MIDDELBÜRGSCHE
COURANT.
N* 57.
Donderdag
1858.
13 Mei.
ötttnmlanöscljc tijöingcn.
Deie courant verschijnt des dingsdagsdonderdags en zaturdags. Binnen deze gemeente en YlÏ6Sin-
3<n geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure.
De abonnementsprijs per drie maanden is 3, franco per post 3,4-0.
De inzending van advertcntien kan geschieden tot tien ure des morgensop den dag der uitgave.
De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regel; van huwelijks, geboorte of doodbekendma-
kingen enz., van één tot zes regels f 1,50, voor eiken regel daarboven 22 cent.
Buitengewoon grootc letters worden berekend naar de plaats die zij innemen.
Yoor elke plaatsing moet 35 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant.
Editie van woensdag avond 8 ure.
middelburg 13 mei,
Bij vonnis der arrondissements regtbank alhier van den 7
dezer is W. Kasse, oud 22 jaren, uitgever van het weekblad
Middelburgsch nieuws, geboren en wonende alhier, en die nog
meer dergelijke zaken te zijnen laste moet hebben, ter zake van
opligting, veroordeeld tot eene gevangenisstraf van eene maand.
Gisteren morgen heeft te Vlissingen de plegtige begrafenis
plaats gehad van den gepensionneerden kanonnier 1ste klasse
C. W. Stuchhardt, door de daar gevestigde afdeeling der ver-
eeniging Het metalen kruis.
Aan boord van den op zondag jl. vertrokken beurtschipper
van Bergen op Zoom op Rotterdam, J. E. Oosterwaal, bevinden
zich 28 jonge vossen, allen in die omstreken uit het nest ge
haald; en bestemd naar Engeland, om zoo men zegt op het eiland
Wight te laten loopen, ten einde iu het najaar daarop jagt te
maken.
HH. KK. HH. prins en prinses Hendrik der Nederlanden
hebben zondag morgen 's Gravenhage verlaten, ten einde hunne
buitenlandsche reis te ondernemen. HH KK. HH. zullen zich
bet eerst naar Weimar begeven, om aldaar een bezoek te bren
gen bij HD. zuster, de groothertogin van Saksen-Weimar
(prinses Sophia der Nederlanden). Z. D. H. de hertog Bernhard
van Saksen-Weimar begeleidt de doorluchtige reizigers tot
Koblentz, alwaar de hertog eenige dagen zal vertoeven. HH.
KK. HH. worden op hunne reis vergezeld door HD. adjudant
ridder van Rappard, den kamerheer baron Rengers van War-
menhuyzen, de hofdame freule van Pallandt en HD. gevolg.
Z. M. de koning en Z. K. H. prins Erederik der Nederlanden
hebben op milde wijze deel genomen aan de oprigting van een
nederlandsch gasthuis, te vestigen binnen Utrecht, uitsluitend
bestemd tot verpleging van behoeftige en minvermogende
ooglijders.
Nopens het gebeurde in Siak (Sumatra) leest men in de
Straits Guardian van Singapore dd. 6 maart het volgende
Wij gevoelen geene neiging om oude zaken op te halen dan
alleen ten nutte van het algemeen: maar sommige lieden zijn
vergeetachtig en andere zijn zoo voortvarend, dat men, om
tusschen beide de waarheid te zoeken, een strijd van verwijtin
gen of volstrekte ontkenning zoude uitlokkenwij zijn echter
voorzien van stellige bewijzen voor hetgeen wij hier aanvoeren.
Deze bewijzen zijn te vinden in vorige nommers vau dit blad.
Reeds van den beginne af aan hebben wij de pogingen afge
keurd, die door sommige lieden op ons eiland werden aange
wend om zich te bemoeijen met de zaken van Siak, en wij voor
spelden, dat de geheele onderneming zoude eindigen iu neder
laag en oneer. Wij laakten ook den opgeblazen toon, dien de
daarbij betrokken personen voerden in het openbaar maken
van hetgeen zij een verhaal van het gebeurde geliefden te noe
men; doch de inzender van een brief, geteekend <Eeu vriend
van waarheid, bragt den ongelukkigeu held, die aan het hoofd
der expeditie stond, weldra tot zwijgen. Wij werden echter niet
eerder geloofd, dan nadat de uitslag der dolzinnige onderne
ming onze voorspelling had bevestigd. Een onzer coliegas heeft
evenwel onlangs bedektelijk te kennen gegeven, dat de Neder
landers het voornemen koesteren om de britsche kooplieden te
beletten handel op Siak te drijven, doch dit logenstraffen wij
volmondig. Wij zijn geene voorvechters der Hollanders, het
geen door onze afkeuring van hun gedrag jegeus den ex-sultan
van Lingin voldoende is gebleken, maar wij zijn altijd verdedi
gers van hen die gelasterd ofonregtvaardig behandeld worden,
en het is daarom, dat wij hier laten volgen afschriften van eeni
ge documenten, welke wij in The daily times aantreffeu. Daar
uit zal men ontwaren, dat de sultan van Siak de britsche
kooplieden en reeders uitnoodigt met zijn land handel te drij
ven, daarvan echter uitsluitende Wilson en Carnie.
Vertaling van eenen brief van den sultan Ismael van Siak
aan den gouverneur, gedagteekend 18 februarij 1858
Alk doe mijnen vriend weten, dat ik mij zeer gelukkig zal
rekenen alle engelsche kooplieden en reeders in mijn land te
ontvangen, even als mijue voorraderen steeds hebben gedaan.
Maar de twee Engelschen, Wilson en Carnie, met hunne volge
lingen, kan ik niet weder iu mijn land toelaten, omdat zij mij
en mijne broeders en familie hebben overvallen en vele van mijn
▼oik gedood of gekwetst, mijne bezittingen geplunderd en mijne
vrouwen en kinderen mishandeld."
Ook de volgende kennisgeving is onder dagteekening van 18
februarij en voorzien van het zegel des sultans van Siak, van
dien vorst ontvangen
/Wij sultan Ismael, beheerscher van Siak, Indrapooraen
aanhoorigheden, maken aan een iegelijk bekend, dat Wilson en
Carnie en hunne volgelingen naar Siak zijn gekomen zonder
onze toestemming en tegen onzen wil, en ons gezag met kracht
van wapenen hebben weerstreefd, daarbij zelfs onze personen
en familien aanrandende en onze goederen vernielende. Het is
uit dien hoofde, dat wij algemeen bekend maken, dat Wilson
en Carnie en hunne volgelingen gedurende hun levenstijd niet
binnen het land van Siak zullen mogen verschijnen, aangezien
zij door hun eigen toedoen onze vijanden zijn geworden."
Men verneemt met genoegen, dat de heer A. Munninckhuy-
zen, kapitein kommandant van de vaste bezetting der neder-
landsche bezittingen ter Kuste van Guinea, die na een 13jarig
verblijf in Afrika, met de Candace van Elinina repatrieerde, bij
de schipbreuk van die stoomboot het leven gered heeflente
Cadix behouden aan wal is gekomen. Hij had echter niets dan
het leven kunnen redden en al zijne bagage en bij zich heb
bende bezittingen verloren.
In eene stad van Ierland heeft eene vereeniging van drie hon
derd personen eene acte opgesteld en op het anatomisch museum
gedeponeerd, waarbij zij verklaren, dat na hunnen dood hunne
ligchamen niet mogen begraven, maar ter bevordering der we
tenschap aan ontleedkundige onderzoekingen dienstbaar moe
ten gesteld worden.
Als huldeblijk aan de frausche natie zal de lijkwagen, die tot
het overbrengen der lijkkist van Napoleon I naar diens graf op
Sint Helena gediend heeft en te Woolwich bewaard werd, door
de engelsche regering naar Parijs gezondeu worden.
Benoemingen en besluiten.
Eervol ontslag verleend, bij besluit van 8 dezer, aan den heer
J. E. R. S. van den Bossche, als gouverneur van de nederland-
sche bezittingen ter kuste van Guinea, met dankbetuiging voor
de door hem bewezene diensten, eu bepaling dat hij zal terug
treden iu zijne vroegere positie vau oost-indisch ambtenaar
met verlof; en benoemd tot gouverneur van gemelde bezittiugen
de heer C. J. M. Nagtglas, thans die betrekking tijdelijk waar
nemende, met toekenning tevens van den rang van luit.-kolonel.
Benoemd, bij besluit van 5 dezer, tot ridder der orde van den
Nederlaudschen leeuw de heer J. A. G. Gallois, oud-resident
van Java.
Vergunning verleend, bij onderscheidene besluiten, aan den
heer A. J. F. Jansen, resident van Menado, tot het aannemen
der onderscheidingsteekeuen van komraaudeur der koninklijke
orde van Isabella la Catolica, hem door H. M. de koningin van
Spanje geschonken; aan den heer J. li. Tobias, resident van Ri-
ouw, tot het aannemen der onderscheidingsteekeneu van ridder
van het Legioen van eer, hem door Z. M- den keizer der Fran-
schen geschonken, en aan den officier van gezondheid der 2de
klasse van het leger in Oost-IndieG. J. Wienecke, thans met
verlol tot herstel van gezondheid hier te lande aanwezig, tot het
aannemen en dragen der gouden medaille voor burgerlijke ver
diensten. hem door Z. K. H. den groothertog van Saxen-Wei-
mar-Eisenach geschonken.
Benoemd, bij besluiten van 8 dezer, bij den plaatsel.staf, tot
kapit.en plaatsel. adjud. der lste kl. de lsteluits. A.van Tuinen
en W.Pordon,plaatsel. adjud. der 2de kl., respectivelijk te Am
sterdam en te Wierickerschans; bij het wapen der infanterie, brj
den staf van het wapen, tot maj. de kapit. der lste kl. B. C.
Winkel, van dien staf, werkzaam bij het depart, van oorlog, met
bepaling dat hij in dien verhoogden rang zijn tegenwoordig
tractement en toelage zal blijven behouden; bij het lste regem.,
tot kapit. vau de 3de kl. de lste luit. adj. J. de Vries en jhr. W.
E. G. L. van der Dussen, beide van bet corpsbij het 2de regem.,
tot kapt. van de 3de kl. de lste luit. G. D. van der Mey, van het
corps; bij het 3de regem. tot maj. dekapits.der lstekl. J. P.
Doelen, van het lste regem. van het wapen, en K. W. A. von
Leschen, van het regem. grenadiers en jagerstot kapit. van de
3e kl. de lste luit.-adjud. H. Engelen, van het corps, en de lste
luit. A. A. des Tombe, van het regem. grenadiers en jagers; bij
het éde regem. tot kapit. van de 3de kl. de lste luit.-adjud. L.
J. G. Gysen, van het corpsbij het 5de regem. tot maj. de kapit.
der lste kl. 11. J. van Nouhuys, van het 3de regera. van het
wapen; tot kapit. van de 3de kl.de lste luit.-adjud. J.B.R-Pre-
vot, van het corps, en de lste luit. J. A. Schagen van Leeuweu.
van het regem. grenadiers en jagersbij het 6de regem. tot kapit.
van de 3de kl. de lste luit. E. M. van Hille, van het corps; bij
bet 7de regem. tot kapit. van de 3de kl. de lste luit. G. A. Hop
mans, van het corpsbij het 8ste regem. tot kapit. van de 3de
kl. de lste luit.-adjud. E. H. Dinkelman, van het corps; bij het
wapen der artill., bij het 3de regem. vest.-artill. tot maj. dekapit.
der lste kl. jhr. E. Wttewaall van Stoetwegen, van het regem.
rijd. artill.; bij het corps ingen. min. en sap., tot kapit. van de
3de kl. de lste luit. W. E. G. L. van Hooff, van het corpseu
overgeplaatst bij het regem. grenadiers en jagers, de maj. N.
Mac Leod, van den staf der inf., toegevoegd aan den inspecteur
van het wapen, mitsgaders de kapits. M. van Doorninck, van
den staf der inf., werkzaam aan de Koninkl. milit. akad., eu J.
K. Buhler, van het 7de regem. inf.; mede toegevoegd aan den
inspect, van het wapen der inf., de kapit. der lste kl. J. C. P.
Hamminck Schepel, van den staf van het wapen, werkzaam bij
liet depart, van oorlog.
Vergunning verleend, bij besluit van 22 dezer, aan den heer,
G. E, de Bruyn Kops, eervol ontslagen luit. ter zee der lste kl.
bij het sedentair zeewezen in Nederlandsch Indie, laatstelijk
onderhaven- en equipagemeester te Batavia, om de uniform van
luit. ter zee der lste kl. bij de nederlandsche marine bij voort
during te blijven dragen; en aan S. H. Eerdmaus, op zijn ver
zoek eervol ontslagen adjunct-intendant der militaire admi
nistratie vau het leger in Oost-lndie, tot het blijven dragen van
de activiteits-uniform van het wapen, waarbij hij laatstelijk heeft
gediend, met in achtneming van de bepalingen vervat in de
koninklijke besluiten van den lé augustus en'19 October 1856,
no. 60 en 91.
Jïarïne en leffer.
Men verneemt dat, ter vervanging van den luitenant ter zee
I lste klasse J.N.Slegt, met het praktisch zeevaartkundig on-
I derrigt aan het Koninklijk instituut voor de marine te Willems-
j oord, is belast de luitenant ter zee der lste klasse J. J. Boelen.
Iiantongeregt te middelburg.
Bij vonnissen van den 11 dezer zijn
R, L, E, V, HrU, M, F, S en B, ter zake van het schuren
der stoepen alhier, tijdens zulks bij eene aankondiging van hee-
reirburgemeester en wethouders verboden was, veroordeeld: de
le en 2e ieder in eene geldboete van f3, bij wanbetaling tot
dag gevangenis; de 3e, ée, 5e en 6e, ieder in eene geldboete van
f 5, bij wanbetaling tot 1 dag gevangenisde 7e in eene geld
boete van f.7,50, bij wanbetaling tot 2 dagen gevangenis; de
8e, 9e.en ÏGe, ieder in eene geldboete van f 10, bij wanbetaling
tot 3 dagen gevangenis, mitsgaders allen in d
V