MIDDELRURGSCHE COURANT. N" 25. Donderdag 1857. 26 Februarij. <3innrnlaniiöcl]f lijdingen. Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en Zatuidags. Binnen deze gemeente en Viis singen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure. De abonnementsprijs per drie maanden is 3, franco per post f 3,40. De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens, op den dag der uitgave. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regel; van huwelijks, geboorte of doodbekend makingen enz., van één tot zes regels f 1,50, voor eiken regel daarboven 22 cent. Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. Voor elke plaatsing moet 35 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant. Editie van woensdag avond 8 ure. Middelburg 3» februarij. Maandag avond had in de kazerne van liet garnizoen alhier een assaut d'armes plaats, hetwelk getuigde van de vele zorg die aan de ontwikkeling van jonge militairen wordt besteed, en wawrbij aan een tiental geoefende en door bekwaamheid zich onderscheidende militairen sierlijke brevetten werden uitge reikt, ouder bemoedigende toespraak van den kommandant van het garnizoen. Zoo als uit achlerstaandeadvertenlie blijkt, zal de stoomboot- dienst tusschen Viissingen en Rotterdam met de stoomboot Stad Viissingen no. 2 weder geregeld hervat worden, aanvan gende op zaturdag 7 maart e. k. van Rotterdam. Uit Viissingen werd ons gisteren geschreven: dj Als een maatregel om het voor deze haven gezonken stoomschip te ligten, is men begonnen de lading te lossen door middel van duikelaars, die van Engeland zijn aangekomen. Gisteren heeft men bereids eered twee kisten met zilveren spe cie, en heden zijn nao wal gebragt een aantal kisten met appels, een *at olie, drie vaten met tabak, ruim 300 geweerkolven, be nevens eenige koopmansgoederen. Het concert ten voordecle van den algeineenen arme al hier door de muziekanten der dienstdoende schutterij, heeft gisteren avond plaats gehad in de zaal van den Prinsentuin. De goede opkomst der ingezetenen leverde het bewijs dat de edele pogingen der concerlgevers op den regten prijs werden gesteld. Naar men verzekert zou het zoo veel besproken hoofdbegin sel der nieuwe voordragt. nopens het lager onderwijs, maandag jl. bij de tweede kamer der staten-geueraal ingediend, hierop nederkomen: dat het onderwijs wordt dienstbaar gemaakt aan de opleiding tot alle maatschappelijke en christelijke deugden en lot bevordering van onderlinge verdraagzaamheid. Waar de ouders zich met het onderwijs bezwaard mogten achten en leer stellig onderrigt verlangen, zal eene afzonderlijke school kunnen worden opgerigt. en van rijkswege gesubsidieerd worden, doch zal dat subsidie voor die afzonderlijke gevallen door de wet moeten worden vastgesteld. In de hoofdzaak wordt dus over genomen het beginsel van het reglement, gevoegd bij de wet van 1806, benevens, als uitzondering, de facultatieve splitsing, onderworpen echler aan de beoordeeling der wetgevende magt, die over de subsidien uitspraak doet. Den 19 dezer had voor de arrondissements-regtbank te Utrecht, correctioneleteregtzittin2.de behandeling plaats der bekende zaak van de verspreiding van aanbevelingsbriefjes voor de verkiezing van den heer Groen van Prinsterer te Zwolle, waarop noch naam van den uitgever, noch die van den auteur vermeld was. De beklaagden, de heeren Kemink, waren niet verschenen. Als getuigen waren gedagvaard de heeren Krap, koopman te Zwolle, en Gilderneester, predikant te El burg, aan welke beide heeren, volgens hunne verklaring, een pakket der ge noemde briefjes, ter verdere verspreiding, was toegezonden. De substituut-officier van justitie, het woord bekomen hebbende, zeide o. a.dat hij van oordeel was, dat de regtbank te Zwolle zicli teu ouregte in deze zaak onbevoegd verklaard had dat de hier tegenwoordige getuigen eigenlijk als beklaagden hadden moeten zijn gedagvaard, als medepligtig aan liet wanbedrijf. Hij requireerde eindelijk, dat de beklaagden, de heeren Ke mink en zoon, zonden worden schuldig verklaard aan het wan bedrijf, bedoeld bij art. 283 van het wetboek van strafregt, en veroordeeld tot eene cellulaire gevangenisstraf van zes dagen, en verwezen in de kosten van het geding, met verbeurdverkla ring der aanbevelingsbriefjes. In dc jl. zaturdag te Amsterdam gehouden buitengewone al- gemceue vergadering der Rijnspoorweg-maatschappij is, op voorstel van den heer Beloe, de heer mr. H. AmeshofF tot lid der directie verkozen, op eene jaarwedde van f 6000. Met het schip Amsterdam, gezagvoerder Wehdemeijer, is den 12 januarij 11., te Paramaribo aangekomen mr. J. W. Gef- ken, benoemd procureur-generaal van liet hoog geregtshof in Suriname. Wij vernemen met. zekerheid, zegt het Nieuwsblad van 'sGra- renhage, dat tot de instelling van een ministerie van publieke werken besloten is. De ministerraad heeft zich herhaaldelijk met dat punt beziggehouden cnjl. zaturdag is het besluit van instelling genomen. Men leest in het Algemeen handelsblad Tot aanvulling van hetgeen vroeger door ons is medegedeeld omtrent heldoor den heer d'Engelbronner aangeboden rekwest aan den koning, kunnen wij er thans bijvoegen, dat. door hem ook gevraagd is het benoemen cener commissie, op de wijze als zulks in geval van ontslag van officiereu der zee-en landmagt bij de wet is geregeld, voor welke hij zich zal kunnen verant woorden. Het berigt door de Amsterdamsclie courant medege deeld, dat het rekwest door Z. M. zou zijn van de hand gewe zen, is stellig onjuist. Overigens zien wij met belangstelling 's kouings beslissing te gemoct. De Sheboygan nieuwsbode geeft iu zijn noin mer van 20j au. eene schets van de Nederlanders i:i Noord-Amerika, die voorze ker ook op velen van hunne vroegere landgenoolen een pijnlij ken indruk maken zal. #Het schijnt, zegt dal blad, dat de voor ettelijke jaren met zoo veel geestdrift opgerigte laudverhuizings- societeiteu onder onze landgenoolen te Sheboygan, Milwaukie, St. Louis, Grand Rapids, Buffalo, enz. alle te gronde zijn gegaan, en er slechts nog eene enkele van bestaat, namelijk die te Hol land, in Michigan. Het is inderdaad betreurenswaardig, dat er over het algemeen zoo weiuig opgewektheid ouder onze landge- nootcu in de Vereeuigde staten hcerscht, orn tot een goed doel werkzaam, om voor elkander wezenlijk nuttig te zijn. Met wei nige uitzonderingen, schijnt ieder hier voor zich zelven te leven cn zich over het lot van anderen weiuig of niet te bekommeren, en wij meenen de oorzaak daarvan alleen aan gebrek aan eens gezindheid, of ook vaak aan jalouzieover de meerdere welvaart, welke de een boven den ander geniet, te moeten toeschrijven. Voor zoo ver onze opmerking strekt, kennen wij in dit land slechts ééue instelling, welke van vele der niet godsdienstigen met tamelijke eensgezindheid hare offers erlangt, en deze zijn die, welke uitgestort worden op het altaar van Bacchus." Benoemingen en besluiten. Bij Zr. Ms. besluit vau 22 dezer is beuoemd tot officier van justitie bij de arrondissements-regtbank te Middelburg, jhr. mr. C. J. van Nispen tot Pannerden, thans substituut-officier bij de regtbank te 's Hertogenbosch. Bij koninklijk besluit van den 19 dezer is benoemd tot mede-commissaris van het grootboek der nationale schuld de lieer mr. J. J. Splitgerber. Aecrologie. Op den 18 dezer overleed te lloogeveen, in ruim Sijarigen leeftijd, de heer G. Meijer, luitenant-kolonel kommandant der alclceling dienstdoende schutterij vau Dreuthe, ridder van de militaire Willemsorde 4de klasse. Te Hasselt-, provincie Overijssel geboren, trad hij in 1789 als 1 kadet in dienst bij het regement Waterloo, en was tot vaandrig I opgeklommen toen de omwenteling in 1795 uilbrak. Getrouw aanhanger van het huis van Oranje, verliet hij met den stadhou der het vaderland en nam met het bataillon grenadiers van den iuitenant-koloriel van Teugnagel deel aan verschillende gevech ten. Daarna de dienst verlaten hebbende, hield hij zich meestal op in het Bentheimsche en bekleedde te Ulsen de betrekking van maire. In 813 door de hannoversch-bentheimsche regering tot. kommandant der provisionele landweer benoemd, nam hij een werkzaam aandeel aan de insluiting der vesting Koevorden en ontving kort daarop eene aanstelling als kapitein bij liet 3de bataillon Lauenberg, in dienst van Hannover. In 1814 ging hij weder over in nederlandsche dienst en werd geplaatst als kapi tein bij het 18de en daarna bij het 19de bataillon landmilitie. Bij Waterloo door eeu geweerkogel in den. linkerarm gekwetst, werd hij door den generaal Chassé, bij wiens divisie hij stond, voorgedragen tot ridder van de militaire Willemsorde, die hij dan ook kort daarna ontving. In 1830 tot majoor en komman dant van het 1ste bataillon overijsselsche schutterij benoemd, ontving hij twee jaren daarna zijn eervol ontslag en werd belast met. het tijdelijk plaatskommandemeut. der vesting Hulst, en in 1836 met dat van Middelburg. Den 8 augustus eervol uit de krijgsdienst ontslagen en met den rang van majoor gepensio neerd, ontving hij kort daarna zijne aanstelling als luitenant kolonel, kommandant der drentsche schutterijen bragt zijne laatste levensjaren in kalme rust en in den schoot zijner familie door. Sedert 1840 in die gemeente gevestigd, genoot de eer biedwaardige grijsaard de vriendschap en hoogachting van allen die het genoegen hadden tol zijn verkeer te worden toegelaten. 14 er li- en sclioolnieuws. Op den 17 dezer mogt de geachte ouderwijzer H. Snijder, te Wilhelminadorp, gemeente Kattendijke. het voorregt genieten op zijnen vijf en Iwintigjarigen loopbaan, als zoodanig ter zelf- der plaatse, terug te zien. Menig onverwacht blijk van belangstelling werd hem bij die gelegenheid gegeven, zoo door het hoofd van het plaatselijk be stuur, als door den kerkeraad der hervormde gemeente, eenige zijner vroegere leerlingen en andere notabele ingezetenen. Staten-generaal. Tweede kamer. Zitting van 23 februarij. In deze zitting is ingekomen eene koninklijke boodschap, ten geleide van een ontwerp van wet, betrekkelijk het lager onder wijs, met memorie van toelichting. Verzending naar de afdee- lingen. Zijn ingekomen twee missiven van den minister van buiten- laudsche zaken, eene waarvan strekt ten geleide van het afschrift eener overeenkomst met Mecklenburg-Schwerin nopens de toe lating van consulaire agenten in de koloniën. Beide worden gesteld in handen eener commissie, bestaande uit de heeren Godefroi, ter Bruggen Hugeuholtz, van Hoëvell, Mackay cn Dirks. De voorzit ter deelt mede de namen der rapporteurs, door de afdeelingen beuoemd voor verschillende aanhangige wets-ont- werpen. Het eindverslag is gereed over eenige naturalisatie wetten. Drukken en ronddeelen en beraadslaging op aanstaanden don derdag, des morgens ten 11 ure. Ook zal dien dag, naafloop dier beraadslaging, aan de orde worden gesteld de discussie over de conclusie van het rapport omtrent het iudisch verslag over 1854. De commissie, in wier handen was gesteld het verdrag, met Hannover gesloten, tot aanvulling der vroegere overeenkomst betrekkelijk den sluikhandel op de wederzijdsche grenzen brengt deswege, bij monde van den heer van Nispen van Sevenaer verslag uit, strekkende de conclusie om dit rapport te doen druk. ken en ronddeelen en een afschrift daarvan te verzenden aan den minister van buitenlaudsche zaken. De beraadslaging hierover zal later worden bepaald. De vergadering is daarna tot aanstaanden donderdag ge scheiden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1857 | | pagina 1