3fftijöingcn.
tjanhrlsOcrigten.
Jl.dingsdag is de bekende Bernard weder voor de regt-
bank in Bowstreet verschenen. Behalve de vroeger aanwezige
getuigen (2 parijsche policiebeambten en een geëmployeerde
van den spoorweg, die voor Bernard twee pistolen naar Parijs
geëxpedieerd heeft) was ook ditmaal verschenen de heer P. F.
Outrequin, commissionair in zijde te Parijs. Deze verklaarde
Bernard in 1854 te Londen als een scheikundige, die zeide eene
nieuwe methode om zijde te verwen, te hebben uitgevonden,
had leereu kennen. Over dit onderwerp had hij met hem in
briefwisseling gestaan, en hem het laatst van het vorige jaar
weder te Londen ontmoet. In december werd hem door zeke
ren heer Thomas Al lsop een brief ter hand gesteld. Deze brief
was van Bernard, waarin deze den brenger (Orsini, die met den
pas van Allsop naar Parijs was gekomen) als een engelsch
vriend bij hem aanbeval, die zich eenigen tijd voor zijn vermaak
te Parijs wilde ophouden en zoo goed fransch als een Frausch -
man sprak. De heer Outrequin legde nog een andereu brief van
Bernard over, waarin deze schrijft dat twee pistolen aan zijn
adres waren afgezonden, die de heer Allsop zoude komen halen
De pistolen en een pakje houtskool of eene andere vermenging
waren dan ook aangekomen en een der pistolen door Allsop
afgehaald. Zondag voorden aanslag was Allsop (Orsini) weder
bij hem gekomen en had hij hem gezegd dat een duitsch vriend
Pierey (Pierri) genaamd.de pistolen had gekocht en het eene
zelfs bij den getuige Outrequin zoude komen halen. Het pakje
roet houtskool was voor zekeren heer Cavillon bestemd en ook
inderdaad aan dezen geadresseerd. Mevrouw Outrequin beves
tigde deze verklaringen gedeeltelijk. Zij heeft Alisop (Orsini)
in december verscheidene malen en eens in gezelschap van
Hodges gezien. Een derde getuige uit Parijs, Jules Morand,
zegt, dat Allsop (Orsini) van november tot den nacht van den
aanslag bij hem gewoond heeft.
Het verdere onderzoek dezer zaak werd alsnu uitgesteld,
daar deze getuigen naar Parijs moesten terugkeereu.
Tijdens het verhoor stond een groote menigte volks voor de
regtbank van policie te wachten. Een deel daarvan drong op
twee fransche[policiebeambten toe, toen deze zich met een huur
rijtuig wilden verwijderen. Een der laatstgenoemde sloeg uit
angst of uit ruwheid met zijn stok een man uit het volk zoo
hevig in het aangezigt, dat hij begon te bloeden. Natuurlijk
ontstond hierop een groot tumult. Het rijtuig werd vervolgd
de geslagene sprong er op en dwong den koetsier hem naar het
naaste hospitaal te brengen, hetgeen hij dan ook inderdaad
deed. "Waarschijnlijk zal de geslagene eene aanklagt tegen den
policiebeambte indienen.
Denemarken.
Volgens berigten uit Kopenhagen van den 22 February jl.
scheen het deensche ministerie thaus geneigd te zijn, om in de
aangelegenheid van Holstein en Lauenburg eenige concessien
aan den duitschen bond te doen. De kopenhager bladen ge
waagden ten minste van het in omloop zijnde en vrij veel ge
loof vindende gerucht, dat twee der ministers, de heerenKrieger
en Andrii, hun ontslag gevraagd hadden, dewijl zij zich niet
hadden kunnen vereenigen met een door de meerderheid van
het kabinet genomen besluit om aan den duitschen bond nieu
we voorstellen te doen, die van meerdere inschikkelijkheid
getuigden.
DiaitscJUlanrt.
Weenen 24 februarij. Naar men verneemt, heeft de turksche
groot vizier Aali bassa aan de regeringen, welke het vredesver
drag van Parijs mede onderteekend hebben, bescheiden mede
gedeeld, inhoudende, dat de verhevene porte de^meest over
tuigende bewijzen in handen heeft, dat de bevolking barer
slavische provinciën door vreemde agenten wordt bewerkt, ten
einde deze in opstand te brengen; dat door deze in Bosnië,
de Herzogewina en geheel Bulgarije in menigte geschriften
werden verbreid, ten einde de bewoners te doen gelooven, dat
zij zich slechts aan de Serviers hebben aan te sluiten om zich
van het gehaatte juk der Turken te ontslaan en een onafhanke-
lyken staat te vestigen. Men doet daarbij opmerken, dat
liusland zijne consulaire agenten in de turksche slavische pro
vinciën zeer heeft vermeerderd, en deze betrekkingen meeren-
deels aan aldaar gevestigde ingezetenen heeft opgedragen.
Men verzekert dat hier ter stede berigten uit Frankrijk
zijn ontvangen, welke van zeer goederhand afkomstig zijn, en
in welke wordt gewaagd van een zeer belangrijke spanning, die
niet alleen onder de arbeidslieden te Lyon is heerschende,
maar ook in de zuidelijke departementen eene niet geringe uit
breiding heeft erlangd, en zeer ernstige maatregelen van voor
zorg heeft gevorderd.
Delffie.
Brussel 26 februarij. In de zitting van den senaat van heden
werden van den minister van buitenlandsche zaken inlichtin-
g/n gevraagd nopens de redenen, waarom de staten-generaal
in Nederland het verdrag metBelgie hebben verworpen en over
het gedrag dat de belgische regering in deze dacht te houden.
De minister antwoordde, dat de regering tot nog toe geenerle-
officiele mededeeling heeft ontvangen van hetgene in de geheii
me zitting van de tweede kamer der staten-generaal is voor
gevallen en dat hij bij gevolg niets kon zeggen omtrent hetgene
verder te dezer zake zal gebeuren. Toen de heer Michiels-Loos
zich daarop in het algemeen tegen elk verdrag met Nederland
verklaarde en eischte dat de regering represaille-maatregelen
zou nemen, zeide de minister dat de regering voornemens is het
centraal verslag van de tweede kamer nopens het verdragen
het daarop door het ministerie gegeven antwoord te doen open
baar maken, opdat men de zaak met kennis van zaken zou
kunnen beoordeelen; wat de represaille maatregelen betrof,
waarvan de heer Michiels-Loos had gesproken, de regering
acht die niet in het belang de« lands, dat niets kan winnen bij
een commercieel geschil met zijne naburen.
Frankrijk.
Parijs 27 februarij. Eergisteren is voor het bof van assises
van het departement der Seine de openbare behandeling aange
vangen van liet regtsgeding betrekkelijk den moordaanslag op
Z. M. den keizer, van den 14 januarij jl.
Reeds vroeg in den morgen had zich eene talrijke volksme
nigte in den omtrek van het paleis van justitie verzameld, doch
alleen die Rersonen werden in de zaal toegelaten, welke van
toegangbiljetten waren voorzien. Tegen tien ure was de zaal
geheel gevuld. Men merkte daaronder anderen op lord Cowley
en andere leden van het corps diplomatiek, den generaal Fleury,
den maarschalk Magnan en vele andere generaals en hooge
staatsbeambten, verscheiden leden van het hof van cassatie
bijna alle voorname advocaten en vele dames uit den aanzien
lijken stand.
De president van het bof van appèl, de heer Delangle, presi
deerde de zitting. De procureur-generaal bij hetzelfde hof, de
heer Chaix d'Est Ange, nam den zetel van den aauklager in.
Op de bank der verdedigers zaten de advocaten Jules Favre
voor Orsini, Nogent St. Laurent voor Pierri, Mathieu voorde
Rudio en Nicolet voor Gomez.
Ten half elf ure werden de beschuldigden de zaal bi nnenge*
leid en namen op de bank der aangeklaagden plaats. Orsini,
een man van 39jarigen leeftijd en middelbare grootte, heeft een
doorborenden blik, een gebogen neus en een kleinen mond, met
zeer witte tandenhij houdt hel hoofd omhoog en met. rustigen
blik overziet hij de geheele zaal. De 25jarige de Rudio, is een
man van krachtigen ligchaamsbouw en donkere kleur met dik
hoofdhaar en dikke baard; zijn voorkomen is zeer rustig. Even
eens schijnt de gemoedsstemming van den 29jarigeu Gomez
die erover het geheel zachtzinnig uitziet, een frisch voorkomen
heeft en geen baard draagt. Van den 50jarigen Pierri zijn het
hoofdhaar en de baard kort afgesneden; hij heeft een krachtig
voorkomen en houdt het hoofd omhoog geheven.
Na de vervulling van eenige gebruikelijke formaliteiten werd
de acte van beschuldiging voor gelezen, waarna tot het verhoor
der beschuldigden werd overgegaan.
Gomez verklaarde, dat Pierri hem onder een valschen naam
en met een valschen pas voorzien naar hier heeft gebragt.
Alhier gekomen trad hij in dienst van Orsini, doch zonder
diens voornemen te kennendeze gaf hem des avonds van den
14 januarij den granaat, zonder hem te zeggen wat daarmede
t e doen en eerst toen het keizerlijk rijtuig reeds voor de opera
gekomen was riep Orsini hem toe, den granaat naar den wagen
te werpen, wat hij deed, meenende dat hij zijnen roeester moest
gehoorzamen, doch niet wetende dat de granaat zoo eene vree-
selijke uitwerking zou hebben. Het revolver pistool, dat hij in
het koffijhuis verborgen had, zeide hij van Orsini bekomen te
hebben.
De Rudio zeide door Bernard naar Parijs tot Orsini gezon
den te zijn, die hem daarop het plan mededeelde en vroeg, of hij
op zijne medewerking kon rekenen. Hij wilde zulks niet wei
geren, en wel uit eigenliefde, daar men hem vroeger te Londen
van lafheid had beschuldigden ook verweten had een spion der
Franschen te zijn, wat eens oorzaak was dat hij meteen dolk
eene zware wond bekwam. Door het aanbod van Orsini aan te
nemen, wilde hij zich in de oogen zijner landslieden vrij pleiten
van de tegen hem gerezen beschuldigingen. Wat de uitvoering
van den aanslag betreft, verklaarde hij op een teeken van Orsini
den granaat geworpen te hebben, terwijl hij zeide van Bernard
te Londen 336 francs ontvangen te hebben.
Orsini verklaarde, dat het doel van al zijn st reven steeds was
Italië van het juk van Oostenrijk te bevrijden, door den dood
des keizers had hij willen geraken tot eene omkeering van zaken
in Frankrijk en daardoor tot eene omwenteliug in Italië. No
pens zyne medebeschuldigden wilde hij zich niet uitlaten, doch
hij bleef volhouden zelf geen granaat geworpen te hebben hij
had er twee by zich gehad en een daarvan bij de opera aan een
anderen Italiaan gegeven, die hem daar wachtte, doch wiens
naam hij niet wilde noemen; die Italiaan wierp den granaat,
waardoor Orsini zelf gewond werd, zoo dat hij den zijnen niet
kon werpen en dien op straat ncderlegde.
Pierri ontkende zijne deelneming aan den aanslag; hij had
Birmingham alleen wegens familie-aangelegenheden verlaten
en zich naar hier begeven, ook om zijn zoon te bezoeken. Vroe
ger door hem gedane verklariugen sprak hij nu weder tegen.
Nopens den granaat, dien men bij hem had gevonden, en zijne
aanwezigheid bij de opera eenige minuten voor den aanslag,
zeide bij, dat Orsini, die een huisbezoek scheen te vreezen, hem
had verzocht een der granaten voor hem te bewaren, wat hij
niet wilde weigeren, waarop hij den granaat medenam, zonder
eens te weten waaruit die was zamengesteld. Ook had Orsini
gezegd, hem dien avond in een koffijhuis op de boulevards te
wachten, en daar hij niet juist wist waar dat was, zocht hij
daarnaar toen hij in hechtenis werd genomen.
Op de vraag des voorzitters zeide Rudio nu nog, dat Pierri
zeer goed wist waarvoor de granaten bestemd waren, doch Or
sini weigerde zich dienaangaande uit te laten.
Ten vier ure was het verhoor der beschuldigden afgeloopen,
waarna tot het hooren der getuigen werd overgegaan, wat geen
meer lioht over de zaak verspreidde. Ten vijf ure werd de zit
ting gesloten.
Alleen de snelschrijvers van den Moniteuren van degereg-
telijke dagbladen zijn tot bijwoning der zitting toegelaten, zoo
dat alle overige bladen hunne verslagen aan deze moeten ont-
leenen.
Gisteren avond heeft het hof uitspraak gedaan. De jury
beantwoordde de 172 aan haar gestelde vragen allen bevesti
gend. Orsini, Pierre en Rudio zijn naar aanleiding daarvan
veroordeeld tot de doodstraf, te voltrekkeu op de wijze bij het
strafwetboek voor vadermoord voorgeschreven. Voorzoo veel
Gomez betreft, heeft de jury verzachtende omstandigheden
aangenomen, waardoor die beschuldigde tot levenslange dwang
arbeid is verwezen.
De vijfde beschuldigde, met name Bernard, is in handen der
engelsche justitie; het tegen hem te Londen van wegcdeengel-
sche regering aangevangen regtsgeding wordt zoo spoedig
voortgezet, als de vormen der britsche regtspleging en de ex
cept ien van zijnen pleitbezorger gedoogen.
Er zijn in de laatste dagen een groot aantal personen we
gens redenen van politieken aard in hechtenis genomen; de
meesten zijn reeds weder op vrije voeten gesteld, maar eenigen
zijn nog in hechtenis. Onder deze laatsten behooren vier advo
caten van de balie. Zij worden, naar men zegt, van briefwisse
ling met buitenlandsche tegenstanders van het keizerlijke gou
vernement of van deelneming aan geheime genootschappen ver
dacht gehouden. De orde van advocaten heeft eene deputatie
naar den procureur-generaal gezonden met verzoek om bekend
gemaakt te worden met de redenen van de arrestatie dier vier
beroepsgenooten. De uitslag van dezen stap wordt nog niet
gemeld.
Le constitutionel meldt, dat er eene brochure vanFélix
Pyat, onder den titel van n brief aan het parlement," is in het
licht verschenen. Dit geschrift, welks doel is, den moordaanslag
van 14 januarij te prijzen, is vol vuile aantijgingenen hevige
bedreigingen. Zelf heeft hij, in eene meeting, op 24 februarij te
Londen gehouden, een brief in naam der révolutionnaires com
munes voorgelezen, die daverend werd toegejuicht. Een engel
sche chartist gaf den wensch te kennen, dat Napoleon spoe
dig door een kogel mogt getroffen worden. Een poolsche boek
drukker, Swietostowski, stelde voor, aan Orsini met een drie
werf hoera te herdenken, hetwelk door de geheele vergade
ring met geestdrift werd ten uitvoer gelegd.
Sedert den 25 dezer van Antwerpen de Schelde afgekomen
en naar zee gezeild: Ocean, gez. Arnold, Newport; Dion, gez.
Evans, Dublin; Mary Anngez. Marshall, Londen; Edmond,
gez. Guerin, AviiezExcel, gez. Thomas, Liverpool.
Van Neuzen afgekomen en naar zee gezeild de engelsche
schooner Mentor, gez. Muras, Amble.
Binnengekomen, voor Antwerpen bestemd: Albrecht Thaer,
gez. Q,. Hommes, Riga.
Rotterdam 27 februarij.
De verkoopen gedurende deze maand hebben bestaan in:
Koflij. 500 balen Java, geel a bruin374 5 50 ct-
5200 t dito blank a geelachtig33 36
1700 dito goed groen a blaauw334 39
13000 ditoord.agoedord.bleckengr.acht.31 33.V
900 Domingo26 27
7200 Braziel19 "24
2S500 balen.
Rijgt. 80/1 vaten114 a g!
1500 balen Java64 7.J
2800 Padang5 4
7000 u Arracan5J 54
Peper. 650 balen27 n 27j ct.