MIDDELBURGSCHE COURANT. Dingsdag 6 Mei. ft ft ft ft N0* 5S. 1856 Deze courant verschijnt des dingsdags, donderdags en zaturdags. Binnen deze gemeente en Vlis- ïiogen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure. De abonnementsprijs per drie maanden is 3franco per post 3,40. De inzending van advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens, op den dag der uitgave. De prijs van gewone advertentien is 22 cent per regel; van huwelijks, geboorte of doodbekend- makingen enz.van één tot zes regels f 1,50voor eiken regel daarboven 22 cent. Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. Voor elke plaatsing moet 35 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant. Editie van maandag avond 8 ure. fiHtmmlatt&srljc tijïrirajro. Middelburg- 5 mei. Van eene goed onderrigte zijde worden wij verzoekt mede te deelen dat van het voornemen der regering om, bij aanneming van het voorgedragen polder-reglement door de provinciale sta ten, de subsidien aan de calatniteuse polders in te trekken, waar van wij in ons no. van 29 april jl. melding maakten, bij het gewestelijk bestuur niets bekend is. In de aftreding van de leden der provinciale staten, voor het hoofdkiesdistrict Tholen op 1 julij dezes jaars, schijnt eene verandering te hebben plaats gehad. Althans, volgens provin ciaal blad no. 37 moeten voor dat district niet, zoo als wij in ons no. van 26 april jl. opgaven, de heeren W. J. van Voorst Cats hoek en mr. K. Waghto aftreden, maar de heeren W. J. van Voorst Catshoek en C. van de Stolpe Mz. Jl. dingsdag zijn te 's Hage aan het departement van buiten- landsche zaken de acten van bekrachtiging uitgewisseld op de overeenkomst, den 6 maart tusschen Nederland en Groot-Brit- tanje gesloten, tot regeling der voorwaarden van toelating van consulaire agenten van het eene rijk in de koloniën en overzee- sche bezittingen van het andere. De- minister van financien heeft bekend gemaakt dat het vee en de voortbrengselen van landbouw, uit Nederland, bestemd naar de tentoonstellingen te Parijs, die in 1856 zullen worden gehouden, vrij van regten zullen mogen worden vervoerdvoorts dat de landbouw-voortbrengselen en werktuigen, welke aan inkomende regten onderworpen, voor die tentoonstellingen uit gevoerd zijn, met vrijdom van regten kunnen worden terugge voerd. Den 2 dezer werd aan de hoogescbool te Leyden tot doctor in de regten bevorderd de heer J. van de Graft, van Middelburg, na verdediging van zijn akademisch proefschrift: Geschiedenis der wetgeving op de tienden hier te lande, inzonderheid in Holland en Zeeland. De heeren jhr. M. Salvador en S Pongers zijn in de afgeloo- pene week na het ondergaan der hun opgelegde straf van eene maand cellulaire gevangenis per rijtuig te Haarlem terug ge keerd. Hun rijtuig werd door een zevental andere gevolgd, waarin eenige vrienden hadden plaats genomen. De voorzorgs maatregelen om eenigerlei rustverstoring onmiddelijk tegen Ie gaan, bleken overbodig geweest te zijn, daar men zonder eenig oponthoud voortreed en aan de woning van den heer Salvador afstapte, waar deze zich voor eeu geopend venster der boven verdieping aan het volk vertoonde. Bij de op 30 april te Haarlem plaatsgehad hebbende opening der stembriefjes voor de verkiezing van een lid der staten van Noordholland, is bevonden, dat zijn ingekomen 620 geldende stemmen, waarbij zijn uitgebragt op W. J. C. van Waterschoot van der Gracht 216 stemmenop jhr. M. Salvador 191op J. C. Enschedé 75op J. L. van der Burch 62op mr. M. S. P. Pabst 60 stemmen; terwijl de overige op verschillende personen ver deeld waren. Benoemingen en l>es1witen« Bij koninklijk besluit vanl mei zijn benoemd tot ontvanger der registratie van de burgerlijke acten en der successieregten le Middelburg, de beer W. L. van Sonsbeeck,"thans ontvanger der registratie van de geregieltjke en administratieve regten al daar; tot ontvanger der registratie van de geregtelijke en admini stratieve actcn te Middelburg de heer C. D. Roëll, thans ontvair ger der registratie en domeinen te Oud-Beijerland. Verscliilieade berigten. Uit een onlangs verschenen verslag vau de inspecteurs der gevangenissen in Engeland, lopende over L0 jaren, blijkt dat de misdaad in geene zoo groote mate toeneemt als de bevolking terwijl naar den tegenwoordigen maatstaf de bevolking verdub belt in 58 jaren doet de misdaad zulks eerst in 64 jaren. Yaa wege de nederlaudsche bank zijn den 30 11., naar aanleiding van het koninklijk besluit van den 9 junij 1852, de volgende opgaven openbaar gemaakt; OmLoopeude bankbiljet ten/93,099,250, saldo's van rekeningen-cour./14,297,965,99£ en munt en muntmateriaal/74,920,399,71^. Een herinneringsstuk der oudheid, de Kloveniersdoelen te Dordrecht, het gebouw, beroemd in de geschiedenis door de vergadering der dordsche synode, zal eerlang gesloopt worden. Meteoarologiselfce waataemingen 9 gedaan op 's rijks werf te Ylissingendes middags ten 12 ure. April mei 1856. Wind. M 1 rS 3 Laagste temperat. I 5 3 fcö s o° 1^ s? kü enverschil Aatmerkinc/en. 15 •f0 r3 e met de 3 ft^ CO hoo gstc. 27 Zw.tW 4 748.5 11.2 0.S8 9-01 '5.0 9.S t3.S ligt bewolkt. 28 N.Oosfc 4 751.4 9.8 0.72 6.77 0.0 6.2 "6.8 29 W. t. Z 3 752.3 8.8 0.74 6.50 0.0 3.6 «6.2 bijna helder. 30 Z\v. t.Z 5 754.7 8.4 0.80 6.82 0.0 6.8 «3.0 betr. m.reg.buij. 1 0.7*0 5 750.7 9.2 0.72 6.47 0.8 4.1 «5.3 betrokken. 2 NWest 4 761.7 6.7 0.5S 4.52 0.0 3.7 «5.6 ligtbew.m.hag.b 3 N.fc.O 5 761-7 7-4 0.63 5.10 1.5 3.5 «3.9 Stifcten-g-emejraalo Eerste kamer. Zitting van 29 april. Onder de in de zitting van heden ingekomen stukken behoo- ren: 1. eene missive vau den heer Tonckens houdende kennisge ving dat hij, ten gevolge van de aanneming zijner herbenoeming tot kantouregter, opgehouden heeft lid van de kamer te zijn; 2. de navolgende wets-ontwerpen door de tweede kamer aan genomen; acht wets-ontwerpen, houdende naturalisatie vau L. Meijer en zeven andereneen tot nadere vaststelling van het totaal vau het Vdc hoofdstuk der begrooting van de staats uitgaven voor het dienstjaar 1855; een tot inkoop en amor tisatie van rentegevende nationale schuld; een tot verhooging van hoofdstuk VII der staats-begrooting voor 1856 (pensioe nen)een tot verhooging van hoofdstuk V der staats-begroo ting vau 1856 (waterstaat en publieke werken)eeu tot verhoo- ging der begrooting wegens den arbeid der gevangenen over 1856; een houdende bepalingen omtrent de huishouding en tucht op de koopvaardijschepen; een tot goedkeuring van arti kelen van "net met Oostenrijk gesloten handels- en scheepvaart verdrag; een tot wijziging der wet van den 5 maart (staatsblad no. 45) houdende regeling der zaken van de voormalige wees- en momboirkamers, en een tot onteigening van perceelen voor de uitvoering van het plan tot verbetering en verversching met Maaswater der wateren van de zoogenaamde binnenstad van Rotterdam en de daartoe behoorende polders 3. dé geloofsbrieven van het nieuw benoemde lid der karner den Heer Harlevelt, welke stukken gesteld zijn in handen eener commissie van drie leden, ooi daaromtrent nader rapport uit te brengen. De vergadering heeft hare afdeelingen hernieuwd, waarna de leden zich begeven hebben naar hunne seclien ter benoeming van voorzitters en onder-voorzitters. Zitting van 2 mei. In de zitting van heden deelde de voorzitter mede, dat door de afdeelingen benoemd zijn tot hare voorzitters, de heeren van Swinderen, Borski, van "Wessem en Cost Jordens en tot onder-voorzitters de heeren: vau Sasse van Ysselt, Lotsij, d'Ablaiug van Giessenburg en van Rhemen van Rhemenshui- zen. De commissien van rapporteurs brengen hare verslagen uit: 1. omtrent de wets-ontwerpen tot inkoop en amortisatie van rentegevende nationale, schuldlot verhooging vaii hoofdstuk Y der staatsbegrooting voor 1856 (stoomgemaal op deii IJssel) tot goedkeuring van artikelen van het met Oostenrijk gesloten tractaat; tot. wijziging der wet van 5 maart 1852 (staatsblad no. 45) houdende regeling der zaken van de voormalige wees- en momboir-kamers, ea tot naturalisatie van L. Meijer en zeven anderen, welke in behandeling zullen wordeu gebragt in eene zitting te houden op maandag den 5 mei, des namiddags ten 12iure; 2. omtrent de wets-ontwerpen tot verhooging van den arbeid der gevangenen over 1856; dat houdende bepalingen omtrent de huishouding en tucht op de koopvaardijschepentoU onteigening'van perceelen voor dc verversching met Maaswater der wateren van Rotterdam; tot verhoogiug van hooMstuk VII der staats-begrooting voor 1855 (pensioenen), en tot nade- dere vaststelling van het totaal van hoofdstuk V der staats- begrooting vau 1855, waarover de beraadslaging wordt bepaald op dingsdag den 6den mei, des namiddags ten 12J- ure. De commissie in wier handen gesteld waren de geloofsbrie ven van den heer Hartevelt, nieuw benoemd lid der kamer, brengt daaromtrent rapport uit. De vergadering besluit op voorstel harer commissie tot de toelatiug^an dien heer, nadat bij de bij de grondwet gevorderde eeden zal hebben afgelegd. Tweede kamer. Zitting van 29 april. In deze zitting heeft de heer van Roëvell zijne beide vroeger aangekondigde interpellation tot deu minister van koloniën gerigt. De eerste betrof het koninklijk besluit van 24 oetober 1850, no. 45, aangaande de ontginning van den delfstoffe)ijken rijk dom van den Indischen archipel, en de uitvoering aan dat be sluit gegeven bij het toestaan der concessie tot ontginning van tinmijnen op Billiton. Aau de daarover gevoerde langdurige beraadslagingen namen deel de heeren van Hoëvell, Sloet tot Oldhuis, Thorbecke, Roehussen, Stolte, van Goltstein en de minister van koloniën, waarna de behandeling van dit onder werp gesloten werd. De tweede interpellatie zag op het, den 29 november des vorigen jaars door de kamer genomen besluit, waarbij zij ver klaarde dat, ook met het oogmerk om eene emancipatie der sla ven in Suriname voor te bereiden en te bespoedigen, een onver wijlde herziening der slaven-regleinenten. wenschelijk is. Nadat het woord was gevoerd door de heeren van Hoëvell, Blaupot teil Cate, Groen van Prinsterer en den minister van koloniën, werd, na verwerping met 25 tegen 23 stemmen van een voorstel van den heer Taels van Amerongen, om de behan deling der zaak heden avond voort te zetten, bepaald, de be raadslagingen over die interpellatie op morgen ïen 11 ure te vervolgen. De commissie van rapporteurs voor het wets-ontwerp hou dende vaststelling der raming van uilgaveu wegens verslrekkin- gen door het departement van marine, dienst 1856, heeft daar omtrent haar eindverslag uitgebragt. De beraadslaging over dat wets-ontwerp zal gehouden worden op heden (vrijdag), na afloop van de op dien dag aan de orde gestelde onderwerpen. Zitting vau 30 april. In deze zitting zijn de beraadslagingen voortgezet over de interpellatie van den heer van Hoëvell betrekkelijk de onver wijlde herziening der reglementen omtrent de behandeling der slaven in West-Indie. Dis beraadslagingen waren zeer langdurig. In den loop daar van werden drie motien van orde voorgesteld: eene van den heer van Hoëvell luidende: De kamer, van oordeel dat de redenen welke den minister van koloniën, volgens zijne verklaring, weerhouden de noodige maatregelen te nemen om het lot der slaven, in afwachting hunner emancipatie, te verbeteren, onvoldoende zijn, en enkel tot uitstel dier emanci patie kunnen leiden, gaat over lot de orde van den dag"; die later ingetrokken werd eene van den heer Groen van Prinsterer, van den volgenden inhoud: //De kamer, volhardende bij haar votum van den 29 november 1855, gaat over tot de orde van den dag" eene van deu heer vau Lynden, behelzende dit besluit: De kamer gehoord de verklaring van den minister ten opzigte van haar votum van 29 november 1855, gaat over lot de orde vau dag," die later ingetrokken maar door den heer Dirks overge nomen werd. Nadat de heeren van Lynden, Mackaj, Groen van Prinsterer van Hoëvell, van Deinse, van Bosse, Thorbecke, Róchnssen, EloutvanSoeterwoudeenclenministervau buitenlandschezaken en van koloniën, waarvan sommigen meer dan eens, hét woord hadden gevoerd, werd de motie van den heer Groen van Prin sterer in stemming gebragt en met 29 tegen 24 stemmen aan genomen. De kamer heeft daarop beslist: 1. dat de commissie van onderzoek in de zaak van liet Zwol- sche diep zal bestaan uit vijf leden; 2. dat het getal leden, dat minstens tot de afneming der ver- hooren wordt vereischt, drie zal zijn 3. dat de termijn biunen welken het onderzoek zal zijn afge- loopen, zal wezen 31 december 1856.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1856 | | pagina 1