de heer van Heiden Reinestein eindelijk bragt in herinnering
den inhoud der staten reeds in 1856 medegedeeld, omtrent de
plaatsen waar godsdienstoefeningen buiten kerkgebouwen toe
gelaten worden of niet, en zulks in verband met het gebeurde
dienaangaande in enkele streken, bepaaldelijk te Ossendrecht.
De minister van justitie heeft in eene uitvoerige rede de ge
maakte bedenkingen opgelost, en de ouderscheiden verlangde
inlichtingen gegeven.
De 9 eerste artikelen van de 1ste en 2de afdeeling zijn ver
volgens aangenomen. Heden voormiddag zou men de behande
ling voortzetten.
Het ontwerp van wet tot regeling van de afschaffing der sla
vernij in Oost laaie bevat o. a. de volgende bepalingenDe
gouverneur generaal bepaalt het tijdstip van de afschaffing der
slavernij. De afschaffing der perkhoorigheid op Banda wordt
afzonderlijk geregeld. Voor 1 januarij I860 worden perkhoo-
rigen even als eigenlijk gezegde slaven, van den band der perk
hoorigheid ontslagen. Aan meesters van slaven, die volgens
deze wet vrij worden verklaard, wordt op verzoek vergoeding
verleend. Vrijverklaarden genieten de zelfde regten en zijn aan
de zelfde verpligtingen onderworpen als de overige inlandsche
bevolking. De uitgaven komen ten laste der indisclie begroo
ting. De kosten der vergoeding zijn geraamd op 10 a 14 ton.
UutU'iilanbscljc tijiiingrii.
Gneeland.
Londen 26 november. Deleden der universiteit hebben eer
gisteren, in eene algemeene vergadering eene commissie van
tien leden benoemd, die belast zal worden zich met de regering
te verstaan, ten einde, bij de aanbieding eener hervormingswet
aan het parlement, twee plaatsen in het lagerhuis voor de uni
versiteit te verwerven, die thans elf honderd leden sterk is. Bij
de beraadslagingen hierover zeide een der leden dat de heer
Bright voornemens was voor te stellen dat aan de uuiversiteit
van Cambridge en Oxford haar regt van vertegenwoordiging in
het parlement ontnomen worde, weshalve de uuiversiteit van
Londen niet op de ondersteuning des genoemden vertegen
woordigers van Birmingham zal kunnen rekenen, tot verkrij
ging der vervulling van eene sedert langen tijd gedane belofte,
dat zij in het lagerhuis vertegenwoordigd zal worden, zoo als
zulks thans met de universiteiten van Oxford en Cambridge het
geval is.
De berigfen uit New-York van den 13 dezer melden stel
lig, dat het gouvernement heeft besloten aan het congres in
deszelfs aanstaande zitting eene verhooging van het invoerregt
op thee en suiker, of op thee en kolïïj voor te dragen, tot dek
king van het tekort waarmede de schatkist der Unie door de
aanhoudende flaauwheid van den invoerhandel bedreigd wordt.
Talrijk zijn de klagten, welke bij lord Malmsbury inko
men betreffende de mishandelingen door eugelsche onderdanen
in Mexico ondergaan, op een dier klagten heeft lord Malmesbu-
ry dezer dagen geantwoord, dat de verwarde toestand, waarin
Mexico verkeert, het H. M. regering moeijeiijk maakt te beslis
sen op welke wijze zij voor de door engelsche onderdanen on
dergane beledigingen voldoening zal erlangen, tl. M. regering
heeft echter de daartoe Ie nemen maatregelen ju overweging
genomen en lord Malmesbury heeft betreffende deze aangele
genheid eene briefwisseling met den britschec gezant in Mexi
co aangeknoopt.
De admiraal Lyons is in 68jarigen ouderdom te Arundel
Castle overleden. Hij laat eene zoon en twee dochters na. Zijn
zoon is gevolmagtigd minister bij het hof van Toskane. Hij had
nog een zoon, die als kapitein van de Miranda in den oorlog
tegen Rusland, bij Therapia gesneuveld is.
De Great Eastern, die, gelijk men weet, in handen eener
nieuwe maatschappij is overgegaan en nog tusschen de 100,000
en 120,000 pond sterling vereischen zal, alvorens zee te kunnen
bouwen, zal denkelijk tegen het midden des volgenden zomers
zijne eerste reis kunnen maken. Volgens de dagbladen komt dat
schip het eerstin de vaart tusschen Engeland en Canada, maar
zal waarschijnlijk later voor de gemeenschap met het rijk van
Indie gebezigd worden.
Door de walvischvaarders heeft men hier te lande berigt,
dat kapitein M. Ciintock, wieu het zoeken van sporen der
schepen van sir J. Erankliu is opgedragen, in begin van augus
tus met zijn schip Eox in Pondsbaai gezien is, en dat hij zich
daar met talrijke groepen Eskimoos in verbiudtenis had gesteld.
Londen 27 november. In een artikel, voorkomende in The
morning herald van heden, wordt uiteen gezet dat de bekende
zending van den heer Gladstone naar de Ionische eilanden is
geschied volgens het juiste voorschrift der traktaten van 1815.
Eene verdeeling dier eilanden of hunne toevoeging bij Grie
kenland zijn onderwerpen, welke alleen door een congres zou
den kunnen besproken worden.
Het engelsche gouvernement is geenszins voornemens om
eenige verandering voor te stellen, waardoor zulk een daad zou
noodzakelijk worden en waardoor ieder ontwerp, hetwelk zich
ten doel stelt de verbetering der betrekkingen met de Ionische
eilanden op grond van beslaande traktaten, zou worden krach
teloos gemaakt.
De denkbeelden, vroeger uiteen gezet in de depeches van sir
John Young, zijn door dien heer zelveu later onuitvoerlijk ge
noemd.
Ten aanzien der laatstgenoemde depeche3 is door sir Bul-
wer Lytton eene klagte ingediend tegen de directeuren van het
dagblad Daily news, welke ze in haar geheel hebben medege
deeld, zonder de bron t,e kannen aanwijzen waaruit ze tot hen
gevloeid zijn. De heer Guernsey, die deswege heden voor den
magistraat in Bowstreet was gedagvaard, is naar eene regtbank
verwezen als beschuldigd van diefstal, gepleegd op het departe
ment van koloniën, dier depeches, welke betrekking hadden op
de Ionische eilanden.
BSsaitscEïlacsd.
Berlijn 26 november. De verwachting dat het nieuw benoem
de ministerie verscheidene opperpresideuten of hoofden van
gewestelijke besturen, bij welke het geene instemming in zijne
politieke en administratieve beginselen vond, vervangen zou,
heeft reeds eene bevestiging ontvangen: de heer von Kleist
Retzow is door den prins regent eervol ontslagen als opperpre-
sident van het bestuur der Rhijnprovincie.
De Kölnische Zeitung deelt het volgende schrijven mede
//De uilslag der verkiezingen lot zamenstelling der nieuwe ka
mer van volksafgevaardigden te Berlijn is hier reeds onge
veer voor de helft bekend, en uit onbetwistbare cijfers blijkt
dat het nieuwe ministerie met glans de zege heeft behaald. Een
vijfde van het aantal personen, wier verkiezing hier bekend is,
kan men voor aanhangers van de Jeenregtelijke begrippen en
van de staatkunde des vorigen kabinet,s houden en ruim drie
vijfden voor aanhangers van het. tegenwoordige ministerie, ter
wijl het overige vijfde deels uit mannen van hier onbekende
denkwijze bestaat endeels uit katholieke vertegenwoordigers
tier poolsche bevolking, welke gewoonlijk uitsluitend poolsche
belangen beoogen liet maakt in hoogcrc kringen eenen diepen
indruk te zien hoe de ultra-conservatieve of oud-pruissische par
tij, die zoo veel invloed had welen te verwerven, thans in het
niet verzinkt en plotseling van het politieke tooneel als wegge
vaagd wordt. Zoo blijkt het dat die partij niet den minsten
steun in den geest vau liet pruis'sische volk hadzelfs hare meest
gevierde hoofden hebben bij hunne vroegere kiezers het onder
spit gedolven; zoo hebben de heeren Wagener en von Gerlach
vruchteloos moeite gedaan om herkozen te worden.
Aan den anderen kant zijn ook, zoo ver hier bekend is, ner
gens woelgeesten of lieden van demokratische denkwijze ge-
kozen.
Het katholiekgezinde gedeelte der nieuwe kamer zal onge
twijfeld het ministerie ondersteunen.
De zege van liet ministerie is van te meer beduidenis, daar zij
niet door den invloed der provinciale besturen, maar op vele
plaatsen in weerwil daarvan behaald is."
Te Nürnberg zijn een aantal reglsgeleerden, door de on
derscheiden duitsche regeringen daartoe afgevaardigd, werk
zaam geweest om een algemeen liandelswetboek voor Duitsch-
land te ontwerpen. Deze conferentie heeft, een ontwerp opge
steld en dat thans in druk openbaar gemaakt, ten eiude
daarover het oordeel van het publiek le vernemen alvorens zij
de laatste hand aan haar werk legge.
Belfiie.
De Moniteur beige behelst eenen vergelijkenden staat
van Belgies buiteulandsche handel en scheepvaart, van het
jaar 1836 lot en met het jaar 1857. liet handelsverkeer (de
geheele in- en uitvoer te zatneu genomen) bedroeg in 1836 eene
waarde van 374,541,000 francs, en in 1857 eene waarde van
1,631,560,000 francs, berekend naar de sedert vele jaren vast
staande prijscourant: het is dus iu dat tijdvak met 335 pet.
toegenomen.
In 1857 liep het handelsverkeer van Belgie (de algemeene
in- en uitvoer te zamen genomen), berekend naar de werkelijke
marktprijzen, over eene waarde van 1,Si 9,000,000 fr.
De scheepvaartbeweging, alle onder belgische en vreemde
vlaggen binnengekomen en uitgegane schepen te zamen geno
men, bedroeg iu 1836 eene scheepsruimte van 467,741 tonnen
en iu 1857 van 1,180,835 tonnen, dat is eene vermeerdering van
152 pet.
De toeneming van den handel eu de zeevaart van Belgie is
het snelst geweest in de laatste jaren.
Van wege het fransche gouvernement worden de te Be-
san§on in de openbare boekerij bewaarde handschriften van
den kardinaal Granveile in druk uitgegeven, zoo ver zij Frank-
rijks geschiedenis betreffen. Ons gouvernement heeft aanzoek
gedaan om van het overige van die bescheiden mededeeliug te
bekomen, en heeft dezer dagen van den franschen minister van
buitenlandsche zaken een gunstig antwoord ontvangen, hoewel
wegens een kortstondig beletsel aan dat verzoek niet dadelijk
kon voldaan worden.
De koninklijke commissie voor Belgies geschiedenis, welke
door de Koninklijke belgische akademie van wetenschappen,
letteren en schoone kunsten uit haar midden is benoemd, heeft
eenigen tijd geleden eenen deskundige, den heer van Bruysscl,
naar Engeland gezonden om er in archieven en bibliotheken
bescheiden op te sporen, die voor de geschiedenis van Belgie
van belang zouden kunnen zijn. Hij heeft reeds eenige lijsten
van zoodanige stukken in particuliere boekerijen, in de archie
ven van het geregtshcf van den lord kanselier en in het Britsch
museum bewaard wordende, overgezonden,a!smede afschriften
van vele door prins Willem I van Oranje geschreven Inleven,
waarvan de originelen in het Britsch museum voorhanden zijn
Deze afschriften zijn door de commissie ter beschikking van
den heer Gachard, 's rijks archivaris, gesteld, om le dienen tot
verrijking der door hem uitgegeven //Briefwisseling van Wil
lem den Zwijger."
B^ranlkrijk.
Parijs 27 november. Bij de behandeling der zaak van den graaf
de Montalembert op woensdag voor het geregtshofder correc
tionele policie was slechts een zeer beperkt aantal personen in
de regtszaal toegelaten den redacteurs der dagbladen was ver
gund daar te komen, maar verboden aanteekeningen te maken.
Men verwachtte dat de heer de Montalembert zelf het, woord
zou voeren, doch is in die verwachting teleurgesteld. De kei
zerlijke procureur deed den geest van het bewuste artikel uit -
komen; hij wees ophet antinationaal karakter daarvan en op be
woordingen, welke, volgens hem, strekten om door hatelijke
vergelijkingen onze instellingen bij die van Engeland te vernede
ren zonder daarover lang uit te wijden, las hij de zinsnede voor
wegens welke de heer de Montalembert thans te regt stond. De
verdediging van den heer Berryer was hoogst belangrijkhij
ving aan met eene korte levensschets van zijn cliënt en eene
herinnering aan diens deelneming aan de staatkundige gebeur
tenissen van zijn tijd; vervolgens betoogde hij dal het geïncri
mineerde artikel niet het aanvallend karakter had dat daaraan
toegeschreven werd wel had de heer de Montalembert zijn
leedwezen te kennen gegeven over het ophouden van vroeger
bestaande instellingen, welke hij lief had gehad en waarmede
het land Jangen tijd genoegen had genomen, maar was dat dan
verboden De heer Berryer bewoog zich hier op een zeer kiesch
terrein en herhaaldelijk riep de voorzitter hem tot de orde,
vooral was zulks het geval toen despreker,eene vergelijking
makende tusschen de tegenwoordige constitutie en de vorige,
wees op de beperkingen welke de tegenwoordige in de open
bare vrijheid heeft gebragt. De heer de Montalembert is beslo
ten van dit vonnis in appel te komen. De uitslag van het regts-
geding is reeds gemeld.
Het tijdelijk bestuur, hetwelk volgens de bepalingen der
parijsche conferentie in Wallacfiye sedert kort het hoog gezag
uit oefent, en vooral tot taak heeft onder de verkiezingen de orde
en rust in stand te houden, is reeds door onderlinge verdeeld-
Jieid verzwakt: van de drie leden,waaruit het bestaat, heeft een
de heer Katardschi, zijn ontslag genomen omdat hij zich niet
tonde vereenigen met de handelingen zijner amblgenooten. die
de beweging der gemoedereu met dwangmiddelen betoomen
en leiden wilden.
Volgens brieven uit Milaan dd24, openbaart, zich aldaar
in de laatste dagen een oproerigen geest, gelijk in 1848. Bij
nacht wordt de kreet: Leve Italië! gehoord. Sedert den 21
doorkruisten talrijke patrouilles de stad. Men heeft, opgemerkt
dat het verbruik van regie-sigaren sterk is verminderd.
Parijs 27 november. Te Marseille zijn uit Tourane nadere
tijdingen ontvangen omtrent de fransch-spaansche expeditie
tegen Cochin-China. Zij gaan tot den 4 september. De gealli
eerden hebben de stad Jouron en de versterkingen van Jeupon
ingenomen eu 200 kanonnen buil gemaakt. Het verlies van
deu vijand is belangrijk geweest.
De Cochin-Chmezen trokken, naar ruen zegt liouderduizend
man bijeen rond de hoofdstad, maar tot hiertoe hebben zij
slechts zwakke wederstand geboden.
Twee door den vijand bemagtigde Franschen zijn opon-
menschelijke wijze mishandeld.
Heden of morgen verwacht men in den Moniteur eene
formele logenstraffing van alle oorlogzuchtige geruchten welke
in den laatsten tijd verspreid zijn, eu waarbij o. a. bepaald van
onecnigheden met Oostenrijk wordt gesproken.
Italië.
Uit Rome wordt geschreven dat zich eenige omstandig
heden voordoen, welke schijnen aan te duiden dat de verstand
houding tusschen het fransche en pauselijke gouvernement in
den laatsten tijd minder hartelijk is geworden. Voor deze ver
andering worden verscheiden oorzaken opgegeven: hieronder
behoort de houding van den franschen gezant in dc zaak van
den israëliet Mortara, en c!e vrijhei i welke aan de dagbladpers