jhr. van Citters, mr. van der Bilt en jhr. mr. Schuurbeque Boeije.) Art. 4 der lste afdeeling van hoofdstuk II wenscht deheer dr. van Eek te verhoogen met 600 voor de stichting van een tolhuis op den -rijweg naar Axel, tot welke wijziging hij een voorstel-in forma-indient. De voorsteller benevens de heer Hoffman betoogen de noodza kelijkheid van zoodanig tolhuis en de gunstige uitwerking die zulks ongetwijfeld zal hebben op verhooging der pachtsom van dien tol. De heeren jhr van Citters en mr. Fokker verklaren zich voor als nog tegen dit voorstel. In stemming .gebragt wordt het verworpen met 18 tegen 6 stemmen (voor stemden de heeren Mathon, van Teylingen, Ser geant, Vader, Hoffman en dr. van Eek.) Art. 10 van hoofdstuk VIII (gratificatie aan weduwe van Hertum) goedgekeurd zijnde, ligt daarin tevens opgesloten gun stige beschikking op haar adres. Art. 20 daaraanvolgende (rentelooze voorschotten voor w-egsverbetering) word t op voorstel van den heer van Teylingen met algemcene stemmen vermeerderd met dein 1S57 te resti tueren gelden en alzoo gebragt op 14,014,13. Op dezelfde wijze wordt bij hoofdstuk IX (onvoorziene uit gaven) doorgehaald art. 20 van hoofdstuk VIII, als eene post waarop zou worden af- en overgeschreven. Overgaande tot de inkomsten, wordt door de aanneming van de lste afd. van het 2de hoofdstuk, tevens aangenomen ver klaard het- voorstel van gedeputeerde staten, betrekkelijk de heffing van opcenten op de hoofdsom der belasting op het personeel. Art. 13 van hoofdstuk IV, (teruggave van rentelooze voor schotten) wordt in verband met art. 20 van hoofdstuk VIII der uitgaven verhoogd. De geheelc begrooting wordt hierop met algemcene stemmen aangenomen. Bij monde van den heer Mathon, wordt als nog rapport uitge- bragt op het naar de afdeelingeu verzonden adres van de vleeseh- houwevs Ladenberg en van de Ivamer. De conclusie, strek kende om de zaak te stellen in handen van gedeputeerde staten, opdat dit collegie hieromtrent in de najaarsvergadering een voorstel kunne doen, wordt met algerneene stemmen aange nomen. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de zitting gesloten en de resumtie van de notulen overgelaten aan gedeputeerde sta ten, waarna de voorzitter in naam des konings de zomerverga dering der provinciale staten van Zeeland gesloten verklaart. VERKORTE MEDEDEEL1NG VAN HET DOOK HEEREN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND, volgens art. 162 der provinciale wet uitgebragt E E S L A <3 in de zomervergadering van 181»6 der provinciale staten van dit gewest. (Vervolg.) II. Regeling en bestuur van het provinciaal huishouden. De verdeeling van het gewest in hoofd-en onderkiesdistric ten voor de verkiezing der provinciale staten bleef onveranderd. Het getal kiezers bedroeg in de hoofdkiesdistricten Middelburg 1219, Zierikzee 704, Tholen 323, Goes 843, Sluis 591 en Hulst 676, tezamen 4356 kiezers (in 1854, 4331). De veranderingen welke het personeel der provinciale staten achtervolgend onderging, zijn in der tijd door ons medegedeeld, even als de werkzaamheden der openbare vergaderingen van de staten. Gedeputeerde staten ontvingen 6439 stukken, die in 56 ver gaderingen behandeld werden en 4736 besluiten ten gevolge hadden, terwijl 3582 stukken werden afgezonden. De gewone werkzaamheden van het colieg'ie bleven de zelfde en de onderwerpen: Vereeniging van gemeenten, benevens de stoombootdienst- op de Wester-Schclde gaven inzonderheid b uitengewone werkzaamheden Provinciale ambtenaren. In het personeel der ambtenaren en bedienden ter griffie kwam geene verandering. De opzigtcr bij de provinciale waterstaatswerken M. J. Schram werd op zijn verzoek eervol ontslagen en bij vergelijkend examen vervangen door J. B. Tui ter, te Middelburg. Provinciale archieven. Oud archief. Door den provincialen archivarius is het gewone jaarrapport gedaan, onder overlegging van een vervolg op den, in het vorig ja.ar begonnen inventaris der losse charters van het tijdvak der grafelijke regering. Dit vervolg, zijnde de tweede serie of reeks, behelst wederom de aanwijzing van 300 der gemelde oorkonden, beschreven op de zelfde wijze als de vroegeren, met bijvoeging namelijk der getuigen, opgave der zegels, en vermelding of de stukken al dan niet door den druk zijn gemeen gemaakt. Het oudste stuk dat op dien inventaris voorkomt, behoort tot het einde der 12cle of het begin der 13de eeuw, en het jongste is van het jaar 1569, terwijl de daarin beschreven charters, naai de reeds te voren aangenomen splitsing, kunnen worden ver deeld in de navolgende soorten, te weten a. brieven der graven en gravinnen van Holland en Zeeland ten getale van 2S; b. idem van grafelijke beambten 6 c. idem van sehepensbanken zoo in de steden als ten platten lande4, dus van liet wereldlijk gezag 38; cl. idem of bullen der pausen 13; e. idem van bisschoppen en andere hoofden der kerk 27 idem van domproosten, officiaal-curcitenen officiaal-arcliidiakens 79; g. idem van abten van Middelburg 42h. idem van leenmannen van Middelburg 0i. idem van pastoors of curciten 12; k. idem van de geestelijken van St. Pauwels en St. Salvador te Utrecht 11l. idem van geestelijke corpora 3, of van het geestelijk ge zag 187 m. acten voor notaris 40; n. idem voor schepenen 10; o. idem voor den burggraaf 0p. idem van scheidsmannen, arbi ters of zegslieden 4; q. testamenten 2r. brieven van ridders, edelen en andere voorname lieden 10; s. idem van Vidimus of afschriften 7 t. onderhanasche contracten 2, dus van bijzon dere personen 75, te zamen 300. Al deze stukken komen, wat aard en strekking betveft, ge noegzaam overeen met die waarop wij u, bij ons vorig verslag, hebben opmerkzaam gemaakt-, doch de inhoud er Yan levert hiel en daar nogal verscheidenheid op. Tot de belangrijkste, welke thans op register zijn gesteld, behooren: onder litt. aeen aceoord of ordonnantie van graaf Aalbrecht van Beijcren, gegeven te Ivenoit in Henegouwen, den 8 mei 1380, betreffende de wijze waarop men gewoon is in Walcheren dat-ij te vertienen, alsmede van vruclittienden, zoo als look, juin, meede en andere vrucht dat geen coren en is onder litt. beene acte gepasseerd voor leenmannen der gra felijkheid Bewestenschelde, van 21 april 1496, waarbij Hendrik van Borsselc, graaf van Grantpré, aan deken en kapittel van Zandenberg eenige tienden in 's Heer Arendskerke, Ovczande, Borsscle en Nisse afstaat; een stuk van veel belangvoor de ken nis der toenmalige gesteldheid van Zuidbeveland onder litt. c eene verklaring van schepenen in den Haag, van St. Margrietendnch 1307, betrekkelijk de parochiekerk aldaar, als gesproten uit de cure van Monstre; onder litt. cl: drie bullen van paus Leo X, ran de jaren 1515 en 1518, betreffende een geschil met de geestelijken der middel- burgsclie abdij over de benoeming van een abt, welke de paus aan zich had. gereserveerd, niettegenstaande het regt daartoe steeds bij gezegde geestelijken, die het kapittel uitmaakten, had berust onder litt. e: verscheiden brieven van pauselijke nuntii of le gaten, onder anderen betreffende de voldoening door den abt van Middelburg aan zijne verpligting om telken 2 jaren, hetzij in persoon hetzij bij geraagtigden, voor liet hof van Rome te verschijnen, en voorts eene uitspraak van Th (eodericus), domdeken, met de pries ters en de gansehe kerk van Utrecht, waarschijnlijk van 1200, over een geschil tusschen de moederkerk van Oostkapclle en de dochterkerk van Alartskerke (Serooskerke), met bepaling der grenzen en regeling van de verpligfingen der priesterswelk stuk, vooral uit een topografisch oogpunt, belangrijk is omdat daarin sprake is van oude namen van wegen of watergangen, zoo als Tijmer, Kene, Ee enz., welke men op de kaarten thans te vergeefs zal zoeken eene kwitantie van Gillis, prior van Keulen van de orde van St. Augustinus, van donderdag na St. Mattheus 1331, wegens ontvangen gelden voor overhandigde boekwerken, te weten: den bijbel de concordantie minores, de historim scolasticaj, hetbock de natura rerun), den textus Summarum et primum Summavum, Egidii pro memoriali; welke werken hoogst waarschijnlijk deel hebben uitgemaakt van de, volgens de geschiedschrijvers, ten jare 1492 verbrande aanzienlijke boekerij der abdij, en meer andeven; onder litt. f g, h en i\ eene uitspraak van den offieiaal-avcbi- diaken van Utrecht, in een vcïschil over dc cure van 's Heer Abtskerke en Zuidbeveland, waarschijnlijk van april 1381 blij' kende daaruit dat die gemeente Yersyliet is genoemd geweest, welke naam dikwijls voorkomt in den codex diplomaticus van Kluit, onder anderen in een giftbrief vnn graaf Willem I, de A. 1208, waar deze plaats abusivelijk als gelegen in Noord-Beve land, wordt opgegeven; en eene quitantie afgegeven aan den abt door Johanna Nop pen, priorin van liet klooster van Galyleen te Gent, van 19 october 1503, welk stuk nog van het zegel van dat klooster is voorzien onder litt. h: een brief van Hendrik, abt van St. Pauwcis, te Utrecht, van bet jaar 1276, waarbij hij het patrionaatregt der kerk van Monstre, nabij Lastdunen, afstaat aan graaf Floris V, in ruil voor gelijk regt over de kerk van Alphen onder litt. Ieene uitspraak van deken, cantor en thesaurier van het klooster van Nivelle, waarschijnlijk van het jaar 1206, betrekkelijk een geschil over de kerk van Grypskevke onder litt. m, n, o en p: eene acte gepasseerd voor den notaris de Predio te Antwerpen, den 20 september 1484, waarbij Johan- nes, abt van St. Michiol te Antwerpen en de geestelijke zusters van het klooster Zoetcndale tier eenre, en Jan, abt van Middel- bnrg, ter andere zijde, eene overeenkomst aangaan over de wijze van benoeming eens priors van gezegd klooster; en eene gelijke acte gepasseerd voor den notaris Wolfert Alexandevszoon, den 30 october 1495, waarbij.de zusters van het klooster bachten 's Gravenhove te Middelburg zich onder werpen aan het gezag van den, abt onder litt. q: een testament van Claes Ommeloop, van Paulus bckeering 13S0, aangaande dc stichting eener vicaricophet altaar der 11000 maagden in de parochie kerk van St. Jacob in den I-Iaag; onder litt. r: onderscheiden brieven van de 13de en 14de eeuw, sprekende op de schenking van uitgestrekte moeren of veengronden, onder de gemeenten Haltre, Vlasseele, Dorlecht, enz., aan de abten gedaan door de toenmalige heeren van Breda en Bergen op Zoom; welke stukken vooral opmerking verdienen om de geslachtswapens dier heeren en van andere edelen, welke op de aanhangende zegels staan afgedrukt; onder litt. s: een vidimus van hertog Jan van Beijevcn, van 27 april 1420, van een contract door hem aangegaan met her tog Jan IY van Braband, waarbij aan laatstgenoemde, tegen zekere som van penningen, voor 12 jaren worden verzet de landen van Holland, Zeeland en Yrieslaml; van welk stuk een zeer onvolledige afdruk in het charterboek van van Mieris (4 de deel pag. 545) voorkomt, en waarvan het ontbrekende door gezegd vidimus wordt aangevuld en eindelijk onder litt. t: een contract-van 30 junij 1564 tusschen den abt van Middelburg en kerkmeesters van Scheveningen, over het inkomen aan dc pastorie aldaar verbonden. Dit kort overzigt voldoende rekenende om weder met de belangrijkheid der bovengemelde stukken en den regelmatige» voortgang der werkzaamheden van den provincialen archiva rius bekend te maken, voegen gedep,- staten daar bij dc op merking door dien ambtenaar aan heteinde van zijn jaarrapport gedaan, namenlijk dat onder de tot nu toe beschrevene charters, zich een 50tal bevinden, die uitsluitend betrekking hebben op het gezag, dat de middelburgsche abt uitoefende over de kerken en geestelijke inrigtingen in den Haag en <!e omliggende ge meenten Monster, Loosduijnen, Eijkenduinen en Scheveningen, en deze stukkeu dus, op zich zeiven, eene niet onaanzienlijke verzameling in ons.gewestelijk archief uitmaken. Eindelijk is medegedeeld, dat dit archief, in liet afgeloopen jaar, is verrijkt geworden met het tot nu toe te Goes bewaard gebleven fransche archief der sous-prefecturevan Zuid Beve land. Nieuw archief. Hierover zijn geen bijzonderheden te vermelden. Het oude zoo wel als liet nieuwe bevindt zich in voldoenden staat. (Wordt vervolgd.) öuitrnlanbsrlic tijimtgen. SEmg-elaraïl. Loncleu 5 julij. In de zitting van het lagerhuis van den 3 dezer, werd door een der leden de vraag gedaan, of de tegen woordige gezant der Vereenigde Stalen, de heer Dallas, eene andere volmagt had dan zijn voorganger, en bepaaldelijk of hij gemagtigd was om het geschil betrekkelijk Midden-Amerika te vereffenen. Hierop gaf lord Palmersion een bevestigend ant woord. Hr. Ms. gouvernement was verwittigd, zeide hij, dat de heer Dallas volmagt had om met hetzelve alle geschilpunten betrekkelijk Midden-Amerika te behandeien. In het huis der gemeenten antwoordde lord Palmersion, op eene interpellatie van den heer Diddell, betreffende de ge ruchten van een ongunstigen staat van zaken aan de Kaap de Goede Hoop, welke in de dagbladen medegedeeld zijn, dat hij niet geloofde, dat er tot dusver ongeregeldheden hadden plaats gehad, doch dat er maatregelen genomen zijn tegen eene moge lijke herhaling der wanordelijkheden. Verder verklaarde hij te gelooven, dat er alleen sprake was van ongeregeldheden tus schen hollandsehe kolonisten en de inboorlingen, die men vreesde, dat tot de eugelsche kolonisten zouden overslaan. Spanje. Meer en meer blijkt het, dat de onlusten in Oud-Castilie een sinds lang voorbereide toeleg van de tegenpartijders der tegen woordige regering van Spanje waren. De madridsehe berigtge- ver van L'indépendance beige schrijft, dat er feiten aan het licht gekomen zijn, waaruit blijkt, dat ook geestelijken van hoogen rang de hand daarin gehad hebben. Maar de madridsehe dagbladen maken van die of dergelijke feiten geen gewag. MBmiiLtscMaiflMl. Weenen 3 julij. Volgens alhier ontvangen berigten zal de aartshertog Albreeht van Oostenrijk tot het einde dezer maand in de Nederlanden blijven, om er de zeebaden te gebruiken en vervolgens naar Brussel vertrekken. Misschien zal de aartsher tog alsdan ook het fransche hof bezoeken. Ten aanzien van het doorgraven van de landengte van Suez, bij welke onderneming de handel van Triest en ook Venetie een zoo overwegend belang heeft, wordt thans het na volgende gemeld: //Den 24-sten junij is door de internationale commissie, welke te Parijs vergaderd is geweest, besloten, dat overeenkomstig het voorstel van den oostenrijkschen gemagtig- den, den heer Negrelli, een kanaal zal worden gegraven, zonder sluizen. De Engelschen hadden een kanaal voorgeslagen met zes sluizen, 't welk uit den Nijlvan water zou worden voorzien; de Franschen hadden zich verklaard voor een kanaal met twee sluizen, een aan elke der beide zeecn, welk kanaal het noodige water uit de zeeën zelve zouden erlangen; de Nederlanders wa ren almede voor twee sluizen gestemd, maaralleen bij wijze van voorzorg en zonder dezelve ten allen tijde gesloten te houden. Na langdurende beraadslaging en nadat de Fransehen en ook de piemoutesche minister Palecapa zich voor het. oostenrijksche voorstel hadden verklaard,is dit aangenomen. De commissie heeft daarmede voorshands haren arbeid volbragt, en de verdere bewerking van het ontwerp aan hare daartoe benoemde leden overgelaten." Men spreekt er veel van, dat in het bestuur van het kust land eene groote verandering zal komen. Zoo zoude het onder het opperbestuur van den aartshertog Ferdinand Max als opper bevelhebber der marine gesteld worden. firtarajralsjrnjlk. Parijs 5 julij. Een liberaal dagblad van Ttiryn, de Opinio- ne, berigl in zijn noinmer van 2 dezer, dat het napelsche gou vernement thans geantwoord heeft op de nota, waarin het door Engeland en Frankrijk vermaand was om het gezag met minder strengheid te voeren; dat antwoord zou, volgens het genoemde blad, inhouden dat de koning alle tegen zijn gouvernement in- gebragle beschuldigingen ongegrond acht en aan geene buiten- landsche mogendheid het regt toekent om zichin het binnen- laudsch bestuur van zijn rijk te mengen. Hiermede strookt een bij L'univers ontvangen schrijven uit Napels, hetwelk zegt dat's konings antwoord zoodanig is

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1856 | | pagina 3