Antwerpen 1 junij. Gisteren heeft de procureur des konings alhier zich naar de bureaux van het dagblad L'avenir begeven, ten einde te weten te komen wie de schrijver uit Brussel is van de aan L'avenir gerigte correspondentie betreffende de aldaar plaats gehad hebbende onlusten. Noch den hoofdredacteur, welke dien dag zich naar het land had begeven, noch eenigen der medearbeiders op dat oogenblik in de bureaux, vindende, verliet de procureur deze, na bevorens de uitgangen gesloten en de sleutels medegenomen te hebben. Eenige uren later kwam hij echter terug, vergezeld van een regter van instructie, van eeu griffier, een commissaris van policie en een der mede arbeiders, wien hij nadat deze opgespoord was, het doel zijner komst te kennen gaf. Onder reserve opende deze zijn bijzonde- ren lessenaar en toonde hem alles wat zich daarin bevond. Op de verklaring des procureurs dat hij ook de andere laden wenschte geopend te zien, gaf hij ten antwoord, dat hij de sleu tels daarvan niet had. Hierna liet de procureur door een sloten maker de laden opensteken en doorzocht de papieren. De hoofdredacteur van het dagblad heeft daarop bij zijne terugkomst aan den procureur des kouings een brief geschreven, waarin hij tegen deze zijne handelwijze protesteert. In dien brief verklaart hij dat hij in die zaak niets anders is dan een ge tuige, en dat overigens de wet aan een uitgever het regt toekent, om de verantwoordelijkheid van een door hem openbaargemaakt geschrift op zich te nemen, zoodat de procureur eene daad heeft begaan, wier wettigheid hij twijfelachtig noemt, en die in allen gevalle niet noodig was, daar de procureur eenmaal de sleutels medegenomen hebbende, verdere maatregelen kon nemen, dat niets uit de bureaux gehaald werd, en aldus zijne terugkomst kon afwachten. Wat. nu den brief betreft, waaromtrent de huiszoeking plaats iiad, daarin wordt gezegd, u dat toen te Brussel een vijftigtal straatjongens en andere jonge lieden op straat Le zouave" zon gen, de kommanderende officier van een detachement karabi- niers, hen willende doen uiteengaan, eene charge beval. Die charge werd, nadat bevorens nog eens geroepen werd bajonet op het geweer! met dat gevolg ten uitvoer gebragl, dat eeu meisje van 18 a 20 jaren een bajonetsteek in de hand ontving. Ik wil u, zoo sluit de brief, de commentarien vol onbeschoftheid niet mededeelen, waarmede de soldalen de uitvoering van de bevelen hunner chefs deden vergezeld gaan." L'avenir houdt overigens de bewering van het in den brief medegedeelde ten stelligste staande. Fraukrijli< Parijs 3L mei. Nu de zitting van liet wetgevend ligchaam is gesloten, zullen de op handen zijnde verkiezingen meer de aan dacht gaan bezighouden, te meer daar de oppositie op ver scheidene plaatsen zal trachten hare kandidaten te doen zegevieren; vooral in deze hoofdstad schijnt de verkiezingsstrijd zeer hevig te zullen wezen, en onder de kandidaten der oppositie bevinden zich de generaal Cavaignac en de heeren Garnier Pages, Carnot, Goudchaux, Marie en Bethmont. - De minister van binnenlaudsche zaken heeft aan al de prefecten eene circulaire toegezonden, naar aanleiding van de aanstaande verkiezingen. Daarin wordt onder anderen gezegd, dat bij de vrijheid, die aan de kiezers is gelaten, om hunne ge voelens ten gunste of nadeele van deze of gene kandidatuur aan den dag te leggen, de regering zelve geenszins het stilzwijgen dienaangaande kan in acht nemen. Zij zal derhalve de kan didaten aanwijzen, die het vertrouwen der regering verdienen, en volgens haar gevoelen obk die van het volk waardig zijn. Nopens de talrijkheid der bevolking van het chinesche rijk wist men niets met zekerheid sedert het jaar 1815, doch thans heeft, men bij den aanval op Canton door het eskader van den admiraal Seymour en bij de beinagtiging van het paleis van den onderkoning onder anderen in handen gekregen een in de chinesche taal ter keizerlijke drukkerij te Peking gedrukte staat van de bevolking van China, volgens dein 1852 gedane telling. Daaruit blijkt dat.de bevolking van China, welke 371,000,000 zielen inlS 15 bedroeg in 1852 het cijfer van 396,000,000 zielen had bereikt. ircttjömgen. Volgens brief van den gezagvoerder J. Johansen, voerende het fregatschip Phoenix, gedateerd Colombo 27 april 1857, was gemeld schip alstoen geheel beladen en zeilklaarde equi page was welvarende. Éjanöelsbmgtm. Graanmarkten. Amsterdam 2 junij. Tarwe en gerst onveranderd. Ilaapolie op zes weken 51J. Lijnolie op zes weken 46. JCoolzaad (dadelijk) 83 p. vl.. Prijzen van effecten. Amsterdam 3 junij. Nederland. Werkelijke schuld dito dito dito dito Aand. Handelmaatschappij Obl. Maatschappij van weldadigheid üblig. 1798/1816 dito 1828/1829 dito Hope co dito Stieglitz dito dito dito dito Certific Spoorweg übiig Binneulandsch Counons bewijzen Crediet instelling (gefourneerd) Oblig Oblig Amsterdamsche Nationale 1847/1852 Bank actiën bij Rothschild Obligation nieuwe Rusland. Spanje. Grenada. Oostenrijk. 2fc pet, 3 u 4 H u 4 5 n 5 4 0 4 5 v 5 f 6 H li V 3 u Belgie. Portugal, 3i 5 5 5 n 3 21- 3 4i 3 7 63 i 7 5fi 96ff 150 87 86 i 9 7h 98 65 i 7Gi 25i 38 111 76 i 8Si 77i 453 44 i Venezuela. 4J 0 35| Mexico 3 21 Illinois. a 7 u 95-j Beurs van Londen, 2 jumij ten 12 ure. Consols 94f Beurs van Weenen, 2 junij. (slotprijzen.) Metaliek 5 pet. 83. Beurs van Parijs, 2 junij. (slotprijzen.) 4J pet. compt. 3 pet. 69,50. 2httjqcmï»ftt stukken. lets over tie zameiistelling- van den bodem van het gehucht de liauter, in Oostelijk Zeeuwscli'Vlaa nder en. Hoe men vroeger ook in het onzekere moge verkeerd hebben of er in Nederland tertiaire gronden werden gevonden, sedert eenige jaren bestond hieromtrent geen twijfel meer en zijn daar van de bewijzen zoo wel in de provincie Gelderland als elders voorhanden. Of men aan het beslaan van deze gronden in Zeeland tot hiertoe gedacht heeft, is mij onbekend. Wel mag men hier en daar versteende voorwerpen verspreid hebben aangetroffen, doch nergens, zoo ver mij bekend is. iu zulk eene massa en als het ware in hunne natuurlijke lagen als dit van andere streken onzes vaderlands wordt medegedeeld. De volgende mededeelingen zijn daarom waarschijnlijk niet van alle belang ontbloot, en kunnen mogelijk ook eenigermate bijdragen tot het opsporen en verklaren van deu alouden toe stand onzer zeeuwsche gronden. Zij betreffen den bodem van het gehucht de Kauter, het llulsterloo van vroegere tijden. Aan de zuid-oostelijke grensscheiding tusschen Zeeland en Oost.-Vlaandoren, ruim eeu uur ten oosten van Hulst, wordt het gehucht de Kauter, tot de gemeente Clinge 1) behoorende, op eenen heuvel gebouwd, aangetroffen. Deze heuvel beslaat on geveer eene oppervlakte van 30 a 40 bunders en behoort voor een gedeelte tot belgisch grondgebied. Opofaan de grensschei ding tusschen beide rijken worden de overblijfselen of liever de grondslag van het voormalige fort Verboom gevonden, welks aanleg en latere demping voorzeker eene dooreenwerking en omkeering der verschillende grondslagen, doch dan ook alleen op die plaatsen, hebben ten gevolge gehad. De heuvel zelve bestaat uit meerdere verhevenheden en tus schen beide liggende dalen of Taagien en strekt zich volgens ge tuigenis van geloofwaardige personen uit, tot onder de boven of aangeslibte gronden van de aangrenzende Saftiugerpolaer. Ook schijnt het mij toe het dorp Kieldrecht aan deszelfs afhel ling is aangelegd. De grootste hoogten zullen omtrent een paar ellen boven de omriugeude polderdijken verheven zijn, en schijnt de Kauter alzoo ten allen tijde een geschikt vereenigingspunt te zijn ge weest tot aansluiting van verschillende polders, als: den Ko nings Kieldrecht in 1653, den ouden Aremberg in 1688, Groot Kieldrecht in 1750, Nieuw Aremberg in 1783, Nieuw Kiel drecht iu 17S4 en Saftingerpolder in 1805. Deze laatste sluit als het ware de Kauter aan de noordelijke zijde geheel in, en was het ook aan doze zijde dat voor de bedijking van dezen pol der, de ansjovis-en andere visschers hunne vaartuigjes met hoog water op het zand van de Kauter, als zonder haven zijn de, zettcden en vast legden. Wanneer men de bovengronden eenigzins van nabij be schouwt, valt ons al dadelijk hare bijzonder roode kleur in het oog. Dit roode zand is zeer verstuifbaar en vermengd met scherpe korreltjes. Op andereplaatsen is het zand minder scherp en meer geel van kleur. Onder deze zandlaag trof ik, naauwc- lijks 2 palmen diep, eene laag ter dikte van ongeveer 14 palm kalksteen, als ik deze ten minste zoo noemen mag. De stukken waren wit van kleur en vermengd of liever geheel te zamenge- steld van, als het ware aaneengesmolten, zeer kleine versteende schelp en koraaldicren (lithophyten.) Onder deze laag vindt men omtrent 3 a 4 palmen dik eene rood bruine aarde niet eenigzins grootere korrels vermengd dau die der bovengronden, welk zand of aarde in grootere of kleinere stukken te zaamgepakt is, doch die vrij gemakkelijk los laten en tot een grof zand te wrijven zijn. Alsdan komt eene laag van zandsteen met grootere versteen de schelpdieren (conchylien) te voorschijn, waaronder sommige los, anderen in den steen vasztittende, min of meer geschonden, doch genoegzaam herkenbare kam-doulbetten en andereu, voor komen. Onder deze laag vond ik dooreen gemengd eene menigte grootere of kleinere stukken van dofbruine en ook glinsterend bruine rotsbrokken, leijen, mergelsteen, vuursteeu enz. De beperkte tijd tot onderzoek liet mij niet toe opzettelijke opdelvingen in het werk te stellen en werden opgenoemde voorwerpen in hunne lagen door mij opgemerkt en verzameld van den steilen zijkant van een afgedolven voet pad, en is dit ook waarschijnlijk de reden waarom de verschillende laatstgenoemde steensoorten als het ware los in en door elkauder in een en de zelfde laag, werden aangetroffen. Gebrek aan genoegzame geologische kennis, is oorzaak dat deze mededeelingen onvolledig moeten blijven, tot zoo laug ik eenig nader berigt dienaangaande zal ontvangen hebben, van dr. W. C. H. Staring, te Leyden, aan wien proeven van grond soorten en versteeuingen zullen worden toegezonden Ik vermeet mij daarom thans niet, de juistheid van de door mij gebezigde benamingen der voorwerpen, noch ook mijne vooronderstelling als zouden hier tertiaire gronden gevonden of aanwezig zijn, eenigermate te verdedigen; alleen beschouwe men het boven staande als eene bloote mededeeling, uit lust tot onderzoek voortspruitende en diene het als opwekking en aansporing te vens tot nader onderzoek van meer bevoegden. Hoek, 22-raei 1857. A. WALRAVEN. 1) De naam Clinge herinnert nan het woord heuvel, duinheu vel, en is het meer dan waarschijnlijk, dat deze buurt of ge meente, aan de zand of duinheuvels waarbij en waarop zij gelegen is, haren naam verschuldigd is. fRtóöclm ucm ummrr. STOOffBOOTUIKlSTEI. Tusschen Middelburg en Elotteïdam. Uren van vertrek in junij. Van Middelburg Van Rotterdam Donderdag 4 morg 9.30 Donderdag 4 's morg 6 ure. Vrijdag 5 0 10 ure. Vrijdag 5 0 7 Zaturdag 6 0 11 Zaturdag 6 r 8,39 Zondag 7 V 11,30 Zondag 7 0 8,30 Maandag 8 0 11,30 Maandag 8 0 9 Dingsdag 9 n 5,30 Dingsdag 9 n 10,30 Woensdag 10 0 5.30 Woensdag 10 u 10,30 Donderdag 11 U 5,30 Donderdag 11 n 10,30 Vrijdag 12 u 5,30 Vrijdag 12 0 10.30 Zaturdag 13 u 5,30 Zaturdag 13 's raidd. 12 Zondag 14 5,30 Zondag 14 0 12 Maandag 15 u 5,30 Maandag 15 12 Dingsdag 16 0 6 Dingsdag 16 0 12 Woensdag 17 0 7 Woensdag 17 12 Van Vlissingen op Rotterdam. Vastgestelde uren van vertrek. Van Vlissingen Van Rotterdam des MaandagsWoensdags des DingsdagsDonderdags en Vrijdags t en Zaturdags, s morgens 8 ure, na aankomst 's morg. 8^ ure, na aankomst der stoomboot van Breskens. I van deu lsten trein uit'sHage. Heden beviel voorspoedig vau eene Dochter Vrouwe A. P. BODDAERT, geboren VAN HEECKEREN VAN BRANDSENBURG. Oostkapelle, 2 Junij 1857. Op heden overleed alhier, in den ouderdom van 51 jaren, na een langdurig en smartvol lyden, onze beminde Vader, de Heer MATTHIJS PAULUS POLLEN, diep betreurd door ons en verdere betrekkingen. Rotterdam, P. J. H. POLLEN, den 28 Mei 1857. uit aller naam. Dienende deze tot algemeene en bijzondere kennisgeving zoo binnen als buiten deze Stad. De Commissie van Onderwijs in Zeeland maakt bekend, dat zij hare Zomer-yergadering zal houden op Woer

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1857 | | pagina 3