K <3^ Met 11 tegen 1 stem (die van den heer van Deinse) beslist zijnde, dit onderwerp niet aan te houden, wenschen de heeren mr. van Diggelen, dr. Damme en rar. Yis, dat thans naar aan leiding van het in de vorige zitting genomen besluit, liet beginsel dadelijk worde uitgemaakt en nader de conclusie van het rap port der commissie op liet verzoek van den lieer Cornielje in beraadslaging komc. De voorzitter acht het echter naar aanleiding van de ge meentewet, meer regelmatig eerstclijk af te doen de voor staking van stemmen in de vorige zitting aangehoudene twee onder werpen. Dit punt in omvraag gebragt zijnde, wordt met 9 tegen 3 stem men besloten vooraf het beginsel uit te maken (tegen stemden de heeren van Sonsbeeek, rar. Verbrugge en do voorzitter) en daarna niet 7 stemmen tegen 5 (van de heeren van Teylingen, van de Graft, van Sonsbeeek, mr. Verbrugge cti den voorzitter) beslist, dut dc bepaling der onvereenigbaarheid in de verorde ning onveranderd zal behouden blijven. Dc conclusie van liet rapport der commissie ad hoe, strek kende om gunstig te beschikken op liet adres van den heer J. H. Cornielje, en hem dispensatie te verleenen van die bepaling, wordt verworpen met 7 tegen 5 stemmen (van dc heeren van de Graft, van Deinsc, van Sonsbeeek, mr. Verbrugge en den voor zitter). Burgemeester en wethouders zijn met dc executie van een en ander belast. Wordt gelezen cene missive van gedeputeerde staten dezer provincie, geleidende afschrift van het koninklijk besluit van 30 junijjl., waarbij wordt goedgekeurd de bij raadsbesluiten van 4 september 1855 en 15 mei 1856 vastgestelde heffing van eenen hoofdelijken omslag in deze gemeente, als equivalent voor dc afgeschafte gemeente opcenten van den accijns op het gemaal, beuevens cene nota van bedenkingen, waarop zal worden gelet bij ecne nadere herziening. Wordt besloten deze stukken te stellen in handen van burge meester en wethouders en over te gaan tot de benoeming eener commissie van 3 leden, om het tlagelVjksch bestuur voor te lich ten bij de opmaking van het kohier. Het stembureau zamengesteld zijnde uit dén waarnemenden voorzitter en secretaris, benevens de heeren van Teylingen en ilr. Damme, worden daartoe achtervolgens benoemd de heeren van Teylingen, mr. Vis en van Deinse. Tot lid van het collegie van curatoren over liet gymnasium, wordt bij tweede vrije stemming benoemd de wcleerw. zeer gel. heer dr. J. Borsius. De openbare zitting wordt geschorst doch na korten tijd het publ'ek weder toegang verleend. Wordt gelezen ecne missive van den heer D. Dronkers alhier, dato 4 dezer, houdende kennisgeving dat de hoop om het plan van eenen spoorweg van Vlissingen naar de duitsch'e grenzen verwezenlijkt te zien, door onvoorziene omstandigheden geheel is verdwenen en dat hij alzoo moet verzoeken om zijn vorig schrijven, waarbij hij van de gemeente subsidie verzocht, voor het graven van een nieuw havenkanaal van Middelburg naar de Wester-Sehelde met verbetering van het bestaande, te beschou wen als niet gedaan, aangezien deze zaak hiermede in onrnidde- lijlc verband staande nu ook geen doorgang zou kunnen hebben. De voorzitter deelt mede dat dien ten gevolge de commissie ad hoe reeds was uitgenoodigd. haren aangevangen arbeid te staken, doch dat onder dagteekening van heden een nader schrijven van vorengenoemden heer is ingekomen ("waarvan voorlezing ge schiedt) inhoudende dat hij zich gelukkig acht te kunnen rnecle- deeiên dat de onlangs gerezene bezwaren tegen de daarstelling van den spoorweg geheel zijn uit den weggeruimd, weshalve hij terugkomende op zijn eerste verzoek, den raad uitnoodigt dit alsnog in overweging tc willen nemen. De commissie te dezer zake benoemd, wordt uitgenoodigd hare gestaakte werkzaamheden weder voort te zetten, waartoe zij zich bij monde van den heer mr. Vis, volgaarne bereid ver klaart. Wordt gelezen ecne missive van gedeputeerde staten dezer provincie, ten geleide strekkende van eene nota van bedenkingen bij liet ministerie van binnenlandsche zaken gerezen tegen de door dezen raad gearresteerde verordening van algemeene plaatselijke policie, met uitnoodiging daarin de omsclirevene wijzigingen te brengen, dewijl anders de verordening aan Z. M. den koning ter vernietiging zou moeten worden voorgedragen. Is berust in de mededeeling des voorzitters, dat deze stukken zijn gesteld in handen van de commissie voor de verordeningen, tegen welker overtreding straf is bedreigd, tot onderzoek en rapport. Aan de orde zijnde deliberatie bij resumtie, op het voorstel van burgemeester en wethouders tot opheffing van de commissie van amortisatie met den aankleve van dien, wordt met alge meene stemmen dit voorstel aangenomen en de ten uitvoerleg ging aan burgemeester en wethouders opgedragen. Bij concept-resolutie wordt de ter visie gelegen hebbende staat van in onwaarde ie verantwoorden aanslagen in de belasting, bekend als lantaarngeld, gearresteerd, nadat daarvan is door gehaald de aanslag van een gemeente-ambtenaar, welke op zijne bezoldiging kan worden ingehouden. De overgelegde rekening van dc commissie van amortisatie over 1S55, zal ter inzage van de leden nedergelegd worden; waarna de openbare zitting is gesloten. VEHKOUTEMEÜEDEELING VAN MET DOOK IIEEITEN. GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND, volgens art. 162 der provinciale wet uilgebragt R S L G ^vergadering van 18JJ6 der provinciale stalen van dit gewest. (Vervolg.) Financiën der provincie, r»r2aejftet.fi)- Ivan het provinciaal bestuur, zoo veel het rijksbe stuur is* en als ten vorigen jaye tot een bedrag van f47,400 o$«è rij^.&egrooiing gebragt, en geheel ingedeeld zoo als dat les tijmedegedeeld. Dc rekening van inkomsten en uitgaven van enkel provinciale en huishoudelijken aard zal over 1855 vermoedelijk een batig slot opleveren van f 10,932,65. Van de provinciale geldleening ad f220,000 zijn weder negen aandeelen uitgeloot; het onafgeloste gedeelte bedraagt nu nog f136,000. III. Huishouding der gemeenten. Tot de vereeniging der gemeenten Kleverskcrke en Arnemui- den, 's Heer Ilenclrikskinderen met 's Heer Arentskcrke, en Gapinge met Vrouwepolder zijn onlangs door de regering bij de tweede kamer der staten-generaal, wetsontwerpen in overweging gebragt. Aangaande cle vereeniging van Bommenedcmet Zonnemaire en van Duivendijke met Brouwershaven wordt opgemerkt, dat daartegen zoodanige bezwaren bestaan dat gedeputeerde staten hebben vermeend die zaak voorloopig te moeten laten rusten. Dc vereeniging van Overslag met Zuiddorpe is mede nog af gewacht, tot dat beslist zal zijn omtrent het lot der gemeenten bedoeld in art 293 der gemeentewet. Zamenstelling van de gemeenteraden enz. De verhouding van het getal kiezers dat deel nam aan de ver kiezing van gemeenteraadsleden, bij eerste stemming was 0,622 en bij herstemming 0.621 van het getal der kiesbevoegden. Slechts tweemalen moesten gedeputeerde staten van de hun bij de gemeentewet toegekende bevoegdheid gebruik maken, om de beslissing tc wijzigen van gemeenteraden, omtrent de toehw ting van nieuw benoemde leden, als te Hoedekenskerke en te Sluis. In eerstgenoemde plaats gold het de nietigverklaring van een der 34 ingeleverde biljetten, welk briefje gedeputeerde sta ten echter geldig verklaarden, zoo dat de persoon die de meeste stemmen (17) bekwam, daarna niet de volstrekte meerderheid van 34 had. ITet andere geval betrof dc gemeente Sluis, waar de toelating ontzegd was aan een benoemd lid wiens schoonvader in den raad zitting had. Gedeputeerde staten oordeelden echter dat art. 19 der gemeente wet, bij het opnoemen der vercischti.cn om tot lid van den raad te kunnen worden benoemd, niet verbiedt dat men aan niemand dergenen die op liet tijdstip der verkiezing in die vergadering zitting hebben, in bloedverwantschap besta, ter wijl art. 21 alleen verbiedt dat personen, elkander in zekeren graad van bloedverwantschap bestaande, gelijktijdig in den raad zitting hebben. In laatstgemelde plaats is de vraag gerezen of een voormalig militair in der tijd door den krijgsraad tc velde, wegens desertie naar den vijand tot de straf des doods met den strop verwezen, welke straf ecli ter door den koning in tien jaren tuchthuisstraf veranderd was, moet worden beschouwd in het vol genot te zijn van zijne burgerlijke en burgerschapsrcgten, en alzoo bevoegd om het kiesregt uit te oefenen, wanneer hij daarop overigens regt had. De minister van justitie heeft als zijn gevoelen kenbaar ge maakt, dat wel is waar kruiwagenstraf noch eene onteerende straf is in den zin van het wetboek van strafregt, noch eene waaraan regtens het verlies van burgerlijke en burgerschnps- regton verbonden is, doch die persoon was tevens vervallen verklaard van den militairen stand, en hoewel in het leger te dienen, meer als een pligt dan als een regt beschouwd wordt, kan zulks aangemerkt worden als ontnemen van burgerschaps rcgten. Overigens is de vraag vatbaar om overeenkomstig de artt. 11 en 15 der kieswet door denregter te worden beslist. De benoemingen van burgemeesters in onderscheidene ge meenten zijn in der tijd door ons medegedeeld. Enkele dispensatien zijn weder door Z. M. den koning ver leend. Voorts zijn nog de benoemingen kenbaar gemaakt van den heer J. G. Bethe, tot secretaris der gemeente Kerk- Wervc, ter vervanging van den heer W. van der Starp, eervol entslagen van den heer J. J. Telchuys, tot secretaris van de gemeente Poortvliet, ter vervanging van den heer N. van Rijssel, over leden van den heer G. J. Sevenhuyzen, tot ontvanger en secretaris van de gemeente Duivendijke, ter vervanging van den heer W. van der Starp, eervol ontslagen; van den heer L. J. Pol vliet, secretaris der gemeente 'sITeer en- hoek, tot ontvanger van die gemceute, ter vervanging van den heer mr. A. E. van Dishoek, eervol ontslagen van den heer P. J. Wcsemael, tot secretaris en ontvanger van de gemeente Hengstdijk, ter vervanging van den heer K. Schad- clc van Doorn, ontslagen; van den heer J. M. Locker de Bruyne, tot secretaris en ont vanger der gemeente Noordwelle-, ter vervanging van den heer IIJ. Berg, eervol ontslagen van den heer S. C. Loeff, tot secretaris van de gemeente Kou- delcerlce, ter vervanging van den heer P. Loeff die, ten gevolge van zijne benoeming tot notaris, voor die betrekking hacl be dankt; van den heer E. A. Vcnnere, tot secretaris van de gemeente St. Kruis, ter vervanging van den heer P. cleMuyuck, over leden, en van den heer II. G. Eokker, tot secretaris van de gemeente Zuidzandc, ter vervanging van den heer A. J. Fokker, eervol ontslagen. .De beide eerstgemelden verkregen van Z. M. ontheffing van het vereisclue van inwoningterwijl, voor zoo veel de vier vol gende betreft, de goedkeuring der gedeputeerde staten aan de vcreenigdc waarneming der betrekkingen van secretaris en ont vanger is verleend, Behalve de voormelde ontheffingen werd door Z. M. nog ver leend aan den heer S. C. Loeff, ontvanger van Zoutelandc en aan den heer N. M. Bosdijk, secretaris van 's Heerenhoek en Heinkenszand, ontheffing van liet vereischtc van inwoning; aan den heer J, F. Prumers vergunning om de betrekking van secretaris der gemeente Driewegen, met die van notaris, en aan den heer mr. J. dc Laat de Kanter om de betrekkingen van se cretaris en ontvanger van de gemeente Kloetingc, mot die van procureur bij de arrondissements-regtbank te Goes, te gelijker tijd te bekleeden. De benoeming van den zoo evengemelden heer S. C. Loeff, totontvanger van Zoutelande, bleef echter buiten gevolg, door zijne benoeming tot secretaris van de gemeente Koudekerke, waarvan hiervoren melding gemaakt is. Opmerkingen omtrent den loop der dienst enz. Aangaande de wijze waarop de gemeentebesturen zich over het algemeen en op slechts enkele uitzonderingen na, van hun nen pligt kweten, wordt weder gunstige getuigenis afgelegd. De gemeente-verordeningen die in den loop van het jaar 855 tot stand kwamen zijn de volgende 13 van plaatselijke policie, 5 op de brandweer en ter voorko ming en blussching van brand, 2 omtrent de honden, 2 in het belang der openbare gezondheid, 11 omtrent de soort, de hoe danigheid en het gewigt van het brood, 8 op het keuren van slagtvee enz., 6 op het aanhouden en opsluiten van losloopend vee, 4 op cle havenpolicie, 8 ter voorkoming der verspreiding van hoofdzeer en andere huidziekten, 6 op het sluiten der her bergen enz., 3 op het houden va'n nachtwachten, 13 omtrent do verdeeling der gemeenten in wijken, en het aanleggen en bij houden der bevolkingsregisters, 1 op het houden van onderhand- sche loterijen, 2 op de marktpolicie, 2 op het begraven van lijken, 1 omtrent de straten, stegen, gangen, markten, pleinen, wallen, wegen en watergangen, 1 op het bouwen, afbreken en herstel len van bijzondere eigendommen, 1 op het vervoer van mest, 2 op het reinhouden en de veiligheid der straten en achterwegen, 1 op het gebruik van gemeentegrond, het reinhouden en veilig heid der straten en pleinen; alsmede twee wijzigingen van vroe ger vastgestelde reglementen op do brandweer en van plaatse lijke policie. Bovendien kwamen in werking: 6 verordeningen, regelende de gevallen waarin persoonlijke diensten vap cle ingezetenen kunnen worden gevorderd, 7 regle menten van orde voor cle vergadering van den gemeenteraad, en 2 wijzigingen van vroeger vastgestelde reglementen, 6 regle menten van orde voor de vergadering van burgemeester en wet houders, en 3 wijziging van zoodanig reglement, 6 instruction voor secretarissen, en 2 wijzigingen van zoodanige instruction, 7 instruction voor ontvangers en 1 verordening voor eene vaste commissie uit den raad. Geenc schorsing of vernietiging van gemeente-verordeningen heeft in 1S55 plaatsgehad, doch is enkele malen voorgekomen door wijziging der verordeningen, het zij op de aanmerkingen van gedeputeerde staten, ofwel van den minister van binnen landsche zaken. Bij besluit van den gemeenteraad van Aardenburg, van den 31 augustus 1855, werd aan den burgemeester, op grond dat hij niet was lid van dien raad, het regt ontzegd tot het doen in cle raads-vergaderingen van voorstellen, vreemd aan de orde van den dag. De burgemeester, gebruik makende van de hem bij art. 70, 2de zinsnede der gemeentewet, verleende bevoegdheid, bragt het besluit, als naar zijn inzien met de wet in strijd, niet ten uitvoer. Ook naar de beschouwing van gedeputeerde staten, was het besluit met de wet niet overeen te brengen. De raad werd met deze beschouwingen bekend gemaakt en tot intrekking van zijn besluit uitgenoodigd, doch volhardde bij zijne meening. Gedeputeerde staten droegen daarop cle vernie tiging van het besluit aan Z. M. voor, welke, nadat aan c'len raad nogmaals van wege den minister van binnenlandsche zaken was in overweging gegeven om op zijn besluit terug te komen, bij koninklijk besluit van 25 november 1855 (staatsblad no. 133), werd uitgesproken. De gemeenteraad van Goes had besloten den'voorzitter van de arrondissements-regtbanlc aldaar, gecne vermindering toe te staan van zoo vele twaalfde gedeelten van zijnen aanslag in den hoofdelijken omslag van 1S54, als hij maanden buiten de ge meente had doorgebragt, daar art. 15 der wet op de regterlijko organisatie, zoodanig ambtenaar voorschrijft zijne bepaalde woonplaats te hebben ter plaatse waar de regtbank is gevestigd. Onaangezien die laatste bepaling waren gedeputeerde staten echter van oordeel, dat het voorschrift van art. 245 der gemeen tewet behoorde opgevolgd te worden, en bedoeld raadsbesluit is dan ook door den koning vernietigd. Naar aanleiding dier beslissing heeft ook een te Zierika.ee aan geslagen inwoner dier gemeente, die echter zijn aanslag reeds geheel voldaan had, om teruggave verzocht, doch zulks niet meer kunnen bekomen. Eindelijk gewaagt het verslag nog van een adres door de Gebroeders Abrahams, uitgevers der Middelburgsche courant, ingediend, ten aanzien van zeker besluit van den gemeenteraad van Middelburg, ten gevolge waarvan met den 1 jannarij 1855, alle aankondigingen van liet gemeentebestuur zouden worden geplaatst in cle Provinciale zeeuwsche courant, met uitsluiting van andere in cle gemeente uitkomende nieuwsbladen. De adres santen vonden zich met dit besluit bezwaard, omdat een der raadsleden, ofschoon bij de zaak'persoonlijk betrokken, zich daarbij niet van medestemmen had onthouden. Daar het beklaagde besluit in strijd was met art. 46 der ge meentewet, droegen gedeputeerde staten de vernietiging daar van aan Z. M. voor. Op de door gedeputeerde staten, nameus den minister van binnenlandsche zaken, die deze zienswijze deelde, aan den raad gerigte uitnoodiging, werd het besluit ech ter ingetrokken. Gemeente-archieven. De volgende bijzonderheden, aangaande de archieven der ge meenten zijn uit de jaarverslagen ontleend. Ofschoon van het oud-archief te Middelburg voldoende regis ters bestaan tot het vinden van de verlangd wordende stukken, wordt daar gewenscht dat iemand zich wilde belasten met liet vervaardigen van eenen inyentaris, tijdrekenkundig gesteld en

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1856 | | pagina 2