MIDDELRURGSCHE
COURANT.
N°' 47.
Zaturdag
1857.
18 April.
Slanliottöigingm
TU HET RUMSTÜIM0V1MLE EJI GEMEE.ÏÏEBESÏEfflj.
SinnmUtnïrscl)c tijbingen.
Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags eii ZritutJagü. liiunen deze gemeente en Vlis-
«ingen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure.
De abonnementsprijs per drie maanden is f 3, franco per post f 3,40.
De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens, op den dag der uitgave.
De prijs van gewone adverrentien is 22 cent per regel; van huwelijks, geboorte of doodbekend-
makingen enz., van één tot zes regels f 1,50, voor eiken regel daarboven 22 cent.
Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen.
Voor elke plaatsing moet 35 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant.
Editie van vrijdag avond 8 ure.
ISelteiidinaliiiig-.
VERORDENING op het brandwezen in de
gemeente Viissiugcn.
(Vervolg.^)
Hoofdstuk VII,
Bcloonhigen wegens betoonden ijver bij het
blusschcn van den brand.
Art. 78. Aan brandspuitmeesters, onderbrandspuitmeesters
en verdere geaffecteerde» van de spuit die het eerst gereed zal
zijn om water in den brand aan te brengen, en daarvan aan den
opperbrandmeestcr zal hebben kennisgegeven, zal bijaldien
tot blussebing van den brand van de spuiten moet worden ge
bruik gemaakt, van wege de gemeente worden toegekend en
uitbetaald ecno premie van veertig gulden, en aan die van dc
spuit die zich in de tweede plaats als gereed heeft aangemeld
twirtig gulden.
Deze premicn zullen worden betaald aan de beambten en
geaffcotccrden der bedoelde spuiten, welke den brand zullen
helpen blusschcn, zonder dat de anderen die eerst na de bins-
selling komen iets daarvan zullen genieten; terwijl de drie eerste
personen, die aan het brandspuitbuisje zijn aangekomen en hun
nen penning zullen hebben overgegeven, een dubbel aandeel in
de behaalde premie zullen bekomen.
Art. 79. Wanneer er landsbrandspuiten of spuiten van an
dere ligchamen bij het blusscbeii van den brand mogten behulp
zaam zijn geweest, zal in voege als bij het voorgaande artikel is
bepaalden onder inachtneming derzelve verordeningen, aan die
spuiten gelijke premie worden toegekend, en zal mitsdien de
spuit die liet eerst gereed zal zijn om water in den brand aan te
brengen, eene premie van veertig gulden, en dc tweede eene
premie van twintig gulden genieten.
Premicn bij het vorig artikel aan de beambten der gemeente
lijke spuiten toegekend, zullen dezelve outvangen al mogten zij
door 's landsbrandspuiten zijn voorgekomen.
Art. SO. Het is verboden om zonder toestemming van burge
meester en wethouders voor de dienst bij het blusschcn van
brand bewezen, geld of geldswaarde te vrngen of te ontvangen.
Art. 81. Indien aan cenig beambte of geaffecteerde bij de
spuiten voor de uitstekende diensten, eenigc bclooning door den
eigenaar van liet gebouw, door een brandwaarborgmaatschappij
of door eonig ander wordt aangeboden, zal daarvan kennis moe
ten gegeven worden aan burgemeester en wethouders, die als
dan over de vrijheid om zulk ecu geschenk al dan niet aan te
nemen zullen beslissen.
Art. 82. Indien iemand van de beambten of gcaffecteerden
van dc spuiten in liet blusscben van den brand gekwetst of ver
minkt wordt, zal hem op voordragt van burgemeester en wet
houders door den gemeenteraad een onderstand kunnen worden
toegelegd.
Bijaldien een geaffecteerde buiten staat is de kosten zijner
genezing te dragen, zal hij in het gasthuis worden opgenomen,
om aldaar te worden verpleegd.
Art. 83. Ingeval de gekwetste of verminkte aan zijne beko-
mene wonden kwam te overlijden, zal aan zijne nagelatcne
weduwe of onmondige kinderen, wanneer zij in behoeftige om
standigheden verkccren, op voordragt van burgemeester en wet
houders een jaarlijkschen onderstand door den gemeenteraad
kunnen worden toegelegd.
Hoofdstuk VIII.
Maatregelen van policie en bepalingen tot het redden
van goederen.
Art. 84. Het bergen en redden der goederen uit een bran
dend gebouw, of van de belendende gebouwen welke men uit
hoofde van derzelver nabijheid mogt raadzaam oordeelen tc
ontledigen, zal geschieden onder toezigt van den commissaris
van policie en van zoodanige andere gemeentelijke ambte
naren als de burgemeester daartoe mogt aanwijzen.
Art. 85. Aan den commissaris van policie en de andere
daartoe benoemde gemeentelijke ambtenaren zullen worden
toegevoegd dc gemeente werklieden, welke zich in alles naai
de gegeven orders zullen moeten gedragen.
Ten einde diegenen te kennen welke met bet redden en bergen
der goederen door den burgemeester speciaal zijn belast, zullen
zij tot onderschcidingstceken dragen cencn koperen penning,
gehangen aan een wit lint, hetwelk hun daartoe zal worden
uitgereikt, en na het blusschcn van den brand zal moeten wor-
dne teruggegeven.
Art. 86. De commissaris van policie en andere daartoe aan
gewezen gemeentelijke ambtenaren zullen zooveel de omstan
digheden zulks gedogen van dt gebórgen goederen aariteekening
houden, met vermelding van den persoon of de personen aan
wier zorg derzelver vervoer is toevertrouwd.
Art. 87. Er zullen ten allen tijde twee of meerdere daartoe
bekwame kisten of koffers ten stadhuize voorhanden zijn,welke
door den zorg van den burgemeester naar den plaats van den
brand zullen worden overgebragt, ten einde daarvan gebruik
te maken, is het noodig, tot liet bergen van geld, kostbaarheden
of papieren van waarde. Deze kisten of koffers zullen van twee
verschillend werkende sloten voorzien zijn, en zal na derzelver
vulling en sluiting, een van de sleutels verblijven onder den eige
naar der goederen of een zijner bloedverwanten of vrienden, en
de ander onder den commissaris van policie of andere opzigt
hebbende ambtenaren.
Art. 88. De bedoelde kisten of koffers zullen terstond naar
een veilige plaats vervoerd worden en zal dat vervoer even als
van alle andere geborgen goederen onder bet toezigt van eenen
policie beambte plaats hebben.
Art. 89. Geonerhande goederen, in een pakhuis of gebouw
tot berging van goederen gebezigd, mogen daaruit worden ge
baald dan inct toestemming van den burgemeester of die hem
vervangt, op schriftelijke aanvraag van den belanghebbende.
Art. 90. Ieder onder wiens bewaring bij gelegenheid van
brand, eenigc goederen mogten gekomen zijn, moet daarvan
binnen 24 uren schriftelijke aangifte rloen aan den burgemeester.
Art. 91. Burgemeester en wethouders zullen zoo spoedig
mogelijk dc orders stellen, die de omstandigheden zullen vcr-
cisehcn omtrent hei wedergeven der geborgenc goederen.
Art. 92. .De brand geëindigd zijnde zal door de zorg van den
burgemeester, maatregelen worden genomen dat de publieke
doortogt zoo kort mogelijk verhinderd blijve, dut het puin
worde weggevoerd en eene plaats worde aangewezen tol bet
plaatsen van materialen, dienogcenige waarde mogten hebben,
opdat een ieders eigendom behoorlijk verzekerd zij.
Hoofdstuk IX.
Van de overrredingen en straffen en andere
algemeene bepalingen.
Art. 93. Alle overtredingen in deze verordening voorkomen
de, waarop noch bij deze, noch bij provinciale verordening,
noch bij eene wet, noch bij een algeuieenen maatregel van be
stuur straf is bepaald, zullen worden gestraft met eene geldboete
van twee tot vijf en twintigguldcn.
Arl. 94. Tot opsporing en aangifte van begane overtredingen
zijn bevoegd en vcrpligt opperbrandmeester, de brandmeesters,
de brandspuit en on der brandspuitmeestersde gemeente bouw
meester, de agenten van policie cu nachtwakers, welke daarvan
dadelijk na de ontdekking zullen opmaken schriftelijk relaas,
hetwelk oniniddclijk zal worden overgebragt bij den commis
saris van policie, die van de overtreding procesverbaal zal op
maken om aan den competentcn ambtenaar van het openbaar
ministerie te worden toegezonden ten vervolge.
De commissaris van policie is mede vcrpligt liet noodige toe
zigt te houden dat dc bepalingen van deze verordening in allen
dcclc worden nageleefd.
Art. 95. Alle thans bestaande bepalingen omtrent het brand
wezen in deze gemeente worden buiten wcrkinggesteld met de
invoering van de tegenwoordige verordening.
Aldus vastgesteld Jdoor den gemeenteraad van Vlissingen
den 18 maart 1857.
Dc burgemeester,
J. W. CALLENFELS.
Dc secretaris,
M ABILOT.
Zijnde deze verordening aan de gedeputeerde staten van Zee
land, volgons hun berigt van den 27 maart 1857 no. 73., in
afschrift medegedeeld.
En is biervan afkondiging geschied, waar het behoort.
Tc Vlissingen den 1 april 1857.
Dc burgemeester en wethouders van Vlissingen.
De burgemeester.
J. W. CALLENFELS.
Dc secretaris,
MABILO T.
middelburg; 17 april.
Door den minister van biunenlandsche zaken zijn goedge
keurd algemeene regelen en voorwaarden voor de uitvoering en
het onderhoud der aarden-, kram-, rijs-, steenglooijing- en zink
werken aan de calamiteuse polders in deze provincie, met be
paling dat die van wege het provinciaal bestuur zullen worden
gedrukt en algemeen verkrijgbaar gesteld.
Bij de Provinciale commissie van onderwijs in Zeeland, heb
ben zich ter harer voorjaarsvergadering 22 sollicitanten aan
gemeld.
Aan twee onderwijzers is de 2de, aan even zoo velen de 3de,
en aan vijf kweekelingen de 4de rang verleend. Voor den 2den
en 3den rang zijn twee, voor den4denis één candidaat afge
wezen.
Nadat twee onderwijzers reeds ter halverwege hun examen
in hot frausch, waren afgewezen, zijn twee anderen toegelaten
tot het geven van onderwijs in de engelsche taal, met dien ver
stande echter, dat één van hen zich zal hebben te bepalen tot
de eerste beginselen.
Van vier onderwijzeressen voor de engelsche eu fransche ta
len zijn drie toegelaten voor het hoogduiisch hadden zich twee
aangeboden, van welke eene is afgewezen. Aan allen is acte
van algemeene toelating verleend voor het geven van onderwijs
in de eerste beginselen van het hollandsch, het schrijven, de
geschiedenis en de aardrijkskunde.
Bij de kamer van koophandel en fabrieken alhier ligt ter in
zage eene opgave nopens den handel en de scheepvaart van
Groot-Brittanje en Ierland, over de maand en de twee maanden
geëindigd 28 februari] 1857, wegens de invoeren van inlandscli
verbruik, de uitvoeren van vreemde en koloniale koopwaren,
alsmede van britsche en iersche producten, en het aantal sche
pen zoo wel in de vreemde vaart als in de kustvaart gebezigd.
Op deu 14 dezer verloste te Oostsouburg J. Marijs, huis
vrouw van A. de Buck, van drie welgeschapen kinderen, van
welke twee levenloos. De kraamvrouw werd bijgestaan door den
heer li. E. Haman.
Uit Goes werd ons gisteren geschreven
Gisteren avond omstreeks half zeven ure, is er brand ont
staan onder de gemeente lieinkenszand, op het hoefje bewoond
door de wed. Koster, dat binnen weinige oogenblikken in de
ascli werd gelegd. Behalve een varken dat verbrand is, heeft
tnen van den inboedel nog al wat kunnen redden. De oorzaak
van dit onheil is niet bekend.
De afkoop van den Soiidtol heeft aan Leprécurseur van Ant
werpen, dezer dagen aanleiding gegeven om dien afkoop ook
aan te raden voor zoo veel den tol betreft die door Nederland
op de Schelde wordt geheven, te meer omdat Nederland zoo
als dat blad zich uitlaat hiertoe wel genegen zal zijn, daar
men toch vroeg of laat zal terug komen tot. het beginsel van het
Ween er congres, dat geen hoogere regten op de vaart mogen
geheven worden dan in 1815 bestonden."
Ten gevolge van dien ter loops uitgedrukte» wensch, vindt,
men in het Algemeen handelsblad van 15 en de Nieuwe rotter-
damsche courant van 16 dezer, artikelen die, opklimmende tot
de historischen grondslag van den Scheidetol, liet belagclielijke
van zoodanige redenering helder doen uitkomen.
"Wij slippen daaruit aan, dat de Scheidetol wordt gelieven
ingevolge liet traktaat van 19 april 1839, te Londen tusscben
Nederlaud cn de groole mogendheden gesloten, later zoo door
den koning van Nederland als door dien van Belgie bekrachtigd
Het behoeft wel geen betoog dat er geen sprake kan zijn van
terugkeering tot een traktaat van 1815, wanneer de voorwaar
den daarvan door een later wettig traktaat zijn gewijzigd.