MIDDELBURGSCHE COURANT. N°- 40. Donderdag 1857. 2 April. vhtnlionDitjingm U\ [IET RIJKSBESTlIL'R.PiiOVUCIALE liEHEffiEBESTIM. Ginncnlanösfl|f tijöingcn. Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en Zc.tuxdags. 1:innen deze gemeente en Vlis singen gescliiedt de uitgave den avond te voren ten S ure. De abonnementsprijs per drie maanden is 3, franco per post 3,4-0. De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens, op den dag der uitgave. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regel; van huwelijks, geboorte of doodbekend- makiugen enz., van één tot zes regels 1,50, voor eiken regel daarboven 22 cent. Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. Noor elke plaatsing moet 35 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant. Editie van woensdag avond 8 ure. ESeSieiidiitabiug. Dc burgemeester en wethouders van Vlissingen doen te wetendat door den raad dier gemeente in zijne vergadering van den 17 november 1856 is vastgesteld de navolgende VERORDENING betreffende maatregelen in geval van buitengewone hooge zeevloeden. Over materialen en gereedschappen. Art. 1. Van wegc de gemeente worden de navolgende mate rialen en gereedschappen voor de waterkeering in goeden staat onderhouden te weten a. Voorde waterkeering langs de Wijnbergsche kaai: 1 vloedplank, geletterd deWijnbergsche kaai, 1 dito geletterd de Wijnbergsche kaaien Paardenstraat, 6 lantaarns met dcrzcl- vcr kaarsen, 4 kruiwagens, 1 slegge, 2 spaden, 2 schoppen en 10 dijkliordcn. b. Voor idem langs de zuid en oostzijde van de Pottenkaai 1 vloedplank, geletterd Pottekaai en Oranjestraat, 1 dito ge letterd Pottenkaai en Gravenstraat, 1 dito Pottenkaai en Pa- lingstraat, 8 lantaarns met derzelver kaarsen. 8 kruiwagens, 2 slcggeti, 4 spaden, 4 schoppen en 10 dijkhorden. c. Voor de waterkeering op den Steenenbecr, de westzijde van dc Pottenkaai en du Zcilmarkt: 20 wiepen ieder lang ellen, dik over den omtrek 80 duim, 150 walchcrsche palen lang 70 a 80 duim, I vloeiplank geletterd Zeilinarkt en Korte wnlstraat, 10 lantaarns met derzelver kaar sen, 8 kruiwagens, 6 sleggcn, 2 puntijzers, 2 rijshaken, 5 spaden en 5 schoppen en 20 dijkhorden. cl. Voor idem langs de oostzijde van de Bierkaai, geletterd Bierkaai en Nieuwstraat 1 vloedplank geletterd Bierkaai en Lange grocncwoud, 4 lan taarns met derzelver kaarsen, 3 kruiwagens, 1 slegge, 3 spaden, en 3 schoppen. e. Voor idem langs de Noordstraat en Schardijnkaai: 5 wiepen, ieder lang 5 ellen, dik over den omvang 80 duim, 40 walchorsche palen lang 70 a 80 duim, 4 lantaarns met der zelver kaarsen, 3 sluggen, 3 spaden, 3 schoppen en 10 dijk horden. /.Voor de waterkeering op de Kaaskaai en Lange noordstraat 1 vloedplank, geletterd Kaaskaai en Kaaskaaislop, 5 wiepen, ieder lang 5 ellen, dik over den omtrek 80 duim, 40 walchersche palen, lang 70 a 80 duim, 4 lantaarns met derzelver kaarsen, 4 kruiwagens, 3slcggen, 4 spaden, 4 schoppen en 14 dijkhorden. g. Voor idem langs de westerzijde van de Bierkaai: 5 wiepen, ieder lang® ellen, dik over den omtrek SO duim, 40 walchersche palen lang 70 a 80 duimen, 2 lantaarns met derzelver kaarsen, 2 kruiwagens, 2 «leggen, 2 spaden, en 2 schoppen. Al deze materialen cn gereedschappen zullen, in bewaar plaatsen, zoo na mogelijk in den omtrek van ieder der bedreigde punten gelegen, worden bewaavd. De sleutels van deze bewaarplaatsen blijven berusten onder den gemeentcbouwrneeestcr. Art. 2. De gcnieentcbouwmeester is verpligt te zorgen dat van 1 october tot ultimo maart in do nabijheid van de bedreig de punten eenegenoegzame hoeveelheid klei voorhanden zij. In geval van nood, zal dc aarde uit de gronden en de mest uit de mestputten van ingezetenen kunnen gcciseht cn gebruikt worden tegen vergoeding nader op voordragt van burgemees ter cn wethouders door den raad toe te staan. Art. 3. Ieder eigenaar van huizen, in dc rigting der water- keeringen gelegen, is verpligt zich te voorzien van denoodige planken, ter beoordeeling van hoeren inspccteuren om in geval van buitengewone hooge zeevloeden in dc deur of lichtkozijnen hunner gebouwen of erven te stellen, en alzoo te voorkomen dat het water door die plaatsen niet in de laaggelegene gedeel ten der stad vloeije. Dc waterkcoringen moeten zoo hoog zijn, dat hare bovenzijde twee palmen boven het vloedpeil van het jaar 1808 uitkomen. Dit vloedpeil zal door den gemeentebouwmeester aan de be langhebbenden worden aangewezen. De overtreding van dit artikel zal gestraft worden met eene boete van f3 totf 10, onverminderd de vcrpligting vau genoem de planken in voorraad te hebben. Art. 4. De materialen en gereedschappen in de artikelen 1 en 3 opgenoemd, zullen in den regel in de maanden september cn januarij van ieder jaar, en voorts zoo dikwijls als burgemeester cn wethouders zullen goedvinden, door den gemeentebouw meester cn den commissaris van policie geinspcctcord worden, waarvan bij publicatie zal worden kennis gegeven. Van het personeel. Art. 5. Tot het plaatseijule^ vloedplanken en het verrigten van hetgeen noo-.ligzal gcoortfee'i'd worden voor de waterkeering, zullen voor het dagclijksch bestuur worden benoemd en aange steld 7 opzigtersen 46 werklieden, namelijk 1. voor de water- keeringen langs de Wijnbergsche kaai, 1 opzigter en 4 ailsisten- ten; 2. voor idem langs de zuid en oostzijde van de Pottenkaai, 1 opzigter en 8 adsistenten; 3. voor idem op den Steenenbeer, westzijde van de Pottenkaai en Zcilmarkt, 1 opzigter en 10 ad sistenten; 4. voor'idem langs de oostzijde van de Bierkaai, 1 opzigter cn 6 adsistenten 5. voor i lem Korte noordstraat cn de Schardijnkaai 1 opzigter en 6 adsistenten 6. voor idem op de Kaaskaai en Lange noordstraat, 1 opzigter en 8 adsistenten; 7. voor idem langs de westzijde van de Bierkaai, 1 opzigter en 4 adsistenten, uitmakende te /.amen 7 opzigters en 46 adsistenten. Art. 6. De opzigters zullen zoo veel mogelijk gekozen wor den uit de werkbazen in dezegemeente woonachtig. Art. 7. Indien er in dit personeel door overlijden als ander zins eene vacature mogt ontstaan, zal de gemeentebouwmeester dadelijk andere personen daartoe aan het dagelijksch bestuur voordragen. Zoo wel op liet stadhuis als in de stadschuur zal ten allen tijde eene lijst van dat personeel moeten voorhanden zijn, terwijl ieder opzigter eene lijst zal hebben van de werklieden die onder zijn opzigt staan. Art. 8. Dit personeel zal zich ten alle tijde, wanneer hunne diensten gevorderd worden, gedragen naar de bevelen die hun door hot dagelijksch bestuur, den commissaris van policie, den geiueentehouwmcosier cn dc opzigters zullen gegeven worden. Zij zullen zich, zoodra zij daartoe door persoonlijke aanzeg ging worden opgeroepen, op dc hun aangewezen plaatsen moe ten bevinden, en mogen niet afwezig blijven op eene boete van f 2 voor de opzigters en f 1 voor ue werkliedenzij zullen op gelykc boete zich nietmogen verwijderen van den hun aangewe zen post, dan met toestemming van den gemeentebouwmeester. Art. 9. Eenmaal 'sjaars in de maand september zullen de opzigters en de werklieden bij dc inspectie der vloedplanken en verdere materialen moeten tegenwoordig zijn, als wanneer door dcu gemeentebouwmeester hun zal worden medegedeeld, wat zij in geval van watersnood te verrigten hebben. De overtreding van dit artikel zal gestraft worden met eene boete van f 1 Algeraecne bepalingen. Art. 10. Op eene der geschikste plaatsen aan dc kaaijen zal van wege dc gemeente worden gesteld en onderhouden eene pcilplunk waarop het nulpunt aanwijst de hoogte van den vloed van 14/15 januarij 1808. Art. 11. Zoodra de nachtwacht bij het doen van den gewo nen omgang bespeurt, dat het water tot eene meer dan gewone hoogte vloeit, is hij verpligt daarvan dadelijk kennis tc geven aan den gemeontciiouwineestcr en vervolgens de bevelen van dezen op tc volgen, een en ander op straffe van schorsing of ont slag. Art. 12. Bij ieder springtij, wanneer wind en weder aanlei ding geven om eeneti buitengewonen vloed te wachten, zal de gemeentebouwmeester eenigo der stadswerklieden op bepaalde punten in de stad de wacht doen houden, om den aanwas van bet water gade te slaan. Een van deze zal van tijd tot tijd aan den gemeentebouw meester den waterstand bekend maken. "Wanneer het water aan dc peilschaal gewassen is tot 1 el 10 duiin beneden het nulpunt, zal de gemeentebouwmeester daar van aan den burgemeester of die hem vervangt kennis geven. Art. 13. Wanneer dc burgemeester op dit rapport zulks noodig oordeelt, zal dc gemeentebouwmeester dadelijk de noo- dige bevelen geven aan de opzigters en de werklieden om de vlocdplanken te plaatsen, cn de vereischte noodweeringen daar te stellen cn verder alles te doen wat dc omstandigheden zullen vereiscbcn. Art. 14. Zoodra dc bevelen tot liet stellen der vlocdplanken gegeven zijn, zal dc commissaris van policie zorg dragen dat de bewoners, gebruikers of huurders van huizen, pakhuizen en kelders in de rigting van de bedreigde punten gelegen, hunne planken doen stellen, voor de deuren en lichtgaten en die met klei of andere zelfstandigheden tot kecring van het water aan vullen. Dc bewoners of gebruikers hierin nalatig zijnde verbeuren telkens eene boete van f 6. Art. 15. Wanneer de vloedplanken gesteld worden, zijn dc bewoners tier huizen, gelegen aan de waterkccrcndc punten, alsmede die aan den ingang der straten waar de vlocdplanken gesteld zijn, wonen, verpligt om wanneer zulks des nachts plaats vindt, voor de ramen hunner buizen, of op andere geschikte plaatsen ccn lantaarn van behoorlijk licht voorzien, eene bran dende kaars of lamp te stellen, op straf van eene boete van f 3. Art. 16. Wanneer het water gevallen is, en er gcene vrees bestaat voor eene volgende Yloed, zal de gemeentebouwmeester, op order van den burgemeester, de vloedplanken, en verdere noodweringen door de stadswerklieden doen wegnemen en op ruimen, het gebrokene, onbruikbare of vermiste dadelijk door andere doen vervangen, opdat alles ten allen tijde in behoorlijke orde zij. Art. 17. In het geval bij het vorig artikel omschreven, zullen de ingezetenen insgelijks op aanzegging van den gemeentebouw meester of den commissaris van policie hunne waterkeeringen kunnen, en voor dien tijd niet mogen opruimen. Art. 18. Aan den commissaris van policie en gemeentebouw meester wordt de bevoegdheid toegekend en de last gegeven om, met in achtneming der bepalingen van art. 3 der wet van den 31 augustus 1853 (staatsblad no. 83) de woningen der in gezetenen in deze gemeente huns ondanks binnen te treden, ten einde te zorgen voor de nakoming van de voorschriften bij deze verordening bepaald. Aldus vastgesteld door den gemeenteraad van Vlissingen den 17 november 1856. De burgemeester, J. W. CALLENFELS. De secretaris, MABILOT. Zijnde deze verordening aan de gedeputeerde staten van Zee land, volgens hun berigt van den 28 november 1856 no. 71. in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 5 december 1856. De burgemeester. J.W. CALLENFELS. De secretaris, MABILO T. IKiililellturg 1 april. In de heden gehoudene zitting van den gemeenteraad, is o. a. uitgebragt rapport op de rekwesten tot restitutie van aanslagen in den lioofdelijken omslag, voorzoo veel twaalfden als maanden buiten de gemeente zijn doorgebragt. door personen die alhier echter luin hoofdverblijf geacht worden te hebben gehouden. De conclusie daarvan strekkende om die verzoeken te wijzen van de hand, is aangenomen met 8 tegen 5 stemmen. (Tegeu stemden de hecren Vis, Caland, Lantsheer, de Jonge en Snouck Hurgronje.) (Nader verslag der zitting in ons volgend no.) Gisteren avond heeft het aangekondigde concert van degebr. Wieniawski plaats gehad. Beide en vooral de vioolvirtuoos zijn reeds in zoo vele plaatsen in ons land opgetreden, dat eene beoordeeling als overbodig kan geacht worden. Genoeg zij het te vermelden dat al de toehoorders in verrukking zijn gebragt. De violist is ontegenzeggelijk een der grootste vioolspelers en men weet niet wat het meest in hem te bewonderen; zijne glasreine zuiverheid, de gemakkelijkheid waarmede hij de groot ste moeijelijkheden overwint, zijne onbegrijpelyke stacatos of zijn flageolettoonen. In een woord zijn spel is in allen deele zoo uitmuntend, dat hij den naam van groot kunstenaar ten volle waardig is. Joseph Wieniawski, als nog minder bekend dan zijn broeder, en voor vvien dus de verwachting niet zoo hoog gespannen was, heeft zich als een uitstekend pianist doen kennen. In hem be wonderde men vooral zijne verbazende vlugheid en zekerheid van aanslag; zijn spel was tevens bevallig en gevoelvol. Niet tegenstaande de piano oblique, hem welwillend ten gebruikc afgestaan een zeer goed instrument van volle en krachtige toon was, zoude hij op een goede vleugelpiano ongetwijfeld meer eflecl hebben gemaakt. Het concert werd door een vrij talrijk publiek bezocht. Ter openbare lercgtzitting voor burgerlijke zaken van het provinciaal geregtshof in Zeeland, heeft gisteren de heer mr. Anthony Pieler Snouck Hurgronje als advocaat voor dat h«f den daartoe vereischten eed afgelegd, waarvan is verleend acte en gelast dat hij op het tableau zal worden geplaatst. Volgens de berigten per overlandmail, met behulp van den telegraaf uit Triest ontvangen, was voor deu 11 februarij jl. o. a. te Batavia aangekomen het barkschip Noordster, gezagv. Is. Luleyn, laatst vau Rio-Janeiro.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1857 | | pagina 1