bijzonder den leermeester in het genoemde vak en voorts in het
algemeen al de leermeesters; hij bedankte de lieeren beoordee
laars van de bedoelde teekeningen voor hunne veelvuldige
moeite in dezen, en ook die heeren welke de teekeningen dei-
leerlingen hadden onderzocht en de primussen aangewezen; hij
bedankte de tegenwoordig zijnde heeren voor hunne betoon
de belangstelling onder gepaste aanbeveling dezer onmisbare
inrigting, ook aan de hoofden van het gewestelijk bestuur, waar
na hij de vergadering heeft gesloten.
Op dien en den volgenden dag is aan de leerlingen en het
publiek de gelegenheid gegeven tot de bezigtiging der ten toon
gestelde teekeningen, benevens die welke zoo tot opluistering
als tot geschenk door vorige primussen waren ingezonden.
In de 27ste algeineene vergadering der Maatschappij tot
bevordering der toonkunst, den 19 dezer te Amsterdam gehou
den, hebben de navolgende bekrooniügen plaats gehadV001-
eene instrumentale quintet, de heer O. J. Brandts Buys, te De
venter, bij loting; voor zes liederen voor alt, de heer Frans Coe-
nen, te Amsterdam, en voor ingezonden dichtwerken, geschikt
voor muziekale bewerking, de heeren S. J. van denBergh, te
3s Gravenhage, enFrisius.
De maatschappij mogt zich ditmaal verheugen in eene ruime
en goede beantwoording der uitgeschreven prijsvragen, daar zij
behalve de opgenoemde bekrooningen, nog aanmoedigingen en
eervolle vermeldingen heeft kunnen verleenpn; vooral is de in
zending en bekrooning der dichtwerken een verblijdend ver
schijnsel van den opkomenden lust onzer dichters tot bijstand
der maatschappij, in hare pogingen om de nedei-landsche taal
voor compositie te doen bezigen en daardoor te gemakkelijker
muziekalen zin bij de natie te bevorderen. Uit de bekroonde
dichtstukjes zal, naar men verneemt, dadelijk eene keuze gedaan
worden, ter aanwijzing bij eene nieuwe prijsvraag, naar zes lie
deren, voor baryton.
Manriïme esa legea».
Naar men verneemt zal Zr. Ms. instructiebrik Zeehond,
kommandant kapt.-luit ter zee M. C. van Vreeland, sedert 31
julij te ïïellevoetsluis geankerd, den 1 september weder zee
kiezen, welke kruistogt, zoo men gelooft, eene maand van duur
zal zijn.
Zr. Ms. stoomschip S i n d o r. o onder bevel van den luit.
ter zee 1ste klasse J. J. Wichers, was den 17 julij. 11. van het
Nieuwediep in Suriname gearriveerd.
Met den 1 sept, is van Zr. Ms. wachtschip A j a x te Hel-
levoetsluis op de instructiebrik Zeehond overgeplaatst de
luit. ter zee 2de klasse J. baron van Boecop.
®,]Iaejf,flüi®:me4erstaiïM& 4e M5«MellDaajrg\,
20 augustus 3s avonds 11 ure 63 gr.
21 's morgens 7 63 p
's middags 12 70
's namidd. 6 64 o
5s avonds 11 u 62
22 's morgens 7 61
's middags 12 66
's namidd, 3 65 n
6 62
Statem-g-enea^aaBo
3. De subsidien uit fondsen van burgerlijke gemeenten aan
instellingen van weldadigheid zijn in zich zeiven een wezen
lijk kwaad/3
De berigten bevatten alle de verzekering, dat de uitvoering
der wet aanvankelijk is en verder zal worden geleid ia den geest
dier aanschrijving, en het is der regering aangenaam de verze
kering te kunnen geven, dat de briefwisseling over het onder
werp haar heeft overtuigd, dat de wet door de collegien van ge
deputeerde staten in het algemeen zeer juist wordt verstaan,
en voor zoo veel hen aangaat, toegepast.
Het is der regering ordelijk voorgekomen, dat de lijsten dei-
aanwezige instellingen van weldadigheid, ter voldoening aan
het voorschrift van art. 3 der wet, in alle gemeenten op het
zelfde tijdstip wierden opgemaakt. Zij heeft daarom gedepu
teerde staten uitgenoodigd te zorgen, dat dit voor de eerste
maal zou geschieden in den aanvang- van januarij 1854* voor alle
instellingen, welke op den eersten dier maand zouden bestaan.
Daaraan is algemeen voldaan.
InlS54 zijn door de onderscheidene collegien van gedepu
teerde staten te zamen, krachtens art. 15 der wet, slechts 7
magtigingen verleend tot het aaukoopeu van onroerende goe
deren, en 40 geldbeleggingen op andere wijze goedgekeurd.
Het bedrag der sommen voor subsidien uit de gemeente
fondsen aan instellingen van weldadigheid, was als volgt
1854.
1853.
voor
Noord-Brabant.
f 101,005,19
f 109,S 67,40
u
Gelderland
35,496,22
35,388,62
H
Zuidliolland
837,873,424
837,963,301
Noordholland.
592,787,58
551,468,70
P
u 130,218,27
129,573,64
P
f 45,354,00
45,682,641
P
Friesland
377,066,50
354,518,87
P
Overijssel
39,999,84
u 40,347,30
P
Groningen
141,401,571
133,719,821
O
10.308,00
7,640,14
p 5,118,63
De tabellen no. 30 en 31 betreffen de instellingen der banken
vanleening; de eerste die, welke door administratien, op open
baar gezag ingesteld, worden beheerd, en de tweede die, welke
zijn verpacht of, ten gevolge van eene of andere vergunning,
door particulieren voor eigen rekening worden gehouden.
Het getal der eerste onderging in 1854 geene verandering,
doch dat der tweede soort werd weder met drie verminderd,
door de opheffing van die te Willemstad, Rhenen en IJsselstein.
In de beide soorten van banken, gezamenlijk ten getale van
94, werden in 1854, vergeleken met 1853, 68,791 panden meer
beleend of vernieuwd, maai'daarentegen ook 66,275 meer ge
lost, en 3233 minder vei-kocht.
In 854 zijn 7 spaarbanken meer en 1 minder, en dus in het
geheel 6 meer opgegeven dan in 1853. De 7 voor de eerste
maal opgegeveue zijn die te Oudshoorn, Ridderkerk, Sloten»
Breukelen, Beerta, Veendarn en Norg.
liet getal deelhebbers staat lot de bevolking, in het geheel,
als 12,19 tot 1000 zielen; en in Noord-Brabant 1,84; Gelder
land 19,79; Zuidliolland 27,42Noordholland-12,58 Zeeland
3,80; Utrecht,13,14; Friesland 14,36; Overijssel 8,98; Gro
ningen 11,50Drenthe 2,82 en Limburg 0,16.
Het getal spaarkassen is, even als in 1853 45. Voor de eer
ste maal werden opgegeven die te Amersfoort, Beetgum, en
Dronrijp, alle reeds in 1853 tot stand gekomen. Daarentegen
zijn ten gevolge van gebrek aan deelneming niet meer ver meld
die te Bemmel, Eist en Maarssen.
De opgaven, in de tabel (34) vervat, loopen voor 1854 over
2 spaarkassen minder dan die voor 1853.
Deze instellingen ontbreken nog- geheel inNoordbrabaut,
Drenthe en Limburg-.
De hulpbanken, welker nuttigheid en heilzame werking mede
algemeen worden erkend, nemen toe.
Met verwijzing naar hetgeen te haren aanzien in het verslag
over 1853 voorkomt, kan thans worden medegedeeld, dat in de
berigten over 1854 van 10 instellingen meer gewaagd wordt
dan in die over 1853.
©uitmUmösdje tifömgra.
BCnag^eaasaito
Londen 19 augustus. The morning advertiser verzekert.dat
het washingtonsehe kabinet, bij eene depeche aan zijnen gezant
te Parijs van 28 julij jl., geantwoord heeft op de uitnoodiging
om toe te treden tot de verklaring van het parijssche congres
betrekkelijk het zeeregl in oorlogstijd, en dat dit antwoord op
de drie eerste punten dier verklaring toestemmend is, maar
weigerend ten aanzien van het vierde punt, namelijk de afschaf
fing der kaapvaart.
Een gerucht is in omloop dat de russische regering- in on
derhandeling is over den aankoop van de vaartuigen, toebehoo-
ï-ende aan de General screw-steann-shipping-company.
fiSmsSamcS.
Petersburg 17 augustus. Men kent nu nagenoeg al de hoog
geplaatste personen die de verschillende europesche hoven bij
de krooning des keizers van Rusland moeten vertegenwoordi
gen. Op die lijst komen tien prinsen voor, namelijk: prins Fre-
derik Wilhelm van Pruissen, prins Brederik der Nederlanden,
prins Nikolaas August van Zweden, prins Chrisliaan van Dene
marken, prins Brederik van Wurtemberg, prins Karei van Beije-
ren, de prinsen Alexander en Lodewijk van Hessen, prins Wil
helm van Baden en prins Nicolaas van Nassau. De paus zaL
door den kardinaal Chigi vertegenwoordigd worden. De kardi
naal zal evenwel eerst na afloop van de krooning te Moscou
aankomen, omdat deze prelaat geen deel zal nemeu aan eene
godsdienstige ceremonie, volgens de ritus cler grieksche kerk.
aasje.
Madrid 20 augustus. Het officiële dagblad behelst in zijn no
van den 14 dezer eene aanschrijving van den minister van bin-
nenlandsehe zaken aan de gouverneurs der provinciën, welke
belangrijke ofschoon vrij onbepaalde verklaringen ten aanzien
der door het ministerie O'Donnell te volgen staatkunde behelst.
De aanleiding daartoe was dat de bedoeling der hooge rege
ring door de gewestelijke overheden hier en daar miskend was
bij het vervangen van die gemeentebesturen, wier gezindheid
voor de zaak der openbare orde en rust gevaarlijk scheen. Dat
op eenige plaatsen lieden van sterk gekleurde politieke denk
wijze, of die onder het door de revolutie van 1854 omvergewor
pen bestuur op den voorgrond gestaan hadden, met het gemeen
telijk bestuur belast zijn, wordt door den minister afgekeurd.
Het ligt geenszins in de bedoeling des gouvernements (zegt
de circulaire) de gevallen en ter zijde gestelde staatkunde weder
op te vatten, of het aandenken levendig te houden van zekere
tijdstippen en van de jammerlijke gebeurtenissen welke die tijd
stippen merkwa.ardig gemaakt hebben.
Het geschokte beginsel van gehoorzaamheid aan de over
heden wil het gouvernement weder tot volle kracht brengen,
en het zal zonder verschooning alles te keer gaan wat zou kun
nen strekken om het land we.der in staat van verwarring en re
geringloosheid te storten, waaruit het gelukkig is gered.
//Het politieke programma, hetwelk het gouvernement zich
voorstelt ten uitvoer te leggen, geeft ruimte voor elke denk wijze
die met het stelsel der constitutionele monarchie, onder hetwelk
wij leven, bestaanbaar is.
//Het gouvernement wraakt het vermoeden als of het aan
eenen voorbijgeganen staat van zaken verknocht zou zijn. Maar
even minkan helgedoogeu dat deliedeu, wier drijven laatstelijk
de zaak der orde, der maatschappij en der volksvrijheid in ge
vaar gebragt heeft, onder beschutting van zijne gematigdheid
en verdraagzaamheid het hoofd weder opsteken.
De lieden, die, iets anders dan hetalgemeen belang beoo-
gende, droomen vaneen restauratie niet van beginselen maar van
eigen batige belangen van even verderfefijken als ongerijmden
aard, moeten weten dat het gouvernement de leiding der open
bare aangelegenheden nooit tot bevordering van partijbelangen
zal laten dienstbaar maken.
//Zoo dra de zaken weder in den gewonen gang zijn, zal het
gouyernement de vrije speling en ontwikkeling van de staats
partijen met genoegen zien en zelfs bevorderen, mits zij zich
binnen de regtmatige perken harer heilrijke werkzaamheid hou?
den. Maar zoo lang net nog met buitengewone magt en buiten
gewone verantwoordelijkheid bekleed is, om de grondslagen
der burgermaatschappij te kunnen behoeden en bevestigen, zou
het dwaas, ja strafschuldig handelen, indien het aan regering
loosheid stichtende parlijdriften ruime baan liet."
De Epoca deelt in zijn no. van 14 dezer, als een welligt
voorbarig maar toch waarschijnlijk gerucht, mede dat het gou
vernement de tegenwoordige cortes-vergadering eerlang out?
binden en de constitutie van het jaar 1845 weder in werking
brengen wil.
Berigten uit Lissabon melden dat aldaar een kleine op
stand was uitgebarsten wegens de duurte der levensmiddelen,
bij welke gelegenheid eenige dreigende kreeten aangeheven en
glasruiten ingeslagen werden. De verschijning van een deta?
chement der nationale garde is echter voldoende geweest om
de bijeengeschoolde manschappen uiteen te drijven en de rust
te herstellen.
05asl4s©Halan]i<i3..i
Weenen 18 augustus. Z. M. de keizer heeft den minister
van financien berigt doen toekomen van zijn besluit om het op
perbevel over de oostenrijlcschezeemagtvandat van het leger
af te scheiden en liet tot een onafhankelijk bestuur in te rig?
ten. Het bewind van Oostenrijk zal alzoo, onder het toezigt
van den keizer, worden uitgeoefend door zes ministers, te we
ten die van buitenlaudsche en van binnenlandsche zaken, van
finaneien, van koophandel, van openbare werken en van open
baar onderwijs; alsmede door drie hoofdbesturen of hoofd?
ambtenaren, voor liet leger, de zeemagt en voor de rijks-polioie
Van wege het afgetreden ministerie is thans, in gevolge het
bepaalde bij art. 195 der grondwet, verslag aan de staten-gene-
raal over de verrigtingen aangaande het armbestuur over 1854
Dit verslag is even als die over de laatst vooraf gegane jaren,
opgemaakt in overeenstemming met de beschouwingen, ontwik
keld in clen aanhef van het. verslag over 1851, waarnaar dus
hier op nieuw wordt verwezen.
In het jaar 1854 is de regeling van het armbestuur bij de wet
van 2S junij van dat jaar tot stand gekomen en den 1 september
ingevoerd. Een tijdvak van 4 maanden was dus te kort, om van
gedeputeerde staten der verschillende provinciën voldoende
verslagen te verwachten over de werking van deze zoo belang
rijke wet,
Khi^ermindei-d deze opmerking, heeft de regering toch ge-
trachfzbrgstè dragen dat geene bepaling dezer wet eene doode
JéUêr:'worde,Mat de werking dier wet over de volgende jaren
r volledig, dart de staten-generaal zal kunnen worden roedege-
deeld, eii dat rteds eenige opmerkingen in dit verslag kunnen
,iv-örden(d|)genoroen.
;L|: delers te plaats wordt, gewezen op de ministeriele circu-
'de collegien van gedeputeerde staten gezonden, aan
gaande de strekking van de wet in het algemeen.
Drie hoofdpunten worden daarbij aanbevolen
-De zuiver kerkelijke en bijzondere instellingen van wel-
met opzigt tot het armbestuur onafhankelijk van
^g#'êlWr^^^ezag, behoudens de inachtneming van de weinige
f.f' artikelen^d#pèt.
-^Mffrsteuning der armen wordt, in hoofdzaak, aan
'de ïfêplelijk^p' bijzondere instellingen van weldadigheid over-