Benoemingen en besluiten. Benoemd, bij besluit van 11 dezer, tot ridders der orde van den Nederlandschen Leeuw, jhr. mr. C. Backer, Zr. Ms. commissaris in de provincie Overijssel, en mr. G. A. de Meester, burgemeester der gemeente Harderwijk. ïecroloffie, J)e minister van openbare werken in Belgie, de heer Ghislain Joseph Partoes, is dingsdag, in den ouderdom van ruim 47 ja ren, te Brussel overleden. In 1830 trad hij, als commies bij het departement van binnenlandsche zaken, voor het eerst in de staatsdienst en onderscheidde zich in die nederige betrekking door bekwaamheid en ijver. Weldra echter verwisselde hij het zittend leven met een dat meer met zijne smaak strookte, toen hem, onder het eerste ministerie Rogier, eene commerciële zen ding bij eene reis rondom de wereld werd opgedragen. Van dien togt terug gekeerd, werd hij tot belgisch consul te Smyrna be noemd, bekleedde dien post gedurende verscheidene jaren en zond daarmede in verband staande geschriften in het ücht, voor welke hij door de bevordering tot consul-generaal beloond werd. Toen de heer Veydt, bij de aftreding van het kabinet van 1840, ziju post als chef der directie van de consulaten en den buitenlandschen handel bij het ministerie liet varen, werd de heer Partoes in zijne plaats benoemd en bekleedde dat ambt bij na tien jaren lang, om het met dat van secretaris-generaal bij het ministerie van openbare werken en daarna met dat van minister te verwisselen. Hij was kommandeur of ridder van verschillende orden en had zich, zoowel door zijne nederigheid als door zijne kunde en vlijt, de algemeene achting en genegenheid verworven. IBarine en leger. Wij ziju in staat gesteld, ten aanzien van het thans te Wil lemsoord vereenigde oefeningseskader, waarvan de zeildag op den 23 dezer is bepaald, het navolgende mede te deelen. Het eskader is bestemd om eenigen tijd te kruissen in den Noord atlantischen oceaan, tussehen Madeira en de Canarische eilanden en daarna te Cadix binnen te vallen, ten einde zich aldaar van victualie en behoeften te voorzien, en nadere beve len te ontvangen. Het is zamengesteld uitZr. Ms. fregatten met stoomvermo- gen Evertsen, van SI stukken geschut, stoomwerktuig 400 paardenkracht en 520 man equipage De Admiraal van Was- senaer, van 45 stukken geschut, 390 paardenkracht en 460 man equipage; Zr.Ms.schroefstoomschepen der 2de kl. de Citadel van Antwerpen en de "Vice-admiraal Koopman, ieder van 12 stukken geschut, 250 paardenkracht eu 150 man equipage, en het schroefsloomschip der 4de kl. Vesuvius, van 8 stukken ge schut, 119 paardenkracht en 80 man equipage. De schout bij nacht P. X. R. 't Hooft is met het bevel over gemeld eskader belast, en de luitenant ter zee 1ste kl. A.Schot- borgh tot zijnen adjudant benoemd. De etats.major der schepen bestaan uit de navolgende of ficieren, alsaan boord van Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Evertsen, kapt. ter zee J. May, kommandant, kapt.-luit. ter zee G, P. J. Mossel, 1ste officier, 1 nils. Ier zee ls!c kl. 11. A. Mod derman en G. van Hccking Colenbrander, luits. ter zee 2de kl. jhr. L. 11. W. M. de Stuers, J. W. F. Frucht, G. M. Ruysch Lehman de Lehnsfeld, J. Sandt van Nooten; adelborsten 1ste kl. J. A. de Gelder, J. W. van Kerkwijk, F. J. P. M. Mulder, J. P. Noorduyn, W. C. Schoften, A. G. Westerouen van Mce- teren, jhr. W. van Hogendorp, J. C. Eek, W. A. Arriens, jhr. W. M. de Gijzelaar, Q.. Hoeufft, O. M. de Munnickofficieren van gezondheid 1ste kl. C. F. W. Juzi, 2de kl. H. C. Steenber gen. 3de kl. F. X. J. van Opdorp, officier van administr. 1ste kl. W. H. Toutlemonde, adjunct administr. W. F. E. Ie Rutte, scheepsklerken F.F. A- Camieel, F. W. L. A. llirschmarin, F. Bamberg, kapitein der mariniers P. A. Leupe, 2de luit. A. H. W. cle Gelder, officier machinist J. H. Jullien. Aan boord van Zr. Ms. fregat met stoomvermogen De admi raal van Wassenaer, kapt. ter zee jhr. 11. J. L. T. de Vaynes van Brakell, kommandant. lcapt.-Iuit. ter zee H. Kemper, 1ste offi cier, luits. ter zee Isle kl. J. O. H. Arntzenins, G. 11. Bakker, 2dekl. H. W. Walther, 11. Star Busmann, H.E.A.Frucht, adel borsten 1ste kl. J. J. Ie Fevrede Montigny, jhr. T. E. de Brauw, G. M. Schuurman, J. M. H. Bervoets, P. E. Winkelman, L. B. van Maanen, J. L. Duker, J. L. Inckel, C. G. J. Barnaart, D. O. Hcldewier, G. J. Buyskes, R.T. du Cloux, D. C. Visser, officier van gezondheid 1ste kl. W. H Vermeulen, 2de kl. T. J. Gebel, 3de kl. J. Cj. van Dooremaal, officier van administr. ïste kl. H. O. G. Tuning, scheepsklerken L. F. C. Seelking, M. D. L. Hertzveld, F. A. Frederiks, kapt. der mariniers J. J. Soer, 2de luit. F. A. van Braam llouckgeest, officier machinist A. Flaes. ingenieur 2de kl. (scheepsbouw) J. W. Calten. Aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip der 2de kl. De citadel van Antwerpen, kapt.-luit. ter zee W. A. cle Gelder, kommandant, luit ter zeelstekl. F.P.duRieu, 1steofficier, 2de kl. J. B. A. de Jong, J. Tromp, J. J. Habets, adelborsten 1ste kl W. J. A. Nolthenius, E. Simon van der Aa, J.F. van Maanen, A. P. tlooghwinkel, jhr. J. de Jong van Beek en Donk, J. C. de Ruyter de Wildt, H. J. Klein, P. Ie Comte, P. F. baron van Heerdt, "VV. J. van Loeuen, officier van gezondheid 2de kl. L. J. de Kanter, offic. van administr. 2de kl. C. J. Vos, scheeps klerk C. H. S. Pastor. Aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip der 2de kl. De vice-admiraal Koopman, kapt.-luit. ter zee J. J. van der Moore, kommandant, luit. ter zee 1ste kl. J. L. Nierstrasz, '1ste officier, 2de kl. D. Schuurman, J. A. Greve, K. O. van der Veen, adel borsten 1ste kl. J. M. Berends, J. Loots, C. Bijleveld, I. G. J. Spanjaard, R. H. Jarman, J. C. Egter, D. G. Brand, N. A. de Vries, II. J. R. Sutherland, officier van gezondheid 2de kl. C. G. van Mansvelt, officier van administr. 2de kl. E. Lasonder, scheepsklerk W. Hanegraaf. Aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip de 4de kl. Vesu vius, luit. ter zee 1ste kl. jhr. F. de Casembroot, kommandant, 2de kl. D. L. Feldmann, 1ste officier, E. J. van der Sleyden, W. Maas Geesteranus, F. Luteyn, officier van gezondheid 2de kl. A. de Meijer, officier van administr. 3de kl. J. Walstra, scheeps klerk J. A. ICruyt. De officier van gezondheid 3de klasse A. Kuylenburg, thans op Zr. Ms. wachtschip te'Vlissingen, wordt overgeplaatst naar Curapao, werwaarts hij spoedig per koopvaardijschip denkt te vertrekken. Uit Hellevoetsluis schrijft men De werkzaamheden aan Z. M. korvet Heldin, welke bodem aan 's rijks marinewerf alhier tot transportschip is veranderd en ingerigt, zijn thans geheel geëindigd. Men verwacht eerst daags de indienststelling van dat vaartuig, dat, zoo men meent, bestemd is om het exercitie eskader, 't welk eerlang naar de Middellanclsche zee vertrekt, later aldaar van victualie enz. te gaan voorzien. Met den 15 dezer is in de rol van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis geplaatst de officier van gezondheid 2de kl. S. J. Goossen, om bij het marine hospitaal dienst te doen. Wijl er naar het oordeel van den minister van marine geen schip bij de mariue bestaat, dat eenigermate geschikt is, om door Z. M. of de koninklijke familie bij zeetogten gebruikt te worden, zoo bestaat bij dat departement het voornemen, de beschieting van een nieuw te bouwen schroefstoomschip lste klasse, waartoe thans de plannen door den directeur van scheeps bouw worden ontworpen, zoodanig in te rigt.en, dat het vol doende ruimte voor bijzondere gelegenheden kan aanbieden. Siuntomg-eregt te middelliurg. Bij vonnissen van den 14 dezer zijn S, D, W, K, H, K, M, en C, ter zake van het laten loopen en weiden van koeijen, paarden en schapen op een buurtweg zon der permissie, veroordeeld ieder in eene geldboete van f 10, bij onvermogen ieder tot 1 dag gevangenis, en in de kosten. Stateii-generaal. Het door de regering ter overweging aan de tweede kamer aangebodeu ontwerp van wet, ter herziening der wet op den waarborg en de belasting der gouden eu zilveren werken,strekt om het beginsel, bij het wetsontwerp tot wijziging der tarieven voor sommige accijnsen aangenomen, ook op de belasting der gouden en zilveren werken toe te passen. Die belasting bestaat thans uit eene hoofdsom, waarop 6 opcenten worden geheven, en behalve welke een essaailoon van 15 ten 100 verschuldigd is, hetgeen gelijk staat met eene heffing van 15 opcenten. Het zal daarom ook bij de waarborgbelastiug eenvoudiger en gemakke lijker zijn, de hoofdsom met 21 opcenten tot een cijfer te bren gen, doch zoodanige maatregel maakt eenige veranderingen in de overige bepalingen der wet van 1852 noodzakelijk, eu het zijn deze welke in het wetsontwerp zijn opgenomen. Het cijfer der belasting, hetwelk voor het ons goud, opcenten en essaai- loonen, thans f 14,52 en voor het ons zilver 72£ cent be draagt, is op de rondecijfers van flöen 75centsgebragt; tegen deze verhooging heeft de regering geen bezwaar gezien, omdat zij uiterst onbeleekenend is, en bovendien bij eene belasting op gouden en zilveren werken nog te minder bedenking zal kun nen doen ontstaan. De regering stelt echter bij het wetsont werp nog twee wijzigingen voor, welke in geen regtstreeksch en noodzakelijk verband staan met hetgeen de aanleiding was van dit ontwerp. De eerste daarvan is eene kleine aanvulling van art. 15 der wet van 1852, het bepalen namelijk der kosten voor verguldproevenonder de technische uitdrukking verguld worden verstaan de metaalvermengingen van goud en zilver; bij verguldproeven wordt zoowel het goud als het zilver onder zocht en de daarbij verkregen uitkomsten aan de belangheb benden medegedeeld: dienovereenkomstig worden dan ook de kosten van onderzoek berekend op het gezamenlijk bedrag van eene goud- en eene zilverproeve. De tweede wijziging is eene bijvoeging bij de verandering van art. 16 der wet, met het doel om dan, wanneer er slechts halve of kwartproeveu langs den natten weg genomen worden, niet verpligt te zijn restitutie voor chloorzilver van heele proeven te geven. Bij de voordragt ter wering van besmetting op aankomende zeeschepen, wordt voorgesteld, dat in de eerste plaats zal wor den uitgemaakt, dat elk van besmetting verdacht schip, uit zee in eene nederlandsche haven of reede aankomende, aan een ge zondheidsonderzoek is onderworpen, door geneeskunstoefena ren, door den koning daarmede belast, en op eene wijze, door Z. M. bij algemeene maatregel van bestuur te bepalen. Tevens wordt voorgesteld, dat elke schipper, die het onder zoek belemmert, zich daartegen verzet, of de bevolene maatre gelen niet naleeft, gestraft zal worden met eeue gevangenis van eene maand tot een jaar, en eene geld boete van f 100 tot f1000, te zamen of afzonderlijk. In de memorie van toelichting van de ministers van binnen landsche zaken en van marine wordt hoofdzakelijk aangemerkt dat, wel is waar, bij verordening van den jare 1805, dusgenaam de maatregelen van quarantaine zijn voorgeschreven, maar dat daargelaten de vraag, of deze verordening sedert de invoering der frausche wetten nog verbindend zou zijn, het bedoelde reglement naanwelijks voor uitvoering vatbaar zoude wezen, als voorschriften en bepalingen behelzende, die voor den te- genwoordigen tijd niet meer passen. Uit de memorie blijkt verder, dat omtrent de behoefte aan eeue dergelijke regeling door deskundigen zeer verschillend wordt gedacht; dat sommigen van oordeel zijn, dat voor het noorden van Europa geen gevaar hoegenaamd bestaat voor pest of gele koorts, en dat andere besmettelijke ziekten toch door geene quarantaine-maatregelen kunnen worden geweerdmaar dat andere vermeenen, dat, toegegeven dat voor de gele koorts geen gevaar bestaat, de mogelijkheid van het invoeren van de pest wel wordt betwijfeld, tnaar niet op voldoenden grond kan worden geloochend, en dat andere kwaardaardige typheuse koorts sen, onder ongunstige omstandigheden op zee ontstaan, op binnenkomende schepen kunnen worden gevonden. Zonder zich in dien wctenschappelijken strijd te mengen, meent de regering zich voorzigtigheidshalve aan het laatste ge voelen te moeten houden. Bij de tweede kamer zijn tien wets-ontwerpen ingekomen lot bekrachtiging van de heffing van provinciale belastingen voor den tijd van een jaar. Alleen voor Noordbraband en Friesland wordt die bekrachtiging voor drie jaren gevraagd. opcenten op hoofdsom grondbel. personeel. Noordbraband4£ 6 Gelderland4 6 Zuidhollaud2è- 1 Noordholland6$ 6 Zeeland6 5 Utrecht1 Friesland 1 2 Groningen18 13 Drenthe11 2 Het tiende ontwerp strekt tot bekrachtiging van de heffing van steigergeld in Zeeland. Uit het voorioopig verslag door de commissie van rapporteurs betreffende het wets-outwerp tot ontruiming van Schokland uitgebragt, blijkt dat de meerderheid der leden het denkbeeld der regering toejuicht, doch er bij haar op aandringt dat zij maatregelen neme, ten einde elke nieuwe vestiging op het eiland te beletten. Het geldelijk offer dat die ontruiming zou eischen, werd echter zeer aanzienlijk genoemd. De berekening der re gering, dat ten gevolge van dien maatregel eene jaarlijksche bijdrage van f 8820 uit 's rijks schatkist zou vervallen, liet zich zonder nadere toelichting niet goed begrypen. Eindelijk wordt voornamelijk met het oog op de gebreken der Schokkers ge vraagd, welke denkbeelden de regering heeft omtrent de toe komstige woonplaats dier eilanders. Het wetsontwerp omtrent het begraven van lijken enz. in de zitting van 18551856 ingediend, is destijds buiten behan deling gebleven. Dien ten gevolge is alsnu een nader ontwerp van wet, die aangelegenheid regelende, aan de tweede kamer ter overweging aangeboden. Bij dit ontwerp wordt als beginsel aangenomen, dat het begraven en het aanleggen van begraaf plaatsen niet is eene zaak van provinciaal, maar van algemeen belang. De rijks wetgever behoort hierin te voorzien en alge meene regelen te stellen, terwijl de bijzondere bepalingen, af hankelijk van plaatselijke omstandigheden, aan den plaatseljj- ken wetgever kunnen worden overgelaten. Uit den aard der zaak is het ontwerp in drie onderdeelen gesplitst, waarvan het eerste het begraven van lijken, het tweede de begraafplaatsen en het derde de begrafeniskosten ten onderwerp heeft. In de zitting van de tweede kamer van donderdag ziju inge komen wetsontwerpen onder anderen: houdende bepalingen omtrent het gebruik van spoorwegen; tot bekrachtiging van eenige artikelen der concessie van den Noorder spoorweg, en tot goedkeuring der overeenkomst met Belgie tot wering vau nadruk.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1858 | | pagina 2