öuitmlrtttöscljc tijïrtngm.
van het schip; Schields, 1ste stuurman, Daniel Reed, scheeps
kok, John Scot, passagierskok, John Andreson, Alfred Aspi-
goiue, Charles Anderson,John Dalton,Edward Brown,Christian
Rash, Simon Kuil, James Cunningham, alle matrozen; voorts
de passagiers Walter Mackay, Dirk Anderson, G. Wijnfell, K.
Acmalak, A Killay, Martin Dabent, A. Walsen, G.Fensinck,H.
J. Telslaa en C. J. Verhorst. In het gehee} zijn alzoo bij deze
ramp vermoedelijk omgekomen 84 personen, zijnde 6 van de
bemanning en 78 van de passagiers."
ESenoemingen en toesluiten*
Bij besluit van 7 dezer, heeft Z. M. goedgevonden aan jhr.
mr. E. van Meeuwen, op zijn verzoek, eervol ontslag te verlee-
nen als commissaris des konings in het hertogdom Limburg,
onder dankbetuiging voor de trouwe diensten in die betrekking
aan den lande bewezen.
Bij Zr. Ms. besluit van den 31 augustus, zijn de navol
gende opper- en hoofd-officieren op pensioen gesteldC. A.
Oudemans, gener-maj., kommand, van de 4de brigade inf., te
vens belast met het provinciaal kommandement van Gelder
land, Utrecht en Overijssel, adƒ2400; E. A. Alings, luit.-
kölon. bij het 3de regem. inf., ad ƒ1500.
Z. M. heeft bij besluit van den 3l augustus goedgevon
den 1. te benoemen: bij het wapen der inf., tot geneivmaj.,
kommand, cler 3de brigade inf., tevens belast met de funetien
van provincialen kommand, van Friesland, Groningen en Dren
the, den kolen. J. J. van Muiken, kommand, van het Ode regem.
inf.; bij het 1ste regem., tot maj. den kapit. der lste klasse J.
Baptist, van het Sste regem. van het wapenbij het 2de regem.,
tot kapit. van de 3de klasse den lsten luit. C.van 't Westeinde,
van het 6de regem. inf.; bij het 3de regem., tot lsten luit. den
2d en luit. G. F. F. A. Mol linger, van het korpsbij het 5de
regem., tot maj. den kapit. der lste klasse A. P. Luppus, van
liet 7de regem. van lietwapen; bij het 6de regem., tot kommand-
van het korps den luit.-kolon. W. J. Knoop, van het Sste regem.
van het wapen, en tot luit.-kolon., den maj.C. IJske, van het
fide regem. juf.bij het. 7de regem., tot kapit. van de 3de klasse
den lsten luil.adjud. R. M. Francken, van het 3de regem. van
het wapenbij het 8ste regem., tot luit.-kolon. den maj. J. L.
Ver Burg, van het lste regem. inf., en tot lsten luit. den 2den
luit.. F. G. Scharp, van het korps; en 2. te benoemen, tot kom
mand. van de 4de brigade inf., tevens belast met de funetien
van provincialen kommand, van Gelderland, Utrecht en Over
ijssel, den gener.-maj. M. baron van Geen, Zr. Ms. adjud. in
buitengewone dieust, kommand, der 3de brigade inf., tevens
belast met de funetien van provincialen kommand, van Friesland,
Groningen en Drenthe, van welke betrekking hij mitsdien eer
vol wordt ontheven.
Door Z. M. is tol kommandeur der orde van de Eiken
kroon benoemd, de luitenant-kolonel van den generalen staf»
jhr. E. A. O. de Casemhroot, buitengewoon adjudant van Z. M.
en gouverneur van Z. K\ li. den prins van Oranje, en tot ridder
dier orde. de lste luiieuant van het 5de regement infanterie,
jhr. J. F. W. de Geer, ordonnans-officier van Z. M., toegevoegd
aan Z. K. H. den prins van Oranje.
BSymstena en weiemselaaiDpen.
De afdeeling letterkunde der Koninklijke akadeinie van we-
1 enschappen te Amsterdam hield, na de vaeantie, jl. maandag
hare eerste gewone zitting, welke werd bijgewoond door de
lieeren J. Bake, H. J. Koenen, L. J. F. Janssen, J. H. Scholten,
A. Rutgers, G. li. M. Delprat, J. Bosscha, H. C.,Millies, F. C.
de Greuve, L. Ph. C. van den Bergli, C. Leemans, J. G. llulle-
man, J. de Wal, J. van Lennep, T. Roorda, C. W. Opzoomer,
R. C. Bakhuizen van den Brink, W. J. A. Jonckbloed en S,
Karsten.
Van de natuurkundige afdeeling waren tegenwoordig de hee-
ren D. Bieren de Haan, VV. Vrolik en F. J. Stamkart.
Na de lezing en goedkeuring der notulen heeft de heer Rut
gers verzocht dat het hem vergund werd, om voor het weten-
schappelijk onderhoud over zijne verhandeling en die van den
lieer Janssen over //Tabulse EugubinEe" een geschreven mede-
deeling des wege te mogen doen. Dit verlof werd verleend,
De secretaris las daarna het rapport voor der commissie, za-
mengesteld uit de lieeren van Lennep, dè Vries en Koenen, be
last om verslag uit te brengen over het voorstel van den heer
W. Vrolik, tot het drukken van het werk van mr. Q,. deFlines,
medeschrijver van het woordenboek van scheepstermen, over
de nederlandsche synonyma, met aanteekeningen van mr. W.
Bilrlerdyk, hetwelk onlangs door de akademie op eenc openbare
verkooping was gekócht. Het rapport concludeert om het
voorstel niet aan te nemen, vermits het werkje noch dekanttee-
keningen tot uitgave geschikt zijn, maar dat. het verdient aan
bevolen te worden, als uitmuntende bouwstoffen bevattende
voor hen, die zich met de studie der nederdiijtsche taal bezig
houden, en tevens om den lieer Vrolik dank te zeggen dat hij de
boekerij der akademie met dit belangrijk handschrift heeft ver
rijkt. Daarna heeft de heer de Greuve tot vervulling zijner
spreekbeurt eene bijdrage voorgelezen, bevattende eenige op
merkingen over de vraag: of de wijsbegeerte eene wetenschap
is De heer Opzoomer wederlegde eenige der door den spreker
geopperde denkbeeldendaaruit ontstond eene wetenschappe
lijke discussie, waaraan, behalve deze heeren, ook de heer Schol
ten deel nam. De bijdrage van den heer de Greuve zal in de ver
slagen en mededeelingen worden opgenomen.
Na de pause heeft de heer Rutgers het woord opgevat tot
wederlegging van de verhandeling des heeren Janssen tegen de
door spreker vroeger gehouden en in de werken der akademie
opgenomen verhandeling over de Tabulrn Eugibinee." Hij zou
heden echter slechts de bedenkingen tegen de innerlijke bewij
zen door hem over de onechtheid der //Tabulse" aangevoerd, be
handelen en in eene volgende vergadering het geschrift van den
heer Janssen uitvoeriger wederleggen. Hij betoogt dat de aan
halingen uit zijne verhandeling door den heer Janssen overge
nomen, door dezen altijd zijn verminkt, zoo dat de daarop ge
gronde redenering en argumentatie is niet opregt, onbillijk en
onjuist. Hij zegt.vérder dat de heer Janssen in zijne aanhalin
gen niet gelukkig is geweest en aan zijne woorden verkeerde
beteekenis heeft gegeven, hetgeen niet edelmoedig is. Wijders
zegt hij dat de conclusie van den! heer Janssen eenigermate
voorbarig en onregtvaardig is, vermits vele argumenten van
spreker zijn weggelaten of niet wederlegd. In eene volgende
vergadering zal hij over andere deelen van het geschrift des
heeren Janssen het woord voeren, waarin zijne verhandeling
nog erger is mishandeld. De heer Janssen heeft kortelijk geant
woord en alleen gezegd, dat zoo hij de aanhalingen minder juist
had overgenomen, dit zonder opzet was geschied; zijn doel met
zijn geschrift was niet geweest om het stuk van den lieèr Rut
gers te ontleden, maar slechts enkele zijner bewijzen te weder
leggen. In eene volgende vergadering zal hij evenwel breedvoe
riger den heer Rutgers beantwoorden. Het stuk heden door
dezen heer voorgedragen, zal in de verslagen en mededeelingen
worden opgenomen, zonder het oordeel der commissie van re
dactie af te wachten. De heer Leemans zegt dat hij vroeger
door den heer Rutgers was overtuigd van de onechtheid der
//Tabulm EugibinEe," doch dat later twijfel hij hem was ontstaan
en dat zijn onderzoek hem geleid had om de denkbeelden van
den heer Janssen tè omhelzen.
Na eenige woordenwisseling heeft de lieer Leemans, op uit-
noodiging van den heer Rutgers, de ontwikkeling zijner aan
merkingen tegen diens geschrift, tot eene volgende vergadering
uitgesteld. De heeren de Wal en Bakhuizen van den Brink ver
zoeken dat het wetenschappelijk onderhoud over de bijdrage
van den heer Koenen, betreffende den duitschen rijksban uit
gesteld worde tot eene volgende vergadering. Aldus is besloten.
De heer Janssen heeft vervolgens, naar aanleiding van een
prospectus, hem dezer dagen ter hand gekomen, eener geopende
inteekening op het handschriftDomburgsche oudheden,"
van H. Cannegieter, uit te geven door het Historisch genoot
schap, gevestigd te Utrecht, eenige mededeelingen gedaan. Hij
deelt niet in de meening van het genootschap, dat het werk van
Cannegieter slechts uitgegeven moet worden zonder omwer
king, hetgeen hij nadeelig voor de archaeologiscJie wetenschap
acht. Hij verwijst naar zijne voorrede voor een door het
Zeeuwseh genootschap der wetenschappen uitgegeven werk
over de beelden en gedenkteekenen van Zeeland. Hij acht de
hier bedoelde uitgave minst genomen onnoodig. De heeren Lee
mans eh Bakhuizen van den Brink wenschen dat de akademie
duidelijk en publiek hare afkeuring dezer uitgave kenbaar make;
de laatste doet dit te meer daar hij in zijne betrekking ondervin
ding heeft dat het Historisch genootschap wel meer onbeschei
den handelt. Hij wenscht dat de akademie aan het genootschap
doe kennen, dat zij na het hooren van de mededeelingen van
een harer leden, waarvan zij bereid is aan het genootschap ken
nis te geven, de uitgave stellig afraadt, als geheel onnoodig en
niet beantwoordende' aan de tegenwoordige eischen van de
wetenschap. Na eenige woordenwisseling tusschen de heeren
Koenen, Leemans, van den Bergh, de Wal en den voorzitter,
is besloten om aan liet Historisch genootschap in dien zin te
schrijven.
Aan de akademie is aangeboden een exemplaar van een werk
van den heer J. Bake, de twee eerste no. van een door de heeren
Bakhuizen van den Brink en van den Bergh uitgegeven tijd
schrift. De heer van Lennep bood toen handschriften aan van
Bilderdijk en de heer Jonckbloed een exemplaar van zijne uit
gave van: //Heintje de Vos." Daarna is de vergadering gesloten.
Ms&jvnaae eau Seg-ey.
Uit Nieuwediep schrijft men ons onder dagt'eekening van
7 dezer:
f Volgens de laatste berigteu uit Oost-Indien over South
ampton, dd. 8 ju lij, had Zr. Ms. stoomschip Amsterdam,
komniandant de kapitein-luitenant ter zee A. A. de Vries, na
en droog clok van Rembang naar Onrust- te hebben gesleept,
order gekregen om zich dadelijk gereed te maken voor eei j
kruistogt langs de Balineesche kust, als zijnde van daar ver
ontrustende tijdingen van zeerooverijen ontvangen.
Met kracht wordt dagelijks gearbeid aan de betimmering
van Zr. Ms. linieschip ICortenaer, hetwelk met 1 oeto.ber
moet gereed zijn om de adelborsten op te nemen en tevens voor
wachtschip te dienen. Niets wordt gespaard om het verblijf
voor deze jongelieden doelmatig en gerijfelijk tevens te doen
zijn. Zóó betimmerd gelijk dit prachtige vaartuig thans is, zou
het te betreuren zijn geweest wanneer het overeenkomstig een
vroeger plan aan slooping ware blootgegeven.
Engeland*
Londen 5 september. Men wil weten, dat H. M. voornemens
is om den sultan van Turkije tot ridder van den Kousenband
te benoemen. The globe, die dit gerucht vermeldt, noemt het
wel voorbarig, doch spreekt het niet bepaald tegen.
Nopens het failleren der Royal british bank verneemt men
nog, dat wel deschuldeisehers ten volle zullen worden voldaan,
maar dat de aandeelhouders, behalve het verlies der 150,000
waarmede de bank werkte, nog veel van de verder ingeschre
ven 150,000 zullen moeten bijpassen.
Ongeveer anderhalf jaar geleden besloten de kiezers van
Sheffield tot het oprigten van een gedenkteeken voor den lieer
Roebuck, als blijk van erkentelijkheid voor de ijverige en moe
dige wijze, op welke hij zich steeds in het parlement heeft ge
dragen. Dat gedenkteeken is den 4 dezer, in tegenwoordigheid
van dien volksvertegenwoordiger plegt.ig ingewijd, waarbij de
burgemeester der stad liet voorzitterschap bekleedde. Naardien
de inschrijving veel meer had opgebragt dan voor het monument
gevorderd werd, bleven er 1100 guinjes over, welke den heer
Roebuck als geschenk aangeboden zijn en die hij zonder eenige
aarzeling heeft aanvaard. In zijne bij deze gelegenheid uitge-
sprokene redevoering zeide hij, onder anderenIk geloof,
mijne heerendat de tijd nabij is op welken de groote nationali
teiten van Europa als een eenig man tegen de onderdrukking
der despotieke regeringen zullen opstaan, welke thans op haar
drukt. Bereidt u op die verandering voor. Gij zult aan de wereld
het voorbeeld geven door uwe volharding in wel te handelen,
door uwe gehechtheid aan de wet, door uwe zelfregering gjj
zult toonen dat in de vrijheid geen gevaar ligt en dat er voor de
menschheid geen heil dan in de vrijheid bestaat." Deze betee-
kenisvolle woorden werden door de bevolking van Sheffield
sterk toegejuicht.
De generaal Chesney is als commissaris der maatschap
pij voor den aanleg eener spoorbaan in het dal vandenEuphraat
eergisteren in gezelschap van sir J. M. Neill en een aantal in
genieurs naar IConstantinopel vertrokken, om van den sultan de
concessie voor den aanleg te erlangen, waarvoor de eerste stap
pen reeds zijn gedaan tijdens het bezoek van den groot-vizier in
Engeland. De heer Chesney moet op zijne onderneming de goed
keuring der britsche regering en de belofte van alle mogelijke
ondersteuning hebben verworven.
The times zegt dat de berigten uit de onderscheiden dee
len van het Yereeuigd koningrijk thans allen grond geven om
een ruimen graanoogst te verwachten.
"Volgens The globe staat de poging der Russen om het
Slangen-eiland bezet te houden, in het oog van het gouverne
ment, nagenoeg gelijk met een aanval op IConstantinopel.
De toon van dit artikel en die van The morning-post, mede
een orgaan van het kabinet, gepaard aan de houding der fran-
sche dagbladpers, doen denken dat de zaak van het Slangen
eiland door het fransche gouvernement niet even zoo als door
het engelsche beschouwd, althans niet zoo hoog opgenomen
wordt.
Uit Mexico verneemt men, dat de wetgevende magt be
sloten heeft de slavernij af le schaffen en dat de president der
republiek, generaal Comonfort, met iederen dag meer in de
volksgunst rees. Een misverstand tusschen zijn ministerie en
het congres, ten gevolge van eenige benoemingen, was spoedig
weder uit den weg geruimd.
14 va sl&mï.
Moscou 30 augustus. Gisteren (en dus uiet den 30) heeft de
plegtige inlogt des keizers plaats gehad. Het feest was aller-
luisterrijkst uiet alleen maar zeer indrukwekkend en gaf al het
trotsche terug, dat men sedert eeuwen zoo te regt aan Rusland
toekent. In den vroegen morgen was het ongunstig weder en
viel er een fijne en doordringende vegen, zoodat men bevreesd
was, dat de plegtigheid zou hebben moeten worden uitgesteld.
Later herstelde zich echter het weder en alles was spoedig op
de been om de plaatsen iu te nemen, ten einde den stoet voorbij
te zien komen. Alle straten waren met vlaggen, bloemen en
groen versierd. Ten 12 ure op den middag schaarden zich de
troepen in. bataille langs de geheele uitgestrektheid waar de
stoet langs moest gaan. Onder de officiële menigte personen