MIDDELRURGSCHE
COURANT.
H
BIJVOEGSEL VAN DE MIBBELBURGSCHE COURANT.
N°- 70.
1855.
Zaturdag 9 Juiiij 1855.
gezi
Ma
klas
heei
ke
Tweede ICamer. Zitting van 5 .junij.
In deze zitting zijn. ingekomen: I. de algemeene rekening
der staatsinkomsten en uitgaven over het dienstjaar 1852;
2. de rekening wegens de ontvangsten en uitgaven van het
fonds der algemeene lands-dr akker ij over 1S52, en 3. de
raming van uitgaven voor de tweede kamer voor het dienst
jaar 1856.
De beide eerste stukken zijn-verzonden naar even zoo vele
commissien tot onderzoek, het laatste naar de afdeelingen.
Bij de voortzetting der algemeene beraadslagingen over het
wets-ontwerp tot afschaffing van den accijns op het gemaal
hebben het woord- gevoerd de heeren Meeussen en de mi
nister van buitenlaudsche zaken.
Door den heer Meeussen is, mét wederlegging van het door
den heer vau Lenuep gesprokenede impopulariteit betoogd
van den accijns op het gemaal en het billijke zijner.afschaf
fing. Hij heeft den minister van Hall, dié in 1817 aan het
lioofd van financiën staande, de toezegging der afschaffing
reeds gaf en bij het ontwerp om den accijns op de rogge
af te schaffen, de eerste schrede deed, verdedigd, en herin
nert dat destijds de heer van Goilslein het bedoelde ontwerp
•warm ondersteunde, terwijl de thans zoo hevige tegenstan
der de heer de Kempenaer deel heeft uitgemaakt, van het
ministerie dat in Limburg de plegtige verklaring deed af
kondigen dat de aeéijnsen op de eerste levensbehoeften zou
den worden afgeschaft. Vooral na de in het ontwerp ge-
bragte wijzigingen en de memorie van beantwoording is hij
overtuigd van de ernst en eerlijkheid der voordragt. De
staatkundige kleur die deze discussien hebben aangenomen
doet hem leed, terwijl hij zich verblijdt dit voorstel te mogen
noemen in de rigting der oppositie, en daaruit op te maken
dat liet ministerie tot betere overtuiging is gekomen. Daar
de natie liet regt heeft om te vergen dat hare vertegenwoor
digers hunne stem vrij uitbrengen, zal hij voor dit voorstel
stemmen, onverschillig van wie het uitgaat. Bij eenige af
schaffing acht hij voorts deze allereerst vereischb, zoo wel
omdat liet brood de eerste levensbehoefte is, als om de vele
lastige formaliteiten, terwijl de financiële toestand thans deze
-vermindering van lasten veroorlooft.
De minister van buitenlandsche zaken heeft met diep leed
gevoel, dieper dan hem geoorloofd is te zeggen, eenige van
die mannen die het ministerie aanvielen gehoord, zoo als hij
ze bij de onder de leden der oppositie gerangschikten,
nog nimmer geboord heeft. Deze verligling van 2,300,000
na de amortisatie en rente besparing noemt hij een billijk
bewijs van financiële gematigden vooruitgang. Hij bestrijdt
aehtervolgens de beschuldigingen door vorige sprekers en
bepaaldelijk door den heer de Kempenaer uitgebragt. Geen
jagt naar vaische populariteit, alleen 5s lands belang deed
dit voorstel geboren worden. Tussehen december 1853 en
thans is er een groot verschil. Bij het wets-ontwerp tot
conversie yan schuld is als stelsel der regering opgegeven
afschaffing van belasting en schuldvermindering. "Van het
tegenwoordig ministerie kan dus niet zoo zeer gezegd wor
den dat het in de rigting der oppositie komthet reformeert
om geene revolutie te hebbeneven min is het de dienares
der oppositie of niet zelfstandig. Bij dezen stand van zaken
moeten de ondersteuners van dit zelfstandige ministerie be
slissen of zij de ministers willen blijven in slaat stellen op
den ingeslagen weg voort te gaan. Zoo is de positie van het
ministerie; in die rigting heeft het zich bewogen; in die ver
houding staat het tegenover de partijen, onverschillig of dit
ontwerp wordt aangenomen of niet.
Hierna is de zitting ten li ure verdaagd tot woensdag
op voorstel van den heer Thorbecke, ondersteund door de
heeren van Nispen en de Brauw, om een bewijs van hulde
te geven aan de loffelijke pogiug der maatschappij St.rCecile
van Mechelen, die dingsdag in de residentie concerten heeft
gegeven ten voordeele der noodlijdenden door den waters
nood (zie de laatste nieuwstijdingen in ons vorig nommer).
Zitting van 6 junij.
De commissie voor de verzoekschriften brengt rapport
uit op een adres van adhesie aan andere adressen tot het
nemen van beperkende maatregelen tegen den sterken drank.
Over de conclusie, strekkende tot het nederleggen ter
griffie ontstaan eenige discussienavaaraan de heereu Mac-
kayvan Hoëvell, Roehussen, van Heiden Reinestein, van
Akerlaken en Thorbecke deelnemen, en worden twee amende
menten hierop verworpen, namelijk van den heer van Heiden
Reinestein om liet adres aan de ministers van financien en
justitie te verzenden, met 39 tegen 18, en dat van den
heer Mackay om het naar den minister van financien te
verzendenmet 38 tegen 19 stemmen.
De conclusie der commissie om het adres ter griffie neder
te leggen wordt dus aangenomen.
Daarna worden de discussien over het ontwerp tot af
schaffing van den accijns op het gemaal voortgezet.
De heer van Boreest heeft van den minister van bui
tenlandsche zaken en van den heer Meeussen gehoord dat-
bij deze behandeling de politieke kwestie moet ter zijde
gesteld worden. In tegendeel gelooft hij dat het onmogelijk
is de vraag in deze kamer buiten de politiek le behande
len. liet geldt een diep politieke vraag en de eerste schrede
op een baan van geheele afschaffing, vrijmaking van arbeid
en industriedie leidt tot hoofdetijken omslag en income-
tax en van het een tot het andere voert; een der kenmer
kende eigenschappen van het liberalisme, die spreker, zoo
lang hij lid is, zal bestrijden. Overigens beschouwt hij
alle overbrenging 'van lasten op de meer gegoeden als een
hersenschimhet betreden der baan van liet socialisme-
Niet. door belastingwetten, veel min door verplaatsing van
belastingen kan de maatschappij verbeterd worden, daar
alles afhangt van de prijzen der dagioonen. Geen afschaffing,
veeleer maatregelen om de vermeerdering van bevolking
tegen te gaan, zouden baten. Kortom hij zal uit over
tuiging stemmen tegen het ontwerpnoemt den vijand van
onzen tijd niet pauperisme maar liberalisme, en laat het aan
anderen over om thans met de regering vooruit le gaan.
den gebragt dat in liet zeegat van Yeere door het verschuren [watersnood door ijver, moécl, "bëTëici en zeiioponermg neooen icrw-g»
3É