CsuiU'ntanösdje tijdingen. geconcludeerd uat het der regtbank behagen moge tot zooda nige benoeming over te gaan. Namens den gedaagde is door den procureur P. Rekker te kennen gegeven dat hij vermeent zich thans te moeten refereren aan de uitspraak van de regtbank, onder protest tegen eeniger- lei verkeerde gevolgtrekking uit zoodanige referte te maken. De regtbank heeft de uitspraak bepaald op heden over 4 weken (23 junij.) Na afgelegd examen ten overstaan der commissie uit hetpro- vinciaal geregtshof, te zamengesteld naar het voorschrift der wet op het notarisambt van den 9 julij 1842, zijn heden toege laten tot candidaat-notaris de heeren mrs. F. J. Brevet, J. A. van Hoek en C. P. Lenshoek, advocaten, de beide eersten te Middelburg en de derde te Wolfaartsdijk, en A. A. Vermandei, notarisklerk te Sas van Gent. Men schrijft ons uit Zierikzee van 24 mei -f- Door den kotter Willem van Houten, gezagvoerder W. A. Bowbyes, van de Zuid Hollandsche reddingmaatschappij is, gisteren avond alhier op sleeptouw binnengebragt de engelsche sleepstoomboot Ocean bride, welke van Vlissingen komende, door dien gezagvoerder op de hoogte van Westkapelle met on klare machine en zwaar lek is gevonden, terwijl de equipage reeds besloten had haar te verlaten, zoo dat de redding wel mag gezegd worden ter goeder ure te hebben plaats gehad. De Nieuwe rotterdamsche courant heeft eene telegrafische depeche uit Triest ontvangen, met berigten van Batavia van 10 april jl. Zij behelzen geen staatkundig nieuws van eenig aanbe- lang. Men verneemt dat de heer mr. A. J. Duymaer van Twist, vroeger lid van de tweede kamer der staten-generaal en laatste lijk gouverneur-generaal van Nederlandsch lndie, wien door eenige kiezers in het hoofdkiesdistrict Dordrecht het mandaat van volksvertegenwoordiger is aangeboden, verklaard heeft bij eene eventuele benoeming zich die keuze te zullen laten welge vallen. Men verneemt dat de rijksveldwacht op vele plaatsen volijve rig werkzaam is. Sedert de uitbreiding der rijksveldwacht toch, dat is van 1 maart tot heden, zijn alleen in de provincie Gelder land door de onderscheiden brigades bijna 300 verschillende bekeuringen gedaaudoor een brigadier zijn zelfs in genoemd tijdsverloop 54 processen verbaal wegens overtredingen opge maakt; hieronder treft men een aantal bekeuringen op den ijk van maten en gewigten aan, waaromtrent op sommige plaatsen niet in het minst gelet werd, zelfs zoo, dat er winkeliers zijn ge vonden die niet eens wisten, dat er een herijk bestond. Men schrijft aan het Handelsblad uit Weenen dd. 18 mei: Gij zult het. voor Holland zeker niet als onbelangrijk be schouwen, wanneer ik u mededeel, dat het budget van inkom sten en uitgaven, dezer dage den keizer aangeboden, hoogst- deszelfs goedkeuring niet heeft mogen verwerven. Nadat de begrooting Z. M. was ingediend, vroeg de keizer of op die der ontvangsten nu al de inkomsten des rijks waren gesteld Op het toestemmend antwoord des ministers, behaagde het den vorst het eindcijfer met het bedrag te verminderen, hetwelk de uitgaven de inkomsten te boven gingen, llij verklaarde name lijk, dal hij volstrekt van geene begroot ing weten wilde, waarop de ontvangsten en uitgaven niet het evenwigt hielden. Uit het verslag aangaande den toestand der gevangenissen te Leeuwarden over 1S57 blijkt, dat de veroordeelden, die de bevolking der strafgevangenis in 1856 en 1857 belangrijk heb ben doen toenemen, meerendeels bestaan uit voormalige kolo nisten van de Maatschappij van weldadigheid. Van deze klasse van gevangenen waren er, blijkens dat verslag, tot 31 december 1857 reeds ingekomen: 41 in 1S56 en 66 in 1857, te zamen 107 Deze 107 werden, met uitzondering van zes wegens diefstallen, allen veroordeeld ter zake vanschriftelijke bedreiging met brandstichting, t. w.door het provinciaal geregtshof in Dren the 68, door dat in Overijssel 29, in Zuidholland 2 en in Vries land 2. De vonnissen over deze, overal gelijk gekwalificeerde, misdaad uitgesproken, zijn als volgttot vijf jaren tuchthuis straf 33tot zes jaren dito 22tot zeven jaren dito 2tot tien jaren dito 27 en tot vijftien jaren 17. De veroordeelingen voor tien en vijftien jaren zijn allen door het hof in Drenthe uitge sproken. Hoewel door de toepassing van het maximum der straf de veroordeelingen voor laatstgenoemd iiof wegensdit feit zeer zijn afgenomen, schijnt toch dc zwaarte der straf het plegen van dit misdrijf niet te kunnen beletten. Immers in dc eerste drie maanden van 1858 zijn er weder dertien gevangenen wegens dit feit aldaar ingebragt, waarvan acht eene vijftienja rige straf hebben te ondergaan. Bij schier al deze veroordeelden schijnt de zucht om uit de koloniën ontslagen te worden of de wederopzending derwaarts te ontduiken, de oorzaak hunner misdaad te zijn. Uit Suriname meldt men, dat daar gedurende 1857 zijn aangekomen 182 schepen, met 15,223£ last, waarvan 58 uit Nederland en 31 uit Noord-Amerikaterwijl er zijn vertrokken 172 schepen, metende 14,678 last, waarvan 52 naar Nederland en 36 naar Noord-Amerika. De uitvoer was, in vergelyking met 1856, meer aan koffij 332,942 pond, kakao 109,803 pond, melassi 34,947 gallons, rum en dram 11,813 gallons, minder suiker 465,310 pond, katoen 251,167 pond. Van de komst der chinesche immigranten had men de beste verwachtingen. De kosten van aanvoer worden op f 300 per hoofd beraamd ;deze kosten komen ten laste der huurders, doch worden door het gouvernement renteloos onder borgtogt voor geschoten. De chinesche arbeiders zijn verbonden voor 5 jaar bij ziekte of andere redenen van onbekwaamheid in't werken wordt die verloren tijd ingehouden. De zorg voor onderhoud, verpleging, enz, komt ten laste van den huurder, die eiken chi nees gedurende 5 jaar maandelijks als gage 4 spaansche matten zal bestalen, met inhouding van gage bij ziekte; behalve gewoon voedsel, bestaande in oud amsterdamsch pond zout vleesch, 1 pond rijst en pond maisbrood of daarvoor nog f pond rijst per hoofd eiken dag, zal de huurder ook zorgen voorgoede huis vesting en verpleging bij ziekte, en buitendien jaarlijks eiken Chinees tweemaal een nieuw stel kleederen geven, het stel be dragende een linnen of katoenen hemd en broek. De maatstaf voor den arbeid is, die, vastgesteld bij het tarief van 6/17 mei 1851. De verhuringen geschieden in afdeelingen van niet min der dan 25 hoofdende afdeelingen geschieden bij loling. De regering bestemt dadelijk twee afdeelingen voor eigen gebruik, marine en leger. Met den 6 junij eerstkomende is aan boord van Zr. Ms. wacht schip te Vlissingen geplaatst de luitenant ter zee 2de klasse F. Luteyn. Het examen ter toelating als kadet op de Koninklijke militaire akademie te Breda zal den 2 junij aanvangen. In het geheel hebben zich aangemeld 214 jongelingen, die zich, wat de verzochte voorkeur betreft, over de'verschillende wapens als volgt verdeelen24 voor de infanterie, 20 kavalerie, 43 artillerie en 26 voor de genie hier te lande 32 voor de infanterie, 22 artillerie en 47 voor de genie in OosL-Iudie. Afloop verkoopingen en aanbestedingen. Vlissingen 21 mei. Een huis en erve in de Lange Noordstraat, wijk B no. 2. Ver kocht voor f 795. Westkapelle 19 mei. Een huis en erf, staande aldaar in de Koestraat, no. 319. Ver kocht voor 1 215. Gisteren heeft te Veere plaats gehad de aanbesteding we gens het doen van eenige herstellingen aan den zeemuur ouder het. beheer der genie aldaar, hetwelk is aangenomen door den heer A. Rinders te Breskens voor de som van f 2730. Kiigelaiid. Londen 22 mei. liet oordeel der bladen betreffende den af loop der discussien over de motie Cardwell, luidt, natuurlijk verschillend, al naar mate de kleur tot welke die bladen belmo ren. The morning post heeft met leedwezen de intrekking der motie vernomen en is van oordeel, dat de aftreding van het ministerie onvermijdelijk zou geweest zijn, bij aid jen de heer Cardwell eene stemming over zijne motie' had doorgezet, in plaats van gehoor te geven aan den wcnsch van een aantal le den, die zich niet. gaarne spoedig weder voor hunne kiezers wil den vertoonen. The herald en crouicle beweren, dat.de oppo sitie toegaf, om uiet geslagen te worden, want de dépêches getuigen tegen lord Canning. Het orgaan der onafhankelijke liberalen, The daily news, zegt dat lord Palinerston zelf den aftogt heeft laten blazen, omdat alle liberalen langzamerhand zich tegen hem verzetten en zelfs de oude whigs den schijn aannamen, alsof zij zich bij die liberalen wilden aansluiten. The times van haar kant houdt vol, dat alleen de vrees voor eene parlements ontbinding tot de intrekking der motie heeft geleid. Zoo veel is echter zeker, dat het ministerie Derby thans weder kans heeft tot aanstaanden winter aan het bewind te blijven. De depêche van lord Canning, welke de oorzaak of het voorwendsel was dat de motie van den heer Cardwell werd in getrokken, bestaat uit drie brieven. De eerste is van generaal Outram aan lord Canning van 8 mei. Sir James Outrara,die toenmaals nog oppercoinmissaris van Oude was en aan wien de ontwerp proclamatie van lord Canning werd toegezonden, vindt die te gestreng en zegt dat de straffen te algemeen wer den toegepast. In Oude, zegt schrijver, zijn te naauwernood twaalf grondbezitters, die niet. de wapenen hebben opgevat, en wierd de proclamatie ten uitvoer gelegd, dan zou als een ge volg der confiscatie een gevaarlijke guerilla oorlog, een verdel- gingsstrijd ontstaan. Overigens zegt hij dat sedert de inlijving van Oude de grondbezitters zeer onregtvaardig zijn behandeld en het wonder is, dat zij zich niet allen aan den opstand hebben aangesloten; zij moeten buitendien niet als rebellen maar als vijanden beschouwd worden. Men moet dan ook trachten hen voor zich te winnen, door hun de bezittingen, die hen voor de inlijving van Oude toebehoorden, onder zekere voorwaarden terug te geven. Op dit schrijven heeft lord Canning onder dagteekening van den 10 maart door zijn secretaris laten antwoorden, dat hij naar aanleiding van de vertoogen van sir James Outram, dezen ver zocht aan de gezondene proclamatie de volgende woorden toe te voegendat al degenen, die zich spoedig onderwerpen en den oppercommissaris bij de herstelling der rust behulpzaam zullen zijn, met veel verschooning behandeld zullen worden, en dat de gouverneur-generaal bereid is hunne aanspraken op deterugbc- koming hunner vroegere regten, op eene liberale wijze in over weging te nemen." Sir James Outram wordt verzocht de aldus gewijzigde proclamatie terstond na den val van Lucknow te doen verspreiden en al de reeds gedrukte exemplaren van de eerste ontwerp-proclamatie te vernietigen. Drie weken later werd deze brief gevolgd door een ander schrijven van den secretaris aan lord Canning uit Allahabad 31 maart, waarin de gronden worden opgegeven, waarom de gouverneur-generaal den raad van sir James Outram, om aau de grondbezitters hunne vorige regten terug te geven, niet kan volgen. Deed men dit, zoo wordt in den brief gezegd, dan zou de men de bewoners van Oude als zegevierende tegenstanders erkennen, en dit zoude als zwakheid worden uitgelegd, terwijl meu er tevens uit zoude opmaken, dat bij een opstand tegen de engelsche regering in geen geval iets te verliezen valt. De koninklijke familie heeft voor den tijd van eene maand den rouw aangenomen, ter gelegenheid van het overlijden van de hertogin van Orleans. UuHxcliIand. Weenen 23 mei. Men weet dat onze dagbladen beweren dat de zegepraal der Moutenegrijnen op de Turken te Grahovo niet eerlijk behaald is, daar de eersten de aanvallende partij geweest waren, niettegenstaande een wapenstilstand gesloten was, waar op zich de Turken verlaten hadden. De turksche gezant te Parijs heeft thans van zijne regering bescheiden nopens dit ge vecht ontvangen die, wat de beweerde schending van den wapen stilstand betreft, overeenkomen met de verklaring der oosten- rij ksche dagbladen. Sommige dier dagbladen zeggen dat de secretaris van prins Danielo, de heer Delarue, een gewezen Eranschman die thans te Parijs is gekomen, om zoo veel mogelijk ten gunste van zijn vorst werkzaam te zijn, vooral eene slechte rol in deze zaak gespeeld heeft. Nadat de Turken namelijk, volgens die bladen, na een gevecht van tien uren door de Moutenegrijnen ingesloten waren geworden, begaf zich de heer Delarue naar het vijandelijk kamp, onder voorgeven dat hij met Kemal Effendi wenschte te onderhandelen, en dat de turksche troepen zich konden terugtrekken, zonder in eenig opzigt gemoeid te wor den. Zelfs moet hij tot dat einde eene uit naam van prins Da nielo geschreven verklaring aan Kadri pacha hebben overhan digd, die de turksche kolonne aanvoerde. Deze zich hierop verlatende, begon zijn terugtogt, maar werd onverwachts aan gevallen door de Montcnegnjuen. voor wiehetaldusnietmoeije- lijk viel hunnen vijanden een gevoelig verlies toe te brengen. Men schrijft van hier aan de Keulschecourant dat. de turksche gezant aldaar, door middel van eene telegrafische depeche mededeeling heeft ontvangen van eene overwinning den l5den door de Turken op de Monlenegrijneu behaald. Dit berigt vereischt echter om vele redenen nog zeer bevestiging. Men weet dat de duilsche bondsdag met eenparige stem men het besluit zijner commissie in de zaak der holsteinsche kwestie heeft aangenomen. Ingevolge dat besluit zal nu de deensche regering uitgenoodigd worden, om binnen zes weken aan genoemd Jigchaam de voorstellen kenbaar te maken, die zij ter regeling van het geschil voornemens is te doen. 8<>ankrijk> Parijs 21 mei. In den Moniteur van gisteren is de eerste confe- rentie vandegemagtigden der geallieerden aangekondigd. Daar bij wordt de reorganisatie der vorstendommen vermeld terwijl de vaart op den Donau onaangeroerd blijft.. Aangezien graaf Walewski cn lord Cowley naar Font ai- nebleau vertrekken, om aan de uilnoodiging des keizers te vol doen, zal de volgende eerstzaturdagden 29 dezer plaats hebben. Ook de andere leden der conferent ie zijn verzocht naar Fon- taiucbleau over te komen, behalve nog baron von Hubner.de oostenrijksche gevolmagtigde, die, naar men meent, vergeten is, en later zal gevraagd worden. Intusschen komt het velen toch verwonderlijk voor, dat, naar gelang de goede overeenstem ming tusschen Oostenrijk en Frankrijk zoozeer in twijfel wordt getrokken, baron von Ilubner de eenige zou zijn, die vergeten zou wezen. Eerder kon men aannemen, dat wel het eerst aan

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1858 | | pagina 3