MIDDELBURGSCHE N- 39. Dingsdag 1857. COURANT. 31 Maart. Ranluinöiiiintjfii m l!ET RIJKmSTlB.PlIIIVl.ffilLE liESEEÏÏEBESTEREX. öimicnliinösclif tijïmiijm. Deze courant, verschijnt des dinftsdajrs, donderdags en z«tvu:di»g!j. Kinnen deze gemeente en Vlis- gingen geschiedt de rïitguve den avond te voren ten 8 ure. De abonnementsprijs per drie maanden is f 3, franco per post f 3,40. De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens, op den dag der uitgave. i De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regel; van huwelijks, geboorte of doodbekend- makingen enz., van één tot zes regeis f 1,50, voor eiken regel daarboven 22 cent, Buiteugewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. Voor elke plaatsing moet 35 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant. Editie van maandac avond 8 ure. BSckeii(i<ii»ki£ig;. De burgemeester en wethouders van Vlissingen doen te weten dat door den raad dier gemeente iu zijne vergadering van den 17 november 1856 is vastgesteld de n ivolgende VERORDENING op het keuren van vlecsch, zoo van liet hier geslachte vee, als van dat wat van buiten verscli, gezouten of gerookt wordt ingevoerd, of te koop aangeboden. Hoofdstuk I. Betreffende het hier geslagt wordende vee. Art. 1. Er zullen door den gemeenteraad worden aangesteld een of meer keurmeesters en adsistent keurmeesters, belast met de zorg van liet ter dezer stede ter singling aangebragt wordende vee en liet te koop aan te biedenc vlcesch te keuren. Keurmeesters en adsistent keurmeesters zullen niet mogen wezen slagers of vleeschverkoopers. Art. 2. Ieder slagter die eenig beest in deze gemeente wil slagten, om hetzelve ter koop aan te bieden, zal hiervan aan den keurmeester moeten kennis geven, niet bepaling van den dag en het uur waarop hij voornemens is de slngting te doen plaats hebben, ten einde liet alvorens aan de keuring te onderwerpen en zal hij lietzeive niet mogen slagten, doen of laten slagten alvorens deze keuring hebbc plaatsgehad. Art. 3. Bij het goed en gezond bevinden van liet beest zal de keurmeester een bewijs dat de keuring heeft plaats gehad, aan den slagter ter hand stellen. Art. 4. Bij het openen of afbakken zal de keurmeester nader liet vleesch onderzoeken en het afgegeven bewijs weder terug vorderen ten einde hetzelve niet ten tweede male zoude kun nen worden gebezigd. De slagter is vcrpligt ieder stuk vee na de slngting onafgc- hakt aan den haak te hangen tot dat de keuring heeft plaats gehad. Art. 5. Wanneer het beest door den keurmeester ziekelijk en ongeschikt om Lot gezond voedsel te kunnen dienen, mogt be vonden worden, zal het slagten door hem worden verboden en hiervan ook door hem dadelijk aan de policie en de administratie der belasting worden kennis gegeven. Art. 6. Gelijke kennisgeving als in liet. vorige artikel, zal moeten plaats hebben wanneer het vleesch na de singling mog bevonden worden niet geschikt te wezen om ten verkoop te worden aangeboden. Art. 7. Het volgens de bepaling bij art. 5 afgekeurde beest zal niet geslagt, en het ten gevolge van het bepaalde bij art. 6 afgekeurde vleesch niet mogen verkocht worden, maar worden vernietigd en onbruikbaar gemaakt; de huid en het vet kan aan den eigenaar worden gelaten. Hoofdstuk II. Betreffende de keuring bij den invoer van versolt, gezou ten of gerookt vlcesch, en den verkoop in de winkels. Art. 8. Alle verscli, gerookt of gezouten vlcesch of spek ten verkoop ingevoerd wordende, zal alvorens de invoer worde toegelaten insgelijks aan ccne keuring worden onderworpen. Art. 9. Bij goedkeuring wordt de invoer toegestaan. Bij afkeuring wordt (ie invoer verboden. Art. 10. De keurmeesters zullen, vooral des zomers by de slagers meermalen in de week en bij de verkoopers van gerookt en gezouten vleesch van tijd tot tijd onderzoek doen of de zich in hunne winkels bevindende voorraad vleesch nog goed en on bedorven is, ten einde hetzelve ais gezond voedsel te koop kun ne worden aangeboden. Art. 11. Bij liet bevinden dat in eenigc winkels dergelijk ondeugdzaam vleesch voorhanden was, zal hiervan onmiduelijk door den keurmeester aan de policie worden kennis gegeven, en den verderen verkoop daarvan worden verboden en daarmede gehandeld volgens de laatste alinea van art. 7. Art. 12. Bedorven vleesch mag niet ten verkoop worden ge steld op ceue gevangenisstraf van een tot drie dagen overmiu- derd de boete bij art. 15 gesteld. Art. 13. De keurmeesters, de adsistenten en de herkeurders 'eggen alvorens die betrekking uit te oefenen, in handen van den burgemeester den eed af: „Ik zweer (beloof) dat ik als keurmeester en adsistent|of her- kcurdcr van het slagtvee mij naar mijne beste keunis en weten schap onpartijdig zal godragen." Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig!" Dat verklaar en beloof ik! Art. 14. Aan de beambten der policie, de keurmeesters cn hunne adsistenten wordt de bevoegdheid toegekend cn de Jast gegeven om de woningen der ingezetenen huns ondanks binnen I te treden, ten einde te zorgen voor de naleving der bij deze ver- I ordeniug vastgestelde voorschriften. Zij zullen echter van deze bevoegdheid gebruik makende zich gedragen naar dc bepul:-\;--m van art. 3 eerste aliueu der i wet van den 31 augustus 1853 (staatsblad no. 83.) Art. 15. Alle overtredingen tegen deze verordening zullen niet eene boete van f 3 tot f 20 worden gestraft. Aldus vastgesteld door den gemeenteraad van Vlissingen den 17 november 1856. De burgemeester, J. W. CALLENFELS. De secretaris, M A BIL O T. Zijnde deze verordening aan de gedeputeerde staten van Zee land, volgens hun berigt van den 28 november 1856, no. 71, in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 5 december 1856. Do burgemeester. J. W. CALLENFELS. De secretaris, MABILOT. iTItiIdelbnrg 30 waart. De gemeenteraad alhier zal op woensdag des namiddags ten één ure eene openbare zitting houden, ter behandeling van de navolgende onderwerpen Missive van gedeputeerde staten goedkeuring onderhand- sche verhuring; idem met bedenkingen suppletoir kohier om slag; missive der schoolcommissie over admissie onderwijzer Vermeulen; request van Heuven aanvraag grafruimte; idem Hondius bezwaar marklgeldidem visschers bezwaar keurloon voorstel burgemeester eu wethouders aanleg exercitieplaats. De lieeren Henri en Joseph Wieniawski, de vermaarde violist en pianist, hadden zoo als men weet, alhier een concert aange kondigd legen zaturdag avond. Tot niet geringe teleurstelling echter van de kunstminnaren, en onder deze wel voornamelijk van de vele belangstellenden, uit het naburige Goes, Vlissingen en eenige andere plaatsen herwaarts gekomen, lieten de concertgevers zich vergeefs wach ten, zoodat slechts korten tijd voor het tot den aanvang be paalde uur alles werd afgezegd. Het moge tot bevrediging van het publiek, maar bepaald ook van hen, die welwillend de leiding van dit concert hebben op zich genomen, strekken dat hel alhier niet de eenige plaats is, waar men door de niet verschijning van deze personen zich zulk eene onaangename teleurstelling vindt bereid. Wij vernemen intusschen zoo op het oogenblik dat beide coucertgevers alhier zijn aangekomen en zich voorstellen op morgen het aangekondigde concert te doen doorgaan. Wij vernemen met genoegen dat de heer J. Hebbeliug, tweede commissaris van policie alhier, dezer dagen van de directie der Algemeene brandwaarborgmaatschappij te Rotterdam, (bij welke vereeniging de meubelen verzekerd waren van het huis, alwaar, zoo als wij vooreenigen tijd hebben medegedeeld, brand ontstond) ter zake van zijne cordate houding en krachtige hulp bij die gelegenheid, waardoor de brand in de beginselen is over wonnen, een zeer vleijend schrijven heeft ontvangen, vergezeld van een geschenk. 1Z3 Sedert den 10 dezer zijn door ae duikers uit het voor Vlissingeu gezonken stoomschip Ravensbourne gered34 kis ten en IS vaten zink, 157 huiden, 2 pakken met meswerk, 3 kisten en 1 baal koopmansgoederen, 7 vaatjes zinkwit, 1 kist spiegelglas, 5 vaten talk, 4 kisten kousen, 3 kisten en 2 balen manufacturen, 6 pakken en 3 kisten leder, 52 pakken n:et ledige zakken, 2 kisten koperwerk, 10 kisten wapenen, 1 kist boeken, 1 kist opium, 1 vat brandewijn, benevens papier, spek, katoen enz- In de afgeloopene week stootte men, bij het graven tot het leggen van draiusopeeust.uk land in den Wilhèlraina-polder, gelegen tusschen den grindweg naar het Katsche veer en den ouden wetr daarheen, ongeveer 350 ellen van den zeedijk, op verschillende fondamenten. Eeuigen lagen ter diepte van 0;80 ellen, anderen reeds op 0,25 ellen en verspreidden zich over eene uitgestrektheid vati ruim 2 bunders. De muren waren van eene aanzienlijke dikte, zoo als meu ze thans zelden meer zietmen vond er eene ter dikte van 1,10 ellen. Waarschijnlijk zijn het overblijfselen van het dorp Bongersdijk. in 1551 reeds door de golven verslonden, 't welk vroeger behoorde tot het eiland Wolphaartsdijk, welk laatste door de bedijking van den Wil- helmina-polder met Zuidbeveland vereenigd werd. De opgedolven steenen kenmerken door hunne bijzondere zwaarte en dikte den antieken bouwtrant. Aan een particuliere correspondentie uit 's Hage ontleenen wij het volgende: //Sedert eenige dagen loopt alhier het gerucht dat er eene wijziging in het personeel der ministers op til is. Men zegt na melijk dat de heer van der Brugghen als minister van justitie zal aftreden eu als zijn opvolger wordt reeds jhr. mr. W. M. de Brauw, lid van de tweede kamer, gedoodverwd. Men schrijft de reden van die aftreding daaraan toe, dat het onderzoek der wet. op het. lager onderwijs eene bepaalde verwerping voorspelt van liet quasi verzoeuingsmiddel, voorgesteld bij alinea 4 van art.. 21, en daar zulk eene verwerping geheei zou st rijden met de verklaringen, door den heer van der Brugghen omtrent, die kwestie afgelegd, en met zijn voorzitterschap van een kabinet, dat aan de zaak van het onderwijs zijn ontstaan heeft ie danken zou, naar het gerucht wil, de heer van der Brugghen voorne mens zijn reeds nu zijne portefeuille neder te leggen. //Weer anderen gronden de ministeriele wijziging op de nood zakelijkheid, die zou gebleken eu erkend zijn om liet kabinet van zijne groeniaansche elementen te zuiveren, en deze gelooven daarom dat ook de pas opgetreden heer Wiardi Beekman zijn ontslag zal nemen. //Ziedaar wat hier vrij algemeen wordt verleidik voeg hier echter bij dat de algemeenheid van het gerucht voor mij nog geene reden is om er veel geloof aan te hechten." Men leest in de Amsterdamsche courant Men schrijft ons uit 's llage. van den 20 dezer: //Ik verneem dat in de nu afgeloopeu week de hoofd-inge nieur Rijsterborgh en de ingenieur Rose eene conferentie gehad hebben met de concessionarissen van den aan le leggen ijzeren spoorweg van Dordrecht naar Tilburg. //Het is bekend dat onlangs de inspecteur van den water staat Ferrand aanvraag heeft gedaan om op pensioen te worden gesteld. Tot dus verre moet hierop door de regering nog niet zijn beschikt. Ik meen redenen le hebben om te veronderstel len, dat zij niet ongaarne zoude zien dat de heer Ferrand zijn verzoek introk. Althans, de vervanging van zulk een bekwaam ambtenaar is steeds niet moeijelijkheden gepaard. Omtrent de verdere benoemingen enz. bij den waterstaat wordt wel veel gesproken, doch ik meen te kunnen verzekeren dat tol lieden, dienaangaande nog niets is beslist. Volgens sommigen zou men daarmede wachten tot na de goedkeuring van het budget van binnenlandsche zakenvolgens anderen zou de terugkomst uit Egypte van den hoofd-ingenieur Conrad (die ik reeds vroeger als zeer nabij gemeld heb) daarmede in verband staan." Men leest in het Algemeen handelsblad: //De minister van financien heeft, bij gelegenheid van de be raadslagingen over de staatsbegrooiing voor 1857, verklaard //dat het bij hem vast staat, dat het thans de zedelijke pligt dei- regering is, zoo spoedig mogelijk te gemoet te komen aan de bezwaren die eenige gemeenten ondervinden in de uitvoering van het plaatselijk belastingstelsel, omdat, zal het effect sorte ren, dc plaatselijke besturen, naar hem voorkomt, tegen het eiu-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1857 | | pagina 1