MIDDELBÜRGSCBE COURANT. 1858. 27 November. N0- 142. Zaturdag Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags. Binnen deze gemeente en Vhssm- gen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure. De abonnementsprijs per drie maanden is 3, franco per post f 3,40. De inzending van ad verten tien kaa geschieden tot tien ure des morgens, op den dag der uitgave. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regel; van huwelijks, geboorte of doodbekendma kingen enz., van één tot zes regels f 1,50, voor eiken regel daarboven 22 cent. Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. Voor elke plaatsing moet 35 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant. Editie van vrijdag avond 8 ure. JianiioiiLfiginijtn VAN IIET RIJKSBESTÜDR.PROVMCIALR EN GEMNTIBESTGBEN. lüekemlmalkiiBg. De burgemeester en wethouders van Veere maken bij deze bekend, dat op diugsdag deu 30 dezer maand, des middags ten 12 ure, ten raadhuize, in het openbaar zal worden overgegaan tot de uitlotang van,tien nummers, ad tien gul den ieder, der achterstallige loopende schulden ten laste der- zelve gemeente. Veere, den 13 november 1858. De burgemeester en wethouders voornoemd, F. 13. FOCK. De secretaris, J. P. VAN DEN HEUVEL. yinnrnlanböcljr tijbingm. .IfidiSelbuj'g .36 iiovejuiber/ Heden heeft de procureur-generaal bij den hoogen raad zijne conclusien genomen inzake 11. Lammens c. s. tegen het be stuur der domeinen, betrekkelijk dc gronden begrepen in de concessie van schorren, in het voormalig Siaals-Vlaanderen, verleend door Napoleon I aan deu generaal van Darnvne, en waarbij het voornamelijk de vraag geldt tot welke gronden de concessionarissen geregtigd zijn, ingevolge de concessie, en of de zoogenaamde eilanden in liet Zwin, welke sedert zijn opge komen en aangewassen, daarouder behooren te worden begre pen. Die conclusien strekken tot verwerping der cassatie, door voornoemde H Lammens c. s. gevorderd vau liet arrest van het hof van Zeeland, 14 april 1857, ten voordeele van het domeinbestuur gewezen. In der tijd heeft een geding ten laste vau den heer F. C. S. Schultz, genees-, heel-en verloskundige te Vlissingen, beklaagd van, onbevoegd, de inwendige geneeskunst te hebben uitge oefend, zeer de aandacht tot zich getrokken. Na in onderscheidene instautien door velerlei regtscollegien behandeld te zijn, is die zaak beëindigd met de vrijspraak van den beklaagde, bij arrest van het provinciaal geregtshof in Zuidholland van den 24december 1857, hoofdzakelijk opgrond dat het openbaar miuisterie in gebreke was gebleven te bewijzen dat zekere instructie voor de heelmeesters ten plaltelande be hoorlijk te zijuer keunisse was gebragt en dat de heer Schultz, als geexamiueerd in- en als ten plaltelande toegelaten tot de behandeling vau inwendige ziekten, aldaar tot die behandeling bevoegd is, ook al inogt er geen voor hem verbindende instruc tie bestaan. Ten laste van den zelfden heer is thans cp nieuw eene pro cedure aangelegd, welke heden middag voor het kantonge* regt te Vlissingen werd behandeld, en wel ter zake van het des onbevoegd als genees-, heel- en verloskundige bij voortduring geneeskundig behaudelen van- en voorschrijven van genees middelen voor inwendig gebruik aan een aldaar woonachtig persoon, lijdende aan eene eat haraal gastrische ziekte, vanaf 30 augustus tot op zijn overlijden, den 11 october dezes jaars. Na verhoor var. eene getuige werd door den heer mr. P. J. G. van Diggelen, advocaat te Middelburg, als gemagtigde van den beklaagde, namens dezen op de vragen van den kantonregter verklaard dat hij was onbekend met eene instructie voor heel meesters ten platten lande, doch dat hij bij zijne toelating wel een eed had afgelegd. Beklaagde was alleen bekend met de wet van het jaar 1818. Daarna is door het openbaar ministerie geëischt dat de be klaagde zou worden schuldig verklaard aau het hem bij dag vaard ten laste gelegde feit, en derhalve veroordeeld tot eene geldboete van f 25 en de kosten van het gedingboete en kos ten des noods invorderbaar bij lijfsdwang. Door den heer gemagtigde van den beklaagde is daarop ge - CO:icludeerd, dat de dagvaarding berust op de meening dat art. 4 van zekere instructie voor de heelmeesters ten plattelande zou zijn overtreden; dat, mogt deze alverbindend zijn, zou moeten worden bewezen 1. dat het ten deze geldt eene inwen dige ziekte en 2. dat die was gevaarlijken slepend dat de be klaagde bij zijn verhoor voor den heer commissaris van policie geenszins heeft erkend noch kon erkennen dat het hier zou gelden eene inwendige ziekte, aangezien noch de kunst noch de wet eeue grens tusschen in-en uitwendige ziekten stelt, doch wel dat hij inwendige geneesmiddelen heeft voorgeschreven. Voorts dat bij arrest van het provinciaal geregtshof van Zuid- holland van 24 december 1857 in eene zaak ten laste van den zelfden gedaagde ju substantie is uitgemaakt dat eeuigerlei be staande instructie voor heelmeesters ten plattelande den beer Schultz niet behoorlijk 1er zijner kennisse was gebragt en alzoo ook voor hein niet verbindende is. Doch ook afgescheiden van zoodanige instructie is ten deze geene strafbare daad gepleegd, daar het onbetwist is dat de heer Schultz genees-, heel- en verloskundige ten platten lande is en de gemeente Vlissingen onder het platteland moet gerang schikt worden. Dien ten gevolge concludeerde hij tot vrijspraak, de kosten te dragen door den staat. Door het openbaar ministerie gepersisteerd wordende bij zijnen eisch, heeft de kantonregter de uitspraak bepaald op heden over acht dageu, des middags ten 12 ure. De stoombootdienst tusschen Middelburg en HotttrJam wordt nu weder geregeld voortgezet, zonder dat zich belang rijke storing door ijs voordoet. Bij Zr. Ms. besluit van 20 dezer (Staatsblad no. 79), is ver nietigd eene uitspraak van gedeputeerde staten van Zeeland van 22 october jlwaarbij op twee adressen van A. H. G. Fok ker, als penningmeester van het natuurkundig gezelschap te Middelburg, houdende bezwaren respectivelijk over liet door den controleur van de directe belastingeu en het kadaster, bij gelegenheid zijner jaarlijksche opnemingen in 1857, schattea en belastbaar stellen van een aan dat gezelschap toebehoorend huis en erve te dier stede, hetwelk, sedert de daarstelliug van het kadaster, in de kadastrale stukken als on belastbaar had ver meld gestaan, en over den daaruit voorlgevloeiden aauslag in de grondbelasting, was verklaard geworden dat ec geeue be voegdheid bestond, bij gelegenheid dier opneming gedacht per ceel te schatten en belastbaar te stellen, en tevens de vroeger daaraan toegekende vrijdom gehandhaafd was, met teruggave van den beklaagden aauslag. De Nieuwe rotteraamsche courant heeft een telegram uit Triest met berigteu uit Batavia van den 9 october. Onder de aldaar aangekomen schepen bevond zich het barkschip Nooid- ster, gez-1. Luleyn, laatst vau Siugapore. Tot leden der kamer vau koophandel en fabrieken te Vlissin gen zijn herkozen de lieeren F. Wibaut, B.Flander en C.Goerte. Dezer dagen werd in de gemeente Groede een arend gescho ten, waarvan de vleugels tezamen eene lengte hadden van twee nederlandsche ellen; terwijl inde gemeente St. Kruis, aan de zoogenaamde linie, een lepelaar is gevangen na bevorens te zijn aaugescboten. Beide deze vogels zijn in die streken zeer zeld zaam, en de verschijning geeft menigeen aanleiding tot voorspel ling van een harden winter. Zoo nien weet is bij koninklijk besluit van 15 julij 1858, no. 56, eene staatscommissie benoemd tot het doen van onderzoek naar en het aan den koning uitbreugen van een verslag omtrent de mogelijkheid om een goed verband te brengen tnsscheu de rijksveldwacht en het wapeu der koninklijke maréchaussée, en wijders omtrent de beste middelen waardoor, of wijzen waarop dat verband zou kunnen worden daargesteld, ten einde meer dere gelijkheid in de bedeeliug der rijkspolitie tusschen de ver. schillende provinciën aan te brengen. Het rapport dier com missie is thans openbaar gemaakt en als slotsom van haar onderzoek heeft zij aan den koning ter daarstelliug eener doel matige, over het. geheele koningrijk gelijktijdig, eenvormig en doelmatig werkende rijkspolicie voorgesteld dat zoowel de koninklijke maréchaussée als de bestaande inrigting der rijksveldwacht zullen worden ontbonden en tot een geheel gevormd dat er in ieder kanton, zoo veel doenlijk in derzelver hoofd plaatsen, eene of meerdere brigades koninklijke maréchaussée, onder bevel van eenen brigadier of wachtmeester, zullen wor den gevestigd en gekazerneerd, in welke brigade levens zal of zullen zijn opgenomen de noodige rijksveldwachters, opzieners van de jagt en visscherij, die, even als de buitengewone rijks veldwachters, onder het toezigten gezag van den brigadekom- mandant, zullen zijn en blijven gesteld, doch met outheffiug der kleediug en wapening van de maréchaussee, alsmede van teekenen zullen zijn voorzien, als voor de uitoefening hunner respective betrekking dienstig zal worden geoordeeld dat in de hoofdplaatsen der arrondissementen een wacht meester aan het- hoofd der brigade zal slaan, onder wiens bij zonder toezigt en gezag de onderscheidene brigades in het arrondissement hare diensten zullen verriglenen die zijnerzijds onder het toezigt en de leiding van den officier van juslitie een wakend oog zal houden op alles,wat met betrekking tot het beheer en de belaugen der rijkspolicie door de ouder zijn beheer staande brigades wordt verrigt dat zoodanig ingerigte arrondissementen van rijkspolicie eenen luitenant der maréchaussée aan hun hoofd zullen hebben meer bijzonder belast met alles wat de militaire tuchl, discipli ne en administratie betreft, en tevens alle zoodanige diensten ten behoeve der rijkspolicie zullen verrigten. als waartoe zij door de bestaande of nader daar te stellen wetten en verorde ningen in hunne hoedanigheid van hulpofficieren van justitie gehouden zijn dat die onderscheidene luitenantschappen in vijf kompagnien zullen worden ingedeeld, aan welker hoofd een ritmeesler z;u gesteld zijn, die over een grooter regtsgebied de zelfde dienst- pligten als de luitenants zullen te vervullen hebben, terwijl aan twee dier ritmeesters in de standplaatsen der twee division een tweede luitenant-kwartiermeester zal worden toegevoegd, die uitsluitend met de mililaire administratie zal zijn belast; dat. alverder het rijk op de voegzaamste wijze in twee divisien zal worden verdeeld, aan welker hoofd een hoofdofficier zal zijn gesteld, wiens bevoegdheid, even als die van eenen inspecteur, van het wapen der koninklijke maréchausée, zich tot het meer militaire gedeelte van dat wapen zal bepalen, terwijl de divisie- kommandanten aanvankelijk des noods den inspecteur zullen ter zijde staan en met een gedeelte der aigemeene inspectie zul len kunnen worden belast dat alles wat kleeding, wapening, bevoegdheden, dienstplig- ten en verhouding tusschen de militaire en meer justitiële en policiediensten betreft, bij eene afzonderlijke en zoo veel moge lijk in alle vereischte gevallen voorzienende instructie zal wor den geregeld, welke tot regelmaat, en rigtsnoer van alles, wat de rijkspolicie betreft, strekken zal dat wat de bijbehoudiug, aanstelling of vervanging der uit sluitend burgerlijke ambtenaren der rijkspolicie aangaat; zulks voor het grootste gedeelte afhankelijk le beschouwen is vaneen regterlijke organisatie, wanneer die eenmaal tot stand zal zijn gebragt; terwijl voor bet geval dat, de rijkspolicie mogt tot stand komen vóór dat zoodanige regterlijke organisatie zal zijn daar gesteld, het tot de bevoegdheid van den minister van justitie zal behooren om, in verband met zoodanige inmiddels in te voe- reu rijkspolicie, den koning alle voordragten te doen lot bijte- houding of vervanging der burgerlijke ambtenaren van justitie, met de policie in verband staande, welke tot dat einde nutti" en noodig zullen worden geoordeeld, liggende de voorstelling lot zoodanige regeling buiten de bevoegdheid der door den koning ingestelde staatscommissie V 'r-$ - - v - '&A/

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1858 | | pagina 1