ISecrologie. Nog voor dat de afgeloopene jaarkring voleindigd was, eiscli- 1e de onverbiddelijke dood alweder een nieuw offer van de kunst. Na een langdurig lijden overleed Johannes Adrian us Tuyn, in den ouderdom van bijna 40 jaren. Op den 29 december, op den zelfden dag waarop de priesters der kunst, zich volgens jaarlijk- sche gewoon ie op uitnoodigingder maatschappij tol, bevorde- ring der toonkunst vereenigclen, tot het vieren van hel feest aan die schoone en edele kunst gewijd, ontsliep hij, de kunste naar, de (enor-zanger clie menigmaal zelf het. glanspunt van die feesten geweest was, die ze vroeger zoo waardiglijk opluisterde en ondersteunde. Ofschoon om gezondheidsredenen het veld der openbare voordragt verlaten hebbende en daarin door den veelbelovend en vom Rath opgevolgd, die zelf helaas nog vóór hem den tol der natuur moest betalen, had hij zich uitsluitend t.ot het onderwijs bepaald en gaf daarin vooral uitstekende be wijzen van zijne bekwaamheid. Dat getuige in de eerste plaats de hoog begaafde jonkvrouw, die op dien zelfden feestavond hare hoorders zoo diep en innig roerde en die gaarne erkennen zal veel aan zijne zorgzame leiding verschuldigd te zijn. Waren ons zijne verdiensten als kunstenaar overbekend, ook als mensch genoot hij verdiende achting. Stipt en ijverig in zijne betrek king, nederig en onbesproken in zijn levenswandel, zorgzaam en hartelijk voor zijn gezin, wist hij de gevaren van het kunste naarsleven te ontwijken en voor zich en de zijnen de toekomst zoo veel mogelijk te verzekeren. Verliest dus de kunst een waardig priester, ook de maatschappij derft in hem een geacht burger, zijne gade en kind een braaf echtgenoot en vader. Zoo zij dan ook het graf hem tot rust, en blij ven zijn leven en werken bij zijne veelvuldige vrienden nog lang in aangename herinne ring (Amst. et.) Marine en Seger. Naar wij vernemen heeft zijne exc. de minister van oorlog de magtig.ing verleend om voortaan gehuwde manschappen voor de koloniale dienst aan te 'nemen, bijaldien deze zich daartoe aanmelden, en eene schriftelijke gelegaliseerde toestemming hunner echtgenooten, tot hunne indienst treding bij hel; indiesch leger overleggen, en deze laatsten zich daarbij tevens verbin den hare mans niet naaf Indie te zullen volgenen de mans overigens aan alle vereischten voldoen, in welk geval hand- en aanbrenggeld wordt toegekend. Men zegt dat in het voorjaar stellig een paar groote schepen zullen in dienst gesteld worden. Het stoomschip Phoenix, een der eerstd die in dienst zullen komen, is bestemd naar Oost-Indie, wenvaarts ook de Sindoro zal gaan, terwijl het stoomschip Merapi dan waarschijnlijk voor binnenlandsche dienst zou bestemd worden. Men schrijft het volgende aan de Utrechtsche courant: Het korps mariniers, hetwelk vooreerst met eene kompag- nie zal worden vermeerderd, bestaat alsnu uit eene dépot-kom- pagnie en vijf Icompagnien. Hetzelve wordt gekommaudeerd door den Init.-kolonelNabalenisinde navolgende garnizoenen verdeeld Te Amsterdam de staf, zoomede de dépot en le. kompagnie en hoofdadministratie onder bevel van den majoor L J.A. baron Quarks de Quarks. //Te Willemsoord, de 2de en3de kompagnie onder bevel van den majoor L. Oudraat. Te Hellevoet sluis de 4de kompagnie onder bevel van den kapitein J. J. Soer, en te Ylissingen de 5de kompagnie onder bevel van den kapitein E. C. R. baron Quar- les de Quarks, De standplaats der op te rigtene 6de kompagnie is nog niet Iedere kompagnie is 270 hoofden sterk, behalve de officie ren, en heeft de grootste helft zijner onder-officieren en man schappen steeds aan boord der schepen gedetacheerd. De ge deelten aan den wal zijn steeds inmarschvaardigen staat en kunnen eenige uren, na daartoe order bekomen te hebben, aan boord der schepen naar 's rijks overzeesche bezittingen worden overgevoerd. Het is niet te verwonderen, dat men er eindelijk toe over zal gaan, dat nuttige korps, van welk meest altijd detachementen aan de expeditiën in Oost-Indie deel nemen, op zoodanige grkte te brengen, dat, wanneer zulks noodig mogt zijn, niet i eenige kompagnien ingescheept en naar Oost-Indië i M»evVd kunnen wordenmen heeft daardoor het voordeel J leger te behoeven te werven, manschappen te heb- die sjan boord le huis zijn en van welke velen de proef van Mp^sebe klimaat reeds hebben doorgestaan." xf/iy p- Msfregat deRuyter, kommandant de kapil ein ter P. Stavenisse de Br&aw;ff;en:4uik de Zeehond, kom- mandant de kapitein-IuitenanT;fm^e^M. C. van Yreeland, zijn volgens telegrafisch berjgQ-den 30:èéqefqberlJ. van het Nieuvve- diep teSpezziaaangekomen. r t Men schrijft vj(f;p'uratpao; jm Se£^ november De cholera WtuÜLMeli uit aan de-iï£érkust van Venezuela. Jf Het bestuur alhier heeft strenge maatregelen genomen om zoo mogelijk deze ziekte van ons eiland te weeren. o De gele koorts is nog heerschende onder de schepelingen van Zr. Ms.brik Venus, kommandant de kapiteiu-luiteuant ter zeeR. van Voss. Zr. Ms. fregat Prins Alexander der Nederlanden, kommandant de kapitein ter zee J. P. E. von Römer, ligt te Bonaire en zal hier niet komen, zoo lang de gele koorts niet geheel geweken is. Alles is wel aan boord. In deze haven bevinden zich Zr. Ms. korvet Pallas, kommandant de kapitein ter zee P. A. Johr; Zr. Ms. brik Ven u s, kommandant de kapitefn-luitenant ter zee R. van Voss, en de schooner de Adder, kommandant de luitenant ter zee 1ste klasse J. C. Holtzapffei." QDost-iiunliscSae jkoloiRieou Omtrent den iu julij jl. plaats gehad hebbenden hevigen brand teBanda valt nog mede tedeelen, dat na een naauwgezet onderzoek niet gebleken is, aan welke oorzaak deze ramp moet worden toegeschreven. Na taxatie is de werkelijke schade be vonden te bedragen 133,590, in welke schade 41 personen deelen. Negen dagen na dezen brand ontstond er weder, in de kampong der policiedienaren, brand, die door de felle droogte in één uur tijds al de woningen van bamboe en gaba-gaba, met atap gedekt, vernielde. Dezé brand wordt aan on voorzigtigheid toegeschreven. Ten 10 ure in den namiddag van den 20 october bemerkte men van Zr. Ms. korvet Boreas, ter reede van Batavia, dat er uit de kajuitspoorten van hét nederlandsche koopvaardijschip Egmond en Hoorne rook opsteeg welke snel toenam. Het ge noemde schip had zijue vlag omgekeerd geheschen. Terstond werd de barkas met de brandspuiten en twee sloe pen van de korvet ter hulp gezonden, onder den luitenant ter zee 2de klasse J. C. Oudraat, vergezeld vau een wacht van mari niers, terwijl door de B o re as aan de andere oorlogsvaartuigen (de Ban da en Aruba) sein werd gedaan om insgelijks hulp te verleenen. Ook eene menigte koopvaardijsloepen boden zich aan en werden onverwijld naar liet brandende schip gezonden. Hoezeer dit laatste bijna op de grenzen van de reede lag, kwa men de ter hulp snellende vaartuigen spoedig in zijne nabijheid, zoo dat na een zeer kort verloop van tijd de brandspuit en aldaar in werking waren. Ook van het haven-departement waren twee groote brandspuiten gezonden. De hevigheid van den brand noodzaakte echter om het schip op het drooge te zetten, terw --."kiiiidde 1 s zoo veel mogelijk van den bodem werd gered. De brand duurde voort tot op den 22 october. Gedurende den tijd dat aan bet brandende schip hulp werd verleend, is door de officieren en equipaadjen der oorlogschepen een onvermoeide arbeid aan den dag gelegd, en zijn door hen de beste diensten bewezen. Ongeregeldheden hebben niet plaats gevonden, en het is voornamelijk aan de onvermoeide activiteit van de luitenants ter zee J. C. Oudraat en D. Schuurman toe te schrijven dat deze zijn voorkomsn. Vooral verdienen het goed overleg en den ijver, bij deze gelegenheid aan den dag gelegd door den luitenant ter zee 2de klasse A. grave van Limburg Sti- ï'um, met het bevel over de korvet Boreas tijdelijk belast, den grootsten lof. De hulp, verleend door de gedurende den brand ter reede -liggende schepen India, Anna en Swaluw, is v-ooral ook van veel nut geweest. rS,2aeir,BB3iOBBiieiteE'stasa4t 4e SSsdLtlellbWLffg. 3 jannarij 's avonds 6 ure 46 gr. 3s avonds 11 44 4 's morg. 8 42 's nam id d. 1 M 43 's avonds 6 41 aDff4>viflicaalie siatetRo Velen onzer lezers zullen zich herinneren dat door de com missie uit de provinciale staten van Zeeland, benoemd in de zo mervergadering van 13 julij 1853, tot het ontwerpen van een reglement van administratie derpolders in Zeeland, en bestaan de uit de heeren J. Transen van de Putte, voorzitter, mr. B. C. Cau, mr. K. Wagthö, M.Mazure en P. Beniner llardenberg, se cretaris, in de laatstgehoudene najaarsvergadering dier staten haar eindrapport is uitgebragt. Dit rapport vergezeld van 1. een ontwerp-reglement vau administratie der polders in Zee land 2. een ontwerp-adres aan den koning, houdende verzoek tot intrekking en. buiten werking stellen van alle koninklijke besluiten enz.,betreffende het beheer en toezigt der polders, mits. gaders de bevordering daartoe der wetten (decreten) van 1811.' 3. eene toelichtende memorie op het ontwerp-reglementen 4. eene memorie betrekkelijk de bijdragen ten behoeve der cala- miteuse polders in dit gewest, is thans gedrukt en aan de leden toegezonden. Wij laten, daartoe welwillend in staat gesteld, om het belangrijke der zaak het ontwerp-reglement hier in zijn geheel volgen. Hoofdstuk I. Van den aard en de onderscheiding der polders. Art. 1. Onder de benaming van polder wordt verstaan eene vereeniging van bedijkte gronden, onder eenen bepaalden naain, waarvan de eigenaars een zedelijk ligchaam uitmaken, door het openbaar gezag erkend, met het doel om die gronden, van bin nen en van buiten, tegen het water te beveiligen, voor het on derhoud der polderwegen en alle verdere belangen des polders te zorgen, onder zoodanig toezigt van het hooger bestuur als bij de grondwet is bepaald. Art. 2. Binnen driemaanden naliet sluiten van den zeedijk van bedijkte gronden, zal daarvan, het zij door de eigenaren gezamenlijk, het zij door den meest gereeden eigenaar, aan ge deputeerde staten kennisgegeven worden, onder overlegging eener omschrijving van de juiste ligging van den polder, zijne uitgestrektheid, dijken, waterlozing, met al wat daartoe betrek- king heeft, en met het verzoek om als zedelijk ligchaam te wor den erkend. Zoo daartegen bedenkingen bestaan, worden dezelve, bin nen vier weken na de kennisgeving, den belanghebbenden me degedeeld. Geene bedenkingen daartegen bij gedeputeerde staten gere zen zijnde, heeft de erkenning door dat collegie plaats, bij een besluit, hetwelk in het provinciaal blad zal worden opgenomen onder bijvoeging der bovenbedoelde omschrijving. Art. 3. De polders worden onderscheiden in vrije en cala- miteuse. Vrije polders zijn de zoodanige, die uit eigen inkomsten en het geschot, van de landen daarin gelegen te heffen, worden on derhouden; dezelve worden nog onderscheiden in buitenpol ders, die eenen waterkeerenden dijk hebben, en in binnenpol- ders, die door anderen zijn omringd of ingesloten. Calamiteuse polders zijn die, welke, boven eigen inkomsten en het geschot van de landen in dezelve gelegen, ondersteuning uit andere fondsen behoeven. Hoofdstuk II. Van de ingelandenhunne reglen en verpligtingcn. Art. 4. Door ingelanden worden verstaan de eigenaren van gronden in den polder gelegen. Stemgeregtigde ingelanden zijn de zoodunigen, welke eene bepaalde hoeveelheid gronds in den polder bezitten. Zij die bij het invoeren van dit reglement dat regt bezitten, kunnen dat in hunne eerste vergadering bestendigen, of een ander bun dei* tal, dat regt gevende, vaststellen, mits «iet te bo ven gaande 4 bunders voor polders beneden de 250 bunders. 6 van 250 tot 500 8 300 1000 10 1000 5000 12 5000 en daarboven. De ingelanden van later te bedijken polders zullen, binnen drie maanden na de erkenning, bedoeld bij art. 2 van dit regle ment, hun bundertal bepalen voor de stemgeregtigheid ver- eischt wordende, met inachtneming van het hierboven gestelde maximum. Daaraan door hen niet voldaan zijnde, zal het stem regt geacht worden te zijn geregeld naar bovenstaanden maatstaf. Tot het grondbezit, ter bepaling van het bundertal voorliet stemvegt, worden gerekend te behoor en al de landen in den polder gelegen, naar derzelver kadastrale grootte, daaronder ook de vronen en vrijlanden, voor zoo veel en naargelang deze bijdragen in de gewone lasten, tot onderhoud des polders. Art, 5. Jaarlijks in de tweede helft der maand januarij wordt door het polderbestuur eene lijst opgemaakt van stemgeregtigde ingelanden, welke gedurende de eerste helft der maand febru- arij ten kantore van den ontvanger-griffier voor de belangheb benden ter inzage wordt gelegd, ten einde hunne bezwaren tegen die lijst vóór den 20 van die maaud te kunnen indienen bij het polderbestuur, hetwelk vóór den 1 maart daarop beslisten van die beslissing aan de belanghebbenden kennis geeft. Tegen die beslissing kan men tot den 8 maart in beroep ko men bij gedeputeerde staten, die vóór den 25 maart uitspraak doen. Art. 6. De stemgeregtigde ingelanden hebben de bevoegd heid zich door eenen gemagtigdein de vergaderingen van stem geregtigde ingelanden te doen vertegenwoordigen. Weduweu en ongehuwde vrouwen worden in die vergaderin gen niet persoonlijk toegelaten; zij kunnen zich echter door eenen gemagtigde doen vertegenwoordigen. Mannen vertegenwoordigen in die vergaderingen hunne vrou wen vaders en voogden hunne minderjarige kinderen en pupil- en; curators de onder hunne curatele gestelde personen. De goederen, welke in de kadastrale schrifturen ten name staan van de vrouw, worden te dezen aanzien geacht den man toe te bchooren, zoodat voor dc goederen welke echtgenooten in gemeenschap bezitten, gevoegd bij die welke aan ieder der echtgenooten persoonlijk toebehooren, de man alken als stem geregtigde ingelande optreedt, tenzij de vrouw, overeenkomstig de bevoegdheid haar bij art. 195 van het burgerlijk wetboek ge geven, bij huwelijksche voorwaarden het beheer over hare on^ roerende goederen voor zich heeft bedongen, en van dat beding overschrijving heeft plaats gehad overeenkomstig art. 207 van het zelfde wetboek, in welk geval de vrouw zich in de vergade ringen van stemgeregtigde ingelanden door eenen gemagtigde lean doen vertegenwoordigen. In geval van vruchtgebruik wordt bet steniregt door den vruchtgebruiker uitgeoefend. Maatschappen of vennootschappen kunnen in die vergaderingen door een lid of een gemagtigde van het bestuur der maat- of vennootschap vertegenwoordigd worden. Voor de eigenaren van onverdeelde gronden kan een der mede-eigenaren ook voor de overige optreden, mits geen der mede-eigenaren vóór deu aanvang der werkzaamheden zich daartegen verzet. Eén persoon brengt niet meer dan drie stemmen uit. De volmagten moeten schriftelijk jworden verleend en vóór den aanvang der vergadering aan het bestuur worden overge legd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1856 | | pagina 2