eeuige groote gcmecnien een don gratuit te geven die voor
stelling is, zijns inziens, niet juist, het is een der gevolgen van
den maatregel, niet de grondslag er van. Hij treedt daarna in
eene verdediging van de voorstellen, vooral uit het oogpunt der
noodzakelijkheid van het herstel van het evenwigt tusschen de
rijks- en gemeente-belastingen. Om daartoe te geraken, moet
het rijk zijne directe belastingen verminderen, en moeten zoo
veel mogelijk de plaatselijke accijnsen in de gemeenten beperkt
worden; dit zijn ook de hoofddenkbeelden van de voorstellen
der regering en daarmede vereenigt hij zich volkomen. Na nog
in verschillende bijzonderheden te zijn getreden, zegt hij, dat er
zoo veel goeds in de 'voorstellen is en zoo veel overwjgt van het
goede boven de gebreken, dat hij volgaarne zijne stem ten voor-
deele der ontwerpen zal uitbrengen.
De heer van der Veen vreest uit de voorgestelde maatrege
len 1, stilstand op den weg van afschaffing der accijnsen op de
eerste levcusbehoeften, tot ontheffing van den breeden zoom
dien de middenklasse vau den minderen stand afscheidt; 2,
verlaten van den pas ingeslagen weg, om het inkomen als maat
staf voor die belastingen te nemen, en 3, ontneming van den
last van hen, die dezen het meest kunnen dragen, en verplaat
sing van den meesten last op de schouderen van hen, die ze
miuder kunnen dragen. Hij wil gaarne medewerken om gemeen
ten, die hulpuoodig hebben, te gemoet te komen, maar hij ziet
zich verpligt tegen dezen maatregel te stemmen.
De heeren van der Linden en ter Bruggen Eugenholtz heb
ben zich tegen het ontwerp verklaard. Ook de heer Dirks heeft
zich voorshands tegen de afschaffing of vermindering van rijks
lasten verklaard, met het oog op de bevordering van het hoofd
doel, de aanleg van spoorwegen. De heer Si olte heeft het ont
werp verdedigd, daar hij het bestaanbaar aclit met het ook door
hem voorgestane beginsel om niet te veel op de koloniale baten
te rekenen.
Nadat door den heer Schimmelpenninck nog nader was uit
eengezet dat do aanneming van het wetsontwerp wenschelyk
is en de regering dank verdient voor de billijke verbetering, die
zij in het belastingstelsel wilde aanbrengen, terwijl hij in ant
woord op eene vraag van den heer van Deinse heeft toegezegd
dat loelichtende staten ten deze in het Bijblad zullen worden
opgenomen, vroeg geen der leden het woord meer. De minister
van financiën zal, bij liet ver gevorderde uur, de verdediging vau
het ontwerp in de zitting van heden (maandag) voordragen.
De commission van rapporteurs zijn gereed met hare eindver
slagen: 1. over het ontwerp tot goedkeuring van het verdrag
van handel en scheepvaart, tusschen Nederland en Belgie ge
sloten, en 2. over dat betrekkelijk het hoog militair geregtshof.
De dag der beraadslaging over deze ontwerpen zal nader wor
den bepaald.
Zijn ingekomen twee koninklijke boodschappen ten geleide
van ontwerpen van wet: l.tot goedkeuring van het verdrag
tusschen Nederland en Guatemala gesloten, en 2.totaanvulling
der wetgeving op het regt van patent. Drukken en ronddee-
leu en verzending aan de afdeelingcn.
Üuitcnhinöscljc tijöinijcn.
Engeland.
Londen 13 februarij. Gisteren avond heeft lord Palmersion
in het lagerhuis het wetsontwerp aangeboden, tot verbetering
van het beheer van Indie. Hij stelde voor, dat het indisch be
heer regtstreeks onder de kroon zou worden gebragt, om te
worden toevertrouwd aan ministers die aan het parlement ver
antwoordelijk zijn. Meer grondbepalingen houdt het wetsont
werp niet in. Geene verandering is gemaakt in het bestuur van
Indie zelf. Het uit directeuren en eigenaren bestaande hof zal
afgeschaft en vervangen worden door een raad van Indie met
een president aan het hoofd, die het orgaan der regering zal zijn.
De leden van den raad zullen benoemd worden door de kroon,
en zij zullen zijn of directeuren of mannen die in Indie hebben
gediend. Acht leden van dien raad zullen worden gekozen en
om de twee jaren aftreden. De voorzitter zal in alle zaken een
beslissende stem hebben. Al de bevoegdheid en magt, thans bij
het bestaande hof van directeuren berustende, zal overgaan op
den raad. De secretaris van den raad zal kunnen zitting hebben
in het lagerhuis doch de betrekking van lid vau meergenoem*
den raad is onvereenigbaar met die van volksvertegenwoordc-
ger. Het indisehe leger zal alsdan bezoldigd worden uit de
indische inkomsten, voor al de diensten die het in Azie verrigt
de diensten des legers buiten Azie zullen uit 's rijks schatkist
worden betaald. Wanneer bevelen zijn afgezonden tot het be
drijven van vijandelijkheden, zullen deze bevelen binnen eene
maand aan het parlement worden medegedeeld. De indische
inkomsten zullen aan een naauwkeurig onderzoek onderwor
pen, en het verslag zal aan het. parlement aangeboden worden
Graaf Grey heeft een verzoekschrift der Oost indische
compagnie ingediend, waarbij deze tegen alle wijziging van het
gezag dier maatschappij protesteert. De adressanten beweren
dat, mogt het bewind over Indie verkeerd zijn, de schuld daar
van niet bij de bewindhebbers, maar bij het bureau voorindie
(the board of control) ligt, en dat de invoering van iederen maat
regel tot afschaffing der compagnie hoogst ontijdig wezen zou
en den allerverderfelijksten invloed op den geest der indische
bevolking zal uitoefenen. Het verzoekschrift verlangt dat het
parlement, alvorens over het thans ingediend regeringsplan
te stemmen, een onderzoek naar de ware oorzaken van den
opstand moge instellen.
In de zitting van het hoogerhuis van gisteren is door
een lid de vraag gedaan, wanneer het gouvernement de toege
zegde voordragt lot nieuwe regeling van het kiesstelsel en tot
wijziging der zamenstelling van het huis der gemeenten zou in
dienen. Een van de bewindslieden, lord Granville, heeft geant
woord dat die belofte zou vervuld worden, maar dat hij nog niet
bepaald kon zeggen op welken tijd het zou geschieden: het was
de vraag, zcide hij, welk tijdstip daarvoor het geschiktst zou
zijn, en het oordeel daarover wilde het kabinet zich voorbe
houden.
Dit antwoord voldoet aan degenen welke meenen dat de
noodzakelijkheid eener nieuwe parlements-hervorming niet
gebleken is, en dat er ill allen gevalle groote aangelegenheden,
die meer spoed vereischcn, met name de nieuwe regeling van
het bestuur over Indie, te behandelen zijn. Doch ouder de libe
rale partij zijn er, welke uit dat antwoord willen opmaken dat
het kabinet de vervulling zijner belofte zoo lang mogelijk zoekt
uit te stellen, of dat de bewindslieden zich omtrent de voor te
dragen wijzigingen onderling niet kunnen verstaan.
De regering heeft besloten dat een standbeeld zal worden
opgerigt ter eene van generaal Havelock, op hetzelfde plein,
waar het monument van Nelson opgerigt is. Dc generaal zal
ten voeten uit voorgesteld worden op eene kolom, wier basis de
inscriptien van de roemrijkste wapenfeiten van den onsterfelij-
ken held des indischcn legers zal bevatten.
Ihiatschlanil
Weenen 12 februarij. De OeslerreichischeZeitung heeft een
schrijven uit Konstantinopel ontvangen, volgens hetwelk de
porte het aanzoek van den heer de Lesseps om concessie tot
doorgraving der landengte van Suez voorioopig terzijde gelegd
heeft, in afwachting van den uitslag der slappen die gedaan
worden om Turkije weder in het bezit te stellen van Perim,
het door de Engelschen bezette eiland in de Roodc zee.
Jl. woensdag heeft de bondsvergadering het voorstel van
de commissie, betreffende de opheffing der verwikkelingen met
Denemarken, met eenparigheid van stemmen, aangenomen, en
is dien overeenkomstig besloten. In het voorstel van Hannover
is nog eenige wijziging voorgedragen, en van de zijde van De
nemarken is op nieuw eene verklaring ingediend.
Van wel onderrigtc zijde hoort men verzekeren, dat de
tusschen de hoven van Frankrijk en Oostenrijk gerezen geschil
len wegens de nieuwe Donauscheepvaart-acte, volkomen ver
effend zijn en dat over het geheel eene groote toenadering tus
schen beide heeft plaats gegrepen, waartoe door keizer Napole
on veel is bijgedragen. Te Munchen houdt het gerucht zich
staande nopens eene bijeenkomst, welke de fransche keizer
aldaar, inden aanstaanden zomer, met den keizer Erans Jozef
zal hebben.
83e!gic.
Brussel 12 februarij. De kamer van vertegenwoordigers heeft
de beraadslaging over de door sommige leden beweerde nood
zakelijkheid van wijzigingen in de kieswet, welke iri de zitting
van jl. maandag bij gelegenheid der behandeling van het budget
van het ministerie van binnenlandsche zaken opgerezen was, in
de zitting van den volgenden dag bedaard voortgezet zonder
tot eene bepaalde uitkomst te geraken.
Naar het beweren van eenige leden, vooral van de conserva
tieve partij, is het een groot gebrek der kieswet, dat dc stemuit-
brenging tot verkiezing van leden der wetgevende kamers in de
hoofdplaats van het kiesdistrict moet plaats hebben; zoo toch
wordende kiezers, die in de hoofdplaats van het district wonen
bevoorregt en de overige in de uitoefening vau hun stemregt
bemoeijchjkt, waarvan het gevolg is dat vele plattelandbewo
ners öf zich van stemming onthouden, zoo dat de natie niet vol
ledig vertegenwoordigd wordt, öf de reis- en verblijfkosten van
den candidaat hunner keuze terug vragen, hetgeen een voor de
onafhankelijkheid der kiezers en voor de zuiverheid der verkie
zingen gevaarlijk misbruik is en allengs de betrekking van
volksvertegenwoordiger alleen voor rijke lieden toegankelyk
maakt. Een ander bezwaar van de stemuit brenging in de hoofd
plaats van het kiesdistrict zag men in de daaruit voortvloeijen-
de noodzakelijkheid om de herstemming terstond na de opne
ming der eerste stemming te houden.
Door de genen, welke dat voor een gebrek in de bestaande
kieswet houden, werden bij de vraag hoe haar te verbeteren,
hoofdzakelijk vierouderscheiden middelen aanbevolen of all hans
in overweging gegeven1. stemuitbrenging in de gemeente2.
stemuitbrenging in de hoofdplaats van het kanton; 3. splitsing
van alle uitgestrekte kiesdistricten in onderdeelen, welke ieder
óénen afgevaardigde zouden kiezen4. de uitoefening van het
stemregt gelijk stellen met het zitten in de jury, waartoe de
burger onder genot van schadevergoeding uit de schatkist ge
houden is.
Er is bij deze gelegenheid vooral over de eerste twee van die
middelen uitgeweid. De stemuitbrenging in de gemeenten werd
ook aanbevolen met te verwijzen op het voorbeeld van Neder
land en van Frankrijk; maar zy werd door verscheiden leden,
ook van de conservatieve partfj, nadeelig geacht, omdat zij
huns inziens de kiezers onder het bereik van plaatselijken in
vloed,he tzij van den burgemeester of van den pastoor, plaatste,
de geheimhouding der stemmen onzeker maakte, en over het ge
heel de strekking had om de kiezers afgezonderd te houden, dat
is van voorlichting te versteken en aan misleiding bloot te stel
len. De zelfde bedenkingen werden ook, hoewel met minder
nadruk, tegen de stemuitbrenging in de kantons hoofdplaats
aangevoerd, alsmede tegen de kleine kiesdistricten.
De ministers en de voornaamste sprekers van de liberale par
tij meenden dat de nadeelige zijde van de stemuitbrenging in
de hoofdplaats van het kiesdistricten van de groote kiesdistric
ten, hoewel niet geheel te ontkennen, echter met groote over
drijving werd voorgesteld, en dat zij zonder herziening vau de
gewigligste der organieke wetten, die schier een deel van de
constitutie uitmaakt, grootendeels verholpen zou kunnen wor
den. Als middelen hiertoe noemde men 1. maatregelen van
staatswege tot vermindering der reis- en verblijfkosten voor de
kiezers2. strafbepalingen tegen het onthalen van kiezers met
het doel om hen om te koopen3. ontwikkeling van den poli-
tieken geest der natie en aaukweckcn van echten burgerzin;
terwijl men overigens eenige van de vrijheid moeijelijk af te
scheiden misbruiken voor lief moest nemen, daar iedere poging
om ze met wetsbepalingen te beletten op inkorting der vrijheid
zelve moest uitloopen.
Frankrijke
Parijs 13 februarij. De Monileur zegt, dat de regering reeds
lang voor den aanslag bedacht was op het nemen van maatre
gelen van voorzorg legen de revolutionnairen. De keuze van
den generaal Espinasse brengt geene verandering in de staat
kunde der regering. De keizer zal geene andere maatregelen
voorstellen.
Het ontwerp van wet, houdende maatregelen tot verze
kering der openbare veiligheid is in de afdeeiingen van het
wetgevend ligchaam onderzocht en over het geheel goedge
keurd. Eeue overgroole meerderheid achtte zoodanige maat
regelen noodzakelijkmaar hoe gunstig ook voor het keizerlijke
gouvernement gestemd, wenschtc zij dat het bepaalde waar
borgen zou geven tegen misbruik van de magt welke het dooi
de voorgedragen bepalingen verkrijgen zou over allen die zich
in de laatste jaren in Frankrijk als vijanden van de maatschap
pelijke orde en vau het keizerschap hebben doen kennen. Uit
dien hoofde heeft de commissie van rapporteurs aan den staats
raad voorgeslagen, deze twee nieuwe bepalingen in het ont
werp te voegen:
'/De bij artt. 5, 6 en 7 dezer wet aan het gouvernement ver
leende magt zal met den 31sten maart 18G5 ophouden, indien
zij niet vóór dien tijd vernieuwd is geworden.
De maatregelen van algemeene veiligheid, waartoe bij artt.
5, 6 en 7 van deze wet magt iging verleend is, zuilendoorden
minister van binnenlandsche zaken genomen worden, na den
prefect van het departement, den aldaar bevelvoereuden gene
raal en den procureur-generaal gehoord te hebbenzullende in
die hoofdplaatsen, alwaar geen geregtshof gevestigd is, de pro
cureur des keizers, in plaats van den procureur-generaal, om
advies gevraagd worden."
De instructie omtrent den aanslag van 14 januarij is met
zoo veel geheimhouding gevoerd, dat het niet bekend is welken
uitslag zij heeft opgeleverd, en zelfs niet of zij reeds afgeloopen
is. Dit alleen weet men met zekerheid, dat. benevens de vier
Italianen, welke dadelijk gevat en als hoofddaders beschouwd
zijn, een vijfde persoon, en wel een Engelschman, met name
Allsop, een gewezen beursmakelaar, onder zware verdenking
gekomen is. Deze man is echter niet in handen der justitie; en
te Londen is van wege de politie eeue premie van tweehonderd
ponden sterling uitgeloofd aan dengene welke hem aan de justi
tie zou overleveren.
De fransche akademie heeft, ter vervulling van twee
opengevallen zetels, den heer Victor de Laprade in plaats van
den heer Alfred de Musset en den heer Jules Sandeau in de
plaats van den heer Briffaut benoemd.
Er zijn berigtcn uit Hongkong ontvangen, tot 30 decem
ber loopende. Na de inneming van het fort Gough hebbende
geallieerden ook bet fort Liu en eene 5 verdiepingen hooge pa
gode, als ook de wallen van die zijde van Canton ingenon e i.
De kapitein ter zee Bale is bij de bestorming gedood, de burg
graaf Gisfort is gewond. De geallieerden hebben de omliggende
dorpen en een gedeelte der voorsteden in brand gestoken.