Armwezen.
Wederom mag de toestand over bet algemeen als verbeterd
beschouwd wordenhet getal bedeelden zoowel als het bedrag
van den verleenden ouderstand was weder minder dan in 1856.
Tot die verbetering kunnen geacht worden dezelfde gunstige
omstandigheden te hebben medegewerkt, welke ook in 1856
hebben bestaan, namentlijk de mindere duurte der eerste en
noodwendigste levensbehoeften, en de meet algemeen bestaan
hebbende gelegenheid tot het verkrijgen van werk voor den
handswerkman, vooral in de gemeenten ten platten lande,
alwaar dit, door de in onderscheidene gemeenten opgerigtc zoo
genaamde vlasserijen, zeer is bevorderd.
Vrij algemeen zijn de bezwaren der gemeentebesturen, om
trent de werking van art. 27 der wet tot regeling van het armbe
stuur, volgens welke de plaats waar de arme is geboren, zijn
onderstandsdomicilie is. Die bepaling, zegt men, strekt tot
groot bezwaar der gemcente-firianciën, vooral uit hoofde van
haar verschil met de daaromtrent bij de kerkelijke reglementen
gegevene voorschriften. Dat bezwaar beeft dan ook aanleiding
gegeven, dat ecnige gemeentebesturen zich gezamentlijk tot de
regering hebben gewend, met liet verzoek dat de bepaling, be
treffende do regeling van het onderstands-domicilie, in overeen
stemming moge worden gebragt niet die in de kerkelijke regle
menten vervat.
Ook ziju vernieuwde bezwaren ingebragt tegen het verhaal
bare der kosten van geneeskundige hulp.
Een aantal gemeentebesturen in Noord-en Zuidbeveland heeft
daarom een gemeenschappelijk besluit genomen, houdende o.a.
verbindtonis dal de kosten van geneeskundige verpleging enz. in
eene dezer gemeenten verstrekt aan armen die in eene andere
van die gemeenten onderstands-domicilie hebben, niet zullen
worden teruggevorderd.
Daar bij enkele leden van gedeputeerde staten twijfel bestond
omtrent het wettige van zoodanige verhindtenis, is het gevoelen
van den minister van binnenlandsche zaken gevraagd en tenant
woord bekomen dat de wet op het armbestuur geen verbod van
zoodanig besluit schijnt te bevatten.
Dc ingebragtc bezwaren tegen de benoeming van een genees
heer bij een gasthuis, heeft aanleiding gegeven tot de vraag aan
de regering of het koninklijk besluit van den 2 april 1829, no.
42 betrekkelijk de benoeming van geneeskundigen voor de gods
huizen en arm-adrninistratiën, na de invoering der wet op het
armbestuur, geacht kan worden nog van kracht te zijn, welke
vraag door haar toestemmend is beantwoord.
Te Serooskerke (Schouwen) moet nog worden voldaan aan
de bepaling van art. 5 der wet op het armbestuur.
Dc wet op het armbestuur wordt overigens behoorlijk nage
leefd, hetgeen mede plaats heeft met de opmerkingen en voor
schriften die door de regering worden gegeven, ten aanzien van
het jaarlijks door de gemeentebesturen vast testellen maximum
van onderstand.
Dat de voorschriften der wet, met betrekking tot het verlee-
len van subsidiën, baar doel niet missen, kan uit de na te melden
opgaven blijken. Volgens die opgaven toch is het gezamentlijk
bedrag van de op dc begrootingen voor 1858 goedgekeurde
subsidiën, weder f 2783,44$ minder dan over 1857. De op die
begrootingen goedgekeurde subsidiën bedragen
voor dc instellingen onder littr. o, van art. 2 der wet bedoeld
f 74,134,93$, voor die onder littr. bf 15,108,05, voor die onder
littr. c, nihil, voor die onder littr. df 1895,00, te zamen
f91187,98*.
Die op dc begrootingen voor 1857 goedgekeurd, bedragen,
voor de instellingen bedoeld onder littr. a van art. 2 der wet
f 73,872,03, voor die onder littr. b, f 17,079,40. voor die onder
littr. c, nihil, voor die onder littr. d, f 2970,00, te zamen
f 93,921,43.
Inde goedgekeurde rekeningen over 1858 is in uitgaaf ge
bragt, voor subsidiën aan instellingen bedoeld onder littr. a van
art. 2 der wetf 87,774,99$, voor die onder littr. 6,f 18,258,00,
onder littr. c, f 100,00, onder littr. d, f 2S20,U0, tezamen
f 108,952,99$.
Naar aanleiding van art. 70 der wet, is de tusschcnkomst van
gedeputeerde staten gevraagd in 10 geschillen over het onder
stands-domicilie van behoeftigen, en in 25 geschillen over terug
gave van onderstand. "Van eerstgenoemde zijn er 6 door hunne
beruoeying geschikt, en 4 ter beslissing aan den koning moeten
worden voorgedragen. Van de laatstgenoemden zijn er 21 door
hunne tusschcnkomst uit den weg geruimd, waaronder 3 welke
vorderingen betroffen, waaromtrent de wettigheid zeer twijfel
achtig was, terwijl 4 tot geene schikking zijn kunnen worden
gebragt, waarvan cr echter later 1na dat dc zaak reeds bij den
burgerlijken regter was gebragt, nog in der minne is geschikt.
Omtrent slechts een der bij art. 72 der wet bedoelde geschil
len is hunne bemoeijing gewaagd. Dat geschil betrof de vraag,
tot welke der bij art. 2 der wet omschreven soorten liet gast- en
weesbuis te Goes behoort. In het daaromtrent door gedepu
teerde staten geuit gevoelen is door partijen berust.
Gedurende het afgeloopen jaar zijn uit deze provincie 9 be
hoeftige krankzinnigen naar het geneeskundig gesticht voor die
Jijders te Delft overgebragt.
De koninklijke magtiging is verleend tot bet aanvaarden van
legaten aan: de commissie van spijsuitdocling te Middelburg,
4 certificaten f 1000, 2} p. et.; het bestuur der godshuizen al
daar f 200 tic diaconie der nederduitsche hervormde gemeente
aldaar f300; idem f200 idem f 200; het diaconie armbestuur
der hervormde gemeente te Ritthem 2 certificaten f 1000 2$ p.ct.
het burgerlijk armbestuur te Middelburg f 200; idem f 3340.93
het roomscli-katholiek parochiaal armbestuur aldaar f 1000; do
diaconie der hervormde gemeente tc Bllewoutsdijk, eene in
schrijving k f 500 in het grootboek der 2$ pet. nationale schuld.
Door gedeputeerde staten werd buitendien magtiging ver
strekt tot aanvaarding van f 150 aan de diaconie der nederduit
sche hervormde gemeente te Middelburg, en van f 100, aan het
hervormd diaconie armbestuur tc Tliolen.
Instellingen van weldadigheid.
Van besturen voor huiszittende armen, bedoeld bij littr. a en
d der armenwet waren den 1 jan. 1S57 aanwezig in gemeenten
boven de 5000 zielen 4, waarvan 3 gesubsidieerd, en in gemeen
ten beneden de 5000 zielen 98, wnarvau 52 gesubsidieerd.
Den 31 december van dat jaar waren in gemeenten boven de
5000 zielen, het zelfde getal in dien toestand nog aanwezig, en
in gemeenten beneden de 5000 zielen 97, waarvan 48 gesubsi-
dieer d.
In de laatstgenoemde gemeenten is het getal der instellingen
metéén verminderd, door de opheffing van het gecombineerd
armbestuur te Kortgeen. Voorts ziju bet hervormd algemeen
(gemengd) armbestuur te Breskens en het gecombineerd armbe
stuur te Hengstdijk, als zóódanig ontbonden, hetgeen op het
getal der gemeente-instellingen geen invloed beeft, daar in de
beide gemeenten, tc gelijk met die ontbinding, burgerlijke arm
besturen zijn opgerigt.
Er werden 6792 personen ondersteund, 1601 in de voorma
lige steden en de andere 5191 in dc overige gemeenten. Van
deze 6792 ondersteunden werden er 2428 het geheele jaar onaf
gebroken bedeeld, waarvan 318 inde voormalige steden en
2110 in de overige gemeenten. Aan de overige 4364 personen
werd eens of meermalen in betjaar tijdelijk onderstand verleend,
waarvan er 1283 tot de voormalige steden, en de andere 3081
tot de overige gemeenten behooren.
In 1856 werden 7538 personen ondersteund, 1353 in de voor
malige steden en 6185 in de overige gemeenten 2726 werden
toen gedurende bet geheele jaar door onafgebroken bedeeld,
waarvan 291 in de voormalige steden cn 2435 in de overige ge
meenten terwijl aan 4812 perscnen in dat jaar eens of meerma
len tijdelijk onderstand verleend werd, van welk getal 1062 in
de voormalige steden cn 3750 in de overige gemeenten.
Er zijn dus in 1857, 746 personen minder ondersteund dan in
1856.
Onafgebroken werden 298, en'uu en dan tijdelijk 448 perso
nen minder ondersteund.
Die vermindering bepaalt zich uitsluitend tot de personen in
de voormalige plattelands gemeenten. In die gemeenten werden
994 personen minder bedeeld, van welk getal 325 onafgebroken
en 669 nu en dan tijdelijk minder bedeeld werden. In de vroe
gere steden werden daarentegen 248 personenjmcer ondersteund
waarvan slechts 27 onafgebroken het geheele jaar door, cn 221
eens of meermalen tijdelijk. Die vermeerdering bepaalt zich
hoofdzakelijk tot het burgerlijk armbestuur te Middelburg, het
welk 271 personen meer ondersteunde, uithoofde het hervormd
diaconie armbestuur aldaar zich, sedert 1 januarij 1857, niet
j meer beeft belast met het verstrekken van geneeskundige hulp
aan zoodanige lidmaten van dat kerkgenootschap, die niet als
onafgebroken vaste bedeelden zijn aangenomen. Bij de burger-
I lijke armbesturen te Axel cn Goes, werden daarentegen een
9ütal personen minder bedeeld. Bij de andere was de vcrmccr-
I dering of vermindering van geoncn beteekenenden invloed.
Aangaande de vermindering der bedeelden in de vorige plat-
tenlands-gemcenten valt op te merken, dat hoofdzakelijk daarop
van invloed is geweest, de opheffing van het gecombineerd
armbestuur te Kortgeen, en de ontbinding der gemengde ann-
I besturen te Breskens en tc Hengstdijk, welke in 1856 te zamen
j ruim 300 personen bedeelden; terwijl door tie opgerigtc burger-
I lijke armbesturen in dc beide laatste gemeenten in 1857, slechts
i een 80tal personen werd ondersteund. Voorts wordt bij 46 urm-
j besturen, in meerdere of mindere mate, eene vermindering in
het getal der bedeelden opgemerkt, en bij 25 armbesturen, in
j gelijke mate, eenige vermeerdering. De vermindering is van
cenig belang bij de burgerlijke armbesturen te Sas van Gent,
I Wcstdorpe en Wissekerke, door welke in 1857 gezamentlijk
j ruim 200 personen minder ondersteund werden dan in 1856,
I hetgeen wordt toegeschreven, in de eerstgenoemde gemeente
aan eene strenge toepassing van art. 21 der wet op bet armbe-
j stuur, in de tweede genoemde aan de ruime gelegenheid die
bestaan heeft om werk te verkrijgen, vooral met hetroeijen van
I booinen, en in de laatstgenoemde gemeente daaraan, dat het
I meerendccl der armen, met 1 januarij 1857is overgegaan aan
liet kerkelijk armbestuur.
I Er werd uitgegeven voor: onderhoud van gebouwen, gron-
I den, de daarop drukkende lasten en alle kosten van beheer
j f23,550,80$,onderstandin geld f31,613,22, alle anderen onder
stand in geldswaarde f 50,020,14, aflossing en {renten van
i opgenomen kapitalen f 1129,18$, belegging van gelden
j f 7538,40$, verschillende uitgaven bestaande in bijdragen aan
i andere instellingen van weldadigheid f 2692,56$, te zamen
fl 16,544,32, in 1856 f121,851,63, dus in 1857 f5307,31 minder.
I Voor onderstand in geld werd f1131, en voor onderstaud in
geldswaarde f 6435, alzoo te zamen f 7566 minder uitgegeven
dan in 1856. Door de armbesturen in de vroegere steden, die,
zoo als reeds is aangegeven, 248 personen meer ondersteunden,
is f2371 meer uitgegeven; door die in de overige gemeenten,
welke aau nagenoeg duizend personen minder onderstand ver
leenden, werd ruim f 9900 minder' voor onderstand uitgegeven.
Van hetgeen door de armbesturen in de vroegere steden meer
voor ouderstand is uitgegeven, ad f 2371is alleen door bet bur
gerlijk armbestuur ;e Middelburg ruim dc helft uitgegeven ge
worden. De mindere uitgaaf bij de armbesturen in de overige
gemeenten, nagenoeg f 10,000 bedragende, verdeelt zich over
47 instellingen.
Door do opgchevene gemengde armbesturen te Kortgeen,
Breskens cn Hengstdijk, werden in 1856 uitgegeven f 3000, in
1857 door de opgerigtc burgerlijke armbesturen in de beide
laatstgenoemd gemeenten slechts fl 200 ruim, dusf 1800 minder.
Bij de armbesturen in de gemeenten Biggekcrke, Brouwers
haven, Bruinisse, Eede, Graauw, 's Heer Arentskerke, Honte-
nisse, Krabbcndijke, Noordwelle, Schoondijke, Serooskerke
(Schouwen), St. Annaland, St. Kruis, St. Maartensdijk, "West-
dor pe, Wissekerke en Yerseke was de vermindering belangrijk,
ais zijnde door deze 17 nrmbesturen in 1857, gezamentlijk ruim
f6400 minder voor onderstand uitgegeven.
Door een 40tal dezer instellingen is meer voor onderstand
uitgegeven. Bij die in de gemeenten Aardenburg, Golijnsplaat,
Haamstede en Nicuwerkork was die vermeerdering aanmerke
lijk, bedragende te zamen nagenoeg f 1900 meer dan in 1856.
Voor onderhoud van gebouwen, lasten en kosten van be
heer, werd f400, en voor aflossing en renten van opgenomen
kapitalen f415 meer uitgegeven dan in 1856, terwijl eene som
van f 2346 meer werd belegd.
Er word ontvangen wegens inkomsten van bezittingen van
allerlei aard en toegekende regten f66,061,23, erfstellingen,
legaten en schenkingen f539,09, collecten eu andere vrijwillige
bijdragen f8481,72, subsidien ofbijdragen van andere instel
lingen van weldadigheid f 1390,00, subsidiën van gemeentebe
sturen f 59,251,13, subsidiën van dc provincie of van den
staat f227,62, aflossing van hypotheken of tc gelde gemaakt
f 7969,03$, bodrag der gelden op l januarij van liet dienst
jaar in kas 'f 20,928,02$, te zartion f 164,847,85, in 1856
f 172,927,10,, dus in 1857 f 8079,25 minder.
Wegens inkomsten van bezittingen werd f 3050 minder, we
gens erfstellingen en legaten f 52, wegens collecten en vrijwil
lige bijdragen f 1381, wegens subsidien van de gemeenten
f 8777 en van dfc p-rov-ineie óf Van don staat f721 minder ont
vangen dan in 1856. De bijdragen van andere instellingen van
weldadigheid bedroegen meer f 790, en was het bodrag der er
langde aflossing van hypotheken of te gelde gemaakte bezittin
gen f4254 meer, terwijl het bedrag der gelden op 1 januarij
1857 in kas, f 85S meer beliep dan op dat tijdstip in 1856.
De mindere ontvangst wegens inkomsten van bezittingen en
wegens collecten en bijdragen, bepaalt zich, wat de eersten
betreft, uitsluitend, en wat de andere aangaat, bijna geheel tot
de vroegere plattelands-gemeenten. Die wegens subsidien uit
de gemeentekassen doet zich voor tot een bedrag van f5930 bij
de instellingen in de vroegere steden, hoofdzakelijk bij die
te Middelburg, Vlissingen en Axel, en tof een bedrag van
f2847 bij die in de overige gemeenten, hoofdzakelijk bij die
te Wissekerke, St. Kruis, Neuzen,'s Heerenhoek, Hontenisse.
Breskens, Graauw, Krabbendijke,Nieuwvliet eu Boschkapelle.
Het gemis der opgaven van de armbesturen van St. Janskerk
en Sir Boudewijnskcrkc (gemeente Zoutclande) geeft echter
aan de beschouwingen en vergelijkingen eene onjuiste rigting.
Indien men de inkomsten dezer beide armbesturen over
1856 opneemt onder die over 1857, zoo als die hiervoren zijn
medegedeeld, dan zou de uitgaaf voor onderstand, niet f7566,
maar f 5197 minder bedragen, en voor belegging van gelden,
niet f 2346, maar f 5642 meer uitgegeven zijnterwijl voorts
dc ontvangsten wegens inkomsten van bezittingen, niet f 3050
minder, maar f 2454 meer zouden bedragen.
Kerkelijke instellingen voor huiszittende armen bedoeld bij
letter b der armenwet bestonden op 1 januarij 1857 in gemeen
ten boven de 5000 zielen 23, waarvan 7 gesubsidieerd, en in
gemeenten beneden dat zielental 120, van welke er 10 gesub
sidieerd waren.
Den 31 sten december daaraanvolgende in gemeenten boven
de 5000 zielen het zelfde getal, waarvan toen 6 gesubsidieerd,
en in gemeenten beneden de 5000 zielen insgelijks het zelfde
getal, waarvan toen ook 10 gesubsidieerd.
Hoewel in het getal der kerkelijke armbesturen geene veran
dering is gekomen, zijn cr in de laatstbedoelde gemeenten twee
afgegaan en daartegen twee bijgekomen, doordien de hervormde
diaconie armbesturen van Iloogelando en Buttinge (gemeente
Grijpskerke,) als afzonderlijke instellingen opgeheven en ver-
eenigd zijn geworden niet het hervormd diaconie armbestuur
van Grijpskerke. Voorts is liet hervormd algemeen (gemengd)
armbestuur te Breskens als zoodanig ontbonden, waardoor de
diaconie als zuiver kerkelijke instelling is tcruggebragt, en het
gecombineerd armbestuur te Kortgeen opgeheven, en vervan
gen door een zuiver kerkelijk armbestuur (hervormd diaconie).
Ondersteund werden 12429 personen, van welk getal 6626
in de voormalige steden, en dc overige 5803 in de vroegere
plattelands gemeenten.
Van deze ondersteunden, werden er 4589 het geheele jaar
door onafgebroken bedeeld, waarvan 2503 in de vroegere ste
den, cn 2086 in de overige gemeenten terwijl 7840 personen
eens of meermalen tijdelijk onderstand genoten, waarvan 4123
in de vroegere steden en dc overige 3717 in de vroegere ge
meenten.
In 1856 werden 12953 personen ondersteund, waarvan 6924
in de voormalige steden, en 6029 in de overige gemeenten.
Onafgebroken het geheele jaar door, werden toen 4689 perso
nen bedeeld, waarvan 2673 in de voormalige steden en 2016 in
de overige gemeenten; terwijl aan 8264 personen eens of meer
malen slechts tijdelijk ondersteuning werd verstrekt, waarvan
4251 in de vroegere steden en de andere 4013 in dc overige ge
meenten.
Er zijn in 1857 alzoo 524 personen minder ondersteund ge
worden, welke vermindering zich bepaalt tot 424 nu cn dan
tijdelijk bedeelden, en 100 onafgebroken gedurende liet ge
heele jaar door.
Zoowel bij de kerkelijke armbesturen in de vroegere steden,
als bij die in de overige gemeenten wordt die vermindering aan
getroffen, bij de eerste voor 293 en bij de andere voor 226 per
sonen.
Met betrekking tot de vermindering van het getal bedeelden
in de vroegere steden, kan worden aangemerkt dat, van de 33
instellingen, door 10 meer, door 17 minder, en door 6 een gelijk
getal personen ondersteund werden. Door dc hervormde dia-
coniearrabesturen te Tholen, Vlissingen en Zierikzce en door
de roomsch katholieke armbesturen te Hulst en Sluis werden
456 personen minder, en door de hervormde diaconie- en
roomsch katholieke armbesturen te Middelburg daarentegen
158 personen meer ondersteund. De vermindering of vermeer
dering bij de overigen was van geen en invloed.
Wat dc vermindering betreft van dat in de vroegere platten-
lands-gomecnten valt op te merken, dat door 30 van de 110
instellingen meer, door 67 minder eu door 11 een gelijk getal
personen werden ondersteund. Bij do hervormde diaconie
armbesturen te Oostburg, Colijnsplaat, Wolphaartsdijk en
Schoondijke wordt de meeste vermindering (151 personen
zamen), bij de hervormde diaconie te Waarde de meeste ver
meerdering (33 personen) waargenomen. Die bij de overigo
armbesturen was van gcenen belangrijken invloed. Alleen valt
nog op to merken, dat de in 1857 opgerigtc hervormde diaco
niearmbesturen tc Breskens en Kortgeen, 186 personen onder
steunden.
Uitgegeven werd voor: kosten van beheer f8611,51$, on
derstand in geld f86,738,57$, allen anderen onderstand in golds
waarde f 71,766,61zamen f 16,7 116,70, in 1856 f167,675,18
dus in 1857 minder f558,48.
Ontvangen werd wegens: collecten, inschrijvingen en andero