Bretïföingcn. Berlijn '18 augustus. Prins Frederik der Nederlanden is he den te Sanssouci aangekomen en vertrekt ten spoedigste naar Swinemunde, om zich van daar aan boord van de A m a 1 i a naar St. Petersburg te begeven. Men leest in een onzer dagbladen, dat de russisehe rege ring een aanzienlijk daggeld heeft uitgeloofd aan duitsche werklieden, welke zich naar de Krim willen begeven, 0111 aan het herbouwen van Sebastopol mede werkzaam te zijn; dat de uitbetaling van dit daggeld zal plaats hebben van het oogen- blik, dat zij de reis zullen aanvaarden, en dat verscheidene in gezetenen van Pommeren zich voor die dienst hebben laten aannemen. In Genève zijn allerlei geruchten in omloop nopens de gelijktijdige aanwezigheid aldaar v,an de drie diplomaten, graaf von Nesselrode, lord J. Russell eu de graaf Walewski. De beide eerstgenoemde bewonen het zelfde hotel. Men wil hierin geen toeval zien, en geeft aan deze bijeenkomst op neutralen bodem, een politiek karakter. ffVanlkBriijli. Parijs 18 augustus. De porte heeft aan al hare gezanten eene circulaire gezonden over de kwestie van de vereeui- ging der vorstendommen Moldavië en Wallaehye. Men ver zekert dat daarin de kwestie grondig is behandeld en dat de slotsom is, dat de porte zich tegen de vereeniging verklaart. Volgens dit officieel stuk is de kwestie van de binneulandsche organisatie geheel van het vraagstuk der vereeniging afgeschei den en kan deze laatste kwestie alleen door de onderteekenaars van het vredesverdrag worden beslist, zonder daaromtrent de bevolking der vorstendommen te raadplegen. Eerstdaags zal te Lyon de openbare behandeling aanvan gen van een regtsgeding tegen een aantal personen, die beschul digd worden van deelneming aan een geheim genootschap en aan eene zamerizwering, ten doel hebbende om in Parijs en Lyon gelijktijdig eene oproerige beweging te beproeven. Een bij het Journal des débats ontvangen schrijven uit Berlijn van 13 dezer zegt: //Onze officieren, die de bewegin gen der russisehe troepen in Azie plegen na te gaan, merken op dat die mogendheid naar den kant van Khiwa verbazende vor deringen maakt. Volgens geloofwaardige opgaven is het gan- sehe meir van Aral met zijne kust thans in het bezit van Rus land; zes gewapende en met mariniers bemande schepen zijn meester van die zee, welke voor Rusland van groot belang is, zoo lang liet zijn plan om Khiwa en Bokhara te veroveren niet laat varen." L'univers berigt thans ook dat een romeinsch prelaat, de prins Chigi, zich naar Ruslaud zal begeven om den keizer bij diens krooning de gelukwenschen van den paus over te bren gen. Verder zegt dat kerkelijkgezinde blad: Het begin dei- regering van keizer Alexander II heeft blijde verwachtingen opgewekt, wier verwezenlijking zich nog laat wachten; het be wijs van iieuschheid hetwelk in de zending van mgr. Chigi gele gen is, geeft hem eene schoone gelegenheid om ze alsnog le ver vullen. Wij wenschen van harte dat die zending rijke en duur zame vruchten moge dragen. Volgens onze brieven uit Rome van den 7 dezer zou de prelaat eerst over eenige dagen vertrek ken, en moest hij zijne reis zoo inrigten, dat hij Moscou eerst bereikt na den afloop der krooning: dit is zoo zeer eene plegtig- heid van godsdienstigen aard, dat zij door eenen gezant van het hoofd der kerk niet kan worden bijgewoond. De russisehe gezant te Rome, de lieer von Kisseleff, is per soonlijk jegens de katholieken niet kwalijk gezind; maar het stelsel, waaraan ook zijne handelingen ondergeschikt zijn, is minder inschikkelijk dan hij. Onder de zaken die tusschen hem eu den kardinaal staatssecretaris behandeld worden, behoort nog altijd de vervulling der sedert lang openstaande bisschops zetels iu Polen. Het russisehe gouvernement verlangt, naar men zegt, dat al de tien zetels gelijktijdig worden bezet; en dit is eene onoverkomelijke moeijelijkheid, zoo lang de keizer geene l ijst vau te benoemen personen doet aanbieden, welke door den paus in haar geheel, zonder tegenbedenicing kan aangenomen worden." Blijkens eene mededeeling in den Moniteur blijft keizer Napoleon voornemens ora de uiterste wilsbeschikkingen van zijnen oom nog zoo veel doenlijk tea uitvoer te leggen: Z. M. heeft bepaald dat aan ieder van de zes en twintig departemen ten vau Frankrijk, die in het testament van Napoieon I bedacht zijn, al dadelijk 50,000 francs uit de openbare geldmiddelen uit gekeerd zal worden, terwijl ook weder eene som daaruit beschik baar is gesteld tot ondersteuning der oude krijgslieden van het eerste keizerrijk, welke de dringendste behoefte aan onderstand hebben. Een alhier ontvangen telegrafisch berigt uit Marseille van gisteren avond luidt aldus //De Indus is alhier aangekomen met berigteu uit het Oosten van den 11 dezer. Het Journal cle Constantinople vermeldt, dat de gouverneur van Erzerum den 25 julij officieel is uitge- noodigd weder bezit van Kars te nemen. Dat zelfde blad klaagt ov er de vertraging welke de ontruiming van het Slangeneiland en de aankomst van den heer von Bout enieff, den russischen minister, ondervinden. La presse verzekert dat eene uit St. Petersburg ontvangen depeche de kennisgeving der troons bestijging van keizer Alexander II als nabij aankondigt. De eugelsche flottilles zullen tot het einde van september in de Zwarte zee verblijven, dan eerst zal liet eskader van den admiraal Lyons in de Middelianclsche zee terugkeeren. De stoomboot Lyonnais, onder bevel van kapitein Magnan, is, na stoutmoedig de ijzeren deuren van den Donau nabij Orsowa te zijn doorgevaren, wegens den snellen stroom en ge brek aan water op het drooge geraaktzulks heeft echter geene ernstige gevolgen gehad en alles is gered. De fransche maat schappij, welke proeven van scheepvaart had gedaan, heeft ver lof bekomen eene dienst op de Pruth en op de Sereth te vesti gen. De generaal Pariset zou Konstantinopel den 14 dezer verlaten. Men zegt dat het ministerie in verlegenheid is geraakt cloor het vraagstuk der vorstendommen. Naar men zegt, heeft de russisehe regering aan Frankrijk eene schadeloosstelling vau 400,000 francs gevraagd voor de aan het paleis der ambas sade aangerigte schade. Vorst Gortschakoff heeft den groot vizier de aanstaande komst van den heer von Boutenieff aange kondigd, in stede van daarvan den minister van buitenlandsche zaken te verwittigen; zulks heeft eenige sensatie gemaakt. //Perzie bevindt zich in een weinig voorspoedigen toestand. De ziekte in de druiven en onder de runderen rigt daar schrik kelijke verwoestingen aan. De twee vruchtbaarste provinciën van het rijk behooren hetzelve weinig meer dan in naam toe. Rusland exploiteert die en men legt het mede ten laste het oog gevestigd te hebben op Kliiva. Talrijke ingenieurs zijn naar dat land gerigt, naar men zegt met doel om langs dien weg eene overrompeling van Perzië voor te bereiden. De schacli zal zich te Parijs door Feroukh-khan doen vertegenwoordigen. //Tijdingen uit Athene van den 13 dezer houden iu, dat de roovers, ontsteld door de omtrent hen genomen maatregelen het grieksche grondgebied verlaten en over de noordelijke gren zen naar Turkye uitwijken. Het ministeriele dagblad Espérance deelt als zeker, doch niet officieel, mede, dat de geallieerden Griekenland den 17 dezer zuilen ontruimen. //De Abkar van Algiers voegt bij de reeds beleende bijzonder heden betreffende het gevecht, dat- door prins Adalbert van Pruissen tegen de riff-roove'rs gevoerd is, dat de prins twee uren lang heeft gestreden en de zeeroovers door schrootvuur en met de bassen groote verliezen heeft toegebragt. De Akbar roept de tusschenkomst van Frankrijk in, daar Marokko niet magtig genoeg is om deze rooverijeu te beteugelen." ISelgie. Brussel 18 augustus. Aan L'inde.pendance beige wordt uit Parijs geschreven, dat de regering, alvorens de benoeming van den maarschalk Pélissier tot hertog van Malakoff. door den Mo niteur bekend te maken, de denkwijze van het russisehe hof daaromtrent gepolst heeft en .dat eerst tof. de definitieve afkon diging is overgegaan, toen een bevredigend antwoord van kei zer Alexander ontvangen was. Men verzekert dat de heer von Kisseleff, russisch gezant bij het kabinet der Tuillerien, den 20 der volgende maand, on- middelyk na de kroouing van keizer Alexander, te Parijs ver wacht kan worden. Met betrekking tot de fusie Bourbon-Orleans wordt, uit Parijs aan Le nord het volgende geschreven: Onlangs meldde ik u dat het tijdstip, bestemd voor de openbaarmaking van het manifest van den graaf van Parijs, de 24 dezer maand was, en dat onmiddelijk na afkondiging de graaf van Chambord een do cument zou uitvaardigen, om de prinsen van Orleans,die defusic hadden aangenomen, in mora te stellen, zich categorisch le ver klaren tusschen de reglen van hen, die zij als het hoofd van het huis Bourbon hebben erkend, en de eischeu van den erfgenaam der hertogin van Orleans, Thans verneem ik dat de ex-koningin Maria Amelia, de openbaarmaking van het. manifest des graven van Parijs ongaarne ziende, de hertogin van Orleaus bij zich zou hebben doen ontbieden, om eene laatste poging te doen tot. het beletten dier openbaarmaking. De heer Mallac moet, in naam der fusie-partij, de ex-kouingin gesmeekt hebben dien stap bij hare schoondochter te doen. De uitslag van liet onder houd van de twee vorstinnen is nog niet bekend." De koning en de leden van de vorstelijke familie bevinden zich thans in Antwerpeu ,waar het nationale feest mist grooien luister wordt gevierd. Dc geheele stad is niet groen en ylaggen versierd en allerwegen zijn, zoo van stadswege, als voor reke ning van bijzondere personen, eerebogen en andere decoratien van dien aard opgerigt. Zondag omstreeks elf ure is de koning onder het lossen van salvo's uit het. geschut, aangekomen.Z. M. heeft zich in piegfigen optogt begeven naar het stadhuis, waar voorbij hem zijn gedefileerd een groot aantal vereenigingen van zangers, van schutters en wat des meer zij, gevolgd door de burgerwacht der stad. Daarna iseenpleglig te Deum gezongen op de place de Meir. bij welke gelegenheid de dienst is verrigt door den kardinaal aartsbisschop van Mschelen.Ten twee ure heeft de koning de overheden ten gehoore ontvangen en in de eerste plaats de leden van het gemeentebestuur. Op de toespraak van den bur gemeester, den heer Loos, heeft de koning geantwoord, dat hij altijd met belangstelling het oog op de stad Antwerpen heeft gehouden; dat hij de diensten kent, welke door haar aan het land zijn bewezen, eensdeels door den handelsstand, doch anderdeels door de menigte daar gevestigde beroemde kunste naars, en hij die diensten nooit zal vergeten. Z. M. heeft de aandacht gevestigd op den toestand van Ant werpen, zoo als die was, nu vijfentwintigjaren geleden, toen die stad welligt meer dan eenige andere had geleden ten gevol ge van de staatkundige crisis, welke de onafhankelijkheid van Belgie ten gevolge heeft gehad. Die toestand is veranderd en (dus heeft de koning gezegd) de voorspoedige tijden zijn voor Antwerpen teruggekomen en de stad gaat welligt eene nog be tere toekomst te gemoet. Ten zes ure heeft een groot gastmaal plaats gehad in de za len van het museum, 'twelk door 130 personen is bijgewoond, Na afloop van den maaltijd, heeft de koning het feest bijge woond, 'twelk in de localen der Koninklijke iiarmonie te zijner eere is gegeven. Maandag had de opening plaats van de tentoonstelling van bloemen, planten en gewassen. Voorts is de wedstrijd op de rivier de Schelde aangevangen, in tegenwoordigheid van eeni ge leden der vorstelijke familie. Ten drie ure heeft de plegtstatige onthulling plaats gehad van het marmeren standbeeld, den schilder A. van Dyclc voor stellende, hetwelk door den heer Cuyper aan de stad ten ge schenke is gegeven, op grond, dat Belgie zijne beroemde man nen behoort te vereeren en dat, als de overheid draalt met het nemen van daartoe strekkende maatregelen, de burgers zich moeten doen gelden. Het standbeeld wordt zeer geprezen. Na de onthulling van hetzelve ziju door den burgemeester Loos aan den koning en de leden van het vorstelijke geslacht gedenk penningen ter hand gesteld. Daarna heeft de koning den maaltijd bijgewoond, welke ter zijner eere is gegeven door de leden der Cercle artistique et littéraire. Omstreeks 150 personen hebben aan dien maaltijd deelgenomen. Bij het nageregt heeft de burgemeester Loos den feestdronk ingesteld op den koning, den grooten be schermer van kunsten en wetenschappen in Belgie. Inmidddels zijn de illuminalien aangestoken, die ditmaal bui tengemeen prachtig zijn geweest. Nadat de koning op het paleis was teruggekomen, is de toren van de hoofdkerk, gedu rende een kwartier, met bengaalsch vuur verlicht geweest, het welk echter, tot algemeene teleurstelling, ditmaal niet in allen deele is gelukt. In den morgen van dingsdag heeft Z. M. den eersten steen gelegd voor de nieuwe dokken vau Antwerpen. Deze plegtig- heid heeft op deomslanders een diepen indruk gemaakt'. De koning heeft in de hoofdzaak gezegd, dat hij altijd met welge vallen denkt aan de door hem aan de stad Antwerpen gegevene bezoeken en aan de blijken van toegenegenheid en aanhanke lijkheid, welke hem steeds van de zijde der bewoners zijn te beurt gevallen; dat de stad Antwerpen reeds eene belangrijke uitbreiding heeft ondergaan, doch dat hare welvaart nog geens zins de uiterste grenzen heeft bereikt; dat Antwerpen door zijne iigging en dc veiligheid van zijne haven een eersten rang moet bekleeden onder de voorname handelsplaatsen der wereld en hij liet nog hoopt te beleven, dat Antwerpen het eerste entrepot van de wereld zal worden. Yerder heeft Z. M. aange voerd, dat Antwerpen veel verschuldigd is aan het vertrouwen, hetwelk den handelsstand te beurt valt, die steeds met hel; grootste geluk financiële moeijelijkhedeu heeft weten le boven te komen, welke elders tot veler ondergang aanleiding hebben gegeven. Ten slotte heeft Z. M. zipie kinderen aanbevolen, die even als hij, doordrongen ziju van het gewigt der stad Antwer pen en vast besloten hebben om naar vermogen hare welvaart te behartigen. Daarop heeft Z. M. den steen gelegd, onder het geestdriftige gejuich der volksmenigte. Terwijl de aanstalten voor het leggen van den steen werden gemaakt, heeft dpJpning zich minzaam met eenige der omstanders onderhoudenonder anderen met eenen nederlandschen officier, die in groot tenue aanwezig was, en aan welke hij heeft gezegd, dat hij met innig welgevallen getuige was van de tusschen de nederlandsche en belgische offi cieren bestaande goede verstandhouding. Den 17aiigustus was zeilende in hel; Bristol'-kanaal liet bark schip Noordstergezagv. I. Luteyn, bestemd naar llio-Janeiro alles wel aan boord. Van de reede van Vlissingen is woensdag binnen door naar Rotterdam opgevaren de engelsche schooner Brigand, arezasvoerder II. Barber van Hartlypcol mei ijzer. O

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1856 | | pagina 3