Verkochte Ouroerende C* wederei». Te Middelburg 2S september. Een Huis en Erve in de Seisstraat Q, no. 1. Lasten j 21,50. Verkocht voorƒ405. Een Huis, Stal en Erf buiten de voormalige Dampoort, Mid delburgs-Ambacht E no. 6 en 7. Lasten 14,52. Verkocht voor ƒ562. fiemeenteraaii van Goes. Zitting van 27 september 1855. Afwezig de heer Soutendam, uitlandig. De nieuw benoemde leden, de hceren J. A. A. Fransen van de Putte en mr. P. J. van Voorst Vader, leggen op uitnoodi- ging des voorzitters de cedcn af, voorgeschreven bij art. 83 dei- grondwet, en 39 der gemeentewet, waarna zij zijn geïnstalleerd worden en zitting nemen. Daarna worden de notulen der vorige vergadering gelezen en gearresteerd. Wordt overgegaan tot de benoeming van een lid in de directie van het middel van straat- en zandwegen. Bij de eerste stem ming vorkrijgen de lieercn J. A. A. Fransen van de Putte 5, C. P. Lenshoek 4 en J. H. Muller 1 stem, hetgeen bij de tweede vrije stemming mede het geval was. Bij de derde stemming tus- schen de heeren van de Putte en Lenshoek, verkreeg de eerste 5, de laatste 4 stemmen, terwijl een biljet in blanco werd gevon den, zoodat de heer van de Putte benoemd is, welke lieer, ter vergadering tegenwoordig, zich die benoeminglaat welgevallen. Wordt gelezen missive van heeren gedeputeerde staten, ten geleide van 4 beschikkingen op reclames tegen den hoofdelijkcn omslag voor 1855, die worden voorgelezen, als van 1. de hoer P. Pijlce, 2. M. Boet en 3. J. K. van Baaien, afwijzend; 4. H. Lc Cointre, toestemmend, en wel om hem te brengen van de 12de in de 13de klasse, zijnde eene vermindering van ƒ5. Tengevol ge dezer laatste beschikking, wordt bet kohier door den raad gewijzigd en zal op nieuw ter goedkeuring worden ingezonden. Aan de orde is het voorstel van dc commissie voor het finan ciewezen, reeds inde vergadering van 10 augustus behandeld, doch toen aangehouden. Dit voorstel hield hoofdzakelijk in, dat de commissie, afgeschrikt door de bezwaren aan cene eigene be lasting op het gemaal verbonden en omdat beperkende bepa lingen voor molenaars of bakkers in gccne verordening zullen worden geduld, voorstelt om dc belasting op het gemaal met 1 januarij 1856 af te schaffen en te vinden door hoofdelijkcn omslag. Dit voorstel komt in beraadslaging. Dc heer S. Yader betuigt zijne bevreemding over dit voorstel. Toen de zelfde commissie in IS52 een plan voordroeg tot het heffen van hoofdelijkcn omslag van ƒ13,000, meende zij dat de hoogste klasse 100 zou zijn en dit uitvoerbaar was, doch af schaffing van alle accijnsen met eencn hoofdolijken omslag van 36,000 en eene hoogste klasse van ƒ390, achtte zij toen onmo gelijk. Na twee jaren reeds verkeeren wij in het geval dat hij ecnen omslag van 13,000, de hoogste klasse op ƒ300 is gebragt. Neemt men dus het voorstel der commissie aan, dan zal men dit cijfer aanzienlijk moeten verhoogen, hetgeen hij vernielend zou achten voor de welvaart der gemeente. Hij heeft ten einde dit roor te komen zijne denkbeelden uit eengezet en doet het volgende voorstel: te heffen, eene eigene belasting op de tarwe ad 3 per 100 pond, idem rogge ad ƒ0.50 per 100 pond, en om den thans bestaanden hoofdelijkcn omslag van 13,000 te vervangen, door 150 opcenten van het gcslagt, eene belasting op de brandstoffen, den tabak en de bouwmate rialen, en het dan nog te kort komende ad ruim ƒ3000, te vin den door eene directe belasting, teregelen naar de huurwaarde in verband met het aantal kinderen. De surveillance op deze middelen wenscht de voorsteller op gedragen te zien, aan dezeven agenten van policie, die tevens belast zijn met de suweillance der belastingen, daaraan toe te voegen een hoofdcommies en nog drie andere personen. Hij erkent dat dit personeel onvoldoende zou zijn als men al de poorten den geheelen nacht bleef openstellen, doch dit acht hij niet noodig en vermeent dat, wanneer des nachts aan dc 's Hcer-Hendrikskindercn- en Ganze-poorten vrije doorgang werde vergund, dit voldoende zou zijn even als vroeger, toen de klapperlieden de surveillance deden die slechts1068 kostte. De voorzitter vraagt of de heer Yader dit als amendement op het voorstel der commissie wil beschouwd hebben hetgeen die heer toestemmend beantwoordt. De beraadslagingen daarover worden geopend. De heer van Kerkwijk bepaalt zich tot wederlegging der grieven tegen de financiële commissie aangevoerd, en zegt dat zij ook nu de afschaffing der belasting op het gemaal niet zon voorgesteld hebben, ware het rijk daartoe niet overgegaan. Ilij staaft met voorbeelden de nadeelige werking der belasting op voorwerpen van verbruik, eu geeft zijne vrees te kennen dat, wanneer het plau van den heer S. Vader mogt opgaan, niet alleen de kosten van surveillance aanmerkelijk hooger zullen zijn dan die heer vermeent, maar ook de opbrengst veel minder zal wezen. Het openstellen van twee poorten acht hij strijdig met de wet, doch verklaart niet in staat te zijn voetstoots over dit voorstel te oordeelen, waarom hij voor- stelt de discussieu te verdagen. heer S. Vader beroept zich wat opbrengst en kosten sh^-veillance .betreft, o.p hetgeen vroeger bestaan heeft, J^r^lontwSkkelt op nieuw zijne bezwaren tegen'hoofdelijke» k VïA$mslfg£ \le burgerij, zegt hij, kan men lot eene zekere hoogte plasten jmaar ook niet meer en zal dus cene verhooging ^j^s^njHenj hooglijken omslag, die op de meergegoeden zal 'il^ï--:vi?v^ej!tQmen, voor deze met eene uitbanning gelijk staan. I^ty^rtt^/voorzittcr wijst op de voorbeelden van Groningen en X-sWaTit.ftr, waar de raad ook besloten had sommige poorten des nachts gesloten te houden, doch welke besluiten door Z. M., :i!s in strijd met het algemeen belang, zijn vernietigd. Wat liet voorstel van den heer van Kerkwijk aangaat, om de beraad- s 1 agigenhierin ziet hij bezwaar, daar de minis ter 1 October de belasting-ontwerpen te d c^^^^'-wè^ény^gez on d en Ireer van a$&€3osch. vindt de kwalificatie van het voor- Wader als amendement ongepast; een ïochdH&n wijziging of uitbreiding aan een voor_ stel geven, doch altijd moet het gronddenkbeeld behouden blijven. Intusschen is dit juist hier omgekeerd, liet grond denkbeeld der commissie wordt er door vernietigd. Hij meent dus het als een voorstel te moeten beschouwen, dat even wel de prioriteit boven dat der commissie niet toekomt. De voorzitter is dit gedeeltelijk eens, doch indien het voor stel der commissie tot afschaffing aangenomen werd, dan zou cr geen sprake moer kunnen zijn van dat van den heer Vader, in wiens voorstel het behoud der belasting vervat is. De lieer S. Vader vermeent, dat uit den aard der zaak dc prioriteit aan zijn voorstel toekomt. Dc heer van den Bosch zegt dat het voorstel eerst dan kan te pas komen wanneer het besluit van den raad op het voorstel der commissie gevallen is. De voorzitter brengt aldus in omvraag of het voorstel van den heer Vader als amendement zal beschouwd wor den: hetgeen met 7 tegen 3 stemmen die van de heeren Smallegange, van de Putte en van den Bosch, toestemmend werd beantwoord. De voorzitter brengt daarna het amendement in behan deling. De heer van den Bosch betuigt zijne bevreemding dat de heer Vader dit zoogenaamd amendement niet vroeger heeft ingediend en daardoor den raad in de gelegenheid gesteld daarover met kennis van zaken te oordeelen; liet voorstel toch is om terug ie gaan op den reeds sints3jaren bewandelden weg en ofschoon de heer Vader zijn voorstel eene wijziging noemt, spreker acht het eene geheele omverwerping van het bestaande, door welks aanneming dc raad zijn eigen doodvonnis zou onderschrijven, wat spreker althans nimmer zal toestaan. De heer S. Vader verklaart door ongesteldheid verhinderd te zijn geweest vroeger gereed te wezen. De lieer" van de Putte acht het een onderwerp van te groot belang om voor dadelijke behandeling vatbaar te wezen. De voorzitter herhaalt dat de termijn tot inzending van de stukken over de in behandeling zijnde zaak door den minister is bepaald op 1 octobcr. De heer van Kerkwijk behandelt liet amendement van denbeer Vader in algemeene trekken. Die heer moge beweren dat dooi de afschaffing van accijnsen niemand gebaat wordt, spreker ont kent zulks. Op den 16 december 1829, de laatste maal dat de broodzciting, vdo'r de afschaffing der rijksbelasting op het ge maal geregeld werd, was de prijs der tarwe per mud/8,13, van een netl. pond tarwe brood 18£ cent, en den 1 januarij 1830 na de afschaffing dc tarwe even duur, liet brood 1 cent minderin 1833, den dag vóór de wederinvoering der gemaals belasting, was de prijs der tarwe ƒ6,13, die van het brood 14£ cent en een dag •later bij gelijken pvijs van de tarwe was het brood 2 cent duurder Hij geeft toe dat de commissie bij haar eerste plan in 1852 zich misrekend heeft, doch vermeent dat slechts de vraag kan zijn of bij het heffen van hoofdelijken omslag de billijkste grond slagen genomen zijn dat de heer Vader nu meer betaalt dan vroeger, is waar, evenzeer als het waar is dat de armen nu min der betalen. Dc lieer Vader erkent dat het mogelijk is dat de accijns van in vloed is op den prijs, maar bij nog verhoogden omslag zullen de gegoeden uit de gemeente vlugten. De voorzitter vraagt of het denkbeeld om de beraadslagingen te verdagen bijval viudt De lieer van den Bosch acht het, met het oog op hetgeen hier sints twee jaren is voorgevallen niet raadzaam, daar het te vree zen is dat dan wederom de dienst van 1856 niet voor junij ofjulij zal geregeld zijn. l)e heer van Kerkwijk wenscht dit uitstel om daardoor den schijn ie vermijden, het voorstel der commissie te hebben willen doordrijven. In omvraag gebragt wordt met 7 tegen 3 stemmen (die van de heeren van den Bosch, Smallegange en den voorzitter) tot verdaging besloten. Burgemeester en wethouders leggen over de geinecnte-be- grooting voor 1856 met memorie van .toelichting, alsmede die voor het algemeen armbestuur en rekening van die administratie over 1854, welke worden gesteld in handen der financiële com missie. Worden medegedeeld dat zijn ingekomen: a twee misives van gedeputeerde staten tot goedkeuring van verordeningen. bMissive van den grooten kerkeraad der hervormde gemeente, dat de inschrijvingen ten behoeve hunner armen ƒ2100 be dragen en daar dit genoegzaam is, om vooreerst althans de uitgaven te dekken de diaconie met den 16 dezer weder heeft- aangevangen al de behoeftige lidmaten te bed'eelen. c Missive van het conmiitté voor het 4de zeeuwsch muziek feest, dat zich voorstelt dit alhier in junij 1856 te honden en bij die gelegenheid de medewerking van den raad en deszelfs leden inroept. Daarna herinnert de voorzitter, dat ter volgen de vergadering de vaste commissie» moeten worden benoemd en wordt deze zitting gesloten. GuitciiianDsclji' '&i jfimgen. Kngetand. Loticlen 28 september. Uit de thans bij de regering ontvan- gene volledige berigten van liet verlies, hetwelk het engelsche leger den Ssten dezer bij Sebastopol geleden heeft, blijkt dat hetzelve, zoo aan gesneuvelden en gekwetsten als aan vermis ten, bedraagt te zamen 2447 man. De kolonel Windham, de aanvoerder van eene der twee brit- sclie stormkolonnes, die, na in de redan doorgedrongen te zijn, gedurende bijna anderhalf uur daar stand heeft gehouden en het geluk heeft gehad van ongekwetst te blijven, is benoemd tot kornmandant van het door de britsche krijgsmagt bezette ge deelte van Sebastopol, te weten de Karabelnaja. In onze bladen vindt men thans eene menigte bijzondere berigten uit het eugelsche leger, breedvoerige opgaven behel zende van de gewiglige gebeurtenissen van 8 dezer, inzonder heid aangaande de bestorming van de groote redan. In een bijzonderen brief uit het britsche leger wordt ge meld dat in den avond van 8 september, omstreeks IJ ure, toen men iu de loopgraven nabij de redan bemerkt had dat in dit werk eene ongewone stilte heerschte, eenige Schotten zeer om- zigtig hetzelve genaderd zijn en bevonden hebben dat. het ont ruimd was, doch onverwijld zijn teruggekeerd. Zeer kort nadat deze mannen de vijandelijke schans verlaten hadden, geschiedde in dezelve eene geweldige uitbarsting. De Russen hadden waarschijnlijk tot het doen springen eener mijn het oogeublik afgewacht, waarop naar zij meenden, de onzen de redan bezet hadden. In de kleine redan zijn, volgens dezen berigtgever, de Eranschen minder gelukkig geweest, ten gevolge van mindere omzigtigheid. In dit werk is, bijna gelijktijdig als in de groote redan, eene mijn gesprongen, nadat het door een gedeelte van het 11de regement bezet was, en daardoor zijn omstreeks 300 omgekomen of gekwetst. In den Malakof, die insgelijks onder mijnd was, is dergelijk onheil verhoed door de omzigtigheid van de aldaar aanwezige fransche genie-officieren, dewelke bij hun onderzoek eene met buskruid gevulde buis_pntdekten en afsne den, die, zoo als later bleek, de onder de kleine redan en den Malakof aanwezige mijnen verbond. Een rapport van den vlootvoogd Lyons, van 15 septem ber meldt onder anderen dat nietallerussische forten op de zuid zijde van de baai van Sebastopol door den vijand zijn vernield. Het fort St. Paul is letterlijk geheel verwoest en het fort Alexan der zeer sterk beschadigd, maar het Quarantainefort heeft door- de uitbarsting van het magazijn weinig geleden, daar de fapade aan de zeezijde ongedeerd is gebleven en de meeste kanonnen bruikbaar zijn voor de dienst; er zijn zelfs weinige vernageld. Bij het fort Nikolaas was men niet klaar kunnen worden met de toebereidselen lot het doen springen, en ofschoon de vlammen eenige schade hebben aangerigt is het steen werk toch onge deerd gebleven en de aardwerken zijnin volkomen goeden staat. De vijf dokken en de daaraan grenzende bassins bevinden zich iu den besten staat, even als de stoommachines, door middel waarvan zij van uit deTschernaya gevuld en uitgepompt worden alsmede de voorraad van allerlei aard, welke na het ontzettende verbruik gedurende het beleg nog overgebleven is eu ten duide lijkste aantoont hoe groot ge wigt de vijand daaraan hechtte, dat hij een groot depot in de nabijheid van den Bosphorus had. Op den bodem van de heerlijke haven rusten thans meer dan 50 gezonkene schepen, waaronder 18 linieschepen en verscheidene fregatten en sloombooten. The globe spreekt het berigt tegen, dat 20,000 man te Eupaloria ontscheept zijn. The times vestigt de aandacht der regering op de doelma tigheid van eene allerkrachtigste maritieme operatie tegen Nicolaïeff, dat thans het eigenlijke arsenaal van Rusland in de Zwarte zee is. Indien deze plaats vernield is, dan zou men meester zijn van de monding der Bug en van den Dnieper, en de zedelijke magt van Rusland in de Zwarte zee totaal vernie tigen. De engelsche bank heeft gisteren haar disconlo verhoogd van 44 tot 5 pet. Over San Erancisco zijn berigten uit Hong-Kong ont vangen, die tot 28 julij loopen. Zij vermelden verdere overwin ningen op de insurgenten in het noorden des chineschen rijks. De wraak, welke de keizerlijken op hunne vijanden nemen, is vreeselijk om aan te zien. Gemiddeld zijn, veertien dagen ach tereen, te Canton dagelijks 200 menschen ter dood gebragt en nog waren de kerkers niet ledig. De heer Burrows, een Noord- Amerikaan, was ooggetuige van het ter dood brengen van 3500 opstandelingen, die in maart 11. in den veldslag nabij Canton gevangen waren gemaakt. Handel en welvaart begonnen in die stad te herleven. BB e hï e m ar Bi e H Nadat vrijdag door een telegrafisch berigt nit Hamburg was medegedeeld, dat de tweede kamer vau den deenschen rijksdag den 26 dezer een -aautal der door de regeriug voorge stelde wijzigingen in de deensche constitutie verworpen had, wordt hedefflangs den zelfden weg gemeld, dat die kamer in hare zitting van den 27 het regerings-voorstel met 54 tegen 44stem men definitief heeft aangenomen. lïuslaiMl. Sint Petersburg 27 september. Vorst Gortschakoff meldt den 23 dezer uit de KrirnDe vijand heeft teEupatoria 20,000 man ontscheept, zoodat daar thans ongeveer 30,000 bijeen moeten zijn. Hij doet gedurig verkenningen op onze linker vleugel. Den 22sten had hij eene ontmoeting met onze infante rie en trok daarop naar de hoogten van Ourkousda terug. In een berigt van den 26sten, des ochtends, meldt de ge noemde bevelhebber dat de bondgenooten den vorige» dag met 33,000 man uit Eupatoria te veld zijn getrokken, dat zij ver scheidene dorpen in de nabijheid dier plaats hebben bezet, maar des avonds weder naar die stad zijn teruggetrokken. Genoemde generaal meldt verder dat aan den linkervleugel (vermoedelijk op de Mackenziehoogten en aan de zijde op welke de bondge-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1855 | | pagina 2