13 uiten tcmösclje tijöinijcn. Koopman de voorkeur verdient boven De citadel van Antwer pen. Eenige uren na de aankomst van het eskader arriveerde daar ter reede Z. K. H. prins Albert met HD. beide zonen, met bet oogmerk om den jongsten der prinsen, die als adelborst een kruistogt met het engelsche fregat Euryalus doen zal, aan boord van dien hodem te brengen, bij welke gelegenheid door het ceheele eskader de gewone eerbewijzingen gegeven zijn. De schout-bij-nacht F. X. R.'t Hooft., bevelhebber van het oefenings-eskader, had de eer zijne opwachting bij Z. K. H. en de twee andere prinsen te makende welwillende wijze, waarop de schout bij nacht door Z. K. II. en de jeugdige prinsen ont vangen is, wordt zeer geroemd. Na het wisselen der gewone saluten met den wal en het engelsche admiraalschip, bragt de schout bij nacht, vergezeld van den kommandant van het vlaggeschip, den kapitein ter zee May, een bezoek aan den admiraal opperbevelhebber en aan den gouverneur. De admiraal sir George Seymour begaf zich kort daarna aan boord van het stoomschip Firebrand naar de reede, om een te- geubezoek aan het nederlandsche eskader te brengen. Het, gerucht loopt., volgens het Handels en effectenblad, dat zoo liet regement grenadiers en jagers wordt, gescheiden, en ieder afzonderlijk als wapen georganiseerd, de jagers te Appel doorn in garnizoen zouden komen. ifïoop verkoopingen en itaBbestediageii. Gisteren heeft ten raadhuize dezer gemeente plaats gehad de openbare verpachting van de opbrengst der tollen, op den straatweg tusschen Middelburg en Vlissingen, over het jaar 1859. Daarvan is pachter geworden de heer A. Monjé, te Vlis singen voor f 1463. Stateu-gciieraall. Bij de overweging van het Vie en VIIc hoofdstuk derstaats- begrooting voor het dienstjaar 1859, is op nieuw in al de afdee- lingen der tweede kamer het vraagstuk besproken of het behoud van afzonderlijke departementen van eeredienst, met eenen mi nister aan het hoofd, uitsluitend met het beheer der zaken van zoodanig departement belast, noodzakelijk, oirbaar ofwen- sehelijk zij. Die vraag werd, onder aanvoering der bekende gronden, door dezen in eenen ontkennenden, door genen in cenen toestemmenden zin beantwoord. Ten slotte wertl het door vele leden niet ongepast geoordeeld thans, nu dit hoofd stuk der staatsbegrooting door een nieuw opgetreden minister zal worden verdedigd, mededeeling van diens gevoelen overliet aangeroerde vraagstuk te verzoeken. Bij de overweging van het wetsontwerp tot, aanwijzing der middelen, om de staatsuitgaven voor 1859 te bestrijden, is de aandacht vooral op twee punten gevestigd geweest. In de eerste plaats werd door eenige leden bezwaar gezien in de te hooge raming der staatsinkomsten voorlS59. De meeste overige le den vereenigden zich niet met deze afkeuring der raming. Het tweede hoofdpunt betrof het voorstel der regering, om de f 3,800,000 tot het doen sluiten dezer begrooting, uit de kolo niale geldmiddelen vereischt, aan te wijzen op de reeds verkre gen baten voor 1858; niet, zoo als tot hiertoe regel was, uit toekomstige baten van een volgend jaar. Terwijl de meeste le den deze verandering eene verbetering noemden, waren er, die bet voorstel strijdig achtten met het welbegrepen belang onzer financiën. Door de regering is ingediend een ontwerp van wet, in zake den tiendvrijdom en ter bevordering der land verbetering. Het doel van dit ontwerp is alle bekadingen en bedijkingen voor de toepassing der tiendvrijdommen gelijk te stellen en het verschil in tiendregt, van rijksdomein weg te nemen. Het tiendregt van derden blijft ongedeerd. Ook zijn door de regering aangeboden drie ontwerpen van wet tot afschaffing der slavernij in Surina me, Curayao, Bonaire, Aruba, St. Eustatius en Saba, en ter tegemoetkoming aan de gewezen slaveneigcnaren op het neder- laudsch gedeelte van St. Martin, en verder strekkende om de slavernij aldaar geheel te doen ophouden. Het leidend denk beeld dezer ontwerpen is: de beslaande toestanden, maar voor zoo veel noodig gewijzigd, te behouden. Aan de eigenaren blijft overgelaten of zij hunne p'autaadjen en gronden met de slaven willen afstaan. Bij het vroeger ontwerp werd de eigendommc- lijkc inrigting der plantaadjen gehandhaafd. In het tegenwoor dig ontwerp wordt, de vrij verklaarde slaaf niet verpligttot teruggave aan den staat van zijn losprijs. De schadeloosstel ling zal geschieden voor 1/3 in geld en de overige twee derden in storting bij de bank te Paramaribo, tot stoffelijke ontwikke ling en instandhouding vau Suriname. In deze oulwerpen is weggevallen bet gchcele 6de hoofdstuk van het ontwerp van '1857, nopens den regtstoestand der vrijgemaakte slaven. Do raming van kosten is f 13,588,670, dus f 3,051,040 minder dan ,bij net vroeger ontwerp. Reuieenteraad van middelburg. Zitting van 4 november. Voorzitter jhr. Paspoort van Grijpskcrke. Afwezig de heeren van de Graft en Caland. Nadat de notulen der vorige zitting zijn gelezon en goedge keurd, worden voor kennisgeving aangenomen de overgelegde mededeelingcn van de heeren van de Graft en Caland, dat zij verhinderd zijn de zitting bij te wonen, de eerste door afwezig heid en de tweede door ongesteldheid. De voorzitter herinnert dat deze vergadering voor eenigen tyd besloten heeft om voorshands te berusten in eene mededee ling van gedeputeerde staten dezer provincie, dat namelijk zijne exc. de minister zwarigheid maakt om het raadsbesluit tot wederinvoering van den accijns op het gemaal aan Z. M. den koning voor te dragen ter goedkeuring, hangende de bij de tweede kamer der staten generaal door de regering ingeleverde wetsontwerpen tot wijziging van het rijksbelastingstelscl om de geldelijke verlegenheid van eenige gemeenten te gemoet te ko men. Thans is echter bekend geworden dat door Z. M. den koning goedkeuring is geschonken aan een dergelijk besluit tot wederinvoering van den gemaalaccijns door den gemeenteraad van 's Hertogenbosch, en zulks heeft burgemeester en wethou- drrs aanleiding gegeven om den raad daarop opmerkzaam te maken en te vragen of hij, onaangezien die beslissing, zal blijven berusten in de mededeeling des ministers. Echter mag niet uit het oog verloren worden dat, ook bij den gunstigsten uilslag en de gchcele verheffing tot wet van de thans aanhangige regeringsvoorstellen, nooit voor 1 mei of 1 julij 1859 de heffing dier inkomsten ten bate der gemeente zal kun nen geschieden, terwijl de goedkeuring der gcmccntebcgrooting voor 1859 mede zal uitgesteld blijven tot na de koninklijke beslissing omtrent de heffing van de gemaalbelasting, waarvan de opbrengst op die begrooting is uitgetrokken. En ware er geen andere uitkomst, dan zou de hoofdelijke omslag, die over 1858 wordt geheven tot een bedrag van f 53,000, voor 1859 moeten worden opgevoerd tot f 01,410. De voorzitter geeft in bedenking om zich alzoo nader te wen den tot z. exc. den minister van binnenlandsche zaken, met verzoek dat voor deze gemeente, even als voor 's Hertogen bosch, getracht worde de koninklijke goedkeuring te erlangen, ten zij men hieromtrent nog vooraf de commissie van financien mogt willen raadplegen. Do heeren Sifflé en Lantsheer achten het laatstgenoemde overbodig en stemmen hoofdzakelijk in met het door den voor zitter aangevoerde. De laatste spreker vermeent echter dat een beroep op het voorbeeld der gemeente 's Hertogenbosch, waarschijnlijk weinig zal baten. Veclligt bestaan daar bijzon dere omstandigheden en zou die gemeente bare inkomsten ook bij aanneming der regeringsontwerpen nog weinig verbeterd zien. Hij beaamt echter de gegrondheid van het voovuitzigt der mocijelijkheden waarin het geldelijk beheer dezer gemeente zal gewikkeld worden en wen se ht daarom wel aan z. exc. den mi nister van binnenlandsche zaken uitvoerig den toestand der ge- meentefinancion bloot te leggen, daar deze vermoedelijk niet geheel bij dat departement bekend is, alzoo men bij de overzig- ten is uitgegaan van den stand der vorige dienstjaren, en althans te verzoeken dat inmiddels worden onderzocht de verordenin gen enz. betrekkelijk den accijns op het gemaal, opdat bij ver werping der rijksvoorstellen, aanstonds de goedkeuring dezer gemeentebelasting en hare invoering zou kunnen volgen. De heer Darome geeft in bedenking of er niet eenig ander middel zou zijn om aan dien oogcnblikkclijkcn nood casu quo te gemoet te komen, en voorshands het lot der wetsontwerpen te blijven afwachten. Dc voorzitter en de heeren Vcrbrugge en Bijleveld weder leggen dat denkbeeld, waarna met algemeene stemmen besloten wordt om, conform de door den heer Lantsheer uitgedrukte zienswijze, den geheelen toestand der geldmiddelen bloot te leggen aan z. exc. den minister van binnenlandsche zaken en liet voorloopig onderzoek der verordeningen te bewerken, waarvan afschrift zal worden gezonden aan gedeputeerde staten, terwijl dc resumtie dezer stukken wordt opgedragen aan bur gemeester cn wethouders, in vereeriiging met de heereu Ver- brugge en Lantsheer. Wordt overgelegd eene missive van gedeputeerde staten dezer provincie, houdende mededeclingdatz.exe. dc minister van binnenlandsche zaken van oordeel is dat door dezen raad ter, onregte geweigerd is aan den majoor C. L. P. Vogel resti tutie te verieencn van zijnen aanslag in denhoofdclijkcn omslag. De minister is namelijk van gevoelen dat dc regel, dat gedeelten van maanden voor geheel moeten worden gerekend, niet kan doelen op het minimum van drie maanden, gedurende hetwelk men inwoner eencr gemeente moet zijn om te worden aange slagen. Do voorzitter en de lieer Bijleveld wijzen er op dat de ambts voorganger van den minister eene andere zienswijze was toege daan, cn men alhier altijd van dfe interpretatie is uitgegaan, zoo dat zij voorstellen daarbij te blijven volharden, ook om gecne onbillijkheid te begaan tegenover de andere aangeslagenen over de laatste driejaren. Na eenige discussie wordt eenparig besloten tc blijven vol harden bij de weigering om restitutie te verieencn, en daarop met 12 tegen 3 stemmen (van de heeren Damme, de Jonge en Lantsheer) uitgemaakt, dat burgemeester cn wethouders daarbij gemotiveerd zullen uiteen zetten dat dc zienswijze van den voor- maligen minister van binnenlandsche zaken cn de bewoordingen dor gemeentewet, don raad tot dit besluit hebben geleid. Bij loting worden de navolgende zes aandeelen a f 500 in de geldlcening groot f 18,000 lastena dc gemeente in 1856 aange gaan, aflosbaar gesteld, zijnde nos. 14, 16, 21, 27, 30 en 32. Burgemeester en wethouders worden gemagtigd tot deaf- en overschrijving vauf 4GS,50 uit den post voor onvoorziene uitga ven op de gemeentebegrooting over het loopcnde dienstjaar, namelijk f 387,8ö voor twee aangevoerde ladingen drinkwater cn schecpsvracht, na aftrek van het gedebiteerde, en f80,94 voor acht aangekochte watervaten. De voorzitter legt over een verzoek van de heeren Boddacrt en van Reigersberg Verslnys alhier, tot het in erfpacht beko men van een terrein, gelegen tusschen den Blaanwen- en Koti- steendijk, in het geheel groot 48 roeden 40,75 el tot het inrigten eener ijzergieterij enz. Daarop is reeds voorloopig rapport ingewonnen van den ge meentebouwmeester en zou de duur in verband met den erl- pachttcrmijn van het daaraan grenzend terrein der werf De volharding, bepaald worden op 70 jaren tegen f 50 cyns per jaar, terwijl eindelijk een gedeelte, thans publieke straat, aan de openbare dienst zou behooren te worden onttrokken. De beslissing hierop wordt tot eene volgende zitting aange houden. De voorzitter brengt namens de commissie voor de verorde ningen tegen welker overtreding straf is bedreigd, drie verslagen uit, als 1. houdende, op eene te kennen gegeven bedenking van de directie over de brandweer, voorstel om aan de verordening op de brandweer de bepaling toe te voegen dat do beambten en bedienden bij de spuiten, telken rcize drie dagen voor elke in spectie of exercitie, daartoe zullen worden opgeroepen bij publicatie van wege burgemeester cu wethouders 2. met een voorstel om art. S7 der verordening van alge meene plaatselijke policie aan tc vullen met de bepaling dat de koetsiers verpligt zijn hunne paarden voortdurend in staat te houden om ze te besturen, cn zulks ter voorkoming van onge lukken welke dikwijls dreigen tc ontstaan, wanneer de paarden voor de wagens ontbreideld cn gevoederd worden, cn 3. bevattende, ingevolge 95 te dier zake bij burgemeester en wethouders ingekomene rekwesten, het voorstel om art. 3 van het zelfde reglement in dier voege uit te breiden dat het zal ver gund zijn (even als later te Vlissingen is toegestaan) ora ncder- hangende zonneschermen voor dc woningen te plaatsen, mits niet breeder dan do stoep en minstens 1,9 el boven den beganen grond. Deze drie voorstellen zullen ter inzage van de leden ter griffie worden nedcrgelegd. De zitting gaat hierop over in eene met geslotene deuren. Bij de heropening wordt het suppletoir kohier voor den hoof- delijken omslag over 1859, primitief groot f 676,33$, gearres teerd, behoudens dc wijzigingen waartoe de in beslotcnc zitting behandelde reclames zullen aanleiding geven. Do openbare zitting is daarop gesloten. Kugeland. Londen 2 november. The weekly register geeft, op welk ge zag weet men niet, het volgende kort overzigt der hervormings wet die het parlement voorgelegd zou wordenDe ministers zullen, bij den aanvang der zitt ing, eene hervormingswet ter tafel brengen. Zij zullen de kleiue burgten niet opheffen, maar den omvang dier burgten vergroolen, door die tot de omliggen de districten uittestrekken, zoo dat in iedere burgt het cijfer der kiezers op minstens 500 zal worden gebragt. Die maatregel zal het kiesregt tot verschillende klassen uitstrekken, welke het tot hiertoe niet bezitten. Hij zal het schandaal eeucr wet doen verdwijnen die de opvoeding en de kundigheden voor niets acht, wanneer zij niet met grondbezit gepaard gaan. The times spreekt in een hoofdartikel over de onlangs door het japansche gouvernement met de vertegenwoordigers van Engeland, Rusland en de Verecnigde staten gesloten ver dragen. Dat blad vergelijkt daarmede do in october 1854 tus schen Engeiand en Japan gesloten overeenkomst, ten blijke hoe veel het japansche gouverncmeut in de laatste vier jaren in vrijgevigheid jegens het buitenland is gevorderd, en het houdt de verandering der japausciie staatkunde voor een gevolg van den indruk dien de tijding van de jongste wapenfeiten der wes- tersche mogendheden in China en van de te Tien-tsin gesloten verdragen op het japansche hof gemaakt heeft. De invloed der nederlandsche regering wordt hierbij door het blad voorbij gezien. Het artikel besluit aldus"Dit nieuwe verdrag geeft aan onzen handel vryen toegang tot een belangwekkend en bemin nelijk volk, tot een bekoorlijk land en heerlijk luchtgestel, al waar schatten van steenkolen en van mineralen te vinden zijn. Wij deelen niet iu de groote verwachting welke men hier en daar van het handelsverkeer met Japan koestert; des niettemin moeten wij ons land met Japans toetreding tot den vrieudscliaps- kring der volkeren geluk wenschen. De Japanezen zijn een ge heel andere landaard dan de bevolking van China; zij zijn niet alleen ijverig en vernuftig, maar ook weetgierig en zeer verlan gende om in beschaving te vorderen. Twee eeuwen geleden waren zij op het punt van een christenvolk te worden. Zij heb ben wat de Chinezen missenvatbaarheid voor een innig en vurig geloof; en het was politieke noodzakelijkheid, niet bar- baarsche onverdraagzaamheid, wat aan hunne staatkunde in den nieuwen tijd haar uitsluitend en naar afzondering strevend karakter gaf. De zamenzwering der portugesche zendeling pre dikers gaf aanleiding en schier reden tot de wreedheden die in de geschiedenis der roomsch-katholieke martelaren opgeteckend staau; maar zoo wij de Japanezen met zoo veel goede trouw be handelen, als wij schier met volle vertrouwen verwachten mogen bij hen te zullen vinden, dan zal dit verdrag de grondslag wor den voor nieuwe vriendschaps en handelsbetrekkingen iu het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1858 | | pagina 2