MIDDELBURGSCHE COURANT. Zaturdag 1 December. N°- 444. 1855. Deze courant verschijnt des Dingsdags, Donderdags en Zaturdag3. Binnen deze gemeente en Vlis- singen gescliiedt de uitgave deu avond te voren ten 8 ure. De abonnementsprijs per drie maanden is 3franco per post 3,40. De inzending van Advertentien kan geschieden tot tien ure des morgensop den dag der uitgave. De prijs van gewone Adverreutien is 28 cent per regel; van Huwelijks, Geboorte of Doodbekend- makingen enz.van dén tot Zes regels 1,50voor eiken regel daarboven 22 cent, Buitengewoon groote letters worden berekend naar de plaats die zij innemen. 1 Voor elke plaatsing moet 35 cent voor zegel worden betaald. De betaling geschiedt kontant. Bij deze courant behoort een bijvoegsel. Editie van Vrijdag avond 8 ure. ötnrmttcmïrsrfjr Tïtjöutuen. MiddeïlMa.irg' §}<3D uovesaiher. Bij de verkiezing van drie leden voor de kamer van koop handel en fabrieken te Goes, hebben van de 62 kiezers slechts 13 gestemd. Er waren alzoo '13 biljetten in de bus. Daarvan hebben bekomen de heeren: J. P. Burger 13, O. Verhagen 11, A. Nortier 8 stemmen en de heeren J. H. C. Kakebeeke, P. F. de Jonge, J. IC. van Baaien en J. W. van Kerkwijk elk eene stem, zoodat de drie aftredende leden herkozen zijn. Op een biljet stonden slechts twee namen, terwijl op twee andere een naam voorkwam van een niet aftredend lid. X Men verneemt dat de heer Diepenheim, referendaris bij het ministerie van koloniën, den nienw benoemden gouverneur- generaal, den heer Pahud, naar Indie zal vergezellen. X Woensdag heeft er te 's Gravenhage eene vergadering van bierbrouwers uit verschillende gemeenten plaats gehad om, met het oog op de wet omtrent de bieren en azijnen waarvan dien dag het voorloopig verslag der kamer is rondgedeeld,onder- ing over hunne belangen iu overleg te treden. Cuba; aan het gouvernement van Portugal, en aan dr. Royle voor zijne collectie voortbrengselen uit Indië enden indischen Archipel. Op pag. 47 komt onder de met goud bekroonde in de .17de klasse voor La vi 11 e d'Amsterdam. Pour les lapidai- res diamant aires de Hollande. Taille de diamants et roses livrées au commerce. Naar men verneemt zijn door Z. exc. den minister van oinnen- kndsche zaken bedenkingen gemaakt op het voorstel van den gemeenteraad te 's Hage, betrekkelijk de heffing eener belasting op hel gemaal. Den 26 dezer werd den hoogleeraar mr. J. Bake, te Leyclen eene zilveren vaas met inscriptie ten geschenke aangeboden door een 140 tal zijner voormalige discipelen, als zijnde het de dag, waarop hij, veertig jaren geleden, het hoogleeraarsambt aan de ieydsche academie aanvaardde. De heer mr. Groen van Prinstérer sprak hem namens de verzamelde oud-studenten met treffende woorden aan; en ontving daarop een hartelijk ant woord van den hoogleeraar, die daar schertsend invoegde, dat hij zich ten minste vleide, zijnen discipelen niets verkeerds geleerd te hebben. Naar aanleiding van de mededeeling in L'écho universel, door ons overgenomen, geeft men nader de stellige verzekering, dat de heer Mijer, nieuw benoemd minister van koloniën, tot de prot estautsche godsdienst behoort, en niet tot de israëlitisehe. Naar men verneemt zullen de veranderingeu, die ten gevolge van de wet houdende afschaffing van den accijns op het gemaal in het personeel der mindere ambtenaren bij de directe belastin gen zullen, plaats hebben, eerst omstreeks maart IS56 in wer king komen. Men schrijft uit 's Hertogenbosch van 27 dezer; Bij de hooge regering schijnt even als bij de provinciale staten van ons gewest het bepaalde plan te bestaan om alle tollen op de groote rijks-en provinciale wegen op te heffen. De kosten voor het innen van de tolgelden door tolgaarders of tolbeambten zijn te groot; het betalen van dezelve door den particulier, die dikwerf in den groolsten haast zich herhaaldelijk daarvoor op weg aan de tollen moet ophouden, te lastig. Men is van mee ning de zuivere opbrengst der tollen te kunnen vinden door opcenten op de grond- en personele belasting, wijl thans schier elke gemeente in het bezit van kunstwegen is, ieder daarvan gebruik gemaakt, en men dus als algemeene maatregel ieder des wegens kan belasten, hetgeen vroeger geenszins het geval was, toen de kunstwegen zeldzamer waren, en weinigeu in derzelver genot deelden, door vervolgens de ondernemers van wagens tot vervoer van personen en goederen, de voerlieden, die op gestelde beurten rijden van de eenö plaats naar de andere, en geregeld van zekeren weg gebruik maken, 'hooger in het patentregtaan te slaan, even zoo de verliuurders of houders van paarden en rijtuigen. Op die wijze moet het gemak door het opheffen der bedoelde tollen groot en de omslag van de zuivere opbrengst daarente gen klein, bijna niet gevoeld worden. De Nieuwe rotterdamsche courant ontving via Triest eene telegrafische depeche, meldende de aankomst van de overland- mail aldaar. De tijdingen uit Batavia' ioopen tot 10 October. Politiek nieuws wordt in die depeclie niet medegedeeld. Thans zijn ontvangen de verslagen van den jury voor de algemeene tentoonstelling te Parijs. Die verslagen bevatten tot dus verre nog alleen de eere-medailles, alle van goud. Het is een .boekdeel in 4o, 82 blz. grootten vermeldt 347 bekrooningen. Onder de medailles d'honneur hors classe, waarvan er maar acht zijn toegewezen, komt op pag. 2 voor; Société N eêrlandaise de commerce (Pays-Bas), Ensemble de ses collections." De overige zeven gouden eere-medailles, hors classe, werden toe gewezen aan het ministerie van oorlog van Erankrijk; aan de Indische compagnie (Compagnie des Indes); aan het ministerie van marine en koloniën van Frankrijk; aan het ministerie voor handel (board of trade) van Groot-Brittanje; aan het eiland Uit Luxemburg schrijft men van den 24 dezer: Heden heeft iie kamer het spoorweg-contract goedgekeurd; een zeer gewigtige maatregel in het belang van Trier en de geheele Oppermoezelstreek. Het geldt het geheele spoorweg net, waardoor men bij Steinfort met België, bij Wassebillig met Duitschland en door eene zijtak tusschen Duddange en Frisan- ge met Frankrijk in verbinding zal komen. Eene vertakking zal van Luxemburg naar Arlon en over Diekireh naar Weiswam- paeh loopen. Marlde eu jLeg"ero liet te Breda gehouden onderofficiers-examen, tot den rang van 2deu luitenant is den 26 ontbonden. Het verslag dien dag opgemaakt, is vrij gunstig en daaruit moet blijken, dat het grootste deel der opgekoinenen, de bewijzen van gevorderde kennis hebben geleverd. Verselnilleiadle iBerSgtfenu Naar wij vernemen is de opening van het telegraafkantoor te Leeuwarden bepaald op 1 december. Bij het departement van binnenlandsche zaken is ontvan gen van den minister van koloniën, eene assignatie, groot twee honderd drie en negentig gulden vijftig centen, zijnde het be drag der in de kolonie Suriname nader ingezamelde bijdragen tenbehoevederslagtoffers van den jongsten watersnood in het vaderland. Dingsdag zijn de personen, die verzocht hebben als leerling telegrafist in aanmerking te komen, aangeschreven, om zich, tot het ondergaan van het vergelijkend onderzoek, aan h et minis terie van binnenlandsche zaken te doen vinden op dingsdag den 11 decemberaanstaande, des voormiddags ten tien ure. Statem-Swemeffaalo Tweede kamer. Zitting van 27 november. De commissie van rapporteurs brengt haar eindverslag uit over het voorste] van den beerRochussen, tot het instellen eener enquête omtrent het misbruik van sterken drank. De dag der discussien zal later bepaald worden. Aan de orde is de voortzetting der algemeene beraadslagin gen over de VII afdeeling van hoofdstuk V. ("Departement van binnenlandsche zaken), der staatsbegrooting voor 1856, en wel bepaaldelijk nopens de alcaderaie te Delft. De heer Hoekwater merkt op, dat, hij vroeger breedvoerig over dit onderwerp heeft uitgeweid in den zin, dat uitbreiding van de inrigling noodig is en zij op de begrootiug diende geplaatst te worden. Hij heeft met genoegen gezien, dat cle post nu op de begrooling is gebragl, en hij betuigt deswege zijne erkentelijk heid aan den minister, die aidus aan zijne in 1853 gedane toe zegging heeft voldaan. Daar dit echter geen ouverdeelden bij val heeft gevonden, zoo treedt hij in eene geschiedenis der zaak sedert 1S53, ten einde nader nog het noodzakelijke en doeltref fende der voorgestelde regeling te doen uitkomen. Hij neemt daarbij op sommige bedenkingen, in der tijd door de heeren Thorbeekeen van Hoëvell geopperd, en vat te zamen, wat door anderen en hem daartegen is aangevoerd. Wal betreft het punt der opleiding der oostindische ambtenaren, waarover destijds de heer van Hoëvell zijne meeniug had geopenbaard, laat spre ker de beantwoording daarvan over aan den met die belangen vertrouwden heer Baud. Hij brengt hulde aan de afzonderlijke toelichting der zaak, door de regering bij deze staatsbegrooting gegeven en verdedigt die tegen de aanmerkingen, in het. voor loopig verslag vervat. Er moge over eenige ondergeschikte punten verschil bestaan, doch spreker meent dat het nut en de noodzakelijkheid van de instelling is uitgemaakt. Hij heeft met genoegen gezien dat de heer Thorbecke later zeer gunstig voor de akademie is gestemd geworden, maar bij kan niet toegeven wat die sprekeii wenschte, om de regeling der zaak bij afzonder lijke voordragt te behandelen. Hij vreest dat daardoor niets dan uitstel en onzekerheid zal worden te weeggebragt en dringt, in het belang van onzen handel en het industrieel onderwijs, op cle verwezenlijking der plannen van de regering aan. De heer Delprat betoogt dat hier ontbreekt de uiteenzetting door de regering van de toekomstgeiurigting der akademie. Hij beschouwt bovenal de behoefte aan eén reglement voor de aka demie als zeer dringend en wil daarop wachten. De heer Schimmelpenninck vau der Oije bespreekt vier pun ten in verband mefc liet daarover aangevoerde1. de wet. Spre ker herinnert dat de inrigling dagteekent van 1842 en dus van vóór de grondwet van 1S48. Het kan zijns inziens nu alleen de vraag zijn, om de fondsen aan te wijzen ter verbetering en zij kan niet afhankelijk zijn van de wetgevende regeling; 2. het be ginsel. Spreker gelooft dat de regering hier op den goeden weg is. Wij hebben aka demi en, athenea, eene landbouwkundige school, eene technische school enz. en nu heeft, de regering in der tijd eene normaalschool opgerigt tot opleiding voor de in- dische dienst; daartegen heeft, niemand bezwaar gehad, in te gendeel, men heeft het deukbeeld toegejucht; 3. hetfk aneiele punt. Spreker herinnert dat zulk eene veelomvattende inrigling tot stand is gekomen, zonder aan den staat iets meer dan ƒ10,000 te kosten, al het overige is gevonden door de bijdrage der leer lingen en door de stad, onder het beleid van een schrander bur gemeester en zijnen raad. Nu vraagt spreker of, indien het beginsel goed is, men. dan de uitvoering moet laten afspringen op financiële bezwaren, of schoon spreker toegeeft dat, wil de inrigling geheel aan haar doel beantwoorden, er welligt meerdere gelden zullen noodig zijn. 4. Wat aangaat de wijze van toepassing, de voorgedragene regeling, erkent spreker ook het gebrekkige van de bestaande examina; hij meent dat er meer werk van hel praktische moet gemaakt worden; tot dus verre is de inrigting te veel theore tisch; er wordt niet genoeg gelet op het technische en wel voor namelijk in dit opzigt, wat betreft de opleiding der oostindische ambtenaren. De heer Storm van 's Gravesande heeft steeds het gevoelen geopenbaard, dat de kosten der akademie op cle begrootiug moesten komenen toch zal hij zich thans onder hen moeten scharen, die zich niet met deze voordragt kunnen vereenigen. De oorzaak daarvan is het oogenblik en de wijze waarop die aan de kamer wordt aangeboden. Het geldt t;ocblii§?€êS§ ,reorga-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1855 | | pagina 1