MIDDELBURGSCHE COURANT. N* 101. Dingsdag 1858. 24 Augustus. öintt£nl«nö$cl]f tijüingm. Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags. Binnen deze gemeente en Ylisain- gen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure. De abonnementsprijs per drie maanden is 3, franco per post 3,40. De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgensop, den dag der uitgave. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regel] van huwelijks, geboorte of doodbekendma kingen enz., van één tot zes regels f 1,50, voor eiken regel daarboven 22 cent. Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. Yoor elke plaatsing moet 35 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant. Editie van maandag avond Hiddelburg* 33 augustus* De gemeenteraad zal aanstaanden woensdag, des namiddags ten half twee ure, eene openbare zitting houden, ter behande ling der navolgende onderwerpenberaadslaging bij resumtie op verordeningen heffinggemaal, en rekeningl857overlegging gemeenlebegrooting 1859. Het openbaar ministerie bij de arrondissements regtbank alhier heeft in zake laste J. C. van der Harst hooger beroep aangeteekend tegen het vonnis, waarbij die beklaagde is ontsla gen van alleregtsvervolging voor het hem ten laste gelegde feit van enkele bankbreuk, reeds vroeger vermeld. Bij de kamer van koophandel en fabrieken alhier ligt ter in zage eene gedrukte opgaaf, betreffende den handel en de scheep vaart van Groot-Brittanje en Ierland, over de maand en de zes maanden, geëindigd 30 junij jl. Men schrijft ons uit Zierikzee van 21 dezer: De benoeming door den gemeenteraad van jhr. J.L. de Jonge tot commissaris der brandweer, deed de leden der schutterij vreezen dat hij deze benoeming zoude aannemen, en hij alsdan voor de daarmede onvereenigbare betrekking van tweeden lui tenant der dienstdoende schutterij zoude bedanken. Daarom hebben zoowel de officieren als de onderofficieren zich bij hem, begeven om hem te verzoeken die benoeming van de hand te wijzen. Heden hadden zij het genoegen van hem een brief te ontvangen, waarin hij kennen geeft dat hij, door die bewijzen van belangstelling zich genoopt had gevoeld voor zijne benoeming als commissaris der brandweer te bedanken. Te meer werd dit door hen op prijs gesteld, daar namens de directie van de brand weer den benoemde door eene commissie was verzocht het pre sidium van dit collegie te willen aanvaarden. De minister van marine heeft ter kennis van belanghebben den gebragt, dat in het noorder zeegat van Goedereede, gelegen tusschen de noordervlakte van den Hinder of de Bollen van de Westplaat, twee tonnen zijn gelegd, de ééne zwart, de andere wit, om, in verband met een in de duinen van Oost Voorne op- gerigt schermbaken, voorloopig tot aanwijzing te dienen, alleen voor de loodsvaartuigen van dat district, welke het bevaren, ten einde zekerheid te erlangen of de in den laatsten tijd aanvanke lijk waargenomen gunstiger gesteldheid van dat zeegat duur zaam en in toenemende mate verbeiering ondergaat. Het blijft inmiddels den loodsen voor alsnog bepaaldelijk verboden, schepen door dat zeegat uit zee binnen, of naar zee te loodsen. Uit Leyden schrijft melons dat de toestand van den persoon wiens woning in de afgeloopene week door een zoo hevigen braud werd in de asch gelegd, aanvankelijk iets beter werd. Het gerucht dat behalve zijn zevenjarig dochtertje nog een kleiner kind reeds aan de gevolgen zou zijn overleden, blijkt gelukkig overdreven te zijn geweest. Bij het instorten van den gevel is echter een persoon vrij ernstig bezeerd. Ten behoeve van den winkelier is eene inschrijving geopend, welke reeds eene vrij belangrijke som moet bedragen. Bij koninklijk besluit van 19 dezer is bepaald, dat de tegen woordige vergadering van de staten-generaal op zaturdag 28 dezer des namiddags ten 2 ure., door den minister van binnen- landsche zaken in naam des konings zal worden gesloten. Uit Wiesbaden wordt gemeld, dat het vertrek van Z. M. den koning bepaald was op zondag 22 dezer. Z. M. wcnscht alsdan nog een bezoek te brengen aan HD. zusier de hertogin van Weimar. Den 27 dezer zal |Z. M. te 'sliage terugkeeren. Volgens het gevoelen van den minister van binnenlandsche zaken moet de vraag, of leden eener vergadering (in casu ge meenteraad), die aandeelhouders zijn in eene vennootschap, over eene zaak die vennootschap betreffende mogen medestem men. bevestigend beantwoord worden. De groud voor deze uitlegging van art. 46 der gemeentewet (waarmede art. 73 der provinciale wet overeenstemt) is deze: het artikel is van den volgenden inhoud: Zij (deleden) onthouden zich van mede stemmen over de zaken die henpersoonlijk aangaan of waarin zij als gelastigden zijn betrokken. Ware er nu sprake van zaken waarbij men //belang had," dan zou het artikel wel- ligt grond tot misverstand kunnen opleveren. Nu daarentegen wordt gesproken van zaken die ^persoonlijk", d. i. die indivi dueel aangaan, waardoor het artikel niet op bedoelde leden toe passelijk geacht kan worden. Het te nemen besluit is een administratief besluit, dat de provincie, de gemeente, maar geenszins een of ander lid der vergadering aangaat. Deze be schouwing is, volgens de regering, de ware en heeft ook de goedkeuring van den wetgever weggedragen, dewijl daartegen geene verdere betoogen zijn aangevoerd. De niet vernieuwing van het handelsverdrag van Nederland met Belgie heeft in laatstgemeld land eene onderneming doen opvatten, waarop de aandacht van de regering en den boekhan del wordt gevestigd. Het geldt een nadruk le Gent van neder- landsclie werken, zoo als de Camera obscura, de Brieven van den ouden heer Smits, du gedichten en novellen van dichters en schrijvers, die hier te Jande in de jongste jaren grooteu bijval hebben gevonden. Een prospectus ziet deswege het licht, waarin als aanleiding tot dien nadruk wordt opgegeven, dat sedert de opzegging van het traktaat de inkomende regten op de boeken eene verhooging hebben ondergaan, die zoo aanzienlijk is, dat zij met een wezenlijk verbod gelijk staat, en dat dienvolgens het debiet van hollandsche lettervruchten, dat vóór twee jaren zulk eene groote uitbreiding had bekomen, opeens merkelijk is afgenomen. «Nogtans, wordt in het prospectus gezegd, groeit de lust naar hollandsche lectuur in Vlaamsch-België nog dagelijks aan." Ofschoon dit zeer vleijend voor de vaderland- sche letterkunde moge zijn, zoo is het middel, om aan dien op- gewekten wensch te voldoen, toch zeker minder in het belang van uederlandsche letterkundigen en boekhandel, en is het te hopen, dat, indien de andere vraagpunteu de sluiting van een nieuw verdrag mogten vertragen, de beide regeringen zich deze zaak meer bijzonder zullen aantrekken, vooral op een oogenblik dat er een algemeen congres betreffende den letter- en kuust- eigendora te Brussel zal bijeenkomen. Bij gelegenheid van de behandeling in de afdeelingen der tweede kamer van de nadere begrooting van hoofdstuk X der staatsbegrooting van 1858 werd de aandacht gevestigd op een bij onze krijgslieden toenemend kwaad, namelijk het verkoo- pen van militaire kieedingstukken. De heer Storm van'sGra- vesande heeft deze zaak van zooveel belang geacht, dat hij bij het voorloopig verslag over de nadere begrooling van oorlog, eene afzonderlijke nota heeft gevoegd,waarin hij heelt herinnerd, dat het verkoopen van kieedingstukken meestal strekt tot on matig gebruik van sterken drank, somtijds ook om le kunnen deserteren; terwijl hij er op gewezen heeft, hoe noodlottig dit werkt op moraliteit, krijgstucht en militairen geest, zonder nog de nadeelige gevolgen, die daaruit voor's rijks schatkist kun nen ontstaan, in aanmerking t« nemen. Dat lid drong er dus op aan dat bij de wet het koopen, in pand of in bewaring nemen van militaire kleedingstukker. enz. verboden en strafbaar ge steld zoude worden voor al die gevallen, waarin de chef van het corps, waartoe de verkooper of de pandgever behoort, daartoe zijne toestemming niet gegeven heeft. De tegenwoordige mi nister van oorlog verklaarde daarop in de memorie van beant woording, dat hij ten volle het belang dezer zaak besefte; dat hij zich derhalve met dit onderwerp zou bezig houden, en dat het hem zeer aangenaam zou wezen, indien het hem gegeven zou mogen zijn, door de regering aan de vertegenwoordiging voor dragten te doen indienen, die aan het voorgestelde doel zouden beantwoorden. Men verneemt thans, dat op dit oogenblik bij den raad van ministers een wetsontwerp betrekkelijk deze aan - gelegenheid aanhangig is. Reeds vroeger is medegedeeld dat er in de maand september aanstaande te Rotterdam door de Hollandsche maatschappij van landbouw eene tentoonstelling van vee, voortbrengselen van en werktuigen voorden landbouw zal worden gehouden. Die tentoonstelling zal vier dagen duren, namelijk van 26 tot 29 september. De lokalen en de groote zaal der sociëteit Harmo niezijn bestemd tot het plaatsen der voortbrengselen van land bouw en van het vee, terwijl de werktuigen, waarvan eene groote verzameling uit Engeland verwacht wordt, op een ruim veld naast de rot.terdamsche diergaarde zullen ten toon gesteld en nu en dan in werking gebragt worden. In vereeniging mot de tentoonstelling van landbouw, zal er ook te gelijk eene ten toonstelling worden gehouden door het departement Rotter dam van de Maatschappij ter bevordering van nijverheid, be staande in voorwerpen van nijverheid, kunst en smaak, uit dat departement afkomstig. De iuzendingen, op tentoonstellingen van dien aard gehouden, doen met regt de hoop koesteren, dat de rotterdamsche nijverheid daar goed zal vertegenwoordigd worden. Men verwacht ook te dier gelegenheid het houden eener harddraverij, ringrijden en andere volksvermaken. Som migen willen dat Z. M. de koning, bij gelegenheid dezer ten toonstelling, Rotterdam zal bezoeken; terwijl er ook waar schijnlijk een huishoudelijk feest van de Koninklijke nederland- sclie yachtclub op de Maas zal worden gehouden. De visscherij op het wrak derLutine levert niet incerdie gunstige resultaten op, als in het voorjaar het geval was. Gedu rende de afgeloopene week heeft men slechts een goudstuk, ter waarde van omstreeks 10 gulden, en ruim 150 spaansche mat ten opgevischt, en eenig koper en ijzerwerk. Men veronderstelt dat er nog veel onder het zand begraven ligt, en men hoopt, dat dit zand, hetwelk sedert tot 7 a 8 voet is opeeugeschovcn, door een of andere gunstige omstandigheid verschuiven moge. Blijkens berigten uit de Kaapstad van 22 junij jl. achtte de volksraad of wetgevende magt van den Oranje-vrijstaat niet raadzaam den oorlog tegen de Kaffers voort te zetten. Hij had in het begin dier maand het volgende besluit genomen//De raad hecht zijne goedkeuring aan het besluit van den uitvoerenden raad om de bemiddeling van zijne exc. den gouverneur der Kaap kolonie in den oorlog tegen de Basutos aan le nemen, en draagt aan Z. II. den staatspresident op, daarvan ouder dankbetuiging aan zijne exc. kennis te geven, en verder te verrigten wat dien aangaande noodig is." Dien zelfden dag was de heer Praetorius, de president dei- zuid-afrikaansche republiek, te Bloemfonteiu, de hoofdstad van deu Oranje-vrijstaat, aangekomen om er met de regering te onderhandelen over een voorstel tot aaneensluiting of geheele zamcnsmelling der twee hollandsche gemcenebesten. Dit voor stel is van de zijde van laatstgenoemden staat gekomen, ten ge volge van de benarde omstandigheden waarin hij door deu oor log tegen de Kaffers verkeerde. De heer Boshof, de president van den vrijstaat heeft, met achterstelling van eigen belang en eerzucht, zich bereid verklaard om zijne hooge betrekking neder te leggen, indien hij daardoor die aaneensluiting zou kunnen bevorderen, liever dan het gemeenebest weder onder het engel- sche gezag te zien geraken. llenueminKen en besluiten. Benoemd, bij besluit van 2 dezer, tot adspiranl ingenieurs van den waterstaat en 's lands burgerlijke openbare werken iu Nederlandsch Indie, de civiele ingenieurs A. F. van Haastert en C. YV.Eekhcjuijtw Yergunnin^vcrlcen^. bij besluit van 6 dezer, aau den heer C. L. Blgme» liooglèerhai' en directeur van het rijks herbarium fc-v&r;":

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1858 | | pagina 1