waarvan volgens uwer excel!, verklaring, genoegzaam geen ge-
bruik wordt gemaakt.
3. Zullen de 16 havens op Java enkel voor den uitvoer geo
pend zijn
4. Zullen enkele der bedoelde 16 havens voor den invoer
worden open gesteld, en zoo ja, welke
Deze beide vragen wenscht de kamer te gelijker tijd te beant
woorden, om het naauwe verband, dat tusschen dezelve bestaat.
De kamer is voor het openstellen voor den uitvoer, van al die
havens welke voor den afvoer van producten van belang kun
nen worden geacht, waardoor dan het verzeilen naar de hoofd
havens vervalt.
Het openstellen van al deze havens voorden invoer acht de
kamer niet wenschelijk. Zij kan zich niet voorstellen dat daar
aan behoefte bestaat en voorziet daaruit groote uioeijelijkheaen.
Een geringer getal komt haar voldoende voor. De aanwijzing
daarvan te doen door het bestuur op Java, dat in die keuze
ouder anderen zoude moeten worden geleid door: meerder of
minder afstand van de driehoofdhavens; beter of minder goede
gelegenheid tot het vervoer der aangebragte goederen naar de
binnenlauden; de veiligheid der havens als ligplaats van sche
pen, en de talrijkheid der bevolking in de nabijheid gevestigd.
5. Zal het onder no. 46 van het iudische Staatsblad vari 1841
opgenomen besluit van den gouverneur generaal van Neder-
landsch Indie geheel worden ingetrokkeu waar het thans werkt,
als waar het met 31 mei aanstaande in werking zou komen?
De kamer wenscht dat in iedere haven die is opengesteld of
waar dit het geval zal zijn, het stelsel van differentiele regten
zoo wel bij den uit- als bij den invoer worde toegepast, en dus
ook de certificaten van nederlaudschen oorsprong worden er
kend. Indien daartegen eenig bezwaar mogt bestaan, behooren
deze havens gesloten te blijven, tot dat dit bezwaar uit den weg
is geruimd.
Ten slotte dringt de kamer er met nadruk op aan, dat
slechts dan in Iudie havens mogen worden opengesteld, wan
neer het indisch gouvernement verzekerd is ze behoorlijk met
bekwame en eerlijke ambtenaren te kunnen bezetten.
De heeren Lebobe en Verrue van Zandvoorde te Parijs heb
ben, als vertegenwoordigers eener aldaar gevormde maatschap
pij, concessie gevraagd voor den aanleg van een spoorweg van
Nieuwediep over Alkmaar naar Haarlem. Zij verklaren, dat zij
in staat zijn hetdaartoebenoodigdekapitaal.dat op 15,500,000
francs of op 216 000 francs per ned. mijl wordt geraamd, te
bekomen. Zij zijn derhalve geneigd den aanleg van dio lijn op
zich te nemen ouder de volgende voorwaarden
1. Subsidie der regering van 25 pet. of 3.875,000 francs.
2. Vrijdom van registratie en overschrijvingsregten voorden
aankoop van de benoodigde gronden, benevens vrijdom van in-
voerregten voor de tot den aanleg en de exploitatie van den weg
vereischte bouwstoffen en het materieel.
3. De fortificatie-werken, die ten gevolge van den spoorweg
moglen noodig worden geacht, zullen door den staat bekostigd
worden.
De maatschappij verbindt zich om een waarborg-kapitaal
van 600,000 francs te storten.
Behalve het ventilatie-toestel inde vergaderzaal der tweede
kamer, zal er ook nogeene andere verbetering in worden aange-
bragt. Zoo als bekend is, was de bevoegdheid om aan de dag
bladen verslagen van de zittingen te geven tot hiertoe in zoo
verre gemonopoliseerd, dat tot dal einde slechts aan enkelen
toegang binnen de enceinte der kamer was verleend. Reeds
met de eerste zitting der tweede kamer zal hierin verandering
komen, want vóór de publieke tribune, en iets lager dan deze,
wordt thans eene tweede tribune gebouwd, waar voortaan allen
zullen plaats nemen, die ten behoeve der dagbladen verslagen
dor zittingen zullen wenschen te leveren.
llenoeEnin^en en besluiten.
Goedgevonden bij besluit van 4 november II., den heer Franz
Victor von Wattenwijl, ook genaamd de Watteville, militairen
intendant der 2de kl., benevens zijne wettige nakomelingen, in
te lijven in den Nederlandschen adel, en hem tevens te verlee-
nen den titel van baron, overgaande op zijne wettige manne
lijke nakomelingen, bij regt van eerstgeboorte.
liLerli-eai scJaooInieuw».
Door den algemcenen kerkeraad der nederduitsche hervormde
gemeente t.e Arnhem is beroepen ds. J. Stemberg, predikant te
Hoorn.
SBiarisie en I<eg-er.
Naar men verneemt heeft Z. M. de koning het aantal mili-
cionv 'n '1C'' Jaar *859 voor het gewoon contingent te liglen
i.cpaalu op 9402 manschappen, aldus verdeeldZuidholland
jjGG, Noordholland 1534, Noordbrabant 1166, Gelderland
1139, Vriesland 771, Overijssel 663, Limburg 596, Groningen
588, Zeeland 469, Utrecht 454 en Drenthe 256.
Van Hellevoetsluis schrijft men dat den 1 maart aanst.
nog naar Batavia zullen vertrekken met het schip Eugenie, ge-
zagv. Bargman, de luitenant ter zee 1ste klasse A. L. Palm en
de adjunct-administrateur H. J. van Haaften Cluwen.
Met den 16 dezer wordt op Zr. Ms. wachtschip te Wil
lemsoord geplaatst de luitenant ter zee 1 klasse, W. H. baron
van Heerdt.
Afloop verkooping-en en aanbestedingen.
Middelburg 3 februarij.
Een huis en erve, Korendijk, P no. 56. Verkocht voor f 300.
Oost- en Westsouburg 4 februarij.
Eene hofstede met 12 b. 23 r. 80 e. land, gemeente Oost- en
Westsouburg, verk. voor f12817. 7 b. 14 r. 10 e. bouw-en
weiland aldaar, verk. voor f 5965. 37 r. 40 e. weiland aldaar,
verk. voor f 380. 5 b. 61 r. 5 e. wei- en bouwland aldaar, verk.
voorf 5268,75. 80r. 60e. bouwland aldaar, verk. voor f752,75.
1 b 61 r. 40 e. bouwland aldaar, verk. voor f 1689,50. 70 r-
90 e. bouwland gemeente iütthem, verk. voor f785. 3 b. 32r.
45 e. bouw- en weiland, onder Rilthem en VJissingen
verk- voor 3265. 68 r. 60 e. weiland, gemeente Ritthem, verk'
voor f 660.
Thermometersiand.
4 februarij. 's avonds 11 ure. 37 gr.
5 's morgens 7 36 a
's middags 1 39
's avonds 6 38 u
0 's avonds 11 u 36
6 's morgens 7 36
u 's middags 1 n 42
's avonds 11 u 39
7 '8 morgens 7 38
1 's middags 1 u 45
's avonds 6 n 42 u
Meteorologische \va»riiessasngen 9
gedaan op 's rijks werf te Vlissingen, des middags 12 ure.
January februarij 1859.
Wind
Barometer
I bij 0° 1
a
iö
ËH
=-
a
bi)
Laagste
temperat.
enverschil
met de
hoogste.
Aanmerkingen
bb
Kracht. j
11
Spanning
den dan
30 Z. ZW.
3
753.4
8.0
0.93
7.71
5.3
5.0
+10.5
dik betrokken.
31
z. ZW.
3
754.5
5.1
0.81
5.67
8.7
3.0
8.5
dik betrokken.
1
Z. t. w.
3
7(51.1
3.7
0.90
5.70
o.c
1.5
-/ 8.5
dik betrokken.
2
w. t. z.
0
748.4
6.4
0.76
5.70
14.0
2.0
"12.0
hoijig dikke.
3
N.NW.
8
760.£
4.4
0.85
5.69
5.4
4.0
8.0
buijig bewolkt.
4
Z.t.W.
4
7(57-8
4.2
0.73
4.82
2.0
2.0
8.0
bijna helder.
5
Z.t. W.
8
756.7
2.6
0.91
5.39
1.0
2.0
8.0
dik buijig.
Oemeeuteraad van tioes.
Zitting van den 5 februarij.
Afwezig de heer van den Bosch, ongesteld.
De notulen der voorgaande vergadering zijn gelezen en
gearresteerd.
Wordt overgegaan tot de benoeming van een lid der plaat
selijke schoolcommissie, waartoe zijn aanbevolen de heeren
P. A. Hochart jr. en T. van Heel, waaruit eerstgemelde wordt
benoemd met 7 stemmen, hebbende de beer van Heel 2 stem
men bekomen, terwijl een briefje in blanco is.
De voorzitter opent de beraadslaging over bet nu reeds twee
maal aangehouden verzoek der koornmolenaars, om verminde
ring van cijns of recognitie.
De heer Saaijmans Vader merkt op, dat het ter vorige ver
gadering aangevoerd argument, als zouden de molenaars bun
bedrijf' als industriële onderneming gekocht hebben, onjuist is;
hij houdt staande dat bij het primitief koopcontract de gemeente
zich verbonden heeftgeene stichting van nieuwe molens in deze
gemeente toe te laten, zoo dat redelijk de gemeente gehouden
is die garantie gestand te doen; daarom zou hij voor inwilliging
stemmen.
De voorzitter bestrijdt de bewering als zou de cijns betaald
zijn, voor het uitsluitend regt tot malen, waarvan dc eigenaar
P. Remijn in 1809 zelf afstand heeft gedaan.
De heer Soutendam voegt daarbij, dat Adriaansein 1854
zelf heeft verzocht en verkregen, om bij de bestaande molens
nog eenen nieuwen te stichten, waardoor hij dus getoond heeft
het regt van uitsluitend malen niei te begeeren.
De heer van de Putte, vroeger vóór liet verzoek gestemd,
omdat hij meende dat er sprake van recognitie was, verklaart
tot de overtuiging gekomen te zijn, dat hier alleen sprake is van
cijns, tot welks afstand of vermindering de raad onbevoegd is.
In stemming gebragt, is liet verzoek met algemecne stemmen
verworpen, uitgezonderd die van tien heer Saaijmans Vader.
Burgemeester en wethouders leggen over een staat van voor-
dragt ter bcnoem'ng van een hulponderwijzer op de fransche
school, waarop voorkomen: 1C. Douw Snijder, secondant te
Zierikzce; 2. G. Hofstede, secondant tc Enschede; 3. II. J.
Nidelstein Walter, secondant te Steenbergen. Benoeming ter
volgende vergadering
Op voorstel van burgemeester en wethouders besluit de raad
tot overschrijving van de onvoorziene uitgaven over 1858 op
schrijfbehoeften f102, zegelkosten f 42, onderhoud gebouwen
f30.
Wordt medegedeeld dat zijn ingekomen do rekening der
leenbank in 1858, de rekening der gildenfondsen in 1858beide
gesteld in handen der financiële commissie.
Brief van de plaatselijke geneeskundige commissie, daarbij
tot lid aanbevelende de heeren dr. N. J. F. Verschoor en dr. C.
A. van Renterghem. Benoeming ter volgende vergadering.
Eenigo staatsbladen worden overgelegd, waarna de voorzit
ter voorstelt in beslotene zitting over te gaan tot beoordeeling
der ingekomene reclames tegen de aanslagen in den hoofdclij-
ken omslag over 1859.
Alvorens daartoe over tc gaan, brengt dc heer de Knokkc
van der Meulen in liet midden, dat in de vorige vergadering,
zijns inziens, verkeerdelijk zijn afgewezen de verzoeken om
remissie over 1858 van A. Metz en J. van den Dungen; omdat
zij geene drie maanden in do gemeente hebben vertoefd, hadden
zij aanspraak opgcheele kwijtscholding.
De voorzitter bestrijdt dit, op grond, dat gedeelten van maan
den voor geheelo worden gerekend en zij in maart vertrokken
zijnde, moeten gerekend worden drie maanden in de gemeente
te zijn verbleven.
De heer dc Knokke van der Meulen spreekt ook over de af
wijzing van het verzoek des heeren dc Laat de ICanter, welke
heer in het bezit is eener verklaring van den burgemeester van
Gulpen dat hij aldaar van junij tot October is verbleven.
De voorzitter wijst op het reglement van orde, volgens het
welk voorstellen vreemd aan de orde van den dag schriftelijk
moeten worden ingediend.
Daarna gaat de vergadering in besloten zitting over en wordt
na heropening het kohier van den hoofdelijken omslag vastge
steld met 8 tegen 2 stemmen (die van de heeren Saaijmans
Vader en van Voorst Vader).
Hierop is do vergadering gesloten.
Öuitcnlanöscijc ttjöimjm.
Engeland.
Londen 5 februarij. II. M. de koningin heeft donderdag de zit
ting van het parlement met de volgende aanspraak geopend
Mylords en mijne heeren
//Terwijl ik, overeenkomstig de gewone wijze, het parlement
open, acht ik mij gelukkig, u mede te deelen, dat in den inwen-
digen toestand van dit land geene reden tot ongerustheid be
staat, en dat er vele redenen aanwezig ziju tot tevredenheid en
dankbaarheid. Armoede en misdaden zijn gedurende het laat
ste jaar aanzienlijk verminderd, en een geest van algemecne
tevredenheid beerscht alom.
De zegen van den alinagtige, verleend aan de dapperheid
mijner troepen in lndie en de bekwaamheid hunner bevelheb
bers, hebben mij in staat gesteld, diegenen voorbeeldig t.e kas
tijden, die nog tegen mijn gezag in opstand zijn, overal waar
zij het gewaagd hebben, mijne troepen te bestrijden, en ik ver
trouw, dat ik in een niet verwijderd tijdstip, in staat zal zijn
u de onderwerping van dat groote rijk aan te kondigen, en mijne
zorgen te wijden aan de invoering van verbeteringen en tot
uitwissching van alle sporen van den tegenwoordigen ongeluk
kige» strijd, nu ik, met uwe toestemming, het onmiddelijk be
stuur van dat gedeelte mijner heerschappij op mij genomen heb.
Ik achtte het noodzakelijk, bij proclamatie bekend te maken
de beginselen, waarvan ik voornemens was uit te gaan, en de
genade, welke ik geneigd was aan hen te schenken, die tot den
opstand waren verleid, doch die geneigd zijn tot hun pligt terug
te keeren. Ik heb bevolen, dat u een afschrift van deze procla
matie zal overgelegd worden.
Ik ontvang van alle buitenlandsche mogendheden de verze
keringen van hunne vriendschappelijke gevoelens. De aankwee
king en bevestiging van deze gevoelens, tot onschendbare
handhaving der openbare verdragen, en tot medewerking, zoo
ver mijn invloed zich uitstrekt, voor hel behoud van den alge
mcenen vrede, zal het voorwerp mijner voortdurende zorg zijn.
Ik heb met de*souvereinen, die het vredesverdrag van Parijs
van 1856 hebben onderteekeud, eene overeenkomst gesloten
betreffende de organisatie van de vorstendommen Moldavië en
Wallachye. Deze roumaansche provinciën houden zich nu on
ledig, hunne instellingen, volgens die overeenkomst, te regelen.
Een nieuw handelsverdrag, dat ik met den keizer van Rusland
heb gesloten eu dat u overgelegd worden, is een voldoend be-
wijs van de geheele herstelling dier vriendschappelijke betrek
kingen, welke onlangs ongelukkig verbrokeu waren en welke
zoo lang tusschen beide natiën, tot beider voordeel, hebben
bestaan.
De maatregelen, welke ik, in overeenstemming met mijn
bondgenoot, den keizer der Franschen, heb gemeend op dc
kusten van China te moeten nemen, hebben een verdrag ten
gevolge gehad, waardoor verder bloedvergieten is voorkomen,
en waardoor liet vooruitzigt wordt geopend op een veel uitge
breider handelsverkeer, met dat uitgestrekte en digt bevolkte
keizerrijk. Door een verdrag met den keizer van Japan heb ik
een nieuw veld voor handelsondernemingen geopend, met een
zeer bevolkt en hoogst beschaafd land, dat tot heden met angst
vallige zorg voor vreemdelingen gesloten was. Zoodra de rati
fication van deze verdragen zijn uitgewisseld, zullen zij u wor
den overgelegd. Ik heb de groote zelfvoldoening, u te kunnen
mededeelen, dat de keizer der Franschen heeft afgezien van
het stelsel der negeremigratie van de oostkust van Afrika, dat,