jSoMèi'S; de ontwerpen voor de overeenkomsten dienaangaande zijn door <le dijkbesturen aan du beoordeeling van den cuinmis- j Baris des konings onderworpen. Uit de niedcdueliiig der regering aan de staton-gcncrnal bij gelegenheid der behandeling der begrooting van liet departe ment van binnenlandsclie zaken is gebleken, dat de regering met de pruissisdfife regering in onderhandeling is getreden om trent de aansluiting van dezen spoorweg aan het net der spoor wegen in DuitsC'hliiiid. En nu, terwijl 0111 zoo te zeggen de zaak in staat van wijzen is, hoor ik met leedwezen den minister zeggen, dat de conces sionaris niet volledig aan zijne verpligtingcn zou hebben vol daan en niet liet laatst van maart de hem vergunde termijn zou zijn verloopen. zonder dat ik van eonige toezegging ter bevor dering van den aanleg hoor gewagen. Maar ik geloof' dan toch hier ter volledige verantwoording te mogen wijzen op de buitengewone omstandigheden die in het af'geloopen j-iar in Europa hebben plaatsgegrepen en zoo vele ondernemingen vertraagd hebben. Het is waar, de buitengewoon onverwachte geMkrisis, de buitengewoon hooge geldmarkt heeft aanvankelijk belet dit- werk krachtdadiger voort te zetten een werk tm welks vonrbc. reidingminstens f40,000 uit eigen fondsen zijn ten koste gelegd maar is dit geenc reden te meer om van 's rijks wege ondersteu ning te verleencn En daar dit alles nu zoo is. alles om zoo te zeggen gereed en klaar blijkt te zijn, en liet liooge nut en de dringende noodzake lijkheid in evidentie zijn, waarom zou mi niet dadelijk met dien weg een aanvang kunnen en belmoren te worden gemaakt en 's rijks krachtige medewerking en onderstand mogen worden verwacht, waar bereids Zeelands ingezetenen door ruime in schrijvingen mede getoond hebben, hoe zeer zij op dien weg prijs stellen en bereid zijn, het hunne daartoe bij ie dragen. De heer Silo her van Domburg: Het ongunstig oor deel dat de minister over liet daarstelleu van den Zeeuwsch-lhnb. spoorweg heeft uitgesproken, komt mij niet onverwacht. Hei antwoord dat de minister aan de commissie gegeven heeft die uit Zeeland afgevaardigd was om aan Z. M. en aan de regering de groote belangstelling van Zeelands ingezetenen tol liet (laar- stellen van dien weg voor te dragen, en tevens mede te deden dut men niet eigen kapitalen die onderneming wilde schragen, waarvan zij reeds een belangrijk bewijs gegeven heeft, was van de zijde der regering ontmoedigend- Z. M. daarentegen deed de commissie zijne groote belangstelling in die zaak kenbaar maken. Zie hier wat ik hieromtrent in de Middelhurgseho cou rant van den '20 dezer lees. De commissie die aan de gemeente raad verslag deed, zcide: „Ofschoon de commissie even min als cenigo soortgelijke bij den koning zeiven is ten gchoore toe gelaten, heeft zij toch de stellige verzekering gekregen dat Z M. bereid is in het wel begrepen beiang van dit gewest ter zake der exploitatie van den spoorweg, zoo veel doenlijk mede te werken out do verwezenlijking van dal plan te bevorderen." Ik baal die woorden aan om eene tegenstelling te maken met de rede beden door den minister van binnenlandselte zaken uitge sproken. Indien ik wel onderrigt ben gedurende mijn jongste verblijf te Middelburg, dan zouden dc concessionarissen alle hunne ver pligtingcn hebben nageleefd. De regering heeft sedert geruimen tijd een kundig ingenieur van den waterstaat verlof gegeven omzijn tijd en kennis aan het tot. stand brengen van dien weg te besteden. Alle opnemin gen zijn dan ook gedaan en in kaart gebragt, de ontwerpen tot onteigening van den henoodigden grond voorbereid, en de sJia de daardoor veroorzaakt, aan de eigenaars der gronden betaald: liet geheele werk is gereed ca aan de regering ingezonden, doelt de concessionarissen wachten sinds maanden opantwoord. Nu zegt de minister heden morgen, de eniieessionnrj.-sen hebben nog niet aan alle hunne vcrpligringen voldaan. Ik meen te weten wat de regering bedoelt. Er is namelijk nog geene maat schappij gevormd, maar daaromtrent leest men in het adres aan deze kamer van den heer Blaise, dat zij aan de regering littn bezwaar hebben te kennen gegeven dat zij geene maatschappij kunnen vormen, tenzij de regering hun hare zedelijke en gelde lijke ondersteuning verlecne. Maar ik vraag: zal er hier te. lande eeltige spoorweglinie tot stand komen, zoo de regering die niet op eene of andere wijze steunt Nu de uitspraak van de» minister run heden, heeft alle onze kerheid opgehouden. Men zal nu in liet gewest waaruit ik afge vaardigd ben, weten wat men van deze regering te wachten heeft. Met angstvalligheid heeft men naar dc openlijke uitspraak der regering uitgezien. Voor Zeeland is het eene kwestie van het hoogste belang, eene kwestie van staan of vallen. Ja, mijne hoeren ik geloof te mogen zeggen, dat het voor ons geheele land eene kwestie van liet hoogste belang is, en ieder die den grooten vooruitgang vnn Antwe:peiis handel in den laars ten rijd heeft nagegaan, zal niet onbekommerd zijn, dat die weder de geduchte mededingster van Rotterdam en Amsterdam dreigt te maken, zoo als zij voor 1330 was. Onze tegenwoordige regering is daar minder voor bekom merd. Niet alzoo zagen onze voorvaderen dat belang in, want na den tachtigjai igci» strijd meenden zij dat eene der grootste vruchten voor hunne opofferingen liet sluiten der Schelde was. Daardoor heeft onze handel zondof concurrentie gebloeid, daardoor beeft ons latnl die rnngt en dien luister verkregen. Die tijden zijn voorhij, zulke middelen zijn niet meer van onzen tijd, maar wel mag men in hel behing van onzen halldel ei tte loyale concurrentie daarstelleu. De voordeden die Antwerpen nan hare gunstige ligging aan de Schelde verschuldigd is. biedt Vlissingen in nog grootcre mate aan nicer mil ij aan de mon ding der rivier gelegen, zoude zij de voorkeur boven Antwerpen verdienen. Maar of het nu nog niet genoog ware dut de Vege- Ting hare medewerking en haren Kleun aan den Zéeiiwsch-lini- btirgnchtin spoorweg ontzegt, zal zij onder <le enkcie lijnen die *ij meent te moeien begunstigen de zoogenaamde |jjn tanden heer Bredius oj nemen en alzoo aan Antwerpen, over ons eigen grondgebied, eetieti nog kortoren weg naar Duitschlaud schen ken. De lieer Mackay zal niet over afzonderlijke lijnen het woord voeren, omdat het doel van de motie van orde dauroiiil.r ver loren zou gaan. Die motie strekt z. i. urn den minister kracht te ge veil iu (1e uitvoering dezer zaak. De hoer van Kcli De vorige geachte spreker (de lieer Mackay) meent dat spreken over bijzondere spoorwegen een dissonant zou zijn in deze beraadslaging. Ik goefme dat de motie van orde van den geae'lmin afgevaardigde uil Deventer ovet algomeene beginselen loopt, en liet dus minder geraden schijnt om te dezer gelegenheid op de ilaarstelling van dezen of genen bijzonderen spoorweg bij de t cgenng aan te dringen. Maar ik deel in het gevneleij niet, dat bel ten aanzien van den aangeslagen toon een dissonant zou zijn bier thans te spreken van den Zevuwseh-liinburgselieu spoorweg. Ik beu'dien spre ker erkentelijk voor de verklaring, dat die spoorweg een nuttige en geweiisehte spoorweg is doelt wat is de reden dat men thans wel over dien spoorweg mag spreken Zij is gelogen in hel antwoord van den minister, dat er ten aanzien van dien spoor weg niets kan gedaan worden, terwijl niet andere spoorwegen zal worden voortgegaan, zoo dat do concessie voor dien spoor weg liet onderst op de lij-u zou geplaatst worden. Ei is reeds gewezen op bet gewigt en belang van dien spoor weg. Wanneer ik dit beaam, spreek ik niet pro aris et locis, want ik zal ook andere belangen, die ik algemeen nuttig aelit, voorstaan en ondersteunen. Maar, mijne hoeren waarom moet nu die gewigtige en nuttige spoorweg liet onderst aivn de lijst geplaatst worden? Omdat, zegt de minister, de concessionaris sen nog niet hebben voldaan aan hunne vcrpligung. Dit gezeg de is mij cellier een raadsel-,In de belangrijke brochure Bij drage tot de keunis van het belang der ucderlaiidselic spoorwe gen-" lees ik toch dat de uit voering door de concessionarissen ernstig is opgenomen, en daarvan het ontniddelijk bewijs is geleverd door heist Hen van het vereisclite waarborgkapitaal van een en een half milliocngulden, en dat men zich ontnidde lijk heelt beijverd om de voor het ontwerp vereisclite opnemin gen en waterpassingen te laten uitvoeren. En nu lees ik verder „Die werkzaamheden zijri tot stand gebragt. Al de inoeijclijkheden, die uit den aard dier opnemin gen voortspt uiten, zijn uit den weggeruimd, terwijl alle schade betaald ol vereffen O is, zoo dat al de ontwerpen, die bij art. 7 van de concessie vcrciselit worden, verre binnen den bepaalden tijd aan de goedkeuring der regering zijn aangebodenthans al du ontwerpen voor du wet op .ie onteigening gereed zijn, en al les is voorbereid om een begin met de werkzaamheden te kun nen makelt. „Br is dan ook in allen opzigte gehandeld als of de uit voering verzekerd was. en daarbij zijn noch kosten, noch moeite ontzien. Men heeft zich van de ineilewerkitig der meest aan zienlijke personen uit de drie provinciën verzekerd, om als raad van administratie op te treden." Daaruit blijkt dus dat de concessionarissen alles gedaan hebben wat zij kon-ten. Door mijn geaeJnen mede-afgevaardig de uil Zeeland (den beer Slicker van Dninburgj is herinnerd aan de krachtige en loffelijke poging tin or de stad Middelburg, alsmede door Vlissingen cu Goes aangewend om deze onderne ming te ondersteunen. Eene commissie uit den raad van eerst genoemde plaats ïs tol den minister gekomen en uit het verslag nat die commissie nopens hare ontvangst hij den minister ge daan Iteel't, zie ik wei (lat de regering verklaard heeft dat zij gaarne zou medewerken om dien weg, dien zij onder de nood zakelijkste rekende, tot .stand }e brengen, niet dat zij daarin be let «'as. omdat de eotieosiumirissen niet aan limine i vrjdigliii- geti zouden hebben beantwoord. De houding der «•egeriiig ook bij eene vroegere gelegenheid, heelt op mij den indruk gemaakt, dat er bij haar geen bezwaar bestond om door liet toestaan van een subsidie of eene garantie van rente, of zoodanig ander middel van ondersteuning als men zou goedvinden, dien spoorweg te ondersteunen. Titans echter liooren wij voor liet eerst dat dool' dc concessionarissen niet voldaan L aan de voorwaarden der concessie. Welke niet-nalc- ving dier voorwaarden kan hier bedoeld worden Door den afgevaardigde uit Middelburgfden heer Slicher van Domburg) is vermoed, dat hier bedoeld kon worden de nict-opvolging van art. 5 der concessie, dat er namelijk, ofschoon er een cu een half uiillioen als waarborgsom is gcsioi", toch nog geen maatschappelijk kapitaal zou zijn gevormd. Deze omstandig heid heelt echter eene zeer natuurlijke oorzaak, zij is daaraan toe te schrijven, dat er nog geen waarborg van renten of van subsidie van regeringswege bestaal. De niet-voldncuing in dit opzigi aan de voorwaarden der concessie is dus alleen een ge- vuig van het niei-hnudelen der regering en kan den concessio narissen niet als een bezwaar worden aangerekend. Ik hen dus zeer verlangend te weten aan welke oorzaak wij liior eene te leurstelling hebben te vijlen: eene teleurstelling niet alleen voor Zeeland maar voor geheel Nederland, minder misschien voor liet buitenland, waar velen zich zeker over deze teleur stelling zullen verheugen. De heer van Iloevell doet opmerken, dat, nis hij den mi nister wei begt epen heelt, deze de hctcckonis ran de motie, bij de bcgrooiing aangenomen,cu liet amendement van den lieer Storm van 's Gravesaude miskent, wanneer de minister meent dat dit amendement de zelfde strekking zou hebben als de door den miiiistet voorgestelde wetten, waarin ook zekere .-om tot opnemingen weid aangevraagd. Hel zjn naar .-prekers mee- ning twee verschillende onderwerpen. De regering wilde eene algeinecne opneming door geheel bet land. liet amendement ging v:.n het begrip uit, dat du regering de aangevraagde cuti- e es sic u zou oiulcrznekcii, en daarvoor is een post op ''e bcgroo iing gesteld. Er staan jus twee stcl-els tegenover elkander. Nu koml hei .-preker voor, dat de minister hel amendement wil gcbiuikcti lot liet zelfde doel als iu zijne wetten voorop gesteld is. Van daar dat de minister lieden beeft opgenoemd een lal au lijnen, zoo veel dat spreker ze niet meer onthouden heeft, allen uitgaande vuil het denkbeeld van de daarsielling vaneen geltcci net. en daaraan schrijft spreker toe, dat de regering zielt tegen dc motie van orde verzet. liet is daarom dat zijns inziens deze motie noodig is. opdat duidelijk Idijke dat de kamer eene andere ineeiiing «bui de regering is toegedaan, dat zij niet langs den weg der regering, maar naar den geest van de aangenomen motie van november wil gehandeld hebben. De lieer van Bossc kan zielt wel vercenigen met <lc explicatie die de lieer Mackay aan de motie gegeven heelt, namelijk cei.c aar.be* cling aan de regering ..in te beginnen met eene spoonVcg- lijn. Hij zou er celiiei niet gaarne ouder ver-haan de aanprijzing oiu maar de eei'aie do beste aanvraag, die hei eursiiu staal van wijzen is, toe te staan en daaraan de Voorkeur te geven. Als spreker ziet hel tal van aanvragen dar gedaan is. dan wcnseliS hij (hit die gi'ootë óffers. Waartegen hij geenszins' gestemd is, ten nlg'Uiceueu nutte zullen worden aangewend en niet zullen strekken om ondernemingen van lokaal hclang te bevorderen. Er zijn nu onder datial van aanvragen die meer dan van lokaal ol' buitenhui.Iseli belang zijn. Hij zou niet willen, dat de zin der motie zóó wierd opgevat, alsof die kamer van oorduel was, ten koste van wat ook, maar de eene of andere lijn ie doen uitvoeren. De heer Mackay merkt op, dat hét laatste door den vorigen spreker aangevoerde ook volstrekt de mecning niet is. en .lat dn ook niet in de bedoeling van den heer Tltorbecke is gelegen. I>e minister van liiunenlatitlsehc zaken v. rklaart in antwoord op het aangevoerde door de .-prekers uit Zeeland, zijn leed wezen dal hij door .lie sprekers verkeerd is begrepen. Zijn oog merk was om te. kennen te geven, dat der regering de Zevtnvsch- liuiburgsche spoorweg de meeste belangstelling inboezemt, en dat, als liet van baar afhangt, de belangen dier spoorweg lijn in aanmerking zullen worden genomen. Hij heeft ook niet-ge zegd wat het lot van den Zceitwsch liinlnirgschcii spoorweg eeiiigszins kou prejudiciëren. IIij lieelïalleeu gesproken over de itii loopoude concessie. Wat betreft de opmerking van den lieer Dirks over liet wei nige dat tie minister gezegd heeft over de aansluiting met het liiiiieiilnml, geeft deze zijne verbazing le kennen, dal die spreker onder die rul.riek ook brengt du aansluiting *au Amsterdam en liet Nicmvedirp. Wat nu aangaat de aansluiting te Rlieine. her inner! ne minister iiat iiij gesproken heeft over du aansluiting van het spoor van Zevenaar naar Rlieine, die iu aanleg is, maar ten i.pzigte van die o* er O* erijssel naar Rlieine merkt hij op, dat daaromtrent nog geen concessie is aangevraagd. De minister zal niet weder in discussie treden over cl e vel schillende wijze van ondersteuning der spoorwegen. De heer Tlmibccke zcide: begin met eene lijn die het meest gevorderd wordt. De regering verlangt niets liever dan dat. maar daar voor moest er eerst eene volledige aan* rage om concessie be staan en moeten nok de mi.).leien aanwezig zijn voor de Ini'p en ondersteuning die noodig zullen bevonden worden. Tot dus ver livbl.cn alle vroegere aanvragen gecue resultaten opgele verd. Er moest dus hulp verleend worden, maar (laarvoor is on derzoek en ook geld noodig. Dat is l.jj hoofdstuk V gegeven en daarvan zal gebruik gemaakt worden. Dat is de redelijke loop "Ier zaak. maai' l ij heeft niet begrepen dat in de motie van no vember I S7 de bedoeling lag oni de regering tot een amict iu- zigt te brengen. De minister meende aanvankelijk, dat iu do motie van "Ion lieer Tliorheeke de zin lag om dc handelingen der regering af re keuren; hij heeft nu tie verzekering vernomen eu straks reeds gezegd "lat hij dit ook vet trouwde, dat dit niet het geval is. Mij schijnt dus iu de opvatting der motie gedwaald te heidien. en is er dus niet meer tegen, als zij niet hehelsi lien zin, dien hij er aanvankelijk meende aan te moeten geven. Dc heer Tliorheeke beantwoordt nader den minister en som mige sprekers. Men deed liet (oorkonten alsof du zin "Ier ïnotio was: begin me' eene lijn wel Uc dan ook. Spreker antwoordt, dat bij er uitdrukkelijk beeft bijgevoegd, dat bij bedoelde eeno lijn die. van algemeen belang was, en deze zijn er. Het spreekt van zelf dat bij niet bedoeld lieelt om maar de eerste «Ie l>es;o lijn te nemen. Hij meende dat 'le regering sedert lang in liet be zit was van volledige aanvragen om eonecssiën bij veronder stelde zelf, in verhand met liet iiiedegedecld'e in de troonrede van 1356. dat zij reeds onderzocht waren wilde men kunnen voorspiegelen wat toen, niet betrekking tol een spoorwegnet, is te kennen gegeven. Dc lieer Dirks merkt op dat liet den minister verwonderd heeft dat hij, sprekende over de hiiiieiilandseho. aansluitingen, genoemd heef't de aansluiting van Amsterdam cu het Nictt.wo Diep. Spreker heelt ook over den Zeeuwseh-limburgselien spoorweg een woord gezegd: de oplossing is deze: hij bedoelt ook de aansluiting met het buitenland door middel onzer zeeha vens. Nopens de aansluiting van Rlieine 11:111 dc overijsselselio lijn meent spreker dal die concessie wel is aangevraagd door den graal'du Hamel. De lieer van Hoëvcll zegt dat de minister in zijne eerste rede zijn plan heelt medegedeeld. 0111 niet te doen wat de motie ver langde en dadelijke bcsji-siiigcn te nemen, maar 0111 de opne mingen van eene menigte spoorwegen te hvien bewerkstelligen. En nu is zijne vraag deze: de minister verzet zich niet nicer tegen dc motie. Zal de minister dan nu doen wat de motie wil. Zal de minister afzien van zijn plan nopens al die opnemingen? De minister beantwoordt nog de opmerking van den heer 1 Tliorheeke, dat er reeds vele aanvragen zijn, waarmede men 'beginnen kon. Al die aanvragen zijn geene volledige aanvra gen; liet zijn meest globale, aanvragen met globale ranrugen, bijv. die van den graaf du Hamel. Op die onvolledige aanvra gen kan, zonder nader onderzoek, geene beschikking worden genomen. Ilij zal naar mare liet onderzoek strekt en hij in do gelegenheid is voorstellen te doen, van de gegeven wenken ge bruik maken, ook dan wanneer nog niet alles onderzocht is. Wat de vraag van den lieer vnii Hoëvell betreft, de mmister zal de motie uit voeren iu den zin dien de lieer Timfbeeke er aan gehecht heelt j hij zal alles trachten aan te wenden 0111 zoo spoe dig mogelijk een begin te maken met het, voordragen van zooda nige voor.-reileti als tol daarsielling van de hoofdlijn van een spoorweg kunne» leiden. De beraadslagingen worden gesloten. De motie van den heer Tliorheeke wordt aangenomen niet algeincene stemmen op eene tut. (Tegen de lieer Kien). De vergadering is tot don volgenden morgen gescheiden ter behandeling van bet ontwerp tut goedkeuring van hut handels* verdrag mei Belgie gesloten. T(t de zifting van 23 is bel wetsontwerp tor goedkeuring van eeuige artikelen van het handelsvci drag met Belgie gesloten, vei worpen met 02 stemmen tegen eene stein (die rati den lieer van Forecst. nu. UKl'KKKHIJ VAN Hf KH l<(KI) KUfi ,VHK4ltA.MS

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1858 | | pagina 6