heeren Blanpot ten Cate, Bieruma Oosting, Storm van's Gra- vesande, van Reede van Oudtslioorn en Hoekwater. Aan de kamer is medegedeeld dat de afdeeiiugen hebben be noemd tot hare rapporteurs voor het wetsontwerp tot daarstel- ling van bepalingen ter bevordering van het veilig verkeer langs de ijzeren spoorwegen, de heeren Bots, Delprat, Gevers Dey- noot, Thorbecke en de Kempenaer. De commissie van rapporteurs voor de op art. 25 van het wetsontwerp betrekkelijk den accijns op de binnenlandsche bieren en azijnen door den heer van der Linden voorgestelde wijziging, houdende verklaring dat met I januarij 1858 de ac cijns op de azijnen zal afgeschaft worden, heeft daaromtrent haar verslag uitgebragt Yolgens het op maandag 11. genomen besluit der kamer, was heden aan de orde gesteld de behandeling van het wetsontwerp tot intrekking van art. 4 der wet van den 31 december 1856, houdende voorloopige vaststelling van hoofdstuk V der staats- begrooting voor 1857. Alvorens de overwegingen over die voor- dragt geopend werden, deed de heer Thorbecke het volgende voorstel: om de discussie uitsluitend te doen loopen over den vorm van het ontwerp, enten slotte de vraag te stellen: ver langt de vergadering de indiening der begrooting zelve Over die motie voerden, behalve de voorsteller, de heeren van Rappard, de Kempenaer, van Nispen van Sevenaer, Mackay, van Zuijlen van Nyevelt en de minister van binnenlandsche za ken het woord, waarna zij. in stemming gebragt, met 41 tegen 13 stemmen aangenomen werd. Tegen hebben gestemd de heeren Kien, Storm van 's Grave- sande, Stolle, Taets van Amerongen, Baud, de Brauw, Heems kerk, de Kempenaer, Bossch, van Rappard, van Eranck, Gocle- froi en de voorzitter. Ten gevolge van die beslissing is de beraadslaging gevoerd over den vorm van het wetsontwerp. Na eenige discussien is de vraag, gesteld door den heer Thorbecke, of de kamer de in diening der begrooting zelve verlangt, met 30 tegen 24 stemmen in toestemmenden zin beslist. Tegen hebben gestemd de heeren van der Poel, Storm van 's Gravesande, Stolte, Wybenga, Hoekwater, Taets van Ame- Tongen, van Foreest, van Heiden Reinestein, Baud, Dirks, Sander, de Brauw, Heemskerk, de Kempenaer, Wintgens, Bos scha, van Rappard, Blaupot ten Cate, van Eranck, Godefroi, van Deinse, Kien, Nolthenius en de voorzitter. Nadat daarop de beraadslaging over het wetsontwerp zelf geopend was, heeft de minister van binnenlandsche zaken na mens de regering den wensch uitgedrukt drtt de verdere behan deling daarvan aangehouden werd. De kamer heeft toen verder, op voorstel van den heer Thor becke, besloten om heden de overweging over het wetsontwerp tot regeling der jagt en visscherij nietaau te vangen, maar daar mede op vrijdag aanstaande een begin te maken, en morgen af te doen het wetsontwerp betrekkelijk den accijns op de binnen landsche bieren en azijnen, waarvan de behandeling, eenige dagen geleden, geschorst was; terwijl zij zich nog vereenigde met het denkbeeld van den heer Duliert, om daarna te behan delen het wetsvoorstel betrekkelijk acn afkoop van den Sondtol. De commissie van rapporteurs van het wetsontwerp tot wij ziging van hoofdstuk X der staatsbegrooting voor 1856 (aan koop van een gebouw) heeft daaromtrent haar eindverslag uitgebragt. De dag der beraadslagingzal nader bepaald worden. De commissie van rapporteurs, bestaande uit de heeren Hugenholtz, van Akerlaken, van Bosse, Heemskerk en de Kem penaar, heeft den 9 dezer het eindverslag, betreffende den af koop van den Sondtol, vastgesteld. Algemeen heeft men den maatregel goedgekeurd. Ook heeft men gemeend te moeten berusten in het door Nederland te betalen aandeel. Enkele leden zouden de voorkeur hebben gegeven aan termijnen, maar de overgroote meerderheid heeft zich verklaard voor de beta ling in eens. Men heeft aanmerking gemaakt op het opwerpen van de vraag of het verlies, door de schatkist te lijden, niet door deze/óf 'gane^bdlasting moest worden vergoed; liever had men gezien, <Jat\v#a:-.(Jit denkbeeld, ofschoon geheel door de regering verwfqYp^en, niét gewaagd, omdat het te zeer herinnerde aan de 'tijden, 'in wellte men begreep, dat de verschillende tak ken van volkswelvaart tegenstrijdige belangen konden hebben. - füeineeötcraad van ?Ii«I(lelburg. Zitting van den 13 mei. Voorzitter jhr. Paspoort van Grijnskerke. A%rcjrt^4le heeren van Teylingen, van Diggelen en Galand. z^t^^oitifcRvdcr vorige zitting goedgekeurd zijnde, berigt de y Vöorzitter mirawo den lieer van Diggelen schriftelijke mededce- ling ontvangetMS'dat hij verhinderd is dc zitting bij te wonen, tmyïjjk'da^hOjér^vin Teylingen nog door ongesteldheid cn de heer yaland vermoedelijk door gelijke oorzaak afwezig is. ,Wdfdf oetebqft eenc missive van gedeputeerde staten van goedgekeurd is terug gezonden een exemplaar ru^giuiifumtëbegrooting voor 2357, onder opmerking echter dat rijt oollegfc hiermede niet wil geacht worden toe te 6temmen dat de heffing van sommige regten cn loonen geldig is, zoo lang daarop de koninklijke bekrachtiging niet is verworven. Voorts wenschen gedeputeerde staten dat die gelden als plaatselijke belastingen in de gemeente kas gestort en verantwoord worden. De voorzitter wijst op het bezwaar hieraan verbonden, bij voorbeeld voor de loonen door omroepers en kraanwerkers te ontvangen, en die eigenlijk ten bate van die beambten zeiven, geenszins van de gemeente, geïnd worden, doch alleen onder toezigt van het gemeentebestuur staan. De heer Bijleveld verklaart zich in gelijken geest, waarna besloten wordt dit onderwerp om raad en berigt te stellen iu haudeu der commissie van financien, ten einde den raad daarom trent in te lichten en des noodig tevens in te zenden een ontwerp adres aan den koning om vrijstelling van die wijze van invorde ring. Door den lieer van Teylingen verzocht zijnde om gedurende zijne aanhoudende ongesteldheid tijdelyk te worden aangemerkt als geen raadslid zijnde, zoo benoemt de raad den heer Lants- heer om eerstgenoemden heer tot aan zijne herstelling tijdelijk te vervangen als lid der commissie van financiën. Voor kennisgeving worden aangenomen twee missiven van gedeput. staten dezer provincie, houdende a. berigt der goed keuring van het suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag, en b. van de voordrage tot vernietiging van hei dezerzijds geno men besluit dd. 1 apriljl. omgecne restitutie van den hoofdelijken omslag te verleenen voor zooveel twaalfden als maanden buiten dc gemeente zijn doorgebragt door personen, die toch hun hoofd verblijf hier behielden; welk besluit door dat collegie wordt be schouwd te zijn in strijd met art. 245 der gemeentewet en art. 10 der verordening op de invordering van die belasting. Eenc missive van commissarissen over de Wisselbank alhier, houdende voordragt van twee personen ter vervulling der open gevallene betrekking van 3den boekhouder,wordt ter inzage van de leden nedergelegd met de daarover reeds door burgemeester en wethouders gevoerde briefwisseling. Van dc plaatselijke schoolcommissie ingekomen zijnde eene Yoordragt van een dubbeltal voor secretaris-penningmeester, bestaande uitjonkhrn. mrs. A. van Reygcrsberg Vorsluys en L. F. van Panliuys, wordt de benoeming hiervan aangehouden tot de volgende zitting, om alsdan tevens te voorzien in de vaca ture van voorzitter bij die commissie. Gelezen zijnde een ontwerp adres aan den konning, reeds voorloopig door den gemeenteraad van Vere goedgekeurd, om octrooi te bekomen tot tolheffing op den rijweg tusschen beiden gemeenten voor 9 jareu even als gezamenlijk met het bestuur van Vlissingen in der tijd is geschied, hecht de raad zijne goed keuring aan dat ontwerp, met magtiging aan burgemeester en wethouders om zulks in te zenden. Naar aanleiding der gewijzigde verordening op de manege binnen deze gemeente, de commissie vau toezigt bepaald zijnde op drie leden, waarvan een raadslid, te benoemen uit dub beltallen door burgemeester en wethouders voor te dragen, wordt zoodanige voordragt overgelegd, bestaande uit de heeren mr. J. F. Bijleveld van Serooskerke en mr. N. J. C. Snouck Hurgronje, mr. W. Ph. Vis eri G. dc Bruijne, benevens jhr. mr. L. W. A. Schuurbuque Boeijc en mr. L. H. Spreuger. Terwijl de heeren Damme en de Jonge met den voorzitter en secretaris het stembureau vormen, wordt tot die benoeming overgegaanalsmede tot die van leden der commissie voor dc zaken betrekkelijk de schutterij. Achtereenvolgend worden benoemd: tot leden der commis sie van toezigt over de rijschool de heeren Bijleveld van Seroos kerke, metalgeraecne, Vis met 9 en Seliuurbequc Boeijc met 12 siennnen, en voorts om deel uit temaken van dc commissie voor de zaken der schutterij, als leden de heeren Snouck Hur gronje en Vis, cn als plaatsvervangers de heeren Snijder en de Jonge. Aan de orde is de behandeling bij resumtie van onderscheidene aangehoudene onderwerpen, als a. een voorstel van burgemeester en wethouders tot af- en overschrijving van eenige posten op de gemeente begrooting voor 1856 en 1857, dat ter visie heeft gelegen wordt gearres teerd b. de laatste rekening van het amortisatie fonds, hetwelk volgens besluit is opgeheven,groot in ontvang cn uitgaaf 85,56. Is besloten de rekening goed te keuren en de commissie van amortisatie thans te verklaren als ontbonden, onder decharge en dankbetuiging c. het rapport door de commissie ad hoe betrekkelijk het verzoek van den onderwijzer J. Vermeulen, on het voorstel om dien heer aanstelling te verleenen als schoolonderwijzer in de engelsche, fransche en hoogduitsche talen. De heer Verbruggc merkt hierbij aan dat hij uit de gewissel de stukken ontwaard heeft dat men deze zaak reeds cenigen tijd heeft aangehouden, in afwachting van het lot der nieuwe wet op het onderwijs. In dat geval bevreemdt het hem grootelijks dat men juist nu die wet aanhangig is, nog niet eenige dagen wacht. Dc heeren Bijleveld en Vis verklaren dat gevoelen te dcelen, terwijl de heeren Siiflé en Lautsheer het rapport toelichten. De heer Damme wenscht zijne stem te motiveren, tegen de conclusie van het rapport. Hij ziet in het voorstel eene verkor ting der regten van het alhier bestaande Instituut van middel baar onderwijs. Ook de heer Bijleveld noemt zulks maar al te waar, en het strekt geenszins tot verzachting, dat het voor dit oogenblik eigenlijk slechts eene wettige regeling geldt van een feitelijk reeds bestaand misbruik. Na nog eenige discussie wordt, naar aanleiding van liet ge voelen des heeren Verbruggc, met 11 tegen 3 stemmen besloten dit onderwerp voorloopig nog aan te houden. Tegenstemden de leden der commissie, de heeren Sifflé, van Deinse en Lauts heer; d. het rapport der commissie van financiën op een rekwest van deGebrocders Boudewijnse, strekkende om het Armcniaan- sche schnityloc tijdelijk ook aan te wijzen als uitvoerpost voor ftan plaatselijke belasting onderworpene artikelen. Overeen komstig de conclusie van het rapport wordt besloten, met mag tiging op burgemeester en wethouders om aldaar een buitenge- gewoon commies aan te stellen e. een verzoek van de heeren den Bouwmeester Borsius cn van der Leijé, betrekkelijk bet van hen gevorderde kaaigeld voor het onvoltooid voor hunne werf gelegen hebbende bark schip Stad Middelburg. Het daarop ingewonnen advies van den controleur bij de plaatselijke belastingen strekt om het verzoek af te wijzen en te volharden hij de vordering. De heer van Uijc bestrijdt dat gevoelen. Met adressanten acht hij een afgeloopen schip nog geenszins een voltooid, en als zoodanig belastbaar vaartuig. Ook aan de werf der Cominercie- compagnie wordt voor de afgeloopene schepen zoo lang die niet ten eenenmale gereed zijn, geen dokgeld voldaan. Na eenige dis cussie wordt dit rekwest met het rapport van den controleur tot onderzoek gesteld in handen eener commissie, bestaande uit do heeren Snijder, van Uije en de Jonge. De door den voorzitter namens de commissie voor de veror deningen, tegen welkerovertreding strafis bedreigd, overgeleg de verordening op de makelaars binnen deze gemeente, zal tot onderzoek worden gesteld in handen van do kamer van koop handel en fabrieken. Komt in behandeling de nota van bedenkingen, door gedepu teerde staten gemaakt op de vastgestelde verordening op het brandwezen. De bedenkingen bepalen zich hoofdzakelijk tot het beginsel van afkoop of plaatsvervanging voor dienstpligti- gen, (waaromtrent gedeputeerde staten verwijzen naar art. 193 gemeentewet,) bcëech'ging van de brandmeesters enz., mccren- deels vau ondergeschikt belang en die na eenige discussie worden te gemoet gekomenzullende dc conform gewijzigde verordening op nieuw door burgemeester en wethouders worden opgezonden. Overeenkomstig de daarop gerezene aanmerkingen wordt thans ook de verordening op het marktwezen gewijzigd en op nieuw vastgesteld, om daarop de vereischie goedkeuring tc vragen. Naar het voorschrift van art. 178 der gemeentewet legt de voorzitter over eene verordening, inhoudende de titels der bin nen deze gemeente thans geldende strafverordeningen. Daaruit geligt zijnde dc verordeningen die betrekking hebben op het belastingstelsel, op de aanmerking van den lieer Lants- heer dat, ook al wordt bij Jaatstbedoulden straf'bedreigd, de gemeentewet ze duidelijk onderscheidt, welk gevoelen ook de heeren Bijleveld en de voorzitter dcelen, wurdt de verordening vastgesteld. Worden overgelegd en ter inzage van dc leden gedeponeerd twee bij liet dagelijksch bestuur uitgebragte rapporten a. door ccne commissie uit burgemeester cn wethouders, bevattende dc uitslag van hun ingesteld onderzoek naar den toestand der gods huizen, en b. door den burgemeester cn secretaris, betrekkelijk de door hen bijgewoonde vergadering van de directie der stoom- bootdienst tusschen Middelburg cn Rotterdam. Nog wordt door den voorzitter overgelegd een heden ingeko men rekwest van de scheepsrecders den Bouwmeester Borsius en van der Leijé, houdende bezwaren tegen de bepaling van art. 13 der verordening op de buiten- en binnenhavens, waarbij verboden wordt om schepen aan kettingen vast te leggen, met bevel daartoe trossen te bezigen. Adressanten beschouwen dat als ccne hoogst kostbare belemmering voor du reederijen en verzoeken voorshands dat liet barkschip Suzanna en Elizabeth met kettingen moge worden vastgemaakt. Is besloten dit re kwest op rapport te stellen in handen der commissie van fabrie- cage. Aan dc orde is hot voorstel om uit de gemeentekas te voldoen f 13 voor drukkosten ten behoeve van het openbaar ministerie bij liet kantongcrugt. De lieer Lantslieer merkt hierbij op dat het, onaangezien het geringe bedrag, hier het beginsel geldt om deze kosten voor rekening der gemeente te nemen. Dc wettig heid daarvan betwijfelt hij zeer en is dus gestemd voor afwij zende beschikking. De heer van Deinse betoogt dat dc gemeente vroeger ook die kosten heeft voldaan en 2/3 van de opbrengst der bij de vonnis sen van het kautongeregt uitgesprokene boeten aan de gemeen tekas vervallen sedert dc uitbreiding van die regtsmagt is ech ter het getal vonnissen zoo toegenomen, dat de kosten van druk werken ook iets vermeerderd zijn. Hij wijst op het voorbeeld van andere gemeenten, waar die kosten mede door de plaatse lijke besturen worden voldaan. Na nog eenige discussie wordt besloten deze zaak nader le doen onderzoeken door eene commissie, tot leden waarvan de voorzitter benoemt de heeren Verbrugge, Lantslieer en van Deinse. Door den wethouder Bijleveld van Serooskerke wordt rap port uitgebragt namens dc financiële commissie op. 1. de rekening van de plaatselijke commissie van geneeskun dig toevoorzigt over 1856, groot in ontvang f 145,18, uitgaaf f 133,90 en alzoo goed slot van fl 1,28, zijnde volkomen in orde bevonden, cn conform het advies eenparig goedgekeurd; 2. het rekwest van de directie over dc stoombootdienst tus schen Middelburg en Rotterdam om vermindering van het op de stoombooten geheven wordende havengeld van 3 cent per patentton. De commissie herinnert dat de raad gezind was die. drukkende belasting voor de stoombooten te verminderen door oorsponkelijk in de verordening te nemen eene aan deze tc verleenen vrijstelling van 2/3. Op de aanmerking hierop door de regering gemaakt, is die dispensatie moeten vervallen, maar er is alstocn verzuimd om aan het tarief een artikel toe tc voegen: voor dc heffing van op deze gemeente varende stoombooten van een regt van 1 cent per patentton, yvaartoe alsnog geadvi seerd wordt. De beslissing hierop wordt aangehouden 3. het verzoekschrift van eenige landlieden, bezwaren behel zende tegen dc heffing van marktgcldcn. Deze worden geacht meerendeels gegrond tc zijn, cn de aangeslagenen eigenlijk tc moeten worden gerangschikt onder letter f van het tarief, zoo dat geconcludeerd wordt tot gunstige beschikking. Aangohou den tot de volgende zitting. De zitting gaat hierop over in eene met gcslotene deuren,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1857 | | pagina 2