MIDDELBURGSCHE
COURANT.
Zaturdag
1858.
30 Januarij.
3anIioitöicjmg,en
VAS UET RIJKSBESTÜL'R.PRO VKC1ALE EKE1IEE.ÏÏEBESTCREN.
öiunenlartösche tijöingcn.
iV 13.
Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zatttidags. Binnen deze gemeente en Vlis-
singen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure.
De abonnementsprijs per drie maanden is 3franco per post f 8,40.
De inzending van advertenticn kan geschieden tot tien ure des morgens, op den dag der uitgave.
De prijs van gewone advercentien is 22 cent per regel; van huwelijks, geboorte of doodbekend-
makingen enz., van één tot zes regels f 1,50, voor eiken regel daarboven 22 cent.
Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen.
Voor elke plaatsing moet 85 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant.
Editie van vrijdag avond 8 ure.
Aanbesteding.
Het gemeentebestuur van Neuzen zal op vrijdag den 12den
february 1858, des voormiddags ten 10 ure, op het raadhuis
aldaar aanbesteden:
Het vernieuwen van een gedeelte der
straten over eene oppervlakte van 404
vierkante ellen, niet levering- van «le
daartoe lieiioodigrie kei jen, en liet
verleggen derzelve over eene opper
vlakte van 9<>0 vierkante ellen.
De aanbesteding zal geschieden hij inschrijving. Inlichtin- j
gen zijn te bekomen ter gemeente-secretarie, waar de voor-
waarden van aanbesteding ter lezing liggen.
Het gemeentebestuur voornoemd,
J. P. DRONKERSburgemeester, i
J. DIELEMAN, secretaris.
Op den 5 februarij 1858. des namiddags ten 4 ure, zullen j
burgemeester en wethouders van Colijnsplaat in het openbaar j
aanbesteden
Diet maken van een grindweg op den j
Wlmelixxen dijk, gelegen tussclien de
grindwegreu in die gemeente, ter leng- j
te van 1).»0 el, met levering: van de j
bepaalde hoeveelheid g;rind.
Het bestek en voorwaarden liggen ter lezing ter secretarie
dier gemeente.
Colijnsplaat, den 28 januarij 1858-
J. H. BIJ BAU. burgemeester.
J. VINK, secretaris.
groote diepte der zee genoegzaam van het west-zuid westen in
de rigting van het noord-noord-oosten langs Vlissingen en ver
der tot Antwerpen. Een tweede diepe geul reikt van het noord
westen naar het zuid oosten, langs Westkapelie en Zoutelande
tot Vlissingen, zoo dat men bij zuid-westen, westen en noord
westen winden kan binnenloopen, terwijl dit bij de overige zee
gaten zonder st oombooten veelal niet mogelijk is.
2. De gunst ige reede in de onmiddelijke nabijheid van Vlis
singen, alzoo onmiddeltjk bij de buitenhaven, bassins en dok-
werken, die men te Vlissingen moet aanleggen.
Het groot verschil tusschen eb en vloed, dal te Vlissingen
gemiddeld niet minder dan 3,70 el is, en de sterke stroom in dit.
zeegat zijn waarborgen, dat dit zeegat zich ten allen tijde zal
onderbedden. Geen der andere zeegaten kan die waarborgen
aanbieden, en walmen ook moge aanvoeren, die waarheid is
nimmer nog betwist en zal ook nimmer betwist worden, dat
Vlissingen het beste zeegat van Nederland is. Wel heeft men
de felle stroom als een nadeel voor liet. gat van Vlissingen aan
gevoerd, maar ware het zulk een nadeel, zou dan de groote ont
wikkeling van den handel te Antwerpen mogelijk zijn geweest?
In tegendeel vormt dit. beweerde nadeel, het groote voordeel,
waardoor liet overwigt van net zeegat boven elk ander beves
tigd is, een voordeel.dat men betreuren moet, dat ook de andere
zeegaten niet kunnen aanbieden, omdat ook zij dan voortdurend
van de grootste diepte zouden kunnen verzekerd zijn.
De ondervinding of de statistieke opgaven leeren dan ook
Waarlijk, men zou zich gelukkig mogen achten dat.Nederland
zulk eene exceptionele gunstige ligging bezit. Tereglzegtde
kamer van koophandel en fabrieken te Rotterdam, dat het van
het grootste belang is, om de verbinding onzer groote havens
met de zee te verbeteren.
Het is niet voldoende dat Nederland van spoorwegen voor
zien is, wanneer de vreemdeling onze havens en zeegaten voor
bij zeilt, om te Antwerpen, Bremen of Hamburg te lossen, en
men wane niet dat Nederland de toekomst in uit opzigt onbe
zorgd kan te gemoet gaan. Zoo men dan ook vele redenen kan
aanvoeren, ten bewijze dal de ligging van ons land gunstig is
voor den handel, niets kan men aanvoeren, dat men van de
goede zeegaten heeft partij getrokken, om ze door spoorwegen
aan het europeesch spoorwegnet aan te sluiten.
Wij hebben, zoo wij vertrouwen genoegzaam aangetoond dat
Vlissingen verre weg het beste, gunstigste zeegat is, en dat
het. Nieuwediep daarna onder de beste zeegalen van Nederland
moet gerangschikt worden, en reeds uitmuntende maritieme
instellingen heeft. Intusschen is er voor Vlissingen niets ge
daan. De gesteldheid die voor lang reeds een nationale rijkdom
voor ons land had moeten uitmaken, is nimmer ten gunste van
onzen handel aangewend. Die ligging is dor voor Nederland:
zij is daarentegen voor den vreemde, voor Belgie, voor Antwer
pen, eene bron van welvaart, waardoor de transito-handel zoo
zeer de rigting neemt om naar Belgie zich te verplaatsen.
Naarmate de vreemden niet meer eigen koloniën behoeven,
niet, dat zoo menig schip daar voor de haven gebleven is, terwijl maar zij de koloniale waren uit de landen van productie zelve
het betreurenswaardig ongeval van de engelsche stoomboot J kunnen verkrijgen, zal de concurrentie van den vreemde voor
Ravensbourne niets bewijst, daar men ditzelfde voorval in elk j Nederland ernstiger worden, en dit nadeel grooter worden naar-
ander zeegat onder de zelfde omstandigheden zoude betreurd
hebben en alleen de ijzeren constructie van de stoomboot daar
van de oorzaak was.
Men heeft verder als een nadeel aangevoerd, dat de natte
koopvaardershaven niet toegankelijk is voor groote koopvaar-
male het charter der schepen grooter wordt. Zoo men erkennen
moet dat eenmaal het verbroken evenwigt door het Noord-
Hollandsch kanaal, het Voornsche kanaal en de Zuid-Willems
vaart ecnigermate hersteld was, en deze groote werken eene
schoone bladzijde in de geschiedenis van koning Willem I heb
dijschepen. Ook dit bezwaar bestaat niet, en nimmer heeft men beu uitgemaakt; zoo men eveneens erkennen moet dat ook in
Middelburg- 29 januarij.
üe stoomboot die hedenvoormiddag ten elf ure van hier is
vertrokken is, volgens telegrafisch berigt, heden avond ten vijf
ure 45 minuten te Rotterdam aangekomen. De Kil en Noord
bevonden zich vol drijfijs.
Aan het Overzigt, van de zeegaten en havens van Nederland,
dat de ingenieur Fynje in zijne //Bijdrage tot de kennis van het
belang der nederlandsche spoorwegen laat volgen op de be
schouwingen, waarvan wij in onze vorige nommers uittreksels
mededeelden, ontleenen wij het volgende
h Het zeegat de Roompot en de Oost er-Schelde is zelden nog
bij de beschouwingen in aanmerking genomen; toch is het verre
van het slechtste zeegat. Wel is de vaart ook in dit zeegat door
de vele platen belemmerd, maar men heeft er het voordeel van
grooter verschil tusschen eb en vloed, dat men in dit zeegat op
meer dan 3,29 el mag aannemen. Wanneer men dan ook nagaat
hoe groot de invloed is van eb en vloed op het in stand houden
der zeegaten, hoede uoordelijke zeegaten meer dan de zuidelijke
zijn verminderd, dan is het niet meer gewaagd te veronderstel
len, dat de Roompot als zeegat zich langer dan het Brouwers-
havcnsche gat zal in stand houden.
Het Vlissingsche zeegat is van alle zeegalen het grootste,
ruimste en diepste. Antwerpen heeft aan dit belangrijk zeegat
zijn overwigt te danken, zoo dat voor 1830 de handel van Ant
werpen grooter was dan de gezamenlijke handel van Amsterdam
en Rotterdam, en dit niettegenstaande de gemeenschap van
Antwerpen met den Rijn niet zoo gunstig was als van de an
dere havens van Holland.
In tegenstelling van de nadeden, die geheel of gedeeltelijk
op de overige zeegaten drukken, heeft dit zeegat de navolgende
voorceelen
1. Dat liet onder alle omstandigheden en bij alle winden kan
bereikt worden. Een groote ruiaic breede geul reikt van de
alere tijden tot lieden, er veel, belangrijk veel, tot verbetering
van de groote vaart op den Rliijn is uitgevoerd, en nooit een
deel van het nationaal kapitaal zoo productief is aangewend dan
voor deze werken, zoo moet men mede erkennen dat, in strijd
met hetgeen tegen de spoorwegen is aangevoerd, nog alles wat
voor den handel gedaan is niet gelijken tred met den vreemde
gehouden heeft en de bevordering van alles wal de scheepvaart
betreft, te zeer eene noodlottige eenzijdige strekking in ons
land had verkregen. De kanalen en vaarten, de verbetering der-
rivieren, dat alles werd geheel ten koste van het rijk uitgevoerd.
Het werk der spoorwegen, als de natuurlijke bondgeiiooteu van
de scheepvaart, kan men daarentegen niet te hoog achten; nog
nimmer is het te overdreven voorgesteld en zelfs mag men aan
voeren dat het nog weinig rnet die warmte is voorgestaan, als
waarop het zoo zeer regt. had. De memorie van toelichting der
regering was de waardige uitdrukking van de dringende nood
zakelijkheid der spoorwegen, en duidt geenszins aan dat men
daarvoor andere algemecne en even gunstige belangen op den
achtergrond zoude plaatsen.
Hoe noodig het. is den handelsweg tot in zee te verbeteren,
wordt in het adres van de kamer van koophandel mede opge
merkt en. zeer goed aangewezen. (Wordt vervolgd.)
De minister van marine heeft Ier kennis van belanghebbenden
gebrast, dat, aangezien de verhooging van den lichttoren op
het Wester-havenhoofd te Hellevoetsluis thans heeft plaats
gehad, het daarin geplaatste licht op den 1 februarij aanslaan
de weder zal worden ontstoken, en even als vroeger, doch thans
meer onbelemmerd, ook voor het bevaren van het Koorder
Pampus zal dienstbaar zijn. Met dien zelfden datum zal het
huiplicht worden gebluscht.
in de ontwerpen zich bepaald tot het onvoldoende bestaande-
De buitenhaven, de bassins, dokken enz., die men te Vlissingen
of liever in de onmiddelijke nabijheid moet voorstellen en ont
werpen, moeten naar de tegenwoordige behoeften van den han
del zijn ingerigt. Het. belang van de zeevaart en van de spoor
wegen moet in overeenstemming gebragt worden. Dit voordeel
kan men welligl nergens zoogoed als nabij Vlissingen verkrij
gen, daar het niet in strijd is met de belangen der militaire ver
dediging en men door niets, noch door ruimte of plaats, noch
door de geaardheid der gronden in de ontwerpen belemmering
ondervindt. Een grootsch nationaal denkbeeld kan te Vlissin
gen verwezenlijkt worden, op eene wijze zoo als op geen andere
plaats welligt geschieden kan, ten zij men belangrijke kosten in
het tegenwoordige en in het toekomende zou willen aanwenden
Veelal dient de reede te Vlissingen dan ouk tot vlugt- en
schuilplaats voor schepen van allerlei bcstemmiug, welke door
storm worden beloopen.
Om één voorbeeld slechts aan te halen, strekke, dal toen in
deu winter van 1829—1830de gelieele uitgestrektheid der kust
in de Noordzee met ijs bezet was, en de meeste havens ontoe
gankelijk waren, de schepen van de verschillende natiën echter
te Vlissingen konden binnenloopen en ankeren. Daaronder was
het schip Charles, vau Guernsey, iu bestemming voor Antwer
pen, Dit schip werd te Vlissingen gelost, zeilde naar Messina,
van waar het niet eene volle lading terug keerde en Antwerpen
bereikte, nog voor de andere schepen die te Vlissingen hadden
overwinterd.
Deze voordeelen kunnen, bij de tegenwoordige hoogte der
wetenschap beter en vollediger nog verkregen worden, omdat
men de stoombooten kan inrigten, om ook bij vorst in de vaart
te bljjven. De spoorweg vau Antwerpen tot Rotterdam heeft
het bewijs gegeven, dat men bij den strengste» ijsgang, zelfs Een geding waarin de vraag beslist moet worden, of de wet-
met raderbooten en dus zeker met schroefbooten, dwars door I ten van 1814, 1852 en 1S57 op de jagt wel eenige definitie
den stroom kan overgaan en onder die ongunstige omstandig- inhouden, van 'tgeen onder klopjagt te verstaan is, heeft te
heden de vaart zelfs nimmer behoeft, gestremd te zijn. Goes iu 2 instantien tot vrijspraak der beschuldigden st leid.