MI DDE LBHRGSC HE COURANT. LX0' 11. Dingsdag 23 Januarij. vtanlionïntjintjcri öinnenUmösd)r tijïnngrn. 1839. Deze courant verschijnt des dingsdagsdonderdags en zaturdags. Binnen deze gemeente en Vlissin- gen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure. De abonnementsprijs per drie maanden is 3, franco per post 8,40. De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens, op den dag der uitgave. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regel; van huwelijks, geboorte of doodbekeudnia kingen enz., van één tot zes regels f 1,50, voor eiken regel daarboven 22 cent. Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. Yoor elke plaatsing moet 35 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant. Editie van maandag avond 8 ure. VAN DET RIJKSBESTUUR,PROVINCIALE EN GEMEENTEBESTUREN. Bekend mak ing-. De burgemeester en wethouders van Vlissingon maken bij deze bekend Dat op dingsdag den 8 februarij aanstaande, des namiddags ten 1 ure, ten raadhuize aldaar, in het openbaar zal worden overgegaan tot de Verhuring van liet huig en erve zijnde een gemeente eigendom, staande en gelegen in de Beurs straat, wijk D no. 51, daaronder begrepen het lokaal van De beurs, gezegd Blei stads koffijhuis, in huur bij den heer IF. C. LOBRY tot den 1 mei 859. De voorwaarden, waarop de verhuring van genoemd perceel zal plaats hebben, liggen inmiddels voor gegadigden ter lezing op de secretarie der gemeente, van heden lot den dag der ver huring, van des voormiddags 10 tot des namiddags 3 ure (zon en feestdagen uitgezonderd). Ylissingen, den 22 januarij 1859. De burgemeester en wethouders voornoemd, J.W.CALLENEELS. De secretaris, MABILOT. !?Iiddelburg 24 januarij. De telegrafische gemeenschap heden namiddag weder her steld zijnde, geven wij als gewoonlijk hier achter het beursbe- rigt van heden. Men schrijft ons heden uit Vlissingen De tonnenlegger, alhier in dienst van het loodswezen ge bruikt wordende tot het nederleggen van tonnen, zich gisteren tot dat doel in het Oostgat bevindende, werd bij het terugkee- ren zoodanig door den hevigen wind overvallen, dat het geheele tuig over boord sloeg. Na het vaartuig alstoen voor anker gelegen te hebben, heeft de equipage zich in de boot begeven, en is daarmede na veel inspanning gelukkig op de hoogte van Zoutelande aangekomen. Men dacht heden morgen met een stoomboot naar de plaats waar het vaartuig ligt, te vertrekken, om het naar Vlissiugen te slepen, doch het is te vreezeu dat het na den gewoed hebbenden storm wel verloren zal zijn. De Ncderlandsche staats courant van 23 en 24 dezer bevat een rapport aan den koning van z. exc. den minister van staat, minister van koloniën, benevens afdrukken van het door dien minister gerigt schrijven aan de kamers van koophandel en fa brieken te Rotterdam, Amsterdam en Dordrecht, tot de open baarmaking van welke stukken Z. M. de koning bij kabinets rescript van 22 dezer, magtiging heeft verleend. Deze stukken hebben betrekking op de dezer dagen aan den koning ingezondene adressen met bezwaren tegen de door den gouverneur-generaal van Nederlandscli Indie, bij ordonnantie van 31 mei 1858 bevolene openstelling voor den algemeenen handel van 16 havens op en 3 buiten Java. De minister zegt daarbij dat de bedoelde verordening, om daarvan niets meer te zeggen, niet mei zijne zienswijze strookt, doch dat de dadelijke intrekking even weinig ware overeen te brengen met de waardigheid der regering als met het behoudend beginsel, dat eene regeringshandeling, door zamenwerking van en in overeenstemming met alle bevoegde magten daargesleld, niet dan bij volstrekte noodzakelijkheid moet worden gewraakt en vernietigd, omdat een later opgetreden bewindsman daarom trent eene andere meening is toegedaan. Er zijn gevallen, ver volgt de minister, waarin eer en pligt het kunnen gebieden, de gevolgen zijner dwalingen te dragen, althans ze voor een tijd aan te zien. Ik meen dat de nederlandsche regering door de openstelling der negentien havens op en buiten Java zich in zulk een geval gebragt zieten al waren de bezwaren, daarte gen door de adressanten geopperd, in alien deele gegrond, de j intrekking nogtans van dien maatregel, welke door het opper- j bestuur is vergund en door den gouverneur-generaal verordend, zoude, vooral wanneer zij zonder medewerking of voorlichting van dezen laatste geschiedde, om der gevolgen wille niet zonder bedenking zijn. Indien de adressanten iets meer te doen gehad hadden dan haar als wenschelijk uwer majesteit aan te prijzen, ik geloof dat zij, niet minder dan ik, voor de uitvoering hunner eigene voorstellen zouden hebben teruggedeinsd. Het zij echter verre van mij hunne bezorgdheid gering te schatten. Wetende dat uwe majesteit haar deelt en dat alles, wat strek ken kan tot heil van Nederland en Indie, hoogstdezelve leven dig ter harte gaat, heb ik gemeend, alvorens aan den mij door uwe majesteit opgedragen last te voldoen, de kamers van koop handel te Amsterdam, Rotterdam en Dordrecht, als vertegen woordigende den handelstand der steden uit welke de adressen tot uwe majesteit gekomen zijn, omtrent hetgeen der ncder landsche regering thans te doen staat, te moeten raadplegen. Een afschrift van het daartoe aan haar gerigt schrijven van 19 januarij jl., no. 15, wordt uwer majesteit hierbij eerbiedig aangeboden. Tevens voeg ik hierbij een afschrift van mijne missive aan de kamer van koophandel te Rotterdam van 20 dezer, no. 18, in antwoord strekkende op haar in de dagbladen openbaar ge maakt schrijven van 18 dezer, no. 24, bij hetwelk meer bepaal delijk de toepasselijk-verklaring van het indisch besluit van 23 j december 1841 (Staatsblad no. 46) op de opengestelde havens besproken wordt. Door de directie der Nederlandsche handelmaatschappij is dezer dagen de volgende circulaire aan heeren reeders gerigt: Amsterdam 1 januarij 1859. #Bij onze op 1 februarij a. p. aan de nederlandsche reederijen gerigte circulaire werd ons voornemen aangekondigd om, na eenig tijdverloop, verdere uitbreiding te geven aan den maatre gel om van de officieren op door ons bevrachte schepen de overlegging van een bewijs van afgelegd voldoend examen te vorderen. Na rijpe overweging en raadpleging van deskundigen, heb ben wij het raadzaam geacht de thans vigerende bepaling dat, naar gelaug de schepen twee of drie stuurlieden voeren, door den tweeden stuurman, of door den jongsten officier in rang, voldoend examen moet zijn afgelegd, door den navolgenden tweeledigen maatregel te doen vervangen. De door ons bevrachte schepen, beneden de 278 lasten groot, zullen een eersten en tweeden stuurman moeten voeren, waar van de eerste in zijn rang voldoend examen heeft, afgelegdter wijl de laatste, het zij als tweede, hel zij als derde stuurman, zal moeten geëxamineerd zijn. Schepen van 278 lasten of grooter charter zullen drie stuur lieden moeten voeren, waarvan de derde in ieder geval voldoend examen zal moeten hebben afgelegd: terwijl voorts het zij de eerste, het zij de tweede stuurman, mits elk in zijn rang, zal moeten geëxamineerd zijn. Al de bedoelde examens zullen moeten zijn afgelegd voor de groote vaart. Ten einde aan dezen maatregel eene behoorlijke werking te verzekeren wenschen wij, dat de aan de stuurlieden afgegeven diplomas aan ons vertoond worden, wanneer de charterpartijen ter teekening worden aangeboden. Met opzigt. tot de op voor uitreis vertrokken schepeu, zal echter onzerzijds genoegen wor den genomen met de overlegging van een afschrift van het be doelde stuk, mits door de reederij ten blijke van echtheid gewaarmerkt, dan wel van eene daartoe betrekkelijke verklaring der commissie, voor welke het examen hier te lande is afgelegd. Het is onze bedoeling de boven omschrevene nieuwe bepa lingen eerst na verloop van een half jaar iu werking te brengen, en alzoo voor het eerst toe te passen op de schepen die in onze bevrachting van de maand julij e.k. zullen worden opgenomen terwijl tot zoo lang de bestaande van kracht blijven. Voor zoo veel in onze bevrachtingen van julij e. k. en later schepen wor den opgenomen, die na uit. februarij e. k. op vooruitreis vertrok ken zijn, zullen ook deze in onzen maatregel worden begrepen, en wij nemen de vrijheid belanghebbenden hierop met deu meesten nadruk te wijzen, teneinde zij zich vóór het vertrek der schepen in staat stellen later, bij eventuele bevrachting, de verlangde bewijsstukken over te leggen. De gemeenteraad van Groningen heeft besloten, dat op het nieuwe gebouw der akademie Minerva aldaar een observato rium ten behoeve van het onderwijs in de scheepvaart zal wor den opgerigt. In den rolterdamschen gemeenteraad is ingewilligd hel op- rigten van eene bad- en zweminrigting aan den oever van het eiland Eijenoord. De commissie van oppertoezigt en beheer over de kweek school voor zeevaart te Leyden heeft haar jaarlijksch verslag openbaar gemaakt, waaruit blgkt dat de toestand dier iurig- ting in het algemeen gunstig is. Reeds zijn er subcommissie:! te Amsterdam, Arnhem, Dordrecht, Enkhuizen, Gouda, 's Ha- ge, Harlingen, Hoorn, Sneek, Utrecht, Zutphen en Zwolle ge - vestigd. Gedurende het driejarig bestaan der kweekschool zijn bij de marine aangenomen 145 jongelingen, als92 scheeps jongens, 30 ligtmatrozen, 18 bootsmansleerlingen, 4 stuur mansleerlingen en 1 scheepsschoolmeester. De kantonregter te Gorinchem heeft den 20 dezer uitspraak gedaan in de bekende zaak der dertig bouwlieden, die des zon dags hun hooi haddeu geborgen, uit vrees voor waterschade. Eenige hunner werden schuldig verklaard en hoofdelijk veroor deeld tot eene boete van vijf centen. Nu er iu Belgic plan bestaat tot het bouwen van een nieuw paleis van justitie te Brussel, vestigt het Weekblad van het, regt daarop de aandacht van hen, die sedert lang klagen over het ongeschikt lokaal voor ons hoogst regterlijk collegie. Het. zegt daaromtrent: Wij behoeven hier wel niet te heriuneren wat nopens liet regtsgebouw voor den hoogen raad in Neder land al is geschreven en gesproken en te opmerkelijker is het. plan, nu te Brussel beraamd, omdat het aldaar afgekeurde ge bouw een waar paleis mag heeten, bij liet vervallene n in een verloren hoek, die geen naam heeft," te 's Gravenhage, waar de hoogste vierschaar des lands nog steeds gehuisvest wordt, ondanks alle wenken, vertogen en adressen, onder anderen van wijlen den president Donker Curtius. Zal men dit alles zoo laten, tot dat in Brussel de laatste steen aan het. nieuwe regts gebouw gelegd is." Men rekent dat, zoodra de spoorweg van Koblentztoi Din gen, aan welken ijverig wordt gearbeid, gereed zal zijn en voor de openbare dienst beschikbaar en opengesteld, rlt-ze wee waardoor een dadelijk verband met. de zwitsersche spoorwegen zal zijn verkregen, van overgroot, belang zal worden bevonden voor het verkeer met Zwitserland en It a lie en dat een reiziger welke zich bijv. uit Edimburg in Schotland derwaarts wil bege ven, en zijnen weg over Ostende en Keulen neemt, binnen 48 uren Zurich zou kunnen bereiken. Naar de dagbladen melden, heeft professor Enusman, leeraa: aan de Realschule te Sletten, in de Poggendorfs Annalen be langrijke mededeelingen geplaatst nopens de aan te wenden middelen om aan luchtballons eene vooraf bepaalde rigting tc geven en te verzekeren. Wederom is in Algerie, in de provincie Oran een grijze reiccr geschoten, wejke aan een der poolen van een koperen hand was voorzien, ttttaropde nederlandsche koningskroon, en het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1859 | | pagina 1