MIDDELBURGSCHE COURANT. N°' 141. Donderdag 1858. 25 November. i3inrtenlrmöscl)f tijïJingm. Deze courant verschijnt des dingsdagsdonderdags en zaturdags. Binnen deze gemeente en Vlissin- gen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure. De abonnementsprijs per drie maanden is 3, franco per post 3,40. De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens, op den dag der uitgave. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regel; van huwelijks, geboorte of doodbekend/nn kingen enz., van één tot zes regels 1,50, voor eiken regel daarboven 22 cent. Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. Voor elke plaatsing moet 35 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant. Editie van woensdag avond 8 ure. Middelburg 34 november. Het verdient opmerking dat, terwijl men vroeger de Zeeuwen alleen het nut van een spoorweg van Vlissingen uitgaande liet bepleiten, men thans overal waar er sprake is van het aanleggen van spoorwegen met ondersteuning van 's rijkswege, voor de Zeeuwsch-duitschen lijn ziet partij trekken. Het gevoelen der tweede kamer van de staten-generaal is dezer dagen vrij krach tig ten haren gunste uitgedrukt; in verscheidene brochures van deskundigen is zij genoemd als die, welke het eerst in aanmer king diende te komen, en vele dagbladen hebben haar als voor Nederland van het meeste belang aangeprezen. L'écho univer- sel, welke de materieele belangen van Nederland in onder scheidene artikelen krachtig heeft besproken, heeft daarbij op de billijkheid en de noodzakelijkheid van eene Zeeuwscbe lijn bij herhaling gewezen. Het Algemeen handelsblad gaf mede een reeks van artikelen' over spoorwegen, en hetgeen daarin over Zeeland wordt gezegd achten wij te opmerkelijker, daar men wel geenszins aan dat orgaan van Nederlands eerste koopstad eene bijzondere voorliefde voor de uitsluitend zeeuwsche belangen zal willen toedichten. Het beschouwt, na een blik te hebben geworpen op de regtmatige klagten, welke in deze pro vincie over stiefmoederlijke behandeling door de nederlaudsohe regering worden aangeheven, de zaak dan ook als eene zuiver nationale. //Wij begrijpen het zeer goed, zegt het Handelsblad, 'dat, zoo liet algemeen belang des lands de uitsluiting van Zeeland mede- bragt, dat belang op den voorgrond slaan moest. Dat is echter volstrekt het geval niet; wat meer is, het tegendeel is waar meermalen, bepaaldelijk uog in ons uornmer 8336 van 7 sep tember jl., heb'oen wij aangewezen dat het algemeen belang des lands dringend vordert, dat geen gewest worde uitgesloten, en de weg van Vlissingen door Zeeland en Noord Brabant door Limburg, een groote en belangrijke handelsweg is, dien Neder land behoeft, ja volstrekt behoeft, zoo het de mededeeling met andere rijke wil volhouden. Het is ons bekend, dat er nog zijn die de zaak niet wel en grondig inziende, beweren dat deze weg van Vlissingen naar Breda wel voor Zeeland groote hulp bronnen zal openen, maar dat die handelsweg gevaarlijk is voor Anisterdnm en Rotterdam. Die bewering zal ons evenwel niet afschrikken om, gelijk wij van het eerste begin gedaan hebben, den weg van Vlissingen met alle kracht te ondersteunen. Men moet niet vergeten dat het schrikbeeld der concurrentie van Vlissingen, in facto te Antwerpen beslaat, en dat wel tot groot nadeel van de hollandsche kooplieden. Zal daarentegen de con currentie tusschen Antwerpen en Vlissingen opgewekt zijn, zoo kan men herwinnen, wat de handel nu reeds al te zeer ver loren heeft. Het belang van geheel Nederland is daarin betrok ken, en de nu voorgestelde uitsluiting der VÜssingsche lijn kan enkel tot resultaat hebben: bevoordeeling van Antwerpen en van den Belgischen handel. Strekt dit ten bate van Nederland Is dat de roeping van regering en vertegenwoordiging Moet men aan Antwerpen al de voordeeien schenken, aan het beste zeegat van Nederland verbonden Die stad zou Nederland wel zeer dankbaar zijn voor de weldaden haar dusdoende toege kend. Wij vreezen den vrijen handel, de mededinging niet; maar men moet zich daartoe ook behoorlijk toerusten, en door welgeleide snelle middelen van gemeenschap, door pari ij te trekken van ligging en omstandigheden, toonen dat men de tegenwoordige en de toekomstige belangen van Nederland op het handelsgebied wel weet te schatten. Het voorstel der regering kan niet anders worden opgeuo- men dan als iels onzekers, waarbij het duidelijk is, dat de rege ring niet geuoegzaara van de noodzakelijkheid der Vlissingsche lijn overtuigd was." Wij vinden bij de mededeeling van dit artikel als van zelve aanleiding tot het bespreken der ons dezer dagen gezondene brochure van den heer G. H. van Soest, te 's Graveuhage, over De nederlaiidsche spoorwegen, waa^n hij zich ten doel stelt de gedragslijn van de regering te schetsen, en de beginselen aan te wijzen welke ten deze in Nedprland op den voorgrond 'dienen te slaan. Ten aanzien van het middètvan ondersteuning, meent hij bij de regering volslagen stelselloosheid te ontmoeten, en gelooft hij dat eenvoudige waarborg van renten, mitsjvolgens een.'goed geregeld stelsel, de besteen eenig noodige is, zoo dat er zuivere particuliere oudernemingen worden tot stand gebragt, die van eigen krachten kunnen bestaan en in die garantie alleen een zedelijken steun vinden. Wat de plannen der regering betreft, wijst schrijver er op dat zij eene tweevoudige verbinding van de zuiderprovincien met het centrum en het noorder gedeelte van het rijk beraamt, juist in die rigtingen waar de spoorwegen met de middelen van ver voer op de groote rivieren in concurrentie moeten treden. De lijn vaD Rotterdam over Dordrecht naar het Hollandsche diep, keurt schrijver bepaald af, ja, zijns inziens zou, als men aan de financiële balen geenc betere bestemming wist te geven, eene droogmaking van de Zuiderzee de voorkeur verdienen. Het subsidiëren van de lijn van Rotterdam naar den Moerdijk is daarenboven volgens den heer van Soest, eene anti-nationale dwaasheid. Voorls acht hij het te betreuren dat de tegenwoordige minis ters niet hebben overgenomen de denkbeelden welke het vorige kabinet bleek toegedaan te zijn, blijkens de memorie van toelichting bij het in de zitting van 1356/7 der stalen generaal voorgedragene wetsontwerp. t)&e drukte daarbij onder anderen de overtuiging uit dat de aansluiting aan zee Ie Nieuvvediep, Scheveningen en Vlissingen, in de eerste plaats zou lot stand moeten komen met de verdere vertakkingen naar Duitschland en Belgïe. De lijn van Vlissingen over Breda naar Venlo en de duitsche grenzen, zou daarom den voorrang boven iedere an dere moeten gehad hebben.//Zeeland," laat de schrijver hierop volgeu beval zich ook aan door het initiatief dat bij de inschrijving voor een vroeger plan door de ingezeteuen van dit gewest werd genomen." Hoewel de regering blijkbaar die lijn geheel wil op den ach- tergrond plaatsen, oordeelt de schrijver dat er nog, in verband met eene goede verbinding van de groote afdeelingen des rijks, eene rigting kan aangenomen worden, welke zich vrij wat meer,1 ook als min kostbaar aanbeveelt, namelijk als volgt Plan van de regering: Noord-en Noordoosterlijn 325, Rot terdam, Dordrecht, Breda, 's Hertogenbosch, Venlo 167, Vlis singen, Bergen op Zoom 85, Arnhem, Maastricht 145, totaal 722 kilonieters. Gewijzigde rigtingen: Noord-en Noordoosterlijn 302, Vlis singen-Venlo 178, Tilburg, 's llertogenbosch 22, 's Hertogen bosch-Rijnspoorweg 48, Venlo-Maastricht 65, Tilburg, Turn hout 15, totaal 630 kilometers. Wat den aanleg van spoorwegen betreft, onderscheidt de heer van Soest de engelsche (meest kostbare) amerikaansclie (overdreven zuinige) en de duitsche stelsels, welk laatste beide klippen vermijdt, en bij welks opvolging de kosten oneindig minder kunnen zijn dan de regering raamt. Het dadelijk aanleggen van eene dubbele spoorbreedte noemt hij voorls even als de heer Stieltjes, en met het voorbeeld van Duitschland voor oogen, voorshands eene onnoodige verhoo ging van koslen. Mogt naderhand dubbel spoor op bepaalde lijnen noodzakelijk worden, dan kau de maatschappij daarin gemakkelijk uit eigene middelen voorzien, zonder bezwaar voor de schatkist. Ten slotte zet de heer van Soest de voordeeien uit een, welke het aanleggen en exploiteren van het geheele nederlandsche spoorweguet door ééne maatschappij, zou opleveren. Op [het ingesteld hooger beroep door den heer officier van justitie bij de arrondissements regtbank alhier, in de zaak tegen J. C. van der Harst, is bij arrest van het provinciaal geregtshof in Zeeland van den 22 dezer vernietigd het vonnis der arron dissements regtbank van 29 julij dezes jaars, waarbij de be klaagde is ontslagen van alle rcgtsvervolging, en op nieuw regtdoende verklaard dat er geene redenen zijn om den geintï- meerde enkel bankbreukig te verklaren, ingevolge de bepaling van art. 3 der wet van 10 mei 1S37 (Staatsblad no. 21.) De kos ten te dragen door den staat. De sedert maandag sterk toegenomen vorst heeft de commu nicatie op nieuw zeer bemoeijelykt. Volgens berigt uit Rotter dam hebben de sloombooten van daar naar Dordrecht en den Moerdijk gisteren hunne dienst reeds moeten staken. De boot naar hier, gisteren morgen ten 7 ure van Rotterdam vertrok ken, heeft echter de reis tot Middelburg kunnen voortzetten, na tot aati de Willemstad met veel ijs te kampen te hebben gehad. De heer D. van Drulen, die zich alhier zoo gunstig heef doen kennen als mededirecteur van het harmoniegezelschap Apollo, benevens van het muziekkorps der dienstdoende schut terij, zal binnenkort naar Groningen vertrekken, alwaar hem de betrekking is opgedragen van directeur van een aldaar op te rigten muziekgezelschap. Erkentelijk voorde vele bewijzen var. volhardenden ijver van hunnen directeur, hebben de leden van het muziekgezelschap Apollo, naar wij vernemen, het voornemen opgevat om eerst daags in het schouwburglokaal een concert te zijner benefice te geven. De minister van koloniën heeft, bekend gemaakt dat, krach tens eene nadere magtigiug des konings, door den gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indie bij besluit van 3 april 1858, no. 58 (Indisch staatsblad no. 45), art. 4 der overgangsbepa lingen van het reglement op het weduwen- en weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren, vastgesteld op 20 december ]S54, ook van toepassing is verklaard op de pensioenen van weduwen en den onderstand van kinderen van deelgeregtigden, die zich op 1 januarij 1855 nog in werkelijke dienst bevonden, en vóór dat tijdstip over een hooger cijfer contribueerdeu dan tractement verbonden aan het hoofdambt. Dien ten gevolge kunnende zich in Nederland bevindende weduwen en voogden van kinde ren, nagelaten door deelgeregtigden, die voor de in werking treding van het tegenwoordige reglement voor het weduwen- en weezenfonds van burgerlijke ambtenaren in Nederlandsch- Indie aan dat fonds hebben bijgedragen over een hooger cijfer dan het tractement verbonden aan het hoofdambt, doch wier pensioen of onderstand, ingevolge den grondslag, vastgesteld bij art. 30, alléén naar dat vaste inkomen is berekend, zich, tot herziening van dat. pensioen of dien onderstand, bij behoorlijk gezegeld rekwest, tot het departement van koloniën wenden. Men verneemt dat de nieuwe burgemeester van Leyden mr. D. Tieboel Siegenbeek, 11. zaturdag is geinstalleerd als curator der leydsche hoogeschool en daarop dadelijk door hetcollegie van curatoreu is overgegaan tot het opmaken van eene voor- dragtaanZ. M. den koning, tot benoeming van een gewoon hoogleeraar in het hedendaagsch regt en van een buitengewoon hoogleeraar in het romeinsch regt. Men schrijft uit Zwolle van 20 novemberDoordeukan- tonregter alhier is heden uitspraak gedaan betrekkelijk den verkoop der Ilolloway-pillen. De mededeeling van dit vonnis achten wij des te belangrijker, omdat er schier geene stad iu ons vaderland, ja welligt op de geheele bekende wereld bestaat, waar niet een of meer neringdoenden worden gevonden, die zich met hel debiteren daarvan belasten. Het kantongeregt heeft o. a. aangenomen1dat door Theresia van der Ven, ten huize van de firma Dekkers en co., waarvan zij vennoot is, is

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1858 | | pagina 1