ÊSutteitlaititerljr tijdingen.
van Stelle, z. S. A. de Hond geb. Glerum, d. T. v. d. Bliek geb.
Willemsen, z. (levenl.)
Overleden: K. Hengstmengel,jd. 18j.
Zierikzee, van 23 tot 30 mei.
Bevallen: B. Verdoorn geb. Geradts, z. P. van den Bout
geb. van der Maas, z. P. Jobsegeb. de Vos. z. C. L. Joppe geb.
van de ICreke, d. P. Logmans geb. van der Geer, z.
Overleden: J. S. Bogers, vrouw van L. Jo!i, 72 j. P.Rom-
bouts, man van P. Sirre, 57 j. S. J.C.P. baronn. van Dopff,
ongeh. vr. 55 j. C. Kloet., jm. 35 j. H. Theewis. jm. 25 j., (overl.
teSt. Thomas, 8 jar.. 1856), A. Hillebrand,d.8 m. M. Welling,
wed. van J. Compiet, 53 j.
Staten-generaal.
Tweede kamer. Zitting van 28 mei.
In deze zitting is ingekomen een wetsontwerp tot vaststelling
der raming van ontvangsten eu uitgaven, wegens verstrekkin
gen door het departement van marine voor 1857.
De vergadering heeft heden de beraadslagingen over het
wetsontwerp regelende de jagt, en visscherij voortgezet.
Op art. 46, waarvan de behandeling gisteren was afgebroken,
had de heer van Reede van Oudtshoom eenige wijzigingen
voorgesteld, waarmede de kamer zich zonder hoofdelijke stem
ming rereenigde. Na eene korte woordenwisseling tusschen
den voorsteller der amendementen en deu minister van justitie
is dit artikel, ook na de veranderingen daarin door de regering
gebragt, aldus vastgesteld
"Zijn ten behoeve van 's rijks schatkist verbeurda. het
jagttuig, waarvan het gebruik, volgens de wet, of de verorde-
ningenbedoeld in artt. 9 eulO, niet geoorloofd is.de verborgene
en andere wapenen en voorwerpen, in de slotbepaling van art.
15 en art. 42 e opgenoemd, daaronder begrepen; b. het, geoor
loofd jagt- en vischtuig, in het bezit van iemand, jagende of vis-
scheude, of in strijd met art. 20 met geladen schietgeweer zich
in het veld bevindende, in gesloten jagt- of vischtijd. zonder de
vereischte jagt of vischacte, of kostelooze vergunning, het con
sent of de buitengewone magtiging van artt. 6,16 of 27 te heb
ben verkregen; wordende het schietgeweer, waarvan de over
gave tot onderzoek wordt geweigerd, voor geladen geltonden;
c. het wild, de visch, de konijnen of andere schadelijk gedierte
er. eijeren, onwettig gevangen of geraapt,, verkocht, doch nog
niet geleverd, te koop gesteld, uitgevent of vervoerd.
De beambten, in art. 37 bedoeld, zullen die voorwerpen in
beslag nemen of de geldswaarde daarvan bepalen, waarvan als
dan in het relaas of proces-verbaal melding wordt gemaakt. De
regter, daartoe termen vindende, kan deze geldswaarde veran
deren.
Tirassen, langenetten, damnetten en wild- of konijnenstrik-
ken worden nier gewaardeerd, maar altijd in beslag genomen.
De door de bevoegde beambten iu beslag genomen jagt-en
vischtuigen en andere voorwerpen worden binnen vier dagen na
dc bekeuring door die beambten gewaarmerkt, en ter griffie van
het kantongeregt, onder welks regtsgebied de bekeuring plaats
had, overgebragf, het zij door beambten zelven, het zij door tus-
schenkomst. van den burgemeester hunner woonplaats.
Zoo geene inbeslagneming of waardering in gevolge het, 2de
lid des artikels van de hiervoren vermelde voorwerpen heeft
kunnen plaats hebben, of de bedoelde beambten zulks mogten
hebben verzuimd, wordt de waarde dier voorwerpen bij de ver
oordeeling door den regler bepaald.
De veroordeelde wordt tot betaling der, in gevolge het, 2de
lid, of in het geval van het laatst voorgaande lid, bepaalde gelds
waarde, bij gebreke eener latere uitlevering der voorwerpen,
verwezen.
De in strijd met litt. a, l en c van dit artikel in beslag geno
men voorwerpen worden, op bevel des regters.of, zoo de zaak
niet wordt voortgezet, op bevel van den officier van justitie aan
deu vroegereu houder teruggegeven.
Onder jagttuig zijn in dit artikel de valken, havikken en
honden niet begrepen."
De artt. 47, 48. 49 en 50 werden zonder beraadslaging en
zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Art. 51, betrekking hebbende op het toekennen van premien
aan de betrokken beambten voor elke bekeuring, welke de in
beslagneming of latere uitlevering heeft ten gevolge gehad van
jagt- en vischtuig enz., werd met 34 tegen 15 stemmen aange
nomen, nadat daarover door den heer van Eek en den minister
van justitie het woord was gevoerd.
Art. 52, inhoudende bepalingen op welke voor bedreven jagt-
of visscherij overtredingen schikking kan toegelaten worden,
ten einde door vrijwillige betaling eener te bepalen som de
gevolgen der bekeuring te voorkomen, gaf aanleiding tot breed
voerige overwegingen.
Nadat de minister van justitie de onderscheidene sprekers
beantwpord-kad, werd een amendement, voorgesteld door den
heer TRorbpcke, met 26 tegen 23 stemmen verworpen, en het
artikel vanTiétwetsontwerp zonder hoofdelijke stemming goed-
Jdlafqp. stelde' dfe heer Godefroi een nieuw artikel voor, te
voegen-achter hgt vorige, aldus luidende:
«XJiiyermindcrd dé bepaling van het. voorgaand artikel is,
waajfliet geJcTt, de dafar bedoelde overtredingen, art. 254 van het
wetbdek van lsl'rafvordering toepasselijk, met, dien verstande,
dat dc bekeurde de regtsvervolgingkan voorkomen door vrij
wil lig-ii!5t. maximum der geldboete te betaleu, met de kosten en
f,Ie aan verbeurdverklaring onderworpen voorwerpen af te geven
of de waard^daarvan te voldoen;" dat met algemeene (49)
stemmen aangenomen werd.
De ^14. -53 tot en met 57 werden achtereenvolgens zonder
hoofdéfijké stemming goedgekeurd.
Men nieuw artikel voor het slotartikel van het ontwerp door
heer Sender voorgedragen en luidende:
S^j/DbJiépaling van art. 1 der wet van den 29 junij 1854 (Staats
blad'jTo. 103) is van toepassing op de overtredingen van deze
wet. cn van de in artt. 9, 10 en 11 bedoelde verordeningen,"
werd zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De vergadering keerde daarop terug tot art. 40, waarvan de
behandeling was uitgesteld, en vereenigde zich daarmede, even
als met, art. 52 en den consideraus.zonder hoofdelijke stemming.
Het wetsontwerp regelende de jagt en visscherij werd daarop,
met 38 tegen 12 stemmen aangenomen.
Tegen hebben gestemd de heeren van Nispen van Sevenaer,
Strens, van der Linden, Hoynck van Papendrecht, Taets van
Amerongen, van Hoëveli, van Eek, Thorbecke, Auemaet, Wes-
terhoff, Dullert en Storm van 's Gravesande.
De kamer heeft daarop hare zittingen verdaagd tot den 16
jnnij aanst., maar daarenboven den voorzitter gemagtigd om,
bijaldien op dat tijdstip onverhoopt geene genoegzame werk
zaamheden voorhanden mogten wezen, het einde van het reces
eenige dagen later te bepalen. Het daartoe strekkende voorstel
van den voorzitter werd met, 37 tegen 12 stemmen aangenomen.
Zij die zich daartegen verklaarden, verlangden deu 16 junij be
paaldelijk aangewezen als den dag waarop de kamer hare werk
zaamheden zou hervatten.
Engeland.
Londen 31 mei. De grootvorst Konstantijn is gisteren avond
te Osborne aangekomen, waar bij ontvangen werd door prins
Albert en den prins van Wallishij vertrekt morgen weder.
Dezer dagen heeft het lrnis der lords beraadslaagd overeen
van regeringswege ingediend ontwerp, betreffende de echt
scheidingen. Daarbij wordt de regtspleging in zake van echt
scheiding vereenvoudigd en van de kerkelijke regtbank overge-
bragt bij eene vaste commissie van het huis der lords, bestaande
uit den lord-kanselier, een der opperregters en een geestelijken
regter. Voor deze commissie zuilen de zaken, even als gewone
regtszaken, mondeling behandeld worden. Gelijk vroeger, zal
alleen overspel grond tot echtscheiding kunnen opleveren,
maar de regten der vrouw zijn ten deze gelijkgesteld met die
van den man. De eiscb tot boete of schadevergoeding, te
betalen bij bewezen overspel, zal eerst kunnen toegestaan wor
den na echtscheiding eu niet, zoo als thans, deze voorafgaan.
Het ontwerp is door verscheidene sprekers, vooral bisschoppen,
bestreden, maar met 47 tegen 18 stemmen is tot de tweede
lezing besloten.
Het ontwerp wordt veel in de dagbladen besproken. The
times, daarover redenerende, wijst de tegenstrijdigheid aan,
die thans nog heerscht, volgens welke een man eene wettige
vrouw in Engeland en eene andere wettig in Schotland huwen
kan, waarvan voorbeelden hebben bestaan. Ook is de verande
ring, volgens welke gescheiden vrouwen weder met anderen
huwen kunnen, hetgeen tot dusverre niet geoorloofd was, een
gewigtige stap.
In de laatste zitting van het huis werd gehandeld over de
vraag, of wettelijk gescheiden echtelieden een nieuw huwelijk
zouden mogen aangaan. De bill bepaalde, dat, zoodra de echt
scheiding haar volle beslag bekomen zou hebben, beide partijen
vrijheid hadden om weder te huwen, even als of het vorige huwe
lijk door den dood ontbonden ware. Hierop werd door den
aartsbisschop van Canterbury een amendement voorgesteld,
waardoor die vrijheid alleen toegekend werd aan de partij, op
wier aanzoek het huwelijk ontbonden zou zijn. De prelaat
wilde, dat de onschuldige of verongelijkte echtgenoot wederom
zon mogen huwen, maar dat de schuldige partij, de overspelige
echtgenoot en echtbreker, die vrijheid zou missen, daar anders
de misdaad beloond of zelfs uitgelokt zou worden.
Dit amendement is met 53 tegen 47 stemmen aangenomen
van de tegenstemmenden waren slechts twee bisschoppen, ter
wijl een aartsbisschop en dertien bisschoppen daarvoor,stemden.
De bisschop van Oxford heeft aangekondigd, dat hij bij
wijze van amendement, voorstellen zou, achter de bovenge
melde bepaling de volgende te voegen//Daar echter de huwe
lijksband naar onze wetten van staat en kerk tot nog toe
onontbindbaar geweest is, zal geen geestelijke van de angli-
caansche kerk, na de invoering dezer wet, aan berisping, boete
of straf hoegenaamd, door eenig kerkelijk of burgerlijk geregts-
hof op te leggen, onderhevig zijn, wanneer hij de kerkelijke
huwelijksinzegening weigert aan eenen persoon of, personen,
die, in echte verbonden en later gescheiden zijnde, een nieuw
huwelijk wenschen aan te gaan bij het leven van den anderen
echtgenoot, van wien zij krachtens de voorschriften dezer wet
gescheiden zijn."
Deze bepaling zou, naar het schijnt, aan eiken geestelijke
gelegenheid geven om aan den buiten zijne schuld gescheiden
echtgenoot de hem door de wet gegeven vrijheid tot een nieuw
huwelijk te betwisten. Doch dit amendement is buiten aan
merking gebleven.
Den 25 dezer heeft het hoogerhuis de bijzondere bepalingen
dezer voordragt overwogen en ze met enkele wijzigingen goed
gekeurd.
Duitscliland.
Weenen 31 mei. Het kabinet heeft zijn gezant te Kopenhagen
eene dépêche gezonden, ter mededeeling aan het deensch kabi
net bestemd, en waarin het zijne opregte tevredenheid betuigt
over de mededeeling, dat den stenden van het. hertogdom Hol-
stein een herzien ontwerp der constitutie Ier overweging zal
worden aangeboden-
Om echter alle misverstand voor te komen, merkt graaf v.
Buol daariu op, dat het noodig is, dat. het den stenden van Hol-
stein en Lauenburg blijve vrijstaan, hunne beraadslagingen uit
te strekken tot depositie en vertegenwoordiging dier hertog
dommen in de algemeene constitutie, hetgeen men dan ook niet
twijfelde of in het plan der regering lag. Hoewel in de deensche
depêche niet van Lauenburg gesproken wordt, meende men
toch zich te kunnen verzekerd houden, dat de regering niet
voornemens was den stenden van Lauenburg mindere regten
toe te kennen dan dien van Holstein.
Belgle.
Brussel 31 mei. Het blijkt thans dat de ongeregeldheden te
Antwerpen, naar aanleiding van het besluit der kamer no
pens de twee hoofdartikelen van de wet op de liefdadigheid,
zelfs van ernstiger aard geweest zijn dan alhier, 's Avonds
van den 29 inei begaf zich eene menigte van 1000 a 1500 per
sonen naar het huis van den burgemeester Loos, die tevens af
gevaardigde is en tot dc linkerzijde behoort. Daar aangekomen
hief de menigte luide bijvalskreten aan. "Vervolgens begaf zij
zich onder het zingen der Brabanponne naar de bureaux vau het
Journal d'Anvers, waar zij gefluit en gesis deed hooren en de
glazen inwierp, om daarna onder het geroep van: /'Levede
koningweg met de kloostersleve de minderheidweg met de
jezuitenvoor de woningen van de twee afgevaardigden Della-
faille en den baron Osy, die beide tot de regterzijde behooren,
de zelfde blijken van afkeuring te doen hooren ais voor de bu
reaux van het Journal d'Anvers, terwijl de uit jouwingen zich ook
deden hooren voor het hotel des gouverneurs. De menigte, die
inmiddels tot 4 a 5000 personen aangegroeid was, en voor een
groot gedeelte tot den burgerstand behoorde, pleegde de groot
ste ongeregeldheden voor twee kloosters, waar, onder boven
genoemde kreten, de glazen ingeworpen werden en eenige
andere schade aangerigt werd. Vooral het klooster in de Ruo
de l'Empereur was het mikpunt, want er moet bijna geen glas
ruit zijn die niet ingeworpen is, terwijl bovendien een persoon,
die volgens sommigen, op het naderen der menigte voor het
klooster der capncijner monniken, de onvoorzigtigheid heeft ge
had haar uit te tarten door den kreet van Leve dc jezuiten
door haar op eeue ergelijke wijze mishandeld en Ier aarde ge
worpen is. De burgemeester heeft herhaaldelijk pogingen aan-
geweud om de menigte bedaard uiteen te doen gaan, doch tc
vergeefs. Omstreeks middernacht gingzij echter successivelijk
uiteen en de weinige groepen, die alstoen dat voorbeeld niet
volgden, maar zich op nieuw naar de Plaee-Verte wilden bege
ven, werden door de policie uiteen gedreven, die evenwel ge
durende de ongeregeldheden een lijdzaam toeschouwer geble
ven was. Den volgenden morgen heeft de burgemeest er eene
proclamatie doen aanplakken, waarin alle zamenseholingen van
meer dan vijf personen verboden zijn. Ook te Luik, te Gent en
te Bergen hebben talrijke menigten de straten doorkruist en de
zelfde kreten als te Antwerpen doen hooren.
In beide eerstgemelde steden werden eenige glazen van het
bisschoppelijk paleis ingeworpen; terwijl te Gent zich talrijke
groepen naar het spoorweg station begaven, om de terugkomst,
der afgevaardigden, die tot de regterzijde behooren, en vooral
den president., den heer Delehaye, met uitjouwingen te begroe
ten. Deze kwam echter even min langs die route als de overige
afgevaardigden. Door eene telegrafische depêche gewaarschuwd
hebben zij een anderen weg gekozen.
Gedurende den dag van den 30 mei hebben nog wel zamen
seholingen te Brussel plaats gehad,ten gevolge waarvan de bur
gemeester op nieuw het verbod tot zamenseholingen van meer
dan vijf personen, dat op verschillende plaatsen daags te
voren was afgescheurd, heeft doen aanplakken, 's Nachts was
er echter alles tot rust teruggekeerd. Te Antwerpen en in de
andere steden was alles reeds den volgenden morgen rustig.
De gemeenteraad der hoofdstad heeft, op voorstel van een
zijner leden, met eenparige stemmen besloten om eene commis
sie uit zijn midden te benoemen, belast met, het opstellen van
een adres aan den koning, waarin Z. M. verzocht wordt om, ge
bruik makende van zijn constitutiqnneel regt, de oorzaak der
rustverstoring, ontstaan naar aanleiding van het ontwerp op de
liefdadigheid weg te nemen, en tevens om eene deputatie te be
noemen, die den koning dit adres zal ter hand stellen.
Een gewigtige maatregel kan overigens nopens het bedoelde
wetsontwerp medegedeeld worden. De minister van binnen-
landsche zaken heeft nainelyk in de kamer van afgevaardigden
een besluit des konings voorgelezen, waarbij de beide kamers
voor een onbepaalden tijd verdaagd zijn. Deze maatregel wordt
algemeen als de voorbode beschouwd van de intrekking van
het bedoelde ontwerp, dat van zoo veel kanten misnoegen heeft
uitgelokt,
De rust is thans overal hersteld. Van dc 70 personen, dia
alhier zijn gearresteerd, zijn 38 bereids op vrije voeten gestel^