MIDDELBUKGSCHE
COURANT.
N0- 146.
Donderdag
1855.
6 December.
©mwttlcmöscljje füijöingm.
Deze courant verschijnt des Dingsdags, Donderdags en Zaturdags. Binnen deze gemeente en Vlis-
singen geschiedt de uitgave den avond te voren ten 8 ure. m
De abonnementsprijs per drie maanden is 8franco per post f 8,40.
De inzending van Advertentien kan geschieden tot tien ure des morgens, op den dag der uitgave.
De prijs van gewone Advertentien is 22 cent per regel; van Huwelijks, Geboorte of Doodbekend-
makingen enz., van één tot zes regels f 1,50, voor eiken regel daarboven 22 cent.
Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen.
Voor elke plaatsing moet 85 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontaut.
Editie van Woensdag avond 8 ure.
middelburg; S> deeenafoero
Reeds gisteren avond hebben wij aan de geabonneerden op
onze bulletins medegedeeld, dat in de zitting der tweede kamer
van de staten-generaal van gisteren, hoofdstuk "VIII (marine)
der begrooting aangenomen is met 38 tegen 24 stemmen.
Uit Oostburg deelt men ons het volgende mede
u Met genoegen kunnen wij melden, dat het H. M. onze
geliefde en geëerbiedigde koningin heeft behaagd, om bij een
schrijven van haren secretaris in dato 30.nov.jl., aan mevrouw
A. S. Prenier geb. Willis, als hoofd-directrice der te Sluis
gevestigde kantschool van armekinderen, onder de zinspreuk
h Doet wel en ziet niet om" te kennen te geven, dat EL. M. het
door haar namens de directie aangeboden bescherm-vrouwschap
dier school volgaarne heeft aangenomen. Hartelijk hopen wij
dat dit blijk van groote belangstelling en liooge ingenomen
heid onzer geliefde koningin, met dezen zoo belangrijken tak
van industrie, welke in gedachte school door arme kinderen be
oefend wordt, velen in deze provincie zal aansporen om de
belangen dezer armen-inrigting voor te staan en te bevorderen,
door hare producten (welke, in aanmerking nemende den kor
ten lijd -.'an baar bestaan, niet behoeven achter ie staan voor
de kanten welke bij onze belgische naburen gemaakt worden)
te koopen en algemeen aan te bevelen. Hiermede toch zal men
het tweefedige doel der directie helpen bevorderen, namelijk om
dezen tak van belgische industrie op onzen nederlandschen bo
dem voort té planten, en ten andereu de kinderen van behoef
tige ouders in staat te stellen oni eigen middel van bestaan te
erlangen, de armoede zoo veel mogelijk Ie voorkomen en de
bedelarij te weren. Wij uiten dezen wensch te meer, omdat het
provenu der verkocht wordende kanten geheel ten bate komt
van de arme kantwerkstertjes die ze gemaakt hebben, en die
gedurende den naderenden winter daarmede niet alleen in
hare eigene behoefte, maar tevens voor een gedeelte in die
harer arme ouders moeten helpen voorzien."
X Een tijdvak der geschiedenis, dat nog zeer weinig en
eigenlijk nog in bet geheel, niet. bewerkt is, is het einde der vorige
eeuw. Wij vernemen daarom met geqoegen dat de lieer dr. R.
Eruin, wiens scherpen blik en juist oordeel ons gebleken is uit
zijne wederlegging der auti-re-volulipnnaire beginselen, zich
ijverig bezig houdt met eene stadie van dat belangrijk tijdvak
on&er historie.
In den avond van 2 dezer is te 's Hage do brievenbesteller
K., op wien sedert lang vermoeden bestond, dat hij zich schul
dig maakte aan verduistering van brieven, op de daad betrapt,
dat hij zich op sluwe wijze in het bezit had weten te stellen van
een brief met geldswaarde. Hij is dien ten gevolge gevankelijk
naar het huis van verzekering overgebragt.
HSeïioeEEBHEsgs-eEB en SsesÜBaSteeH.
Bij Zr. Ms. besluit is met 1 januarij 1856, jhr. R. Schuurbe-
que Boeije, aiTondissements-betaalmeesler te Zierikzee, als
zoodanig overgeplaatst naar Zutphen, en benoemd te Zierikzee
de heer J. Gevers Leuven, ontvanger van 's rijks middelen te
Huissen.
Bij Zr. Ms. besluit van den 30 november is benoemd tot
commissaris van policie te Goes J. C. D. van den Bussche, be-
eedigd klerk ter griffie der arrondissements-regtbank aldaar.
Z. M. heeft bij besluit van den 24 nov. goedgevonden te
benoemen, bij het personeel vaii cle geneeskundige dienst der
landmagt, tot officier van gezondheid der 2de klasse, den offi
cier van gezondheid van de 3de klasse G. J. Roelering, van ge
meld; personeel.
Marine en Iieger.
Uit Vlissingen wordt ons geschreven
Wij vernemen dat de kapitein ter zee, jhr. P. G. J. de Haze
Bomme, thans kommandant van Zr. Ms. wachtschip alhier,
zijn ontslag uit 's rijks zeedienst heeft aangevraagd.
X Het stoomschip Sindoro ligt aan het Nieuwediepge
reed om het zeilree liggende koopvaardijschip Calipso, hetwelk
victualie in heeft voor de West-Indien, by slechten wind tot in
de Hoofden te slepen,
LI. vrijdag is te Leyden cle rijks kanonneerboot in de
haven aangekomen, wier aankomst door mistig weder en tegen
wind lot hiertoe vertraagd was. Zij staat onder bevel van den
schipper onder-officier van Ecken en is verder bemand met acht
koppen.
■VeHrseBtÊllessfle toei'SgteiBo
Naar wij vernemen bedragen de in N. O. Indie ingezamelde
giften, ten behoeve der noodlijdenden, ten gevolge van den in
Nederland gewoed hebbenden watersnood, voor zooverre zij aan
den directeur van financien bekend zijn, de aanzienlijke som van
ƒ74,973,58.
Dezer dagen is te Rode.s in Erankryk in SSjarigen ouder
dom overleden de generaal Tavayre, die vroeger in lroUandsche
dienst is geweest.
Staat der nederlandsche bank op 30 november j 1.omloo-
pende bankbiljetten S9,738,935, saldo's vari rekeningen cou
rant 27,284,281,83T; munt enröuntmateriaal/79,377,976,3L
Ütatesa-gwemeraal.
Nader verslag der zitting van I december.
Bij de verdere beraadslaging in de tweede kamer over de be
groeiing van uitgaven, ten behoeve der binnenlandsche zaken,
heeft de heer Sleet eenige inlichtingen verlangd nopens het on
derzoek naar de geologische gesteldheid van Nederland en de
daarin gebragte betreurenswaardige vertraging.
De minister heeft deswege te kennen gegeven, dat de com
missie is ontbonden op verzoek van al hare leden, dat haar daar
op nog meer geleerden zijn toegevoegd, doch dat zij ook daarna
tot geene aanneming van een bepaald ontwerp heeft kunnen
geraken, dat de regering de zaak in handen heeft gesteld van
de akademie van wetenschappen, en haar rapport is wachtende.
Op nog eenige aanmerkingen van den heer Thorbecke, heeft
de minister geantwoord, dat de benoeming van de eerste com
missie de regering heeft overtuigd dat de zaak niet meer tijde
lijk aan eene andere commissie kon worden opgedragen.
Ten slotte is het vijfde hoofdstuk der staats-begrooting met
algemeene stemmen aangenomen.
Bij de behandeling van het zesde hoofdstuk, de kosten voor
de hervormde eeredienst, is de zaak der pensioenen ter sprake
gebragt, en heeft de minister te dien aanzien aangemerkt, dat
lnj het verslag der commissie deswegens is wachtende, doch dat
zulks in geen geval van invloed zal kunnen zijn op het thans
voorgedragen cijfer.
Het hoofdstuk is aangenomen met 53 tegen 7 stemmen. Te
gen hebben gestemd de heeren Storm, Duller t, van Eek, Rein-
ders, Hengst, Westerhofl: en van der Veen.
Bij de beraadslaging over het zevende hoofstuk, de kosten
van de roomsoh katholieke eeredienst, heeft de heer Thorbecke
inlichting gevraagd omtrent de koninklijke goedkeuring, welke
voor zoo veel noodig, is verleend aan de reglementen op de pa
rochiale kerkbesturen, en heeft die spreker verlangd te weten,
waartoe die goedkeuring is gevorderden inde tweede plaats,
met welk regt door de prelaten is verklaard, dat elke parochie
zoude zijn een zedelijk ligchaam, en gevolgelijk hekleed met de
bevoegdheid, aan zedelijke ligchamen toegekend, en in welk
verband dit staat tot de wet op de vereenigingen en vergade
ringen.
Z. exe, de minis! er voor de roomsch kalh. eeredienst heeft
daarop aangemerkt, dat de goedkeuring is verleend, omdat er
twijfel ontstond of die soms niet noodig kon zijn, en dat in de
bedoelde verklaring niet dat gene gevonden wordt,hetwelk vol
gens den spreker daarin is bespeurd, dat voor het overige het
geen de grondwet voorschrijft, nopens het regt van vereeuiging
en vergadering, van geene toepassingis op kerkelijke gemeenten'
Deze inlichtingen hebben den spreker niet bevredigd, die
beeft begrepen dat in het belang van de vrijheid der gemeenten,
de koninklijke goedkeuring niet behoorde te worden verleeud,
wanneer die niet bepaaldelijk noodig was, en op nieuw
heeft betoogd dat de parochiën inderdaad door den bisschop
zijn erkend als zedelijke ligchamen, dat de wet van april 1855
op het regt van vereeniging en vergadering is algemeen, en hij
zich niet heeft beroepen op de grondwet, maar op die algemeen
verbindende wet.
De minister heeft met den spreker ingestemd, dat de ge
meenten vrij moeten zijn, maar heeft beweerd dat zij door de
verleende goedkeuring, voor zoo veel noodig, niet in deze vrij
heid zijn belemmerd. Verder heeft zijne exc. beweerd, dat de
parochiën niet zijn verklaard zedelijke ligchamen, maar dat een
bestuur is aangewezen, hetwelk de burgerlijke regten kan uit
oefenen, en dat het roomsch katholiek kerkgenootschap niet
wordt beheerscht door de wet van april 1855.
Ook het zevende hoofdstuk is met 53 tegen 7 stemmen (de
zelfden die zich tegen hetzesde hebben verklaard) aangenomen;
De beraadslaging over het achtste hoofdstuk, de kosten der
zeemagt, zijn daarop geopend.
De heer Ter Bruggen llugenholtz verklaart zich als volks
vertegenwoordiger op een moeijelijk standpunt geplaatst te
zien. Gaarne zou hij, alleen de inspraak van zijn gevoel volgende,
zoo veel fondsen als slechts mogelijk ware toestaan voor de
marine, doch hij beschouwt deze begrooting als rustende op
een onuitvoerbaar stelsel en zal er daarom, tenzij zij beter inge
licht worde, tegenstemmen.
Hij vraagt of de minister wel eens heeft nagegaan wat de vol
komen uitvoering van zijn stelsel aan den staat zal kosten. Vol
gens de berekeningen des ministers zoude marine een kapitaal
moeteu vertegenwoordigen van 41,480,000terwijl, volgens
de laatste organisatie in 1841 door den koning vastgesteld, de
marine een kapitaal van 2S millioen zoude representeren. Nooit
heeft men echter eene goede organisatie tot stand kunnen bren
gen, omdat men niet wist waarop de marine zou steunen. Nu
wil hij gaarne aannemen dat Nederland, waar het de verdedi
ging van het vaderland geldt, gedurende eenige jaren een aan
tal millioenen kan toestaan, maar hij wijst er toch op dat alsdan
in staat van vrede de krachten des lands worden uitgeput.. Hy
weet wel dat er velen zijn die alleen vragen wat de staat eigen
lijk noodig heeft, waarover dan veel valt te twisten, maar naar
zijne meening is het wel degelijk de vraaghoe men in die be
hoefte kan voorzien.
Het geldt hier niet eene begrooting voor een of twee jaren,
maar wel eene die op een stelsel steunt. "Volgens dat stelsel
moet de begrooting voor marine, met inbegrip van Indie, jaar
lijks tot ]2 millioen stijgen. Nu doet hij uitkomen dat liij in
menig opzigt met den minister omtrent het aangenomen stelsel
verschilt, en dat de berekeningen, die daarop steunen, naar zijn
oordeel ook falen. Hij betoogt dat de begroot ing in volgende
jaren weder zal moeten klimmen, en dat men dan weder eenige
millioenen uit de indische kas trekken kan.
Maar naar zijne meening komt het volkomen op het zelfde
neder of men de gelden uit de nederlandsche ofde indische kas
trekt. Hij erkent al het moeijelijke om een stelsel aan te nemen
en om uit te maken wat een staat noodig heeft, ook in verband-
met zijne koloniën. Maar hij loont tevens aan dat, als men eens'
het geta.l schepen heeft-, dat de minister zich heeft voor oogun
gesteld, meu ze ook moet gebruiken, of men loopt gevaar dat
ze, zoo als vroeger, in de dokken verrol ten of op de helling lig
gen. Hij zou dus wel een ander stelsel nopens het gelul en
den aard der schepen wenschcn aangenomen te zien, ter.vyl
zijns bedunkens de zeemagt, die hij bedoelt, in tijd van oorlog
veel meer nut zou kunnen aanbrengen.
Wat de algemeen geuit te klagt van liet verval der marl: