leenen voor zoo veel de diaconie-administratie betreft. Wel
heeft de kerkeraad naar het schijnt aan die heeren een eer
vol ontslag verleendaan den laatsten met dankbetuiging
voor zijne bewezene dienstenmaar is dit vólgens het oor
deel van burgemeester en wethouders ten onregte geschied
en daardoor inbreuk gemaakt op de bevoegdheid van den
gemeenteraaddoor wien die heeren zijn benoemd en be
zoldigd. Conform hun voorstel wordt aan beide heeren het
voorgestelde eervol ontslag verleendonder dankbetuiging-
voor de veelvuldige, langdurige en gewigtige diensten door
hen in die betrekking bewezen.
Door den raad is vroeger als beginsel aangenomen dat de
ambtenaren der gemeente allen op nieuw moeten worden
benoemd.
Dien ten gevolge stellen burgemeester en wethouders voor
den geneesheer, heelmeester en de vroedvrouw te benoemen,
op hunne vroegere jaarwedden van 350, 268 en 200.
De heer van den Bosch stelt als amendement voor de
jaarwedde vau den geneesheer te bepalen op f 450, in ver
band tot de vele aan die betrekking verbonden moeiten en
den toegenomen werkkring.
De heer van Kerkwijk appuijeert dit amendement en voegt
er bijdat de geneesheer dan nog slechts 1 per gezin ge
niet hetgeen waarlijk wel niet hoog kan genoemd worden.
De lieer Verschoor is het met den voorsteller eens, doch
wenscht ook de jaarwedde des heelmeesters verhoogd te zien
en stelt voor die te bepalen op 300.
De lieer vau den Bosch stelt voor om aan de vroedvrouw
eene jaarwedde van f 240 toe te kennen.
Na nog eenige' discussien worden de jaarwedden tot dat
verhoogd bedrag vastgesteld en met algemeene stemmen
herbenoemd de heer de Peval als geneesheerde heer Pie-
terse als heelmeester en mejufvrouw Arentz als vroedvrouw.
Tot lid van de directie der leenbank wordt met S stem
men benoemd de heer T. van Heelde twee andere bil
jetten waren in blanco.
Bij de stemming voor een regent over de godshuizen wor
den uitgebragtop de heeren J. de Pouw Wz. 4 en J. G.
Kisseeuw 4 stemmenterwijl, twee blanco biljetten in de
bus waren.
Tot eene nieuwe vrije stemming overgegaan zijndever
krijgen de heeren Bisseeuw 6 en de Pouw 3 stemmen; een
biljet was blanco zoo dat de heer J. G. Risseeuw benoemd
is. Bij die benoemingen fungeerden als stemopnemers de
lieeren Smallegange en Soutendam.
Wordt medegedeeld de ontvangst der goedgekeurde ge
meente-rekening waarop door heeren gedeputeerde staten
is geschrapt de som van f 191.75aan den secretaris be
taald voor verhooging zijner jaarwedde over 1852 enlS53.
Hierop zal door burgemeester en wethouders nader een
voorstel aan den raad worden gedaan.
Van den heer commissaris des konings is ontvangen eene
missive, waarbij gevraagd wordt of het terrein .door den
gemeenteraad kosteloos aangeboden tot stichting eener ge
vangenis nog verkrijgbaar isen de eigenaar eener woning
daar ter plaatse die nog zou willen afstaan voor de toen
gevraagde 000,daar de regering overtuigd is van de
noodzakelijkheid tot het bouwen eener gevangenis in deze
gemeente.
De voorzitter zegt dat het bedoelde aanbod in 1847 is
geschied en wel .betreft het zoogenaamde Stortbuiten de
Oostpoortmet den aankleve van dien, en stelt voor toe
stemmend te beschikken. Hetgeen na. eenige discussie wordt
goedgevonden.
Tot het oprigten en voorbereiden eener armen-apot.heek
in deze gemeente stelt de voorzitter voor, te benoemen
de vaste commissie voor het armwezen en den geneesheer
en heelmeester der gemeente.
"Waartoe zonder hoofdelijke stemming besloten wordt.
Van heeren regenten over den algemeenen arme is inge
komen eene missivemet te kennengeving dat de diaconie
aan hun heeft gerenvoijeerd 97 gealiraenteerden waaronder
eenige bestedelingenwaartoe regenten vermeenen dat de
diaconie niet. geregtigd was.
Dit punt wordt aangehouden tot de volgende vergadering
terwijl het verzochte crediet van 2000 voor de twee eerste
maanden wordt verleend.
Eenige staatsbladen worden overgelegd.
Op de vraag des voorzitters of iemand nog iets heeft
voor te stellen, verzoekt de heer van den Bosch verlof van.
de vergadering tot het doen eener vraag aan burgemeester
en wethouders. Dit verleend zijnde zegt die lieer, dat
voor eenigen tijd aaii dezen raad is toegezonden een adres
van den heer mr. J. A. P. van Dam c. s., waarin adres
santen zich beklagen over eene bejegening van burgemees
ter en wethouders; niet alleen is daarvan aan den raad
kennis gegeven maar men heeft de meest mogelijke publi
citeit aan de zaak gegevenindien het nu waar is, dat op
dat adres dezer dagen is beschikt, zou hij w'enschen, indien
daartegen bij burgemeester en wethouders geene bezwaren
bestaan, dat die beschikking wierd medegedeeld.
De voorzitter antwoordtdat eene beschikking ter ken
nisneming- en uitreiking bij burgemeester en wethouders'is
ontvangenna daarvanzoo als in den regel gebruikelijk is
afschrift voor het archief gemaakt te hebben en dat bij liern
geen bezwaar bestaat clie stukken mede te deelen.
Het bedoelde stuk uit het archief gehaald zijnde, wordt
voorgelezen; daaruit, blijkt dat de minister van binnen-
landsche zakendoor den koning daartoe gemagtigdals
beschikking- op.het adres aau de adressanten te kennen geeft,
dat het niet gebleken is dat burgemeester en wethouders
eenigen blaam op de adressanten hebben willen leggen, en
dat het almede niet gebleken is dat burgemeester en wet
houders eenige inbreuk hebben gemaakt op het regt van
petitie der adressanten.
Niemand verder iets voor te stellen hebbende, sluit de
voorzitter de vergadering.
TER DRUKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMSUITGEVERS VAN DE MIDDELBURGSCHE COURANT,