MiDDELRURGSCHE
COURANT.
N°- 16.
Donderdag
1857.
5 February.
Tlaitlioninijinijm
Deze courant verschijnt des dinsdags, donderdags en z«tmdog3. Binnen deze gemeente en Vlis-
•ingen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure.
De abonnementsprijs per drie maanden is 3, franco per post f 3,40.
De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgensop den dag der uitgave.
De prijs van gewone advenentien is 22 cent per regel; van huwelijks, geboorte of doodbeten4
makingen enz., van één tot zes regels f 1,50, voor eiken regel daarboven 22 cent.
Buiteugewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen.
Voor elke plaatsing moet 35 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant.
Editie van woensdag avond 8 ure.
FAS BEI RIJKSBESTUL'R.PROVI.VCIALE E.F GEMEEAlTEBESTliREN.
BS c Ei cm! cualiing-.
De burgemeester en wel houders van Vlissingen doen te we
ten, dat door den raad dier gemeente, in zijne vergadering van
den 21 julij 185G is vaslgesteld de volgende
VERORDENING VAN ALÜEMEENE PLAATSELIJKE
POLIC1E IN DE GEMEENTE VLISSINGEN.
(Vervolg.)
Tweede hoofdstuk. Van gemeentegronden
gemeente eigendommen.
Art. 22. Het is verboden, zonder vergunning van burge
meester en wel houders, iels hoegenaamd, in, op, aan of over
gemeentegrond of eigendom te planten, plaatsen, hangen of
bouwen.
Het is verboden op klinkerpaden hout te hakken.
Art. 23. Het is verboden in gemeentegrond putten ie maken
of te delven, zand, graszoden ol andere voorwerpen daaruit te
sicken of te halen, tenzij met schriftelijke toestemming van
burgemeester en wol houders.
Art. 21. Van gemeentegrond mag zonder vergunning van
burgemeester en wel houders geen gebruik worden gemankt,
tot hel leggen of opslapelen van boomen, mest, hout, steen,
kalk, zand of andere materialen, of tol opslag, uitstalling of
berging van goederen.
Bij de vergunning zal de tijd waarvoor en Zullen de voor
waarden waarop die wordt gegeven, worden vaslgesield. Dc
gemeente bouwmeester is bevoegd deze vergunning schriftelijk
voor den tijd van acht dagen toe te slaan.
Art. 25. Die op gemeentegrond voorwerpen legt, stellingen
heeft geplaatst, of in de straten of pleinen eeltige opgravingen
beeft gedaan, zal verpbgt zijn de plaats behoorlijk te verlichten,
ten ware hij van die verpligting mogt zijn vrijgesteld.
Art. 20. Zonder schriftelijke vergunning van burgemeester
en wethouders mogen op gemeentegrond geene goederen te
bieeken of Ie droogen worden gelegd.
Art. 27. Op gemeentegrond mogen geene paarden,runderen,
schapen of eenig ander vee, alsmede hoenderen of ander gevo
gelte, weiden of grazen.
Art. 28. liet is verboden van boomen of planten op gemeen
tegrond staande, lakken te snijden of te plukken, dezelve te
schudden, ontschorsen of te beschadigen.
Art. 29. Het is verboden te paard of niet eenig rij- of voer
tuig op de gaanpaden te rijden, len zij in geval van noodzaak.
Art. 30. Het. is verboden anders dan stapvoets te rijden over
dc bruggen, hetzij te paard of met eenig rij- of voertuig.
Art. 31. liet is verboden binnen den bebouwden kring der
gemeente met vrachten van meer dan 1500 ponden te rijden of
vrachten van meer dan 1200 ponden te slepen.
Art. 32. Voorwerpen, welke niet kunnen worden verdeeld,
zullen echter mogen worden vervoerd, hoe groot hun gewigt
ook zij, doch is daartoe vergunning van burgemeester en wet
houders noodig.
Art. 33. Hel is verboden bij het openen of sluiten van brug
gen, daarop te staan of te loopen.
Art. 34. Het is verboden tegen de touwen of kettingen,
waarmede de bruggen worden opgehaald en nedergelaten, of
tegen de ijzeren staanders derzelve te klimmen, daaraan te han
gen of te slingeren.
Art. 35. liet is verboden aan de sasdeuren te winden of te
draaijen.
Art. 36. Over stadspoorten of afsluitingen is het verboden
te klimmen.
Art. 37. liet is verboden afsluitingen van wegc hef gemeen
tebestuur daargcsteld, te openen of weg te nemen.
Art. 38. De overtredingen der bepalingen in dit tweede
hoofdstuk vermeld, zullen, voor zoo veel bij liet strafwetboek
daarop niet reeds straf is gebeld* gestraft worden
die van art. 26, 33,34, 35, 36 met eene boete van één tot drie
gulden
die van art. 24, 27, 28,29, 30 met eene boete van drie tot
tien gulden
die van art. 22, 23 en 37 met eene boete van drie tot vijf en
twintig gulden, en eene gevangenis van één tot drie dagen, te
zamen of afzonderlijk.
Derde hoofdstuk.Van belemmeringen, straat
schenderijen en onreinheden.
Art. 39. Het is verboden na 10 uren des avonds tot zons
opgang Ie verhuizen of eenig huisraad of andere voorwerpen te
vervoeren, tenzij met toeslemming van den commissaris van
policie, behoudens het bepaalde in het slot van het volgend
artikel.
Art. 40. Bij gebreke van de toestemming bij het vorig artikel
bedoeld, zullen de goederen, welke na 10 uren des avonds tot
vóór zons opgang vervoerd worden, door de policie worden
onderzocht, en onmiddelijk kunnen worden aangehouden, bij
aldicu men zich niet. kan verantwoorden.
Art. 41. Men mag geene meubels of andere goederen op de
straal of op den openharen weg uitstallenalleen op de stoepen
is dit geoorloofd, mits niet hooger dan ééne el.
Art. 42. Gceue voorwerpen van welken aard ook mogen aan
de straatzijde worden uitgehangen op verderen afstand dan
drie palmen van den gevel.
Het uithangen van spionnen wordt van deze bepaling uit
gezonderd.
Art. 43. "Voorwerpen binnen den bij liet vorig artikel be
paalden afstand uithangende zullen op eerste aanzegging van
wege de policie moeten worden weggenomen, bijaldien zij voor
de openbare veiligheid gevaarlijk of de goede zeden kwet
sende zijn.
Art. 44. Het is verboden op de straten of openbare wegen
eenig spel te spelen dat. hinderlijk zoude kunnen zijn of destra-
ten of gehouwen zoude kunnen beschadigen.
Art. 45. Geene wagens, karren, sleden of andere rij- of voer
tuigen mogen gedurende den nacht op de straat of op de open
bare wegen en pleinen vei blijven, zelfs niet bij dag, wanneer
de dooitogt voor rijtuigen of voetgangers daardoor wordt
belemmerd.
Art. 46. Geene bekendmakingen mogen in het openbaar
worden aangeplakt dan op de daartoe van wege de gemeente
bestemde plakborden, of op eigene of gehuurde panden.
Art. 47. Geene aanplakking op de gemeente-plakborden mag
geschieden dan door dc daartoe bij dc wet bevoegd verklaarden
of van wege de gemeente aangestelde personen.
Art. 4-8. Het is verboden aangeplakte bekendmakingen te
bekladden, onleesbaar te maken of af Ie scheuren.
Art. 49. Behalve door de daartoe bevoegde personen mogen
geene bekendmakingen worden omgeroepen en geene stukken,
teekeningen of prentwerken aangeplakt dan na bekomen mag-
tiging der policie.
Art. 50. Het is verboden op de muren, omheiningen, deu
ren, vensters van huizen cn andere gebouwen te schrijven,
plakken of teekenen.
Art. 51. Het is verboden buiten noodzaak aan de huizen of
woningen tescheilen, te ringelen, op de deuren of vensters te
kloppen.de schellen, kloppers, uithangborden ofspionsafle
nemen, af te rukken of te beschadigen.
Art. 52. Het. is verboden de rij- of voertuigen tc beschadi
gen, buiten noodzaak daar achter op te klimmen, op te staan of
aan te hangen.
Art. 53. Het is verboden in het openbaar met sneeuw te
werpen.
Art. 54. Het is verboden in de vesten of havens te zwemmen
of zich tc baden.
Art. 55. Het is verboden haardasch of vuilnis op te halen,
secreten of secreet bakken te ledigen, anders dan op de daartoe
bestemde uren, zijnde des winters 's morgens voor 8 uren en
des zomers 's morgens voor 7 uren voor den beer, en voor 12
uren voor de asch en vuilnis.
De ruimers der secreten zullen niet vermogen te werken voor
tien uren des avonds, in dezes wintermaanden, en voor elf uren
in dezes zomermaanden, ook zal zulks niet langer dan tot vier
uren in den inoriren mogen plaats hebben.
De eigenaars of huurders der huizen of gebouwen van welke
de secreten geruimd worcleu, zijn verpligt, hunne gebaren der
drie naast aangrenzende gebouwen, daags te voren, daarvan
kennis te gevenzij zuilen niet mogen toe aten of gedoogen,
onder eenig voorwendsel, dat het nachtwerk vroeger beginne
of later eindige, dan hiervoren bepaald is.
Ter plaatse waar geruimd wordt., moet dc eigenaar of huurder
van het huis eene brandende lantaarn doen slellen.
Die zijne secreten laat, ruimen is gehouden voor het aanbre
ken van den dag te laten vegen en schoon schuren, dat ge
deelte der straat, hetgeen ten gemelden einde is gebruikt
geweest.
Het is verboden de beer in de £roten of havens te laten loopen.
Art. 56. Onmiddelijk na het ledigen der secreten en vuilnis
bakken zullen dezelve moeten worden ingenomen en de straat
gereinigd.
Art-. 57- De voerlieden en allen die gruis, puin, aarde, zavel,
zand, meslspecie en dergelijke vervoeren, zullen zorgdragen
dat, niets uil de voertuigen op de straat of den openbaren weg
valle of storre, en zal het. gestorte onmiddelijk moeten worden
opgeruimd door den vervoerder.
Art. 58. Het is verboden op de stoepen, straten of pleinen
eenige haardasch, vuilnis of afval te plaatsen, anders dan op de
uren tot het afhalen daarvan besiemd.
Art. 59. Het. is verboden op straat of op den openbaren weg,
in de goten, riolen, vesten, kaaijen of havens, afval van beesten
of visch, bloed, stinkend vocht, afval van groenten, vuilnis en
dergelijke te werpen.
Art. 60. Geene meslfaalten binnen de kom der gemeente
mogen worden aangelegd op onafgeslotene of alleen door ras
terwerk omheinde pleinen of erven buiten den kom der ge
meente wordt zulks alleen toegelaten op 4 ellen afstands ran
den openbaren weg.
Art.. 61. Het is verboden in de havens of vesten beesten tc
verdrinken.
Art. 62. Het, is verhoden op straat of op den openbaren weg
vee te slagten of paarden te rillen.
Art. 63. Gestorven dieren zullen onmiddelijk moeten wor
den begraven.
Art. 64. Her. begraven van paarden of slagtveezal moeten
geschieden onder toczigt der policie en op de door deze voor ta
schrijven wijze.
Art. 65. Het is verboden op de openbare straat of op de
openbare wandelplaatsen binnen de stad te waleren anders dan
in de daartoe bestemde bakken of aan eene natuurlijke behoefte
te voldoen.
Art. 66. Het is verboden de openbare straten of pleinen te
schuren of te schrobben.
l)e stoepen of klinkerpaden mogen niet worden geschuurd,
geschrobd of de glazen gewasschen later dan elf uren des
morgens.
Art. 67* De bewoners en gebruikers, en bij gebreke van deze
de eigenaren of beheerders van gebouwen en erven zijn gebon
den de straat voor hunne gebouwen of erven, te doen vegen en
schoon te houden en op de eerste aanmaning daartoe te doen
wieden, in straten of stegen tot, op de helft der straat, of kaaijen
en grachten tot aan de lijn waar de boomen op geplant zijn, en
op de pleinen ter breedte van 4 ellen van de stoep afgerekend.
Art. 68. De bewoners en gebruikers en bij gebreke van deze,
de eigenaars of beheerders van gebouwen en erven, zullende
goten, voor, achter of bezyden de gebouwen en erven, langs de