VerscBaillemle berijyten.
Bij het departement van binnenlandsche zaken isten
behoeve der noodlijdenden van den jongs ten watersnood
ontvangen: van den heer C. J. de Yogel te Dordrecht,
een bankbiljet no. 519 groot vijf en twintig gulden, en
een coupon 8} percents nederlandsclie werkelijke schuld
no. 363 ad een gulden drie en twintig en een halve cent,
te zamen uitmakende de zuivere opbrengst der tentoon
stelling eener schilderij voorstellende een tooneel uit de
doorbraak bij Lith, en van den kapitein-luiteuaht ter zee
J. J. van der Moore, voormalig kommandant van Zr. Ms.
stoomschip M er a pi, eeue som van 50 zijnde cenegift
afkomstig van de gepasporteerde manschappen, behoord heb
bende tot de ekwipage van genoemd stoomschip.
Frankrijk telt 36,819 gemeenten, 28-17 kantons363
arrondissementen en 85 departementen. Het aantal huizen
bedraagt 6,612,616, dat der molens 82,375 en der fabrieken
38,030.
De •uitvoering van het oratorium de Schepping, op den
2S april jl. te Utrecht gegeven ten behoeve van de noodlijdenden
door den watersnood in die provincie heeft een zuiver bedrag
opgeleverd van/546,22.
Te Sb. Hilaire de la Norille is dezer dagen een zeldzaam
huwelijk gesloten. Jean Lapierre, oud 107 jaren, is inden
echt verbonden met, Pelronella Neuveileoud 86 jaren.
Men verneemtdat het Loo door eene telegrafische lijn
in verband zal wórden gebragt met het kantoor te Deventer.
SSïirg-ea'löjllse Stfaniul.
In de afgeloopene maand april zijn ingeschreven in de
Registers van den Burgerlijken Stand te
Middelburg, als: Gehuwd, 14 paren. Geboren, 56
kinderen; 29 van het mannelijke en 27 van het vrouwelijke
geslacht. Overleden 37 personen15 van het mannelijke
en 22 van het vrouwelijke geslacht. Levenloos aangegeven 2.
Onder het getal der overledenen is begrepen een persoon
die elders gestorven is.
Yan de overledenen waren: beneden den ouderdom van een
jaar 4'van 1 tot 5,2; van 5 tot 10, 0 van 10 tot 15,0;
van 15 tot 201van 20 tot 25,0; van 25 tot 302
van 80 tot 35 2; van 35 tot 401 van 40 tot 45., 5
van 45 tot 501van 50 tot 55 2van 55 tot 60 2;
van 60 tot 655 van 65 tot 703; van 70 tot 75 4
van 75 tot 80, 1 van 80 tot 85 1van 85 tot 90 1.
Vlissingenals: Gehuwd, 6 paren. Geboren, 30 kin
deren; 12 van liet mannelijke en 18 van het vrouwelijke
geslacht. Overleden20 personen13 van het mannelijke
en 7 van het vrouwelijke geslacht. Levenloos aangegeven 3.
Van de overledenen is een in het hospitaal' en een elders
gestorven.
Yan het getal overledenen waren beneden den ouderdom
vanl jaar, 2; vaultot 5 jaar oud, 3; van 5 tot 10, 0;
van 10 tot 15-, 1 van 15 tot 201van 20 tot 25, 2;
van 25 tot 300van 30 tot 350van 35 tot 403
van 40 tot 45, 1 van 45 tot 50, 1van 50 tot 55, 1;
van 55 tot 60, 1van 60 tot 650van 65 tot 70, 1
van 70 tot 751van 75 tot 800 van 80 tot 85, 1
van 85 tot 90, 1.
Goes, als: Gehuwd, 4 paren. Geboren, 16 kinderen;
7 van het mannelijke en 9 van het vrouwelijke geslacht.
Overleden, 17 personen, 7 van het mannelijke en 10 van
het vrouwelijke geslacht
Yan het getal overledenen waren beneden den ouderdom
van l jaar, 2; van 1 tot 5 jaar oud, 4; van 10 tot 15, 1;
van 15 tot 201van 30 tot 351van 35 tot -401
van 40 tot 45 2van 60 tot 651van 65 tot 70, 2
van 70 tot 751van 80 tot 85 1.
Zierikzee alsGehuwdS paren. Geboren25 kin
deren 17 van het mannelijke en 8 van het vrouwelijke
geslacht. Overleden24 personen, 13 van liet mannelijke en
11 van het vrouwelijke geslacht. Levenloos aangegeven, 1.
Yan de overledenen warenbeneden den ouderdom van een
jaar9 van 1 tot 5,4; van 45 tot 501van 50 tot 55 2
van 55 tot 602van 60 tot 65 2; van 65 tot 70, 2;
90, 2.
j, alsGehuwd, 1 paar. Geboren, 4 kinderen,
I1/ L j ifelf mannelijke en 2 van het vrouwelijke geslacht.
I ^T^vei^jplenJ2 personen1 van het mannelijke en 1 van
^.'^^g^iv^kwplhke geslacht. Levenloos aangegevengeene.
'overledenen warenbeneden den ouderdom van een
van 50 tot 55, 1 van SO tot 85 jaar, 1.
<03aar45eE*efla<ille 4*oe«lesren.
'Te Middelburg, den 8 Mei 1855.
/.Een Winkelhuis en Erve, met Pakhuis, Koffiebranderij
i^aardestallen. enz., in de Noordpoortstraat alhier, wijk M
Grondlasten 41,12. Verkocht voor 8000.
fêk'
Staten-tfieiieraa!.
Tweede Kamer Zitting van 8 mei.
Onder de in deze zitting ingekomen stukken behooren
a. De navolgende wets-ontwerpen: dat tot regeling van
de provinciale en gemeentelijke verdeeling van het Haai lem-
mermeerdie tot vereeniging van onderscheidene gemeenten
die tot wijziging der wetten omtrent de bevordering, het
ontslag en het op pensioen stellen der officieren en omtrent
de regeling der pensioenen bij de landmagtdie tot wijziging
der wetten omtrent de bevordering enz. bij de zeemagt;
dat houdende bepalingen en voorbehoedmiddelen omtrent
het vervoer van buskruid oorlogsbehoeften eu brandstoffen
dat houdende uitzondering op de artt. 523 526 en 549
van het burgerlijk wetboek ten opzigte van vermiste personen
bij vermoedelijke of bekende scheepsrampen dat houdende
bepalingen omtrent de huishouding en tucht op de koop
vaardijschepen dat tot verhooging van het minimum van
de opbrengst van den accijns op cle suikerdat tot vast
stelling van hoofdstuk Y1I1 der staatsbegrooting voor
1855; alle welke wets-ontwerpen naar de afdeelingen zijn
verzonden.
b. eenige verslagen en opgaven, als: het verslag der
muntwerkzaamheden over het afgeloopene jaar; opgaven
wegens den verkoop van domeinendominiale tienden enz.;
rekening van het fonds wegens kolonisatie van behoeftigen
over 1853; die naar even zoo vele comraissien, elk uit
vijf leden bestaandezijn verzonden om daaromtrent verslag
uit te brengen.
De heer mr. P. M. Noltheniusnieuw benoemd lid uit
het hoofdkiesdistrict Hoorn, wiens geloofsbrieven in orde
bevonden waren, heeft heden zitting genomenna in han
den des voorzitters, die daartoe door den koning gemagtigd
was de bij de grondwet gevorderde eeden te hebben afgelegd.
De kamer heeft hare afdeelingen hernieuwd eu gekozen
tot hare voorzitters, de heeren de Kempenaer, Schimmei-
penninck van der Oije, RochussenMackay enThorbecke;
tot hare onder-voorzitters de heeren Storm van 's Grave-
sandevan Goltstein, Elout van Soeterwoude, van Bosse
en Baud.
De commissie van rapporteurs voor het wets-ontwerp be
trekkelijk de brieveuposterij heeft daaromtrent haar eind
verslag uitgebragt. De dag der beraadslaging zal nader
worden vastgesteld.
Aan de memorie van toelichtinggevoegd bij het wets
ontwerp toe vaststelling van het hoofdstuk marine der staats
begrooting voor 1855, ontlecnen wij het volgende:
Na de afstemming in de tweede kamer der stateu-gene-
raal van het voorgedragen ontwerp van wet tot vaststelling
van het VlIIste hoofdstuk der staats-begrooting voor den
jare 1S55, heeft de wet van den 30 december 1854 (staats
blad no. 191) voorloopig voorzien in dat gene watgevorderd
werd om 's rijks dienst, betreffende het departement van
marine aan geen stilstand bloot te stellen.
Deze maatregeldie bepaalde dat de wet van den 23
december 1S53 (staatsblad no. 147) houdende vaststelling van
het VlIIste hoofdstuk der begrootiug van staats-uitgaven voor
het dienstjaar 1854 ook voor de uitgaven der marine over
1855 bij voortduring van kracht zoude blijven heeft het
doelhet welk men zich daarbij voorstelde bereikt en men
is kunnen voortgaan voorloopig in den geregeldeu gang der
dienst te voorzien.
De onlangs opgetreden minister van marine, de verschil
lende redenen nagaande die tot den ongunstigen toestand-,
waarin 's rijks zeemagt zich bevindtaanleiding hebben ge
geven meent bet er voor te mogen houden dat als hoofd
oorzaak mag genoemd worden ongenoegzaamheid der fond
sendie jaarlijks voor den aanbouw van nieuwe schepen
konden afgezonderd worden, on er alzoo afdoende maatre
gelen behoorden genomen te worden niet alleen om het
verder verval der vloot te stuiten maar de marine tot zoo
danige hoogte te brengen als in het werkelijk belang van
Nederland wordt gevorderd.
Het hoofd van; het departement van marine heeft echtel
even zeer de overtuigingdat, welke middelen daartoe ook
worden aangewezen die nimmer liet doel zullen bereiken
wanneer niet vaste beginselen worden aangenomen ten aan
zien der getalsterkte en der soort van schepenwaaruit de
zeemagt van den staat behoort zaïnengesteld te zijn.
In het afzonderlijk hierbij overgelegde stuk, hetwelk bij
de verschillende' staatsmagten met den ernst dien het onder
werp vordert is onderzochtzijn de grondslagen aangegeven
waarop dc marine behoort te rusten, en de sommen genoemd
die gedurende een tijdvak van twaalf jaren worden vereischt-
om tot de aangenomen en bepaalde sterkte te komen.
De regering zich hier aan dat stuk gedragendekan niet
ontkennen dat de voorgenomene herstelling der marine aan
zienlijke opofferingen aan de schatkist zal kosten maar daar
staat tegenover, dat, zorg dragende voor het goed besteden
der geldendie tot dat einde worden toegestaan en voor de 1
verwezenlijking van liet geen men zich voorstelt te bereiken,
die opofferingen vruchten zullen opleveren welke zeer op
prijs moeten gesteld worden.
De belangrijkheid van dit onderwerp en het gewigt daar
aan in de toekomst voor het vaderland verbonden, zijn oor
zaken dat men met de resultaten van het geen in dezen
wordt noodzakelijk en nuttig geacht, eerst nu is kuunen
gereed komen.
Het ligt echter in den aard der zaakdat wat het thans
loopende jaar betrefthet aangenomen stelsel nog niet vol
ledig kan in werking komen; de dienst is daartoe reeds te
ver gevorderd en er moet nog veel vooraf gaan alvorens
met kracht de hand kan geslagen worden aan den voorge
nomen aanbouw van schepen.
De voorhanden middelen en krachten nagaande die daar
toe kunnen aangewend wordendan neemt men aan, dat
de werkzaamheden op 's rijks etablissementen en bij partiku-
lierenzich tot de volgende moeten bepalen
den geheelen of gedeeltelijken afbouw der op stapel staande
schepen
het op stapel zetten van vier stoomschepen
het gereed maken voor de active dienst van reeds te water
zijnde schepen, alsmede de herstelling en het onderhoud
van de zoodanige, die in dienst of in conservatie zijn;
aanvulling van den voorraad in de magazijnen en her
stelling vau scheeps-hellingenkappen gebouw enz.
Deze werkzaamhedeneen begin Yan uitvoering gevende
aan het hier bedoelde stelselkunnenwanneer daartoe de
vereischte fondsen worden aangewezenal dadelijk met ernst
worden doorgezeten de regering acht alzoo thans het
tijdstip daar tot aanbieding van het hier bijgevoegd ontwerp
van wethoudende vaststelling van liet VlIIste hoofdstuk
der staatsbegrooting voor 1855.
Behoudens de ontwerpen die in regtstreeksch verband staan
tot het stelsel waarvan hiervoren is gesproken of wel het
gevolg zijn van omstandigheden waarop later zal worden
gewezen is bij dat ontwerp gevoegd de omschrijving der
artikelen en zijn uitgetrokken de daarnevens vermelde gel
delijke bijdragen, zoo als een eu ander is vermeld op het
in het hoofd dezer bedoeld afgestemd wets-ontwerp. Een
deswege ingesteld onderzoek heeft doen zien, dat YOör de
behoefte en den geregelden gang der zaken in die artikelen
voor 's hands eene wijziging noodig is en de regering meent
alzoo de vrijheid te mogen nemen zich te gedragen aan de
destijds bij den overgelegden uitgewerkten staat gegeven
toelichtingen.
De regering, zich gedragende aan de uitgewerkte staten
die hierbij overgelegd wordenacht zich verpligt in het
algemeen nog op te merkendat de voorgestelde vermeer
derde uitgaaf op het 8ste artikel het gevolg is der voorstellen
van de commissie-benoemd geweest tot onderzoek der mid
delen ter betere verkenning van de zeegaten, en die uitgaaf
zich zal bepalen' tot eene uitbreiding en verbetering der
betonning langs de buitengronden en tot eene verbetering
der zeemerken tot liet bij nacht aandoen en binnenzeilen van
het zeegat van Brouwershaven.
De uitgewerkte staten van het 11de, 12de en 13de artikel
geven de onderdeelen van berekening der sommen aan, die
voor bet materieel der zeemagt gedurende 1855 worden
noodig geacht.
Zoo als reeds hiervoren is opgemerktkan het aangeno
men stelsel in zijn geheel nog niet in werking komen, eu
bepalen zich alzoo de aangevraagde sommen tot zoodanige
werkzaamheden in verhand tot dat stelsel welke nog in dit
jaar kunnen tot stand gcbi'agt worden of waarvan de voor
bereiding wordt noodzakelijk geacht.
De aanleiding tot verhooging van het 14de artikel is ver
meld bij een toelichtenden staatterwijl de voorgestelde
uitgaaf bij het 14de artikel bis wordt gewettigd door het
vooruitzigt op het behoud van eenen kostbaren bodem die
bij onderzoek gebleken is nog in eenen opmerkelijk goeden
staat te- zijn en waartoe de regering mitsdien heeft gemeend
geene middelen te moeten onbeproefd laten.
Eene verandering gebragt in het ontwerp der active zee
magt voor 1855, waarbij de sterkte is aangenomen tegen
een getal van 5940 europesche manschappenzijnde 89 kop
pen minder dan de vroeger bepaalde geeft de bij het 19de
artikel aangewezene mindere uitgaven.
Overigeus heeft dc berekening der scheeps-traktementen
en soldijen plaats gehad op den zelfden voet als bij het ver
vallen. ontwerp is gevolgd.
Door de hiervoren genoemde wijzigingen in eenige artike
len van het afgestemd wets-ontwerp, wordt het totaal van
het VlIIste hoofdstuk der begrooting voor 1855 gebragt tot
een bedrag van f 7,575,963. De middelen tot dekking van
de vermeerdering van uitgaven, die het gevolg is van het
tegenwoordig wets-ontwerp zullen ruimschoots in de schat
kist voorhanden zijn.
Overtuigd dat alleen geldelijke opofferingen 's rijks marine
in eenen staat kunnen brengen zo.o als die voor liet vader
landvoor zijne Overzeesche Bezittingen en tot bescherming
van den handel wordt gevorderdacht de regering den thans
ingeslagen weg het eenig middel te zijn om de marine aan
hare roeping te doen beantwoorden.
Bij het tegenwoordig wets-ontwerp worden overgelegd
A. hetstelsel, voortaan voor de marine te volgen; B. een
toelichtende staat van het 8ste artikelG. verzameling op
de Ildc afdeeling; D. een toelichtende staat op dc lilde
afdeelingE. een toelichtende staat van het 19de artikel;
E. een staat aanwijzende de bedragen die op ieder onderdeel
van dat artikel betaald worden voor de verschillende daarin
betrokken onderwerpen van uitgaaf; G. ontwerp der active
zeemagt voor 1855; H. verzameling op de IVde afdeeling;
I. verzameling op het hoofstuk.
uiten Umöscl] e ®iï&ingen.
JEHig-eBjamua.
Londen 9 mei. Aanstaanden maandag zullen in het par
lement twee motien worden gedaande eene in het hoo-
gerhuis bij monde- van lord Ellenboroughde andere in
'het lagerhuis door den heer Layardbeide strekkende om
een votum van afkeuring tegen het ministerie uit te brengen.
Bij de daartoe in de zitting van het hoogerhuis van