierop antwoorden, en bijaldien de oosten rijksche regering het gepast mogt achten eenige voorstellen tot schikking te doen, dan zou de engelsche diplomaat in last heli- beu zich bereid te verklaren om ze aan zijne regering over ie brengen. Men verneemt dat baron von Hübnerzich tot den minis ter van buitenlandsche zaken heeft gewend om ophelderingen betreffeude de ontvangst door prins Napoleon van de deputatie der italiaansche uitgewekenen. Graaf Walewsky, in verlegen heid om aan dit verlangen te voldoen, begaf zich met den oos- tenrijkschen gezant naar den keizer, en Napoleon III heeft aan baron von Hübner de meest geruststellende verzekeringen gegeven en de receptie als een blijk van loffelijkheid van beide zijden voorgesteld. Parijs 27 februarij. Hedeu wordt door den Moniteur eene nota medegedeeld waarvan de zakelijke inhoud dus luidt Kardinaal Antonelli heeft op den 22dezeraandegezauten van Frankrijk en Oostenrijk bekeud gemaakt dat de paus, zeec erkentelijk voor de hem door die beide mogendheden verleende hulp, zich thans verpligt achtte hen mede te deeleu dat. zijn gouvernement voortaan sterk geuoeg was om voor zijne eigene veiligheid te zorgen en den vrede in zijne staten te handhaven dat bij gevolg de paus zich bereid verklaarde om in overleg te treden met die beide mogendheden, ten einde in den kortst mogelijken tijd de gelijktijdige ontruiming van zijn grondge bied door de fransche en oostenrijksche legers plaats hebbe. Volgens een telegram uit Turijn is ouze gezant, de prins de Latour d'Auvergue, aldaar gisteren aangekomen. Oosteu- rijk gaat volgens dat berigt voort met zijne wapening. Men werkt aan de versterkingen van Pavia en aan het kamp van Cre mona. De spoorweg is gedurende drie dagen in beslag genomen voor het transport van troepen en ammunitie van Verona naar Mantua. Het turijnsche dagblad Opinione zegt in een artikel over de zending van lord Cowley dat, volgens geloofwaardige berigten, het Weenerkabinet eerst de lusschenkomst vau Engeland had van de hand gewezen met de woorden dat men bondgenooteu en geenszins bemiddelaren verlaugde. Het engelsche gouver nement heeft echter aangehouden en lord Cowley naar Weenen gezonden om te trachten dal men voor het behoud van den vrede doe,wat men gaarne zou doen lot zijne herstelling na den oorlog. De voorloopige berigten omtrent de aan lord Palmer ston door den heer Disraëli in net engelsche lagerhuis gegevene inlichtingen betrekkelijk deuf tegenwoordigeu staatkundigen toestand, hebben hier een zeer gunstigeii indruk gemaakt. Le journal des débats en La patrie zien de zaak echter niet zoo helder in en bespraken reeds voorloopig eene ontruiming der pauselijke staten door de fransche en oostenrijksche troepen toen de tijding daarvan nog niet officieel bekend was. Die ont ruiming, zeggen zij, neemt de ernstigste moeijclijkheden niet weg, welke voortspruiten uit de gestadige lusschenkomst vau Ooostenrijk in de binnenlandsche politiek der kleine onafhan kelijke staten van noordelijk Italië. Rotterdam 26 februarij. Heden zijn afgedaan 2000 balen Necransie rijst tot f 5J. (Reeds aan de geabonneerdeu op ons bulletin medegedeeld.) 3S eelintp prijzen. Rotterdam 28 februarij. Heden werd veel geveild doch de stemming was flaausv, en er bestoud alleen kooplust tot iets lagere prijzen, zoodat er wei nig is gedaan. Ouberoofde gold f211 a f 24. Wortels waren zeer gevraagd. füraanmnrkten. Amsterdam 28 februarij. Tarwe en gerst onveranderd. Raapolie op zes weken ƒ431. Lijnolie op zes weken /31J. Koolzaad 76} p. vi.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1859 | | pagina 3