MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N0, 14.
Zaturdag
4857.
31 Januarij.
ÖinnrnliutLisrlje tijöingm.
Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en z.iUuiagü. Binnen deze gemeente en Vlie
ringen gescliiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure.
Do abonnementsprijs per drie maanden is 3, franco per post f 3,40.
De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens, op den dag der uitgave.
De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regel; van huwelijks, geboorte ol' doodbekend
makingen enz., van één tot zes regels 7*1,50, voor eiken regel daarboven 22 cent.
Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen.
Voor elke plaatsing moet 35 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant.
Editie van vrijdag avond 8 ure.
Middelburg SO januarij.
In eene plcgtige openbare tereglzitting van het provinciaal
gcregtshof in Zeeland, had gisteren namiddag ten 2 ure de in
stallatie plaats van den bij koninklijk besluit, van 2S december
1856 benoemden raadsheer jhr. rnr. A. W. Snonck Hurgronje.
De heer procureur-generaal ontving, nadat de benoemde
door den lieer griffier was binnengeleid, liet woord. Na herin
nerd te hebben dat de thans vervulde vacature was ontstaan
door het eervol ontslag, aan den heer mr. L. J. van Maanen, die
sedert 1846 als raadsheer zitting had, op zijn verzoek verleend,
trad hij in eene beschouwing van liet regtswezen hier te lande
en de velerlei bedenkingen daartegen beslaande, duchonaan-
gezien welke, en zonder voor alsnog te letten op de mogelijk
heid dat de provinciale geregtshoven worden opgeheven, zoo
als bij bet thans voorgedragen wets-ontwerp op de regterlijke
organisatie is bepaald, het de pligt der leden van het hoogste
regterlijke coliegie in elk gewest blijft, om met onverdroten
ijver voort te gaan in hunnen werkkring.
Spreker bel uigde daarop zijn genoegen dat de ontstane vaca
ture, juist iu dezen t ijd zoo spoedig was aangevuld, te meer daar
de werkzaamheden by dit hol', vooral in criminele zaken, in ver
houding van de bevolking der provincie, vergeleken bij andere
gewesten, veelvuldig mogen genoemd worden.
Dat door 's konings keuze thans de raadsheersplaats is opge
dragen aan den benoemde, die aan het hoofd siond van den door
het hof voorgedragen aanbevelingslijst, is hem dubbel aange
naam, maar hij mag niet ontveinzen dat. bet hem persoonlijk
leed doet aan hel hoofd van het openbaar ministerie bij de ar-
roudissements-reglbank alhier, den man te zullen moeten mis
sen, die liemiu zijne betrekking vaak gewigtige diensten bewees
en zijne taak veel verligt te.
liij herinnert voorts, hoe de openbare loopbaan van den
nieuw benoemde de beste waarborgen oplevert.dat. deze ook in
zijnen nieuwen werkkring met ijver, naauwgezellieid en onpar
tijdigheid zal werkzaam zijn. Sedert 1840 advocaat, werd bij
1enjarel843 benoemd tot. regter in dearrondissements-regt-
bank te Zienkzee. In 1847 door's konings keuze aangesteld tot,
substituut-officier van.justitie bij de alhier gevestigde reglbank,
werd hij in 1853 benoemd tot hoofd van hot parket.
Daarna geschiedde door den heer griffier voorlezing van het.
koninklijk besluit, houdende de benoeming, en van de acte van
eedsaflegging voor dun hoogeu raad der Nederlanden, burger
lijke kamer.
De voorzitter, jhr. mr. A. P. van Doorn, vatte alsnu het
woord op en weuschte den benoemde geluk, terwijl hij hem als
raadsheer geïnstalleerd verklaarde en verzocht zitting te nemen.
De benoemde raadsheer, het. woord bekomeu hebbende, be
tuigde zijne ambtgenooten dank voor de door den voorzitter
gesprokene woorden van welwillendheid, en beval zich in hunne
vriendschap aan. Hij verklaarde zich niet te ontveinzen dat. hij
al liet gewigt besefte van de moeijelijke en gewigtige taak die
hij op zich nam, doch in het vertrouwen dat bij naauwgezelie
pligtsbet rach t ing en eend ragt ige zamenwerking uaar pligt en
geweten, die moeijclijkheden kunnen overwonnen worden.
Ook tot. den lieer procureur-generaal rigtte bij een woord
van dankbetuiging eu aanbeveling, bij de ondervinding, door
hem verkregen, dat overeenstemming tusscheu een regterlijk
coliegie en het openbaar ministerie, niet, alleen groot genoegen
maar ook groot nut voor de regtsbedeeling moet ten gevolge
hebben.
Eveneens sprak hij dc heeren griffier en substituut-griffier loe,
en weuschte ten slotte den heeren advocaten en procureurs,
even als hij hij de aanvaarding zijner vorige betrekking deed, dat
hij en de leden der balie, waartoe hij mot trots herdacht ook
behoord te hebben, nimmer als tegenover elkauder geplaatst
mogten zijn, maar veeleer, als van een verschillend standpunt
de zaken beschouwende tot. bereiking van bet zelfde doel.
De deken der orde van advocaten, mr. Ph. van den Broecke,
beant woordde die toespraak kortelijk, met den wensch dat de
leden der balie bij voortduring bewijzen mogten onderviuden
van des benoemden welwillende gezindheid.
Uit Goes schrijft men ons van gisteren
lieden nacht, omstreeks twee ure ontdekte men te Hein-
kenszand, in het woonhuis van den heer mr. J. C. R. van der
Bilt, lid van de gedeputeerde slaten van Zeeland, brand, die
reeds zoo belangrijke vorderingen had gemaakt dal. de bewoners
slechts met moeite uit bunnen slaap konden gewekt en alzoo
gered worden, alleen met uilzondering van de meid, wier over
blijfselen eerst later onder de puinhoopen jammerlijk verbrand
zijn gevonden.
De woning is geheel vernield, en daar men den brand eerst
laat schijnt ontdekt, te hebben, cn deze met ontzet lende woede
toenam, is er alleen ecne doos met eenige papieren van waarde,
cn overigens volstrekt niets van huisraad of lijfsloebehooren
kunnen gered worden.
De stal en het. koetshuis zijn behouden gebleven. Deoorzaak
van den brand is onbekend. Wij vernemen dat het pand verze
kerd is tegen brandschade bij de Zierikzeesche maatschappij.
Men leest, in het, Dagblad van Zuidholland en 'sGravenhage:
In de zaak van den heer E. C. S., plattelands heelmeester te
Vlissingen, requirant van cassatie tegen een in hooger beroep
gewezen vonnis van de arrondissements-regtbauk te Middelburg,
heeft de beer advocaat, generaal Gregorij, ter tereglziiting van
den hoogen raad van eergisteren, zijne conclusie voorgedragen,
tlij heeftin een breedvoerig betoog bestreden de in de laatste
jaren aangenomen leer van den raad. dat de instructie voor de
plat.tclandsheelmeesters.als niet in het Staatsblad geplaatst of op
eenige andere wijze ter kennis van de ingezetenen gebragt, niet
verbindend is aan te merken. De advocaat generaal heeft, inte
gendeel de verbindbaarheid der instructie volgehouden, zoowel
met het, oog op de letter der wet van 12 maart. 1 SI 8 (staatsblad
no. 16). speciaal art. 7, als in verband met hare geschiedenis,
waarbij bij vooral deed gelden dc omstandigheid, dat de plalte-
laudsheelmeesters op de bedoelde instructie den eed hebben af-
gelegd. Mogt nu al die instructie voor de ingezetenen in het
algemeen niet verbindend zijn, zij is bel, wel voor de platlelarids-
heelmeesters, aan wie elk iu het bijzonder een exemplaar is uit
gereikt., op welke instructie hun eed is afgelegd, en die een ge
volg is van het voorschrift, der wet dat er naar verwijstTot voor.
beeld bragt de advocaat generaal ook bij de instructien voor de
deurwaarders-crimineel, die even min in het Staatsblad zijn ge
plaatst, en desniettemin zeker door de regterlijke collegien als
wettig verbindend worden beschouwd en bij overtreding toege
past. De advocaat generaal heeft dan ook op voorschreven en
andere gronden het. voorgestelde middel van cassatie niet, aan
nemelijk geacht. Hij heeft evenwel tot vernieliging van hel be
klaagde vonnis geconcludeerd, op grond van gemis aan beslis
sing, of in Vlissingen (volgens genoemde wet. met, het. platteland
gelijk gesteld) geen of een, dan wel twee of meer medicinae doc
tores gevestigd zijn, en indien het laatste geval rnogl bestaan
of de requirant. zich al dan niet, bij eeuc eerste behandeling dei-
inwendige ziekten heeft, bepaald, en mitsdien lot verwijzing dei-
zaak naar liet hof van Zeeland. De uitspraak is bepaald op den
11 februarij.
De liooge raad der Nederlanden (kamer van strafzaken)
heeft, den 28 dezer uitspraak gedaan in de zaken van1. M. van
Lcyen, huisvrouw van J. Schaap, en 2. A. Notelaar, wed. van
J. de Bock, beide ter zake van vergiftiging door luciferskoppen,
respectievelijk door de hoven vau Gelderland en Zeeland tot de
doodstraf verwezen. De raad heeft liet beroep van beide per
sonen verworpen en mitsdien de arresten van de hoven van
Gelderland cn Zeeland bevestigd.
Men schrijft uit Sluis:
Mogten èu de kantwerkschool èn hare ijverige directrice
zich onlangs verheugen door de ontvangst van prachtige ge-
scheuken van H. M. de koningin, het is ons aangenaam tc
kunnen vermelden, dat ook H. K. H. prinses Frederik der Ne
derlanden de genoemde school begiftigd heeft met eene som van
honderd gulden, zoowel als blijk van hoogslderzelver belang
stelling iu deze weldadige iurigting als ter aanmoediging op den
ingeslagen weg.
Bij de jl. dingsdag te Hulst plaats gehad hebbende herstem
ming voor twee leden van den gemeenteraad tusschen de heeren
mr. F, van Dei use, N. F. Verdunnen, L. J. F. van Waesberghe
en F. H. Stuobe is gebleken dat. ingeleverd zijn 104briefjes met
189 stemmen. Hiervan bekwamen de heeren L. J. F. van Waes
berghe, 58. mr. F. van Deinse, 46, F. H. Stubbe, 44 en N. F.
Verdunnen, 41 stemmen; zoo dat de eerste twee tot leden ver
kozen zijn.
X Het is bekend in welk een treurigen toestand zich de
Maarschappij van weldadigheid bevindt,. Onlangs meldden ons
de dagbladen dat die toestand van dien aard was. dat de maat
schappij weldra in staat, van kennelijk onvermogen zou worden
verklaard. Dit berigt zou zich zeker reeds bevesl igd hebben, zoo
zich in het geval der maatschappij niet eene zonderlinge om
standigheid had voorgedaan. Volgens art. SS3 van het wetboek
van burgerlijke regtsvordering kan het kennelijk onvermogen
alleen blijken in de daar opgenoemde gevallen. Dat, hetwelk
voor de Maatschappij van weldadigheid zon moeten gelden,
eischt dat. zij gelijktijdig door onderscheidene schuldeischers
wordt vervolgd, eu nu doet zich het. vreemde verschijnsel voor
dat geen der crediteuren van de Maatschappij eene vervolging
insteltzoo lang dit niet geschiedt kan de Maatschappij uiet in
staat van kennelijk onvermogen worden verklaard.
Uit 's Hage schrijft men onder daglcekening van 27 dezer
aan de Utrechlsche courant
Men verliest zich in gissingen nopens de oorzaak van het
plotseling ontslag vau den secretaris-generaal van justitie, die,
naar men zegt., met de voorbereidende maatregelen ten deze
geheel onbekend was, en zeer onverwacht hel berigt ontving
dat bij ontslagen was.
Tevens kan ik n melden dat zijne exc. de minister van justitie
onder dagteekening van den 16 dezer, eene circulaire heeft ge
zonden aan de verschillende commissien van adminislratie en
toezigt over de onderscheidene criminele en correctionele ge
vangenissen, de huizen van arrest en bewaring, waarin zijne
exc. eene naauwkeurige opgave verlangt van hetgeen de erva
ring van gemelde commissien heeft geleerd ten opzigte der
nadeelige invloeden betrekkelijk de gezondheid en het zedelijk
gedrag enz. der gevangenen, welke kunnen worden toegeschre
ven aan het penitentiair systeem, het welk in de onderscheidene
gevangenissen is in toepassing gebragt. Dc minister wenscht
deze opgave te kunnen raadplegen, bij de hoogst belangrijke
vraag der strafwetgeving, of het. cellulaire stelsel, dan wel dat
van gemeenschappelijke opsluit ing in liet. algemeen de voorkeur
verdient., eu of in het een of audei belangrijke wijzigingen dooi
de ondervinding geleerd worden noodzakelijk te zijn. Zijne exc.
zou, uiterlijk vóór 15 februarij eerstk., die antwoorden met be
langstelling te gemoet zien.
De Tijd deelt, mede dat.de congregatie van inquisitoren tegen
de //kettersche dwaling in het, christendom," op den index der
verboden boeken heeft geplaatst een herderlijk schrijven van de
jansenisten hisschopen" in Nederland tegen het. leerstuk der
onbevlekte ontvangenis, ten vorigen jare te Utrecht bij J. A.
van Woesleuberg afzonderlijk uitgegeven.
In Limburg bestaat, nog het overoud gebruik om hun, die
zich in tweede huwelijk begeven, eene soort van charivari te