Onder de schriften en adressen van verschillenden aard, die dezer dagen aan de staten-generaal zijn toegezonden, terzake van het gewigtig onderwerp der spoorwegen, behoort ook eene brochure in de fransche taal, getiteld Chemins de fer Neerlan- daishet is eene omvattende nota over de verschillende stelsels van aanmoediging van die wegen, door den staat te verleenen. De onderscheidene wijzen van aanleg en concessie worden daarin nagegaan, als den aanleg door den staat met exploitatie door compagnien, met een korten pachttijd; voorts 1. conces sie aan compagnien, wier kapitaal, voor eeu gedeelte door den staat geleverd, geen dividend mag genieten voor dat er eene som ten behoeve van het industrieel kapitaal is afgetrokken 2. concessie met waarborg van een minimum van inkomsten, bij aanleg en exploitatie door den staat; 3. concessie met in schrijving van een gedeelte des kapitaals door den staat, die de inkomsten aanwendt tot verkoop van de andere aandeelen; 4. concessie met waarborg eener bruto opbrengst per mijl5. con cessie met waarborg van een minimum van het zuivere inkomen. Vervolgens wordt in deze brochure de wijze van den waarborg der interest ontvouwd, en bel oogd, dat die waarborg het cre- diet van den staat niet benadeelt noch botsingen tusschen den staat en de compagnien veroorzaakt; dat de regering over de compagnien, die van zoodanigen waarborg genot hebben, het toezigt uitoefent. Vele eu belangrijk zijn deze en andere punten, in dit geschrift behandeld; het levert, in de tegenwoordigeoogenblikken,nu het na twintig jaren tijds, ernst met den aanleg van spoorwegen in ons vaderland schijnt te zijn, eene geschikte handleiding op tot kennismaking met de verschillende stelsels, die hier korte- lijk zijn aangegeven. Naar men verneemt, heeft Z. K. H. de prins van Oranje, uit handen van den koning der Beide Sicilien, de onderscheidings teekenen der Eerdiuandsorde ontvangen. Men schrijft uit 's Gravenhage, aan de Amsterdamsche courant. Het. berigt in de dagbladen geplaatst, als zou aan de 18 vrij gesproken dusgenoemde Maleijers door eene aanzienlijke dame alhier ieder een zilveren horologie ten geschenke zijn gegeven, meen ik voor onjuist te kunnen verklaren. Wel schijnt hiertoe het plan van de genoemde zijde te hebben bestaan. Doch op raad, zoo als ik verneem, van dien zelfden kant waaruit het be sluit is geprovoceerd om hen, in hun welbegrepen belang, zoo als ik u reeds zondag schreef, nog niet dadelijk alhier in vrijheid te stellen, is het opgevatte plau niet ten uitvoer gebragt. Het naauwelijks geeindigde regtsgeding in zake der zooge naamde Maleijers, zal, als daarmede in verband staande, gevolgd worden door een proces voor een col'egie van arbiters, betrek kelijk de assurantie van het verbrande schip Twenthe. Voor de reederij (boekhouders Brack comp.)zal als advocaat, optreden i mr. J. Pinner, en voor de assuradeurs mr. August Philips. Hoofd ingelanden van den Haarlemmermeerpolder hebben zich op nieuw tot de tweede kamer gewend met een adres, be zwaren inhoudende tegen de op nieuw ingediende voordragt. bij welke de in dien polder gelegen landen, ten behoeve van de gemeente Haarlemmermeer, met eene belasting zouden worden bezwaard. Men verneemt dat van wege de algenieene vereeniging tegen het pauperisme te Groningen een adres wordt gezonden aan z. exc. den minister van hinnenlaudsche zaken en in afschrift aan de leden der tweede kamer, behelzende het verzoek, om de voor- gedragene wetsbepalingen nopens de gezoudheidscommissien zoodanig te willen uitbreiden en aanvullen, dat het beoogde doel, de verbetering van den algemeenen gezondheidstoestand, zal kunnen worden bereikt. Wij vernemen dat den heer dr. Wap eene gunstige onder scheiding is te beurt gevallen, daar de Maatschappij van toon- voorleden week in hare 2Sste jaarlijksche algemeene vergadering, te Amsterdam gehoudenziju lyrisch dichtstuk KarélXJieeft waardig gekeurd om te worden uitgeschreven, tégen 'decejmber 1858, als tekst eener muziekale compositie. Voordeze/compositie zal eene premie van f300 worden uitge loofd,-fprwijl de uitgave der bekroonde caniatedoor de maat- ÊQhappij ondersteund en zoo veel mogelijk bevorderd zal worden. Aandacht verdient een artikel in de Invalide russe, waarin betoogd wordt dat. Engelands magt niet toereikend is, om het groole Indie te heroveren en onder bedwang te houden, maar dat dit eene taak is, waaraan geheel Europa deel behoort te ne men. Indie moest dus, volgens de Invalide, door het vereenigd Europa véroverd en onder een europeesch protectoraat gesteld worden, ten einde de bevordering der beschaving een onderwerp van internationaal belang worde. Ten vervolge op vroegere mededeelingen aangaande het ge vondene in het wrak van The lutine, is de Amsterdamsche cou rant in de gelegenheid gesteld te melden, dat op 16 dezer per duikers geborgeu'zijn424 heelespaansche matten, 2 halve dito, 3 kwart dito, 1 zilveren frauschen kroon, 1 gouden doubloen, een kwart dito, 1 louis d'or en 1 koperen penningen 19 dezer 987 heele spaansche matten, 2 halve dito, 6 kwart dito, 1 achtste dito. In Petersburg is eene verordening bekend gemaakt, waarbij de havens van Anapa, Suchuaikalé en Redut-kalé, aan de azia- tische kust van de Zwarte zee, voor de vreemde schepen wor den geopend, welke daartoe van een russisch visum zijn voorzien. Renoemiutren en besluiten. Vergunning verleend: bij besluit van den 15 dezer, aan den heer J. A. Mazel, secretaris van het gezantschap te Brussel, tot het aannemen en dragen van de versierselen van ridder der Danebrogsorde 3de klasse, hem door Z. M. den koniug van Denemarken geschouken. Benoemd: bij besluit van 19 dezer, tot notaris in het arron dissement Goes, ter standplaats Colijnsplaat, L. van der Moer, candidaat-notaris aldaar. Op zijn verzoek eervol ontslag verleend, bij besluit van 18 dezer, aan den heer J. de Putter, als gezworen van den Een- dragtpolder. Benoemd: bij besluit van 19 dezer, bij het personeel van de geneeskundige dienst der landmagt, tot officier van gezondheid der 1ste klasse, de officier van gezondheid der 2de kl. P. J. van der Grijp, van voormeld personeel. Xecrologie. Jl. maandag overleed te Amsterdam, in den ouderdom van 75jaren, de heer W. H. Warnsinck Bz., als schrijver en dichter bekend. Zijn verlies wordt niet alleen door zijne betrekkingen, maar in veel wijderen kring gevoeld en diep betreurd. Hij was een edel mensch, steeds ten nutte van velen werkzaam, en onbekrompen weldadig; voor alle instellingen ten nutte van maatschappij en godsdienst was zijne hand steeds geopend- Wie hem kende, achtte hem hoog om zijne voortreffelijke hoedanigheden van geest en karakter. Den 14 dezer is te Brussel overleden de hoog edel ge strenge heer P. M. Eksteen, gepensioneerd generaal-majoor, ridder der Militaire Willemsorde en van den Nederlandschen Leeuw. Marine en leg-er. Van het Nieuwediep schrijft meu, dat jl. woensdag van daar zou vertrekken Zr. Ms. instruetiebrik Zeehond, kommandant de kap.-luit, ter zee M. C. van Vreeland, tot het doen van een oefeuingstogt in de Middellandsche zee met twaalf adelborsten der 1ste klasse van het instituut te Willemsoord. Aanvankelijk zou meu naar Cadix en van daar naar Konstan- tinopel stevenen, terwijl de togt vermoedelijk een half jaar zal duren. Luidens berigten bij het departement van marine van de Kaap de goede hoop ontvangen, is Zr. Ms. transportschip de Merwede, onder bevel van den luitenant ter zee 1ste klasse 11. C. Sloos,den 22sten junij jl.in de Simonsbaai aangekomen en heeft den 30sten julij daaraanvolgende de reis naar Nederland voort gezet. Zr. Ms. stoomschip Bali, onder bevel van den luitenant ter zee der 1ste klasse J. H. van Capellen, was den 18 augustus jl.in de Tafel baai aangekomen en zou voor het einde dier maand de reis naar Oost Indie vervolgen. Aan boord der beide bodems was alles wel. Woensdag is eerstgenoemde bodem te Hellevoetsluis binnen gekomen. AJJoop verkoopingen «na aanbestedingen. Oost- en Westsouburg 21 october. Een steenen wind korenmolen, genaamd de Peer, met daarbij behoorend huis en erve rnet tuin. Lasten f257,87. Opgehou den op f 11,800. Staten-generaal. Tweede kamer. Zitting van 20 october. In deze zitting zijn ingekomen de navolgende wels-ontwer- pen: een tot wijziging van hoofdstuk VIII der staatsbegroo- ting voor 1S57; een tot goedkeuring eener overeenkomst geslo ten tusschen den staat en de provincie Utrecht; een betrekkelijk de zamenstelling en bevoegdheid van den raad van state, hetwelk in een vorig zittingjaar onafgedaan is gebleven. Onder de verder ingekomen bescheiden behoort eene kaart vau de provincie Noordbrabant, ingezonden door den lieer Mey- link, waarvan exemplaren aan de leden zijn rondgedeeld en behoorende tot eene bij het voorloopig verslag van hoofdstuk lil der straatsbegrooting voor 1858 gevoegde nota van den zelfden heer betreffende de afleidingen van het water uit de rivier de Maas. Aan de vergadering is medegedeeld dat door de afdeelingen onderzocht werden de wetsontwerpen betrekkelijk de zamen stelling der regterlijke magt en het beleid der justitie, en tot regeling van het gebruik van het koloniaal batig slot over 1855. Zijnde voor het eerste wetsontwerp benoemd tot rapporteurs de heeren Sander, Wintgens, Mackay, de Brauw en Gevers Deynoot, en voor het tweede, de heeren Bosscha, Delprat. van Hoëvell, Stoite en van Eek. Overeenkomstig het vroeger genomen besluit, heeft de kamer heden, op de daartoe gedane voordragt van de commissie der huishoudelijke aangelegenheden, benoemd1. tot commies ter griffie in plaats vau 2Briedé, aan wien eervol ontslag werd verleend, P.H. van Alphen jr., tot hiertoe eerste klerk; 2. tot eerste klerk W. van Erkelens, sedert jaren ter griffie werkzaam. De heer Nolthenius heeft bij die gelegenheid de opmerking gemaakt dat sedert eenigen tijd verscheidene malen in de dag bladen is opgenomen hetgeen in de sectien is voorgevallen, zelfs v(56r de verslagen der afdeelingen in druk waren versche nen. Als voorbeeld wijst hij aan de financiële wetten, waarom trent reeds in de vorige week door de dagbladen is medegedeeld, wat in de sectien is besproken, hoezeer het voorloopig verslag niet alleen nog niet gedrukt, maar zelfs nog niet eens geresu meerd was. Er ziju, meent spreker slechts twee wijzen mogelijk, waardoor de courantiers tot de nooaige inlichtingen zijn gekomende eerste behoort tot de mogelijkheden, maar spreker rangschikt die niet onder de waarschijnlijkheden. Hij kan niet aannemen, dat een lid der kamer, om zich aangenaam te maken bij schrijvers van couranten, eene soort van spion zou willen zijn, om mede te deelen hetgeen in vertrouwelijke gesprekken bij de afdeelingen voorvalt, en daaraan eene ontydige publici teit te geven. Spreker moet dus veronderstellen, dat er gebruik wordt gemaakt van geschreven stukken op de griffie, of die op eene andere plaats aanwezig zijn, ten einde daaruit excerpten te doen opmaken, door een voorstander vau ontijdige open baarheid. Spreker is eeu voorstander van openbaarheid, maar alleen van loyale openbaarheid en welke het daglicht kan zien. Maar hij keurt af die openbaarheid, welke een gevolg is van sluipwegen en knoeijerijen, welke tot oneer strekt van hem, die er de hand aan leent, en tot schande van hem, die er gebruik van maakt. De heer Wintgens verklaart ten stelligste, dat hij de ambte naren der griffie niet in staat acht zich schuldig te maken aan eenige indiscretie. De heer van Bosse meent te moeten wijzen op soortgelijke publiciteit, ais waarvan gesproken is, omtrent hetgeen in de afdeelingen is verhandeld nopens de spoorwegen. Of dit berigt getrouw en overeenkomstig de waarheid is, laat hij daar, maar zoo veel is zeker, dat het in de dagbladen verschenen is voordat de commissie van rapporteurs bijeen was, om het verslag te resumeren. Hier bestond dus geen mogelijkheid voor de amb tenaren der griffie eenige mededeeling te doen, daar zij niet tegenwoordig zijn bij het onderzoek in de afdeelingen, en daar geen enkel geschreven stuk in hunne handen kon zijn. De heer Nolthenius heeft alleen het feit geconstateerd en de aandacht der huishoudelijke commissie daarop gevestigd, zonder zelf iemand te verdenken. In deze zitting zijn achtereenvolgens met algemeene (40) stemmen aangenomen de navolgende wetsontwerpen: dat tot vaststelling der begrooting wegens den arbeid der gevangenen over 1858, en tot aanwijzing der middelen om in die uitgaven te voorzien, waaromtrent eenige inlichtingen door den minister van justitie werden gegeven, naar aanleiding van de deswege in. het eindverslag gemaakte opmerkingen; dat tot regeling der ontvangsten en uitgaven van het pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren over JS58, nadat door den minister van financiën onder-artikel 1 van art. 1 van het wetsontwerp, luidende //Traktementen van den secretaris, de ambtenaren en den adsistentbode bij den raad van bestuur f 7,400, aldus was ver anderd n Traktementen van den secretaris en de ambtenaren bij den raad van bestuur f7,200. Zijnde alzoo het eindcijfer dier begrooting, aanvankelijk op f 330,000 gesteld, tot f 329,800 terug gebragt. De commissie voor de verzoekschriften heeft op eenige in hare handen gestelde adressen verslagen uitgebragt, met welker conclusien de vergadering zich achtereenvolgens vereenigde. Den 17 october is het voorloopi gverslag vastgesteld vau de commissie van rapporteurs over het achtste hoofdstuk der staats- begrooting, houdende kosten van het departement van marine. Bij de beoordeeiing van het hooge cijfer vau dit hoofdstuk heeft men gewezen op eene vergelijking van het aautal bodems 't welk in 1854 het zij in dienst het zij in conservatie of in aan bouw was, en hetwelk destijds in alles 145 vaartuigen bedroeg, en op het aantal hetwelk in 1857 voorhanden was, en 134 vaar tuigen beliep, en heeft men daaruit willen afleiden dat men met de uitbreiding der scheepsmagt nog niet ver gevorderd was. Men heeft ook opgemerkt dat de voorraad van eikenhout wel is

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1857 | | pagina 2