RECAPITULATIE
I. Huis dos konings800,000.00
II. De hooge eollegien van staat en liet
kabinet des konings- 545.593.00
III. Departem. van buitenlandsche zaken - 490,013.00
IV. Departement van justitie- 2,546,998.GO
V. Departem. van binnenlandsche zaken - 5,771,501.36
VI. Departement voor dc zaken der her
vormde eeredienst enz- 1,694,159.31$
VII. Departement voor de zaken der r. k.
eeredienst - 590,956.6S$
VIII. Departement van marine- 7,618,781.20
-p£ a. Nationale schuld- 35,227,035.12
J Departement van financiën - 6,361,907,75
X. Departement van oorlog- 11,685,000.00
XI. Departement van koloniën- 115,734,40
XII. Onvoorziene uitgaven- 100,000.00
Totaal 73,547,380,43
RAMING VAN Js RIJKS MIDDELEN EN INKOM
STEN OVER HET DIENSTJAAR 1856.
A. Directe belastingen, a. grondbelasting met 27$ opcenten
f10,701,900; b. personeel met 20 opc. 1'6,646,400c. paten
ten met 28 opcenten f 2,620,200.
B. Accijnsen, a. suiker f 1,228,501.23 6. wijn f 790,000;
c. binnenl. gedistilleerd f 2,690,000; d. buitenl. gedistilleerd
f175,000; e. geslagt f 1,020,000 zout f 1,600,000; ff. zeep
1'S5Q,000k. bieren en azïjnen f 285,000; z. steenk. f 750,000
j. turf f 1,025,000; h. 10 ten honderd coll.zegel f 1,041,350,12$;
l. vervoerbiljetten f 55,000 60 opc. op bet binnenl- en buitenl.
gedistilleerd, 54 opc. op wijn, 48 opc. op de suiker, 3S opc.
op geslagt, zout, zeep, bieren en azijnen en steenkolen, 28 opc.
op turf en 60 opc. op vervoerbiljetten van al de accijnsen
44 f5,240,598,65'; te zaroen f 16,750,450.00$.
C. Indirecte belastingen, a. zegelvegten f 1,400,000; b. re-
gistratie-regten f 3,690,000; c. griffie-regten f27,500; d. hy-
potheek-regten f 317,500; e. successie-regtcn f 2,900,000;
opc. f3,667,400 tc zamen 1'12,200,400.
D. In-en uitgaande regtcn en scbeepvaartregten, a. vegten
op den in- en uitvoer f3,100,000; b. scheepv.-regten f500,000;
c. vuur-, ton- en bakengelden f220,000 d. formaatzegel f 6500;
13 opc. op de regten van in- en uitvoer f 403,000 44 opc. van
het formaatzegel f 2860te zamen f 4,232.360.
E. "Waarborg en belasting der gouden en zilveren werken,
belasting f190,000; 15 ten honderd essaailoon f2S,500; 6
op f 11,400; te zaaien f 229,900.
E. Domeinen, a. van gewone domeinen, tienden enz.
f594,039.16; b. hetdomein van oorlog f74,452.64; c. wegen
en vaarten f639,208.12$; tezamen f 1,307,699.92$.
G. Opbrengst der posterijen f 1,450,000.
H. Opbrengst der staatsloterij f 400,000.
I. Opbrengst der uitgegeven acten voor de jagt en vissche-
rij f 85,000.
K. Regt op de mijnen f 1,150.
L. Verschillende ontvangsten en toevallige baten, «.gevan
genissen f 38,225b. nederl. staats-courant en bijblad f 34,000;
c. staatsblad f 7000; d. fonds der lands-drukkerij f 5,000;
e. publiek verkrijgbaar gestelde stukken f 2,500ijk der ma
ten en gewigten f58,000; y. paviljoen te Haarlem f 1100; h.
octrooijen f 10,000; i. baten uit 's rijks- veeartsenij school
f5000; j. de rijks telegafenf 130,000; 7c. koninkl. akademie te
Delft f30,000; l. bijdragen in de kosten van aanleg en onder
houd van landswerken f 32.750 m. vergoed, van de provinciën
en gemeenten voor dc invordering van opcenten op de directe
belastingen f 110,000n. boeten en confiscatien die aan uit-
keeving onderhevig zijn f2500; o. entrepots f 15,000 p. aan
deel in de boeten en verbeurdverklaringen bij de directe belas
tingen enz. f 55,000; q. teruggaven wegens het aandeel dei-
niet ten behoeve van 's rijks kas geheveue opeenten f 38,000
r. leges aan de schatkist vervallen f70,000; s. verjaarde ren
ten f25,000 t, teruggave van voorschotten, vroeger verleend
uit het fonds van nijverheid f2245; hoogen raad van adel
f 20,475 v. grootboeken der nationale schuld f 23,000; zv. kor
tingen op wedden en belooningen van burgerlijke ambtenaren
f 225,000x. terug gaven van voorschotten uit 's rijks schatkist
verleend f 50,000; ij. verkochte rijks goederen en eigendommen
f 50.000; z. nitkeeringen van Belgic: 1. wegens de vuuvgelden
op de Westcr-Schelde f 10,000; 2. voor de uitlozing van de
vlaamsche wateren f 50,000 aa. alle andere ontvangsten, niet
tot de vorengen. behoorende f160,000 te zamen f 1,259,696.
M. De onvervreemdbare renten ten laste van Belgie f400,000.
N. De uitkeèririgén uit de geldmiddelen van 's rijks overzee-
schc bezittingen, 1tot kwijting der renten ten laste dier bezit
tingen daargesteld f9,799,600; 2. als buitengewone bijdrage
tot herstel der marine f 1,000,000 te zamen f 10,799,600.
O. Yoorloopig beschikbaar op bet vermoedelijk batig slot
der koloniale administratie hier te lande f 4,700,400
Totaal van 's rijks middelen en inkomsten f 73,587,155.93.
®il2aieHa-3weeneJi*5s.5al.
Tweede Kamer. Zitting van 3 october.
In deze zitting zijn ingekomeneen wets-ontwerp tot vast
stelling der begrooting van uitgaven wegens den arbeid der ge
vangenen voor 1856, en een wets-ontwerp tot verhooging van
hoofdstuk IX B der staatsbegrootiug voor 1855, welke stukken
naar de afdeelingen zijn verzonden.
Aan de vergadering is medegedeeld dat onder anderen als
leden van de commissie van rapporteurs benoemd zijn door de
afdeelingen voor het wets-ontwerp betrekkelijk de tucht op de
koopvaardijschepen, de heereu Baud, Ho jack van Paphudrecht.
ter Bruggen Ilugenholtz, van der Poel en de ICempenaer; voor
de hoofdstukken I en II der staatsbegrootiug voor het volgende
jaar, deheeren van Lijnden, Heemskerk, Meeussen, van Bosse
en Dirksvoor de hoofdstukken III en IV der zelfde begrootiug^
de heeren Bosscha, Sander, van Nispen van Sevenaer, van
Goltstein en de Brauw; voor hoofdstuk V de heeren Hoffman,
vau Lennep, Kien. Groen van Prinsterer en de ICempenaer.
Voorts is in behandeling genomen de conclusie van het rap
port der commissie tot onderzoek der staatsrekening voor 1852,
luidende: //dat het rapport der commissie aan de hoofden der
departementen van algemeen bestuur zou worden medege
deeld."
Omtrent het vijfde hoofdstuk van de begrooting van 1852
waren door de commissie eeuige algemeene bemerkingen ge
maakt, ten gevolge waarvan de heer Thorbecke, onder wiens
beheer deze begrooting heeft gewerkt, liet woord vroeg. Het
was der commissie opmerkelijk voorgekomen, dat op geen
hoofdstuk der begrooting zoo vele overschrijvingen hebben
plaats gevonden, als op dit hoofdstuk. Bij zulke aanmerkelijke
afwijkingen van de begvootings- wet, zou de commissie nadere
toelichting wenschelijk achten. Van de onvoorziene uitgaven
ad/80,000 was eene som van/36,608 gebruikt tot overschrij
ving op andere posten. Naar aanleiding van cleze bedenkingen
betoogt de heer Thorbecke vooreerst, dat, ware de bemerking
juist, bet niet zou moeten bevreemden, als men in aanmerking-
neemt de g-roote verscheidenheid van ongelijksoortige artikelen
en het groot aantal posten waarop overschrijving, volgens de
begrootingswet zelve, mogt plaatshebben. Maar het beweren
op zich zelf, dat op geen der hoofdstukken, zoo veel overschrij
ving uit het onvoorzien, had plaats gehad, is onjnisten hij staaft
dit door de andere hoofdstukken der begrootiug van 1852 en
de daarop plaats gehad hebbende overschrijvingen, stuk voor
stuk na te gaan, waaruit blijkt, dat by deze de overschrijvingen
proportioneel veel meer bedroegen, dan bij binnenlandsche za
ken; terwijl in 1853 en 1854 die overschrijvingen wederom
meerder bedragen hebben, dan in 1852. Hij wederlegt ook liet
andere beweren der commissie, dat overschrijving zou zijn afwij
king van de begrooting, en toont aan, dat daar waarde begroo
tingswet, het geval veronderstelt en de magt tot overschrijving
geeft, er niet plaats heeft afwijking maar uitvoering van de be
grootiug. Wat nu overigens de verlangde toelichtingen betreft
zoo wijst hij er op, dat de commissie die zelf had kunnen nagaan
uit de gedrukte en publiek gemaakte stukken en toelichtende
staten. Hij doet daarbij uitkomen, dat bij bet, zich tot eene eer
rekent, dat hij, sedert hij met het departement van binnenland
sche zaken was belast, een stelsel van toelichting eu verklaring
der begrooting heeft in het leven geroepen, op een voet zoo als
die nu nog wordt gevolgd, liij treedt daarna in de afzonderlijke
toelichting der posten, die de aandacht der commissie hadden
getrokken; verklaart nader de oorzaken der overschrijving voor
zoo ver die niet reeds van elders zijn gebleken, en merkt ten
slotte op dat, zoo li ij steeds bereid was groo te uitgaven inliet
algemeen belang gevorderd, te besteden, hij echter bij twijfel
omtrent het algemeen belang der uitgaaf, de ongemakkelijkste
minister was, in het volle besef dat de minister niet beschikt
over zijn eigen beurs om dezen of genen dienst ie doeu, maar
over toevertrouwd geld, waarover alleen in het algemeen belang
mag worden beschikt. Overigens antwoordde bij aan de com
missie, dat met betrekking tot de openbare werken, ook voldaan
is aan den eiscii van de meestmogelijke verklaring, want de
minister van binnenlandsche zaken heeft uitgegeven een ovcr-
zigt van hetgeen van 1850 tot 1853 aan publieke werken is
verrigt.
Daarna is door den heer Hoynck van Papendrecht, liet
eenige lid van de commissie dat in de kamer tegenwoordig was,
voorgesteld om, nu die conclusie tot beraadslaging had aanlei
ding gegeven, de overweging daarvan tot eene volgende zitting
uit te stellen, met welke motie de kamer zich met 36 tegen 12
stemmen vereenigde.
Daarna heeft de vergadering beslist op vrijdag," des na
middags ten 2 ure, te behandelen de 30 naturalisatiewetteu,
waaromtrent in deze zitting het eindverslag werd uitg-ebragt.
Naliet uitbrengen van eenige rapporten op verzoekschriften,
met welker conclusieu, strekkende tot wederlegging dier stuk
ken ter griffie, dekamerzich achter volgens vereenigde, werd de
openbare vergadering gescheiden, en hebben de leden zich ter
voortzetting der behandeling van de begrootingswettcii in dc
afdeelingen begeven.
TER DRUKKERIJ YAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS, UITGEVERS VAN DE MIDDELBURGSCHE COURANT.