Het schijnt al meer en meer zich te bevestigen, dat de kolo
nel van Meurs in ernstige aanmerking zou komen, tot vervul
ling der betrekking van minister van oorlog. Na reeds tweema
len door den koning in bijzonder gehoor te zijn ontvangen,
duren de conferentien tusschen den heer van Meurs en den
directeur van het kabinet des konings voort.
De wed. J. Hoek zonen, vischhandelaars te 's Gravenhage,
hebben zich bij adres tot de eerste kamer der staten generaal
gewend, en daarbij opgemerkt, dat het door de tweede kamer
gewijzigde ontwerp van wet omtrent het tarief van regten be
tredende de zeevisscherij, geen genoegzaam beschermregt is
voor de hollandsche visscherij in verhouding tot hetgeen bij
onze naburen plaats heeft, die classificeren naar de waarde per
ton, verdeeld in tijdvakken van het jaar. Zij verzoeken derhalve
de eerste kamer bovenbedoeld ontwerp te verwerpen en dan
veeleer geheelen vrijdom te verleenen.
Men leest in de Utrechtsche courant:
Naar men ons meldt, is het berigt. dat wij in ons vorig nommer
uit het Nieuw handels- en effectenblad overnamen, omtrent
den loop van het geschil tusschen den hoogleeraar G. J. Mulder
en dr. Gunning onjuist. Eene regterlijke vervolging tegen den
hoogleeraar wordt door den laatsten niet geprovoceerd.
Zaturdag avond had te Utrecht een jammerlijk onheil plaats.
De heer H.student in de medecijnen aan de hoogeschool al
daar, een drietal vrienden bij zich hebbende, nam een pistool ter
hand, waarmede hij onlangs nog naar den schijf had geschoten;
had het ongeluk het naar zich zelf te rigten en af te schieten.
Er was een kogel op, die hem midden in de borst drong en bijna
oogenblikkelijlc dood ter neder deed storten.
De ontslapene was bij zijne akademiebroeders zeer bemind.
Iemand te Enkhuizen heeft plan eene steenbakkerij te bou
wen, in welke steen moet gefabriceerd worden uit eene grond
stof, die men daartoe tot heden zeker niet geschikt achtte, slijk
uit zee opgebaggerd. Op eene andere plaats waar de steen fa
bricage een belangrijke tak van bestaan is, zijn proeven geno
men, die uitmuntend hebben voldaan, daar men uit gemelde
specie besten graauwsteen heeft vervaardigd.
In den loop der vorige week werd de kolonie Erederiksoord
bezocht door den heermr. Duymaer van Twist, gewezen gouver
neur-generaal van Nederlandsch Indie, ten einde aldaar de ad
ministratie na te gaan, in hoedanigheid als lid der commissie
voor de zaken dier maaischappij. Men zegt dat z. exc. deswe
ge later rapport zou uitbrengen aan de staatscommissie, almede
dat cr plan zou bestaan om de tegenwoordige vrije koloniën
Erederiksoord en Willemsoord in het vervolg te scheiden van
de strafkoloniën Ommerschans en Veenhuizen.
ESeiïoemiüJsrüïa en besluiten.
Benoemd: bij besluit van 7 dezer, tot ridder der orde van
den Nederlandschen Leeuw, de heer D. baron van Slingelaudt,
rijksontvanger te Zwaluwe.
Goedgevonden bij besluit van de zelfde dagteekening, eer
vol ontslag te verleenen, op zijn verzoek, aan S. M. Serlé, als
lste luiten, bij de dienstdoende schutterij te Middelburg; bij die
schutterij te benoemen tot lsten luiten, mr. Ph.J. Gallen fels,
thans 2de luiten.tot 2den luiten. C. D. Tielenius Kruythoff.
tiians schutter.
Benoemd: bij besluit van S dezer, tot. lid van hetcollcgievan
curatoren der hoogeschool te Leyden, de lieer mr. J. A. Philipse,
president van het provinciaal geregtshof in Zuidholland. voor
zitter van de eerste kamer der staten generaal.
Benoemd en aangesteld: bij besluit van 3dezer, tot mede
commissaris van het grootboek der nationale schuld de heer C.
P. van Eeghen.
Benoemd: met Zr. Ms.goedkeuring,doordeu nederlandschon
eonsul-generaal te Londen tot zijnen vice consul te Dundee, in
Schotland, de heer G. D. Thoms.
Benoemd: bij besluit van 5 dezer, bij liet personeel van de
geneeskundige dienst der landmagt, tot apotheker van de 2de
klasse de apotheker der 3de klasse J. Broeker, van gemeld per
soneel.
Benoemd tot ridders van den Nederlandschen Leeuw de ka
pitein you Schweinits, adjudant van prins Frederik Willem van
Pruisseu en dr. Wegner, die Z.K. H. vergezelden.
A Sloop verScoopinjjeai en aanSiesteiiin^eta,
Middelburg 10 december.
De windkorenrnoletis op het Seisbolwerk en Noordbolwerk,
te zamen, onder nadere goedkeuring van den gemeenleraad,
verkocht voor f 15,300.
De heffing van het lol-of weggeld op den straatweg van
"Vlisaingen naar Koudekerke, over het jaar 1858, is gepacht
door J. Kabboord te Koudekerke, voor f 700.
Staten-^eneraal.
De eerste kamer heeft dingsdag hare zittingen geopend,
waarbij het inkomen is berigt van de onderscheidene onlangs
door de tweede kamer aangenomene wetsontwerpen. Daarna
zijn de afdeelingen hernieuwd en hebben de leden zich naar de
sectien begeven om voorzitters en ondervoorzitters te verkiezen.
Door den heer van Bosse is voorgesteld het ontwerp tot ver
dere regeling van het muntwezen inNederlandsch-Indieaan te
vullen met een nieuw art. 3 van dezen inhoud: /rHet 19de art.
van de wet van 1 mei 1854 (Staatsblad no. 75) wordt aange
vuld met de volgende bepalingen: Binnen achtjaren na het in
werking treden dezer wet, wordt van alle ontvangsten en uit
gaven, welke op hare uitvoering betrekking hebben, verant
woording gedaan aan de wetgevende magt onder overlegging:
a. van de rekening, door ouzen minister van kolouien deswege
op te maken, nadat die door de algemeene rekenkamer zal zijn
goedgekeurdb. van de rekening door den gouverneur-generaal
van Nederlandsch-Indie, wegens de ontvangsten en uitgaven
op zijnen last gedaan, aan ons af te leggen. Het slot van eerst
genoemde rekening wordt door de wet vastgesteld."
(jemeentei'aad van Middelburg.
Zitting van 9 december.
Voorzitter jhr. Paspoort van Grijpskcrke.
Afwezig de heer Lambrechtsen, terwijl de heeren van Deinse,
Rekker, van de Graft, Damme en van Diggelen achtervolgend
kort na den aanvang, binnenkomen.
De notulen der vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd,
en daarna voor kennisgeving aangenomen
a. Schriftelijke medcdeeling van den heer Lambrechtsen,
door afwezigheid verhinderd deze zitting bij te wonen;
b. missive van gedeputeerde staten van Zeeland van 4 dezer,
houdende berigt van ontvangst van een afschrift der gewijzigd
gearresteerde verordening op het brandwezenwelke verorde
ning thans door burgemeester en wethouders behoorlijk zal
afgekondigd worden.
c. gelijke missive, ten geleide strekkende van een afschrift
koninklijk besluit houdende goedkeuring der door den raad
onlangs gewijzigde verordening op heffing van haven-, dok-
kaai- en bankgelden, enz.
Eene missive aan burgemeester en wethouders, van het bur
gerlijk armbestuur alhier, houdende voordragt tot vaststelling
van het maximum van den in 1S5S tc verleenen onderstand
(waarin eenige wijzigingen van het thans nog vigerende besluit
worden voorgesteld) wordt voor de leden ter inzage ncder-
gclcgd.
De voorzitter berigt dat bij hem zijn ingekomen voordragten
voor de periodieke aftreding met het einde des jaars van com
missarissen over de Wisselbank, leden van het burgerlijk arm
bestuur, van het bestuurder godshuizen, van dc commissie van
toczigt over dc geneeskundige school, van gemeente-genees-
heeren en heelmeesterswaarvan de behandeling wordt aange
houden.
Wordt gelezen een adres van den onderwijzer P. Verhoeven
alhier, die zijne bezwaren kenbaar maakt tegen de voorgestelde
regeling van het openbaar onderwijs alhier met 1858. Ilij wijst
op zijne 33jarige loopbaan als bijzonder onderwijzer en aciit
zich voorbij gegaan, waarom hij den wensch uitdrukt dat ook
zijne school als openbare worde overgenomen.
Dc behandeling van dit adres wordt aangehouden tot bij de
straks volgende vaststelling van do over ie nemen scholen.
De voorzitter leest almede een reeds in handen der commissie
ad hoe gesteld adres van de nederl. israëlietische godsdien
stige schoolcommissie, waarbij deze met het oog op de geschie
denis dier inrigling en de vele goede vruchten die het onderwijs
gedurende een reeks van bijna 40 jaren reeds voor de gemeente
heeft gedragen, verzoekt om althans niet dadelijk bij het in wer
king treden der nieuwe schoolwet de intrekking van het tot hier
toe genoten subsidie uit de gemeentekas te doen geschieden.
Mogt de raad al niet verlangen van art. 70, dat tot de regeling
drie jaren stelt, gebruik te maken, dan vleit de commissie zich
dat men naar aanleiding van art. 3 alinea 3 der wet, althans nog
eenigen onderstand zal verstrekken.
Ook dit adres zal worden behandeld gelijktijdig met dc ge-
heele regeling van het onderwijs.
Wordt nog gelezen een nader adres met daarbij gevoegde
nota van den onderwijzer P. Leupen, waarbij hij, naar aanlei
ding van liet ter vorige zitting uitgebragte rapport door de
commissie, in welker handen gesteld was zijn laatste adres aan
dezen raad, heeft gemeend tc moeten verklaren dat hij geenszins
betwistte de bevoegdheid van den raad om de stedelijke neder-
duitsche school op tc heften, maar wel om hem adressant zijn
bestaan te ontnemen, ja broodeloos te maken. Hij beschouwt
de conclusie van het rapport alleen als het gevolg van eene
scheeve en eenzijdige opvatting van het door hem beroepen
art. 27 van het reglement, gevoegd bij de onderwijswet van het
jaar 1806, en verzoekt dat men den geest en strekking daarvan
nogmaals met aandacht overwege.
Volgens de bedoeling toch van dit art., zou alleen tot de op
heffing van eene bestaande openbare school kunnen worden
overgegaan bij ontstane vacature.
Dit stuk is gesteld in handen der commissie, waaraan het
onderzoek dezer zaak was opgedragen.
Alsnog wordt gelezen een adres van H. J. de Waardt Feiten
en A. Befort, zich noemende gepatenteerde lijkdienaars binnen
deze gemeente, waarbij de ontbinding verzocht wordt van het
alhier nog bestaande gildo van door het plaatselijk bestuur aan
gestelde lijkdienaars, alzoo zij het bestaan dier gilden in strijd
achten met den geest des tijds en dc thans van kracht zijnde pa
tentwet, en oordeelen dat zij hinderlijk zijn voor de vrije con
currentie.
De voorzitter herinnert dat het bestaan dier gemcentc-lijkdic-
cn
naars is voorgeschrev art. 22 van het plaatselijk reglement
op het begraven van lijken, dat in der tijd wasgegrond op hei
thans ingetrokken provinciaal reglement. Eerlang zal de raad
in behandeling moeten nemen een nieuw reglement op het be
graven van lijken, en dus stelt hij voor, de deliberatien aan tc
houden of vorongemeld art. 22 in te trekken. Op voorstel van
den heer Verbrugge wordt echter besloten het onderwerp aan
te houden.
Thans wordt overgegaan tot behandeling van de voorgestelde
regeling van het openbaar onderwijs, waaromtrent de voorstel
len voor de leden hebben ter inzage gelegen.
Allereerstwordt de door den voorzitter gestelde vraag: Verlangt
de raad, conform het uitgebragt rapport, de wet tot regeling van
het lager onderwijs met 1 januarij 1S5S in te voeren, door het
oprigteu vau een genoegzaam aantal openbare scholen? zonder
beraadslaging eenparig toestemmend beantwoord.
Daarop worden achtervolgens aangenomen
1. Besluit, houdende dat in deze gemeente zullen zijn zes
openbare scholen Het instituut voor middelbaar onderwijs,
dat voor vrouwelijke leerlingen, drie burgerscholen, waarvan
een voor meer uitgebreid lager onderwijs, en de school voor
minvermogenden en bedeelden.
2. Dat tot vaststelling der jaarwedden enz., van de onderwij
zers der drie burgerscholen.
Daarbij stelde de heer van Deinse voor, de jaarwedde (zie het
verslag der zitting van den gemeenteraad van 2 dezer, in het no.
dezer courant van den 5 dec.) van al de drie onderwijzers gelij
kelijk te bepalen op f1000, hetgeen dc voorzitter en de heer
Sifflé bestrijden, ook omdat de drie belanghebbenden met de
thans voorgestelde regeling tevreden zijn. Dit vindt dan ook
geen ondersteuning.
De heer Caland vraagt en bekomt van dc commissie eenige
inlichtingen betrekkelijk de vastgestelde schoolgelden.
3. Dat tot overneming van drie bijzondere scholen als open
bare burgerlijke, a. van den heer J. van Sluijs voor meer
uitgebreid lager onderwijs, b en c van de heeren W. Aucr en
W. G. van Swers voor gewoon lager onderwijs. Daarbij wordt
tevens behandeld het hicrvoreiigenoerad adres van den onder
wijzer Verhoeven.
Dc heer Dammc heeft, met ter zijdestelling van alle persoon
lijke consideration, zijne bevreemding betuigd over den vorm
van het voorstel der commissie ten deze, alzoo zij, zonder zelfs
in de verte eenigen beweeggrond aan te geven,den jongstcn dei-
drie bijzondere ouderwijzers wenscht aan te wijzen voor het
meer uitgebreid lager onderwijs, terwijl die drie personen offici
eel gelijk staan wat hunne admissie betreft.
De voorzitter en de leden der commissie lichten zulks toe,
door de mededceling dat de school van den heer van Sluijs
thans het meest bezocht wordt, dat de plaatselijke schoolcom
missie deze indeeling aanbeval en de commissie zich daar naar
gedraagt, en eindelijk dat de beperkte tijd voor 1 januarij niet
toestond eenige voordragt in te dienenonder opmerking echter
dat de meerdere uitbreiding van het lager onderwijs op eene
school, door de commissie bedoeld, zich alleen bepaalt bij het
onderwijs in de wiskunde. i
Dit laatste geeft den heer van Deinse aanleiding om te vragen
of men dan ook van zoodanigen onderwijzer niet zou moeten
vorderen een bewijs van bekwaamheid in de wiskunde, waar
tegen dc voorzitter aanmerkt dat deze bcdenkingjuist zou zijn
in geval deze regeling na 1 januarij 1858 geschiedde, terwijl dc
heer Sifflé verwijst naar art. 68 der nieuwe wet.
Het besluit wordt daarna goedgekeurd en dien ten gevolge
afwijzend beschikt op het adres vau den heer Verhoeven.
4. Het besluit tot heffing van, en
5. de verordening op de invordering der schoolgeldenbeide
zonder beraadslaging.
6. Eene verordening op het lager onderwijs binnen deze ge
meente.
Over dc algemeene strekking, die in het rapport der commis
sie genoegzaam i3 toegelicht, niemand het woord vragende,
wordt dit stuk artikclsgcwijze behandeld. De bepaling dat dc
plaatselijke schoolcommissie uit 9 leden zal bestaan, ontmoet
bezwaar bij den heer Bijleveld, die daarvoor wenscht te lezen
„hoogstens negen leden," alzoo hij niet gelooft dat men altijd
negen geschikte en genegene leden voor die commissie zal vinden.
Nadat de heer Sifflé de noodzakelijkheid van dat getal had
betoogd, opdat zij uit haar midden de vereisehte sub-commissicn
kunne organiseren, wordt op voorstel des voorzitters besloten
dit artikel aldus te lezen: Dc plaatselijke schoolcommissie be
staat uit negen leden. De raad kan ditgetal uaar omstandigheden
vermeerderen of verminderen.
Op eene bedenking van den 'neer Caland, in hoe verre ten
deze dc voorschriften der gezondheidsleer, voor zoo veel de
schoollokalen betreft, zijn in achtgenomen, wordt door den
voorzitter verwezen naar art. 4 der wet, waarbij uit onderwerp
is opgedragen aan den districts-schoolopziener.
7. Omtrent de daar te stellen bepalingen op het gebied der
medische policie, zal dc commissie voor de strafverordeningen
worden uitgenoodigd nader eene voordragt bij den raad te doen.
8. Besluit, om de regeling der jaarwedden enz., betrekkelijk
het instituut voor middelbaar onderwijs, en dat voor vrouwe
lijke leerlingen aan te houden. Zonder beraadslaging goedge
keurd.
9. Besluit om, naar aanleiding van het bovengenoemd ver
zoekschrift der nedcrlandschc godsdienstige israëlictïselie
schoolcommissie met liet oog op art. 3 cn 71 der wet, nog voor
het jaar 1858 voor het laatst toe te kennen liet op de begrooting
uitgetrokken subsidie.
De heer Sifflé licht dit ontwerpbesluit namens de commissie
toe, en betoogt vooral dat het hard zou vallen die school met den
slag te waarschuwen, terwijl zij thans in den loop vau 1858
maatregelen kan nemen om op andere wijze in hare behoeften
te voorzien.
De woorden voor het laatst" zijn daarbij gevoegd op voor
stel van den heer Borsius met 9 tegen 7 stemmen, (Tegen :dc