öuitcnlanïiscljc tijirmgnt. Renoemin^en en besluiten. Eervol ontslag verleend, bij besluit van 4 junij,aan den heer J. "W. llacbmeester Eekhont, op zijn verzoek, op de meest eervolle wijze als directeur van het postkantoor Ie Amsterdam, onder dankbetuiging voor de door hem aan den staat bewezen lang durige en trouwe diensten, behoudens aanspraak op pensioen; voorts zijn benoemd: tot directeur van het postkantoor te Amsterdam, de heer W. Hordijk, tot dusverre hoofdcommies der posterijen; tot directeur van liet postkantoor te Beverwijk, de heer A. Stumphius, tot dusverre commies der posterijen van de 3de klasse; tot hoofdcommies der posterijen, de heer E. A. Janssen, thans commies der posterijen van de lste klassetot commiesen der posterijen van de lste klasse, de heeren R. C. Kamaer en E. van den Brandeler, thans commiesen der 2de klasse; tot commiesen der posterijen van de 2de klasse, de hee ren J. H. Higly en A. W. van der Boon Mesch. thans commie sen van de 3de klasse; tot commiesen der posterijen van de 3de klasse, de heeren G. P. E. de Lang, L. R. baron Taets van Ame- rongen en 15. L. C. van den Heuvel, thans sumumerairen bij het vak der posterijen; tot sumumerairen bij het vak der pos terijen, de heeren J. AI. Gevers Leuven, W. E. C. Lans en C. Pfister. Bij Zr. Ms. besluit van den 7 dezer is 1. de kapitein ter zee titulair A. A. Bolken, op zijn verzoek, met den laatsten julij aanstaande eervoi ontslagen uit de betrekking van directeur der marine te Amsterdam, onder dankbetuiging voor zijne aan den lande bewezenc diensten; 2. gemelde kapitein ter zee titu lair, ter zake van langdurige dienst, met den 1 augustus aan staande, op pensioen gesteld, onder toekenning van een jaar- lijkscli pensioen van f 1800; 3. met ingang van den 1 januarij aanstaande aan de directie der marine te Amsterdam tevens verbonden het kommandement over de zeemagt aldaar4. met laatstgemeld tijdstip opgeheven de betrekking van equipage meester der marine te Amsterdam en deze betrekking vervan gen door die van onderdirecteur der marine; 5. in afwachting dat daarin nader zal worden voorzien, de minister van marine gemagtigd om den kapitein-luitenant ter zeeS.Eaber Huys met den 1 augustus aanstaande te Amsterdam te detacheren, ten einde voorloopig waar te nemen de werkzaamheden, verbonden aan de betrekking van directeur der mariue aldaar6. de minis ter van marine alverdcr gemagtigd om den kapitein-luitenant ter zee S.Eaber Huys, met den 1 januarij aanstaande te Amster dam te detacheren tot het waarnemen der betrekking van on derdirecteur der marine aldaar7. de gepensioneerde kapitein- luitenant ter zee J. H. Volmcr Knollaert, met den laatsten octobcr dezes jaars, eervol ontslagen uit zijne betrekking van equipagemeester der marine bij's rijks werf te Amsterdam, en 3. de gemelde kapitein-luitenant ter zee Yolmer Knollaert. on der intrekking van het bij Zr. Ms. besluit van 26 april 1850, aan hem toegekende pensioen, met den 1 november aanstaande op nieuw op pensioen gesteld, ouder toekenning van eenjaar- lijksch pensioen van f 1S00. Benoemd, bij besluit van 7 dezer, tot kapitein-directeur van het garnizoens-hospitaal te Bergen op Zoom, de lste luitenant administrateur van kleeding en wapening B. van Rijswijk, van liet lste regement infanterie. Benoemd, bij besluit van 4 junij tot hoofdcontroleur van de directe belastingen te Amsterdam, de heer A. Volkmaars, thans controleur der lste klasse te Zwollevoorts zijn de onderstaan de controleurs der directe belastingen, in-en uitgaande reg- ten en accijnsen verplaatst, te weten: naar Alkmaar, de heer L. R. Went holt, thans te Zaandam naar Zaandam, de heer J. Burgerhoudt, thans op de linie te Axelnaar Utrecht, de heer jiir. L. Stern, thans te Nijmegen; naar Venlo, de heer H. C. Hanewinckel, thans te Gennep; naar Roermond, de heer P. A. E. J. Sassen, thans te Tiel; naar Tiel, de heer J. Dufour, thans te Weesp; naar Rotterdam, voor de actieve dienst der in- en uitgaande regten en accijnsen, de heer J. A. Nuijts, thans te Roosendaal; naar Bath, de heer J. Goossen, thans te Purmc- rende; naar Purmerende, de heer G. P. van Vladeracken, thans te Bedum; naar Roosendaal, de heer C. M.Jvan der Heijden, thans te Venlo; en eindelijk zijn bevorderd: tot controleurs der directe belastingen, in-en uitgaande regten en accijnsen, van de lste klasse, de heerenL. van Tengnagell de Raad, te 's Bosch; jhr. L. Stern, te Nijmegen; J. R. Ruijters, te Maastricht; P. A. E. J. Sassen, te TielC. M. van der Heijden, te Venlo; thans allen van de 2de klasse; tot controleurs der zelfde middelen van de tweede klasse, de heeren: G. M.Tet rode, te MeppelH. Bijleveld, te ZevenbergenW. F. Vertho- lcn, te Oud-Bcijer!and II. C. Hanewinckel, te Gennep; en J. "W. E. de Groot, te Dordrecht, thans allen van de 3de klasse. Eervol ontslag verleend, bij besluit van 4 junij aan den heer O. Bcerstecher, op zijn verzoek, als ontvanger der directe be lastingen. in-en uitgaande regten en accijnsen te Wehl, behou dens aanspraak op pensioen. Pensioen verleend, bij besluit van den odpn dezer, aan den majoor C. A. Sprenger, van het 2de regement dragonders, op zijn aanvrage ad f 1300. Benoemd, bij besluit van 14 mei, tot ridder der 4de klasse van de Militaire "Willemsorde de kapitein der infanterie van het leger in Nederlandsch Indie E. W.T.F. Preusser, ter belooning van zijne verrigtingen bij de verovering van Daloe-Daloe (Su matra's westkust) op den 28 december 1S38. Bij koninklijk besluit van den 2S mei zijn, ten vervolge op dat van den 17 februarij 1S5S, houdende toekenning van eer volle belooningen ter zake der in augustus en september 1857 plaats gehad hebbende krijgsverrigtingen op Timor (Takaip en Lidak), alsnog benoemd tot ridders der 4de klasse van de Mili taire Willemsorde, de sergeant J. F. Berriotte en de korporaals J. Mathezing en A. F. Abels, de twee eerstgenoemden van het wapen der infanterie, en laatstgenoemde van het corps der sa- peurs van het leger in Oost-Indie. Benoemd, bij besiuit van 5 dezer, tot lid in den raad van Ne- derlandsch Indie de heer W. J. van de GraafP, thans algemecne secretaris van het bestuur van Nederlandsch Indie. Gemeenteraad van Ifliri.delbairg'. Zitting van S junij. Voorzitter jhr. Paspoort van Grijpskerke. Afwezig de heeren Bijleveld van Serooskerke, van de Graft, Snijder en Caland. De notulen der vorige zitting na voorlezing goedgekeurd zijnde, worden voor kennisgeving aangenomen a. mededeeling des voorzitters dat blijkens schriftelijk berigt verhinderd zijn om de zitting bij te wonen, de heeren Caland en Bijleveld, benevens door afwezigheid de heeren van de Graft en Snijder; b. missive van gedeputeerde staten dezer provincie, houdende goedkeuring van liet raadsbesluit tot ondcrhar.dsche verhuring van de tot weverij gebezigde gebouwen aan de firma Salomon- son conip. Op eene missive van het zelfde collegie, waarbij aangemerkt is dat het raadsbesluit tot beschikking uit de post voor onvoor ziene uitgaven op de loopende begrooting, voor f 4647,5S te kort bij bet bestuur der godshuizen over 1857, behoort verge zeld te gaan van een gemotiveerd raadsbesluit, voorgeschreven bij art. 59 der armenwet voor het vcrlccnen van subsidien, wordt zoodanig ontwerpbesluit gelezen en eenparig goedge keurd. Wordt gelezen eene derde missive van dat collegie, van 28 mei jl., houdende kennisgeving dat de aanslag van den heer C. M. van Visvliet, op het kohier van den hoofdelijken omslag voor 1S58, is verminderd met eene klasse, alzoo van zijn inkomen is afgetrokken de bijdrage voor het pensioenfonds, en voorts die van K. C. Crticq, buitenlands zeevarende is vernietigd, als be schouwd in sirijd met art. 245 der gemeentewet. De heer Siffle' merkt op dat de raad, door zich te vcreenigen met deze beslissing, zijn beginsel zou verzaken, om de personen die geacht worden hier hun hoofdverblijf te houden ook bij tij delijke afwezigheid aan te slaan. De heeren Rekker, vau Diggelen cu Verbrugge laten zich in gelijken geest uit. De voorzitter ontkent dit niet, maar doet opmerken dat de som slechts ruim f 10 bedraagt, en men gevaar loopt door dit oponthoud de eindelijke vaststelling van het kohier wederom cenigc maanden te zien uitgesteld. Hij zou dus gevolg geven aan de beslissing van gedeputeerde staten, des noods onder protest. De heer Lantsheer wijst er op dat gedeputeerde stoten ten deze in het hoogste ressort beslissen, behoudens het buitenge woon middel oni zich op den koning te beroepen, als dat collegie een besluit mogt nemen in strijd met de wet. Zijns inziens kan men dus zeer goed in hunne uitspraak berusten zonder het be ginsel op te offerenterwijl een buitenlands zeevarende, later in de gemeente komende nog op het suppletoir kohier kan ge- bragt worden. Na nog ccnige discussie wordt in omvraag gebragt om daarin te berusten, waartoe met 7 tegen 5 stemmen besloten wordt. Tegen stemden de heeren Rekker, Verbrugge, Siffle', van Diggelen en Dararae. Thans ontstaat op nieuw eenigc discussie over de vraag of dit besluit al of niet gemotiveerd en met ccnig protest aan gedepu teerde staten zal worden ingezonden, welke beëindigd wordt, doordien de raad met algemeene stemmen zich verklaart voor hot bijvoegen der bedenking, „dat de raad zich niet vercenigt met de door gedeputeerde staten aangevoerde gronden en daarin alleen berust om, zoo in het belang der gemeentekas als van de voldoening door de ingezetenen, te voorkomen dat de vaststel ling van het kohier weder eenige maanden vertraagd wordt." Wordt gelezen de circulaire van gedeputeerde staten dezer pro vincie, van den 19 mei jl. (Provinciaal blad no. 53), betrekkelijk het ingewachte overzigt van de grondslagen voor de berekening der pensioenen van de hoofd-en hulponderwijzers der openbare lagere scholen alhier; benevens een reeds ontworpen besluit om een en ander zuiver vast te stellen als volgtvoor den hoofdon derwijzer van het instituut van middelbaar onderwijs op f 2000 hoofdonderwijzeres op het instituut voor vrouwelijke leerlingen f2300; hoofdonderwijzer op de school voor meer uitgebreid lager onderwijs f 1144; hulponderwijzer aldaar f 250; de hoofd onderwijzers op de beide andere scholen voor gewoon en lager onderwijs f 1035, en op de school voor minvermogenden en be deelden f 1335, zijnde de hulponderwijzers aldaar nog niet van wege de gemeente aangesteld. Dit ontwerpbesluit wordt dadelijk gearresteerd. De voorzitter deelt mede dat, na de zamenspraak tussehen burgemeester en wethouders en het bestuur der godshuizen, geen bezwaar meer bestaat om, overeenkomstig de voordragt, de borgstelling op f G000 en de bezoldiging op f800 te bepalen voor den secretaris-penningmeester bij dat bestuur, waarep be sloten wordt over te gaan tot de benoeming, en tevens van eenen curator over het gymnasium alhier, in plaats van wijlen dr. J. Borsius, waartoe dat collegie een dubbeltal voordraagt, be staande uit de heeren A.M. SnouckHurgronje en J.H. Gerlach. Hierop worden benoemdtot curator over het gymnasium de heer Snouck Hurgronje met 10, en tot secretaris-penning- meester bij het bestuur der godshuizen, de heer W. J. Zip met 7 van de 12 stemmen. De ingekomen geloofsbrieven van den heer A. II. G. Fokker, benoemd raadslid, zijn tot onderzoek gesteld in handen eencr commissie, bestaande uit de heeren Verbrugge, van Deinsc en Lambrechtsen. De zitting wordt geschorst gedurende den tijd dat die com missie zich tot dat onderzoek verwijdert. Teruggekeerd, brengt zij rapport uit bij monde van den heer Verbrugge, strekkende tot toelating van den heer Fokker als raadslid, waarmede de vergadering zich vcreenigt. Bij conceptbesluit wordt besloten uit den post voor onvoor ziene uitgaven op de gemcentebcgrooting voor 1857 te beschik ken over f 482,37, over te schrijven op art. 1 van afd. 1, hoofd stuk III der uitgaven, voor te kort op kosten voor het wieden van straten, na dat ecrstgcmelde post verhoogd is uit het batig saldo van het art. restitutie van aanslagen in den hoofdelijken omslag. De overgelegde aanbestedingsvoorwaarden voor de uitdie ping van het havenkanaal, die bereids ter visie lagen, worden na het wijzigen en ophelderen van eenige onderwerpen van zeer ondergeschikten aard eenparig goedgekeurd, en de ten uitvoer legging opgedragen aan burgemeester en wethouders in ver- ceniging met dc commissie van fabricage. De burgemeester deelt mede dat hem, als vertegenwoordiger der gemeente, is beteckend een exploit, houdende mededeeling namens jhr. mr. J. van Reigersberg Versluys (rekwirant van restitutie van een gedeelte van zijnen aanslag in den hoofdelij ken omslag) dat hij zich bij adres tot den hoogen raad heeft gewend, opdat een ander provinciaal geregtshof worde aange wezen, dat kennis kunne nemen van zijne vordering tegen deze gemeente. De in der tijd te dezer zake regtskundig advies uitgebragt hebbende commissie, bestaande uit de heeren van Diggelen, Siffle en van Deinsc, is hierop bereids weder gehoord en advi seert, dat de gemeente zich ook dan partij stelle. De raad be sluit daartoe onder naderegoedkeuring van gedeputeerde staten. Door den voorzitter wordt medegedeeld dat aan de orde zou zijn, het bij resumtie behandelen van het rapport der commissie belast inct het ondeizoek van het door burgemeester en wet houders gedane voorstel tot wederinvoering van den accijns op het gemaal, doch dat van de raadsleden van Uije, Damme en van Diggelen, een tegenvoorstel is ingekomen, waarbij die leden zich verklaren tegen de wederinvoering van dien accijns. Zij wijzen er op dat het nieuw opgetreden ministerie reeds aanstonds beeft verklaard zich te zullen bezig houden met de her ziening van het belastingstelsel, met het oog op Je nood van on derscheidene gemeenten. Voor als nog achten zij hetdus verre weg verkieslijker den hoofdelijken omslag te behouden, onder opmerking dat het gemeentebestuur van 's Ilertogenbosch wel is waar ook tot die wederinvoering besloten heeft, doch daartoe nog geenszins toestemming heeft bekomen, zoo dat men zich in ieder geval ook hier hoogst waarschijnlijk zal zien te leur gesteld in de verwachting om dien accijns, als daartoe besloten mogt worden, reeds met het jaar 1859 weder in te voeren. Alsnu wordt de beslissing op een en ander tot eene volgende zitting aangehouden. Door den heer Lantsheer wordt een uitvoerig rapport uitgc- bragt namens dc commissie, in welker handen is gesteld een adres van P. de Zeeuw, pachter der beer-en mestputten. De conclusie daarvan is dat men in billijkheid vermeent hij regt heeft op eenige temoetkoming bij het verminderd getal gooten en modderputtcn, waarom men voorstelt hem over 1857, f24,65 en voor 1858 en volgende jaren f ,85 voor iederen weggeno men put bij wijze van schadevergoeding toe te leggen of daar mede zijne pachtsom te verminderen; zullende daarentegen met meerdere gestrengheid de bepalingen van het paehtcontract moeteu uitgevoerd worden en de bedreigde boeten des noodig toegepast worden. Dc beslissing hierop is aangehouden en daarna de zitting gesloten. Kngeland. Londen 9 junij. De gewezen minister van buitenlandscho zaken, lord Clarendon, heeft gisteren avond in het huis der lords, op eene interpellatie van lord Brougham verklaard, dat de door hem.gegevene instructien de bevelhebbers van de in de americaansche wateren gestationeerde britsche schepen nimmer gemagtigd hebben om geweld te plegen len aanzien van ameri- kaansche schepen. De tegenwoordige minister van builenland- sche zaken, lord Malmesbury, heeft medegedeeld, dat hij de opgaven van de amerikaansche bladen omtrent de door de en- gelsche kruissers gepleegde geweldenarijen voor overdreven houdt, en dat, ingeval zij gegrond moglcn zijn, de bevelhebbers strafbaar zouden wezen. De minister voegde er bij, dat hij, naar aanleiding van eene dien dag gehoudene conferentie met den amerikaanschen gezant, alle hoop had, dat het gerezen ge schil vereffend en voor de toekomst dergelijke moeijelijkheden verhoed zouden worden. Gisteren zijn in het lagerhuis de beraadslagingen over de op hetindisch bewind betrekkelijke besluiten hervat.Een amen dement van den heer Gladstone, volgens hetwelk de tegen woordige bewindhebbers der Oost-indische compagnie gedu rende heteerstejaar den raad zouden uitmaken,die den minister

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1858 | | pagina 2